Richtlijn 2015/2060 - Intrekking van Richtlijn 2003/48/EG betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling

1.

Wettekst

18.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/1

 

RICHTLIJN (EU) 2015/2060 VAN DE RAAD

van 10 november 2015

tot intrekking van Richtlijn 2003/48/EG betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 115,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Voortbouwend op de door de Europese Raad van 20 juni 2000 bereikte consensus dat relevante informatie voor belastingdoeleinden op een zo breed mogelijke basis moet worden uitgewisseld, passen de lidstaten sinds 1 juli 2005 Richtlijn 2003/48/EG van de Raad (1) toe om ervoor te zorgen dat inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetalingen die in een lidstaat worden verricht aan uiteindelijk gerechtigden die een natuurlijke persoon zijn en hun woonplaats in een andere lidstaat hebben, effectief kunnen worden belast overeenkomstig de wettelijke bepalingen van laatstgenoemde lidstaat, zodat een einde wordt gemaakt aan verstoringen in het kapitaalverkeer tussen de lidstaten, die onverenigbaar zijn met de interne markt.

 

(2)

De uitdagingen die grensoverschrijdende belastingfraude en -ontduiking stellen, hebben een wereldwijde dimensie waarover zowel op mondiaal niveau als dat van de Unie grote bezorgdheid heerst. Niet-aangegeven en onbelaste inkomsten leiden tot een aanzienlijke derving van de nationale belastingopbrengsten. De Europese Raad van 22 mei 2013 heeft zijn waardering uitgesproken voor de inspanningen die in de G8, de G20 en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) worden geleverd om een mondiale standaard te ontwikkelen.

 

(3)

Richtlijn 2011/16/EU van de Raad (2) voorziet in verplichte automatische uitwisseling van bepaalde informatie tussen de lidstaten. Zij voorziet ook in een stapsgewijze uitbreiding van het toepassingsgebied ervan tot nieuwe inkomsten- en vermogenscategorieën, teneinde grensoverschrijdende belastingfraude en -ontduiking te bestrijden.

 

(4)

Op 9 december 2014 heeft de Raad zijn goedkeuring gegeven aan Richtlijn 2014/107/EU (3) tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU, waarmee de verplichte automatische inlichtingenuitwisseling werd uitgebreid tot een breder scala aan inkomsten in overeenstemming met de in juli 2014 door de OESO-Raad vastgestelde mondiale standaard, en een coherente, consistente en alomvattende Uniebrede aanpak werd gegarandeerd van de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen in de interne markt.

 

(5)

Het toepassingsgebied van Richtlijn 2014/107/EU is over het algemeen breder dan dat van Richtlijn 2003/48/EG en wanneer beide samenvallen, heeft Richtlijn 2014/107/EU voorrang. Er zijn nog enkele restgevallen waarin alleen Richtlijn 2003/48/EG van toepassing zou zijn. Deze restgevallen zijn het gevolg van een enigszins verschillende aanpak in de twee richtlijnen en van verschillende specifieke vrijstellingen. In die beperkte gevallen zou de toepassing van Richtlijn 2003/48/EG leiden tot dubbele rapportagenormen binnen de Unie. De beperkte voordelen van dergelijke dubbele rapportage zouden niet opwegen tegen de kosten.

 

(6)

Op 21 maart 2014 heeft de Europese Raad de Raad verzocht erop toe te zien dat het relevante Unierecht volledig in de pas loopt met de nieuwe, door de OESO ontwikkelde mondiale standaard voor automatische inlichtingenuitwisseling. Daarnaast heeft de Raad bij de vaststelling van Richtlijn 2014/107/EU de Commissie verzocht een voorstel tot intrekking van Richtlijn 2003/48/EG in te dienen en de intrekking van die richtlijn af te stemmen op de datum van toepassing die is vastgelegd in Richtlijn 2014/107/EU, met inachtneming van de daarin vastgestelde afwijking voor Oostenrijk. Richtlijn 2003/48/EG moet dus één jaar langer van toepassing blijven op Oostenrijk. Gelet op het door de Raad ingenomen standpunt is het noodzakelijk Richtlijn 2003/48/EG in te trekken om dubbele rapportageverplichtingen te vermijden en kosten te besparen voor zowel de belastingdiensten als de marktdeelnemers.

 

(7)

Krachtens Richtlijn 2014/48/EU van de Raad (4) dienen de lidstaten uiterlijk op 1 januari 2016 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan de richtlijn te voldoen. De lidstaten moeten deze bepalingen toepassen vanaf 1 januari 2017. Met de intrekking van Richtlijn 2003/48/EG wordt de omzetting van Richtlijn 2014/48/EU overbodig.

 

(8)

Met het oog op de ononderbroken voortzetting van de automatische rapportage van informatie over financiële rekeningen dient de intrekking van Richtlijn 2003/48/EG in werking te treden op dezelfde datum als die waarop de maatregelen van Richtlijn 2014/107/EU van toepassing worden.

 

(9)

Niettegenstaande de intrekking van Richtlijn 2003/48/EG moeten de gegevens die door uitbetalende instanties, marktdeelnemers en lidstaten zijn verzameld tot de datum van intrekking, worden verwerkt en doorgegeven zoals oorspronkelijk gepland en moeten de vóór die datum ontstane verplichtingen worden nagekomen.

 

(10)

Met betrekking tot bronbelasting die is geheven in de overgangsperiode zoals bedoeld in Richtlijn 2003/48/EG, moeten de lidstaten, ter bescherming van de verworven rechten van uiteindelijk gerechtigden, deze belasting blijven verrekenen of terugbetalen zoals oorspronkelijk gepland en moeten zij uiteindelijk gerechtigden op verzoek een verklaring afgeven waarmee dezen heffing van bronbelasting kunnen voorkomen.

 

(11)

Er moet rekening worden gehouden met het feit dat vanwege structurele verschillen bij Richtlijn 2014/107/EU aan Oostenrijk een afwijking is toegestaan, waardoor de toepassing van die richtlijn met een jaar kan worden verlengd, tot 1 januari 2017. Bij de vaststelling van Richtlijn 2014/107/EU heeft Oostenrijk echter aangekondigd dat het de afwijking niet volledig zal gebruiken. Het land zal namelijk al uiterlijk september 2017 deelnemen aan de inlichtingenuitwisseling, zij het voor een beperkt aantal rekeningen, terwijl het wel gebruik zal maken van de afwijking in andere gevallen. Er moet derhalve specifiek worden bepaald dat Oostenrijk en de daar gevestigde marktdeelnemers en uitbetalende instanties de bepalingen van Richtlijn 2003/48/EG blijven toepassen tijdens de afwijkingsperiode, behalve voor de rekeningen waarop Richtlijn 2014/107/EU van toepassing is.

 

(12)

Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, met inbegrip van het recht op bescherming van persoonsgegevens, en deze rechten worden door deze richtlijn in generlei wijze beperkt of opgeheven.

 

(13)

Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk de intrekking van Richtlijn 2003/48/EG tezamen met de tijdelijke uitzonderingen die noodzakelijk zijn om verworven rechten te beschermen en rekening te houden met de aan Oostenrijk toegestane afwijking bij Richtlijn 2014/107/EU, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve wegens de vereiste uniformiteit en doeltreffendheid beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan hetgeen nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

 

(14)

Richtlijn 2003/48/EG dient daarom te worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Niettegenstaande de leden 2 en 3 wordt Richtlijn 2003/48/EG met ingang van 1 januari 2016 ingetrokken.
  • 2. 
    Niettegenstaande lid 3 blijven de volgende verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2003/48/EG, als gewijzigd bij Richtlijn 2006/98/EG van de Raad (5) van toepassing:
 

a)

de verplichtingen van de lidstaten en de daar gevestigde marktdeelnemers uit hoofde van artikel 4, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2003/48/EG blijven van toepassing tot en met 5 oktober 2016 of totdat aan die verplichtingen is voldaan;

 

b)

de verplichtingen van de uitbetalende instanties uit hoofde van artikel 8 van Richtlijn 2003/48/EG en van de lidstaten van de uitbetalende instanties uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn 2003/48/EG blijven van toepassing tot en met 5 oktober 2016 of totdat aan die verplichtingen is voldaan;

 

c)

de verplichtingen van de lidstaten waar uiteindelijk gerechtigden hun fiscale woonplaats hebben, uit hoofde van artikel 13, lid 2, van Richtlijn 2003/48/EG blijven van toepassing tot en met 31 december 2016;

 

d)

de verplichtingen van de lidstaten waar uiteindelijk gerechtigden hun fiscale woonplaats hebben, uit hoofde van artikel 14 van Richtlijn 2003/48/EG met betrekking tot de bronbelasting die in 2016 en voorgaande jaren is geheven, blijven van toepassing totdat aan die verplichtingen is voldaan.

  • 3. 
    Richtlijn 2003/48/EG, als gewijzigd bij Richtlijn 2006/98/EG, blijft tot en met 31 december 2016 van toepassing ten aanzien van Oostenrijk, met uitzondering van de volgende verplichtingen:
 

a)

de verplichtingen van Oostenrijk en de onderliggende verplichtingen van de daar gevestigde uitbetalende instanties en marktdeelnemers uit hoofde van artikel 12 van Richtlijn 2003/48/EG, die blijven gelden tot en met 30 juni 2017 of totdat aan die verplichtingen is voldaan;

 

b)

de verplichtingen van Oostenrijk en de daar gevestigde marktdeelnemers uit hoofde van artikel 4, lid 2, tweede alinea van Richtlijn 2003/48/EG, die van toepassing blijven tot en met 30 juni 2017 of totdat aan die verplichtingen is voldaan;

 

c)

alle verplichtingen van Oostenrijk en de onderliggende verplichtingen van de daar gevestigde uitbetalende instanties die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeien uit de in artikel 13 van Richtlijn 2003/48/EG bedoelde procedures, die blijven gelden tot en met 30 juni 2017 of totdat aan die verplichtingen is voldaan.

Niettegenstaande de eerste alinea is Richtlijn 2003/48/EG, als gewijzigd bij Richtlijn 2006/98/EG, na 1 oktober 2016 niet van toepassing op rentebetalingen met betrekking tot rekeningen waarvoor aan de in de bijlagen I en II bij Richtlijn 2011/16/EU opgenomen verplichtingen inzake rapportage en cliëntenonderzoek is voldaan en waarvoor Oostenrijk via automatische uitwisseling de in artikel 8, lid 3 bis, van Richtlijn 2011/16/EU bedoelde inlichtingen heeft verstrekt binnen de termijn die is vastgesteld in artikel 8, lid 6, onder b), van Richtlijn 2011/16/EU.

Artikel 2

Deze richtlijn treedt in werking op twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 10 november 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    GRAMEGNA
 

  • (1) 
    Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (PB L 157 van 26.6.2003, blz. 38).
  • (2) 
    Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1).
  • (3) 
    Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PB L 359 van 16.12.2014, blz. 1).
  • (4) 
    Richtlijn 2014/48/EU van de Raad van 24 maart 2014 tot wijziging van Richtlijn 2003/48/EG betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 50).
  • (5) 
    Richtlijn 2006/98/EG van de Raad van 20 november 2006 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van belastingen in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 129).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.