Richtlijn 2018/1713 - Wijziging van Richtlijn 2006/112/EG, wat btw-tarieven op boeken, kranten en tijdschriften betreft

1.

Wettekst

14.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 286/20

 

RICHTLIJN (EU) 2018/1713 VAN DE RAAD

van 6 november 2018

tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG, wat btw-tarieven op boeken, kranten en tijdschriften betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 113,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (3) is bepaald dat de lidstaten verlaagde btw-tarieven mogen toepassen op publicaties op alle fysieke dragers. Er kan evenwel geen verlaagd btw-tarief worden toegepast op langs elektronische weg geleverde publicaties, die belast moeten worden tegen het normale btw-tarief.

 

(2)

In overeenstemming met de mededeling van de Commissie van 6 mei 2015 over de strategie voor een digitale eengemaakte markt voor Europa en teneinde gelijke tred te houden met de technologische vooruitgang in de digitale economie, moet het de lidstaten worden toegestaan om de btw-tarieven voor langs elektronische weg geleverde publicaties af te stemmen op de lagere btw-tarieven voor publicaties die op fysieke dragers worden geleverd.

 

(3)

In haar mededeling van 7 april 2016 over een actieplan betreffende de btw heeft de Commissie aangegeven dat langs elektronische weg geleverde publicaties in aanmerking moeten kunnen komen voor hetzelfde preferentiële btw-tarief als publicaties die op fysieke dragers worden geleverd. In zijn recente arrest in zaak C-390/15 (4) heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat de levering van digitale publicaties op fysieke dragers en de levering van digitale publicaties langs elektronische weg vergelijkbare situaties betreffen. Daarom is het passend om de mogelijkheid in te voeren voor alle lidstaten om een verlaagd btw-tarief toe te passen op de levering van boeken, kranten en tijdschriften, ongeacht of deze op een fysieke drager dan wel langs elektronische weg worden geleverd. Om dezelfde redenen is het passend om die lidstaten die momenteel overeenkomstig het Unierecht lagere btw-tarieven dan het in artikel 99 van Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde minimum toepassen of die vrijstellingen met recht op aftrek van in een voorgaande fase betaalde btw toekennen voor bepaalde boeken, kranten en tijdschriften die op een fysieke drager zijn geleverd, toe te laten dezelfde btw-behandeling toe te passen wanneer die boeken, kranten of tijdschriften langs elektronische weg zijn geleverd.

 

(4)

Sinds 1 januari 2015 wordt de btw op alle langs elektronische weg verrichte diensten geheven in de lidstaat waar de klant is gevestigd. Gezien de invoering van het bestemmingslandbeginsel is het niet langer noodzakelijk om op langs elektronische weg geleverde publicaties het normale tarief toe te passen om de totstandbrenging en werking van de interne markt te waarborgen en concurrentieverstoring te voorkomen.

 

(5)

Om te vermijden dat verlaagde btw-tarieven op grote schaal worden toegepast op audiovisuele inhoud, moeten de lidstaten in staat worden gesteld om op boeken, kranten en tijdschriften een verlaagd tarief toe te passen, maar alleen wanneer die publicaties, ongeacht of zij op een fysieke drager dan wel langs elektronische weg worden geleverd, niet uitsluitend of hoofdzakelijk uit muziek- of video-inhoud bestaan.

 

(6)

De lidstaten moeten de beslissingsruimte behouden om de btw-tarieven voor publicaties vast te stellen en de werkingssfeer van de verlaagde btw-tarieven te beperken, ook wanneer digitale publicaties, onder voorbehoud van een objectieve rechtvaardiging, dezelfde leesinhoud hebben.

 

(7)

Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk de lidstaten in staat stellen dezelfde btw-tarieven op langs elektronische weg geleverde publicaties toe te passen als de btw-tarieven die ze momenteel toepassen op publicaties op fysieke dragers, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

 

(8)

Richtlijn 2006/112/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 2006/112/EG wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In artikel 98, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door:

„De verlaagde tarieven zijn niet van toepassing op langs elektronische weg verrichte diensten, met uitzondering van diensten die onder bijlage III, punt 6, vallen.”.

 

2)

Aan artikel 99 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   In afwijking van de leden 1 en 2 van dit artikel, en in aanvulling op de in artikel 98, lid 1, bedoelde tarieven, mogen de lidstaten die op 1 januari 2017 overeenkomstig het Unierecht verlaagde tarieven toepasten die lager zijn dan het in dit artikel vastgestelde minimum, of vrijstellingen met recht op aftrek van voorbelasting verleenden voor de levering van bepaalde in bijlage III, punt 6, bedoelde goederen, dezelfde btw-behandeling ook toepassen wanneer die levering langs elektronische weg wordt verricht, als bedoeld in bijlage III, punt 6.”.

 

3)

In bijlage III wordt punt 6) vervangen door:

 

„6.

levering, ook bij uitlening door bibliotheken, van boeken, kranten en tijdschriften, ofwel op fysieke dragers of langs elektronische weg, of op beide wijzen (met inbegrip van brochures, folders en soortgelijk drukwerk, albums, platen-, teken- en kleurboeken voor kinderen, gedrukte of geschreven muziekpartituren, landkaarten en hydrografische en soortgelijke kaarten), voor zover niet uitsluitend of hoofdzakelijk bestaand uit reclamemateriaal of uit video-inhoud of beluisterbare muziek;”.

Artikel 2

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 6 november 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

  • H. 
    LÖGER
 

  • (3) 
    Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).
  • (4) 
    Arrest van het Hof van Justitie van 7 maart 2017, RPO, C-390/15, ECLI:EU:C:2017:174, punt 49.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.