Besluit 2019/276 - Terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter versterking van belangrijke programma's betreffende het concurrentievermogen van de EU en ter financiering van onmiddellijke budgettaire maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen

1.

Wettekst

22.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 54/3

 

BESLUIT (EU) 2019/276 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 12 december 2018

over de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter versterking van belangrijke programma's betreffende het concurrentievermogen van de EU en ter financiering van onmiddellijke budgettaire maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (1), en met name punt 12,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Met het flexibiliteitsinstrument kunnen nauwkeurig bepaalde uitgaven worden gefinancierd die niet binnen de voor een of meer andere rubrieken beschikbare maxima zouden konden worden gefinancierd.

 

(2)

Het jaarlijks voor het flexibiliteitsinstrument beschikbare maximumbedrag is gelijk aan 600 000 000 EUR (prijzen van 2011), zoals vastgesteld in artikel 11 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (2), te verhogen in voorkomend geval met vervallen bedragen die ter beschikking worden gesteld overeenkomstig lid 1, tweede alinea, van dat artikel.

 

(3)

Ter versterking van belangrijke programma's betreffende het concurrentievermogen van de EU en voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen, is het noodzakelijk om met spoed aanzienlijke extra kredieten ter beschikking te stellen ter financiering van die programma's en maatregelen.

 

(4)

Nadat alle mogelijkheden tot herschikking van kredieten onder het uitgavenmaximum voor rubriek 1a (Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid) en rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap) zijn onderzocht, is het nodig middelen uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar te stellen om de in de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2019 beschikbare financiering aan te vullen met 178 715 475 EUR boven het maximum van subrubriek 1a ter versterking van belangrijke programma's betreffende het concurrentievermogen van de EU, en met 985 629 138 EUR boven het maximum van rubriek 3 ter financiering van maatregelen op het gebied van migratie, vluchtelingen en veiligheid.

 

(5)

Op basis van het verwachte betalingsprofiel moeten de met het gebruik van het flexibiliteitsinstrument corresponderende betalingskredieten worden verdeeld over verschillende begrotingsjaren.

 

(6)

Om de middelen snel te kunnen inzetten, moet dit besluit van toepassing zijn vanaf het begin van het begrotingsjaar 2019,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Voor de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2019 wordt uit het flexibiliteitsinstrument 178 715 475 EUR aan vastleggingskredieten in rubriek 1a (Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid) en 985 629 138 EUR aan vastleggingskredieten in rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap) beschikbaar gesteld.

De in de eerste alinea genoemde bedragen zullen worden gebruikt ter versterking van belangrijke programma's betreffende het concurrentievermogen van de EU en ter financiering van maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen.

  • 2. 
    Op basis van het verwachte betalingsprofiel worden de met het gebruik van het flexibiliteitsinstrument corresponderende betalingskredieten als volgt verdeeld:
 

(a)

548 740 834 EUR in 2019;

 

(b)

257 223 207 EUR in 2020;

 

(c)

135 194 558 EUR in 2021;

 

(d)

140 942 662 EUR in 2022;

 

(e)

82 243 352 EUR in 2023.

De specifieke bedragen van de betalingskredieten worden voor elk begrotingsjaar goedgekeurd in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2019.

Gedaan te Straatsburg, 12 december 2018.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • A. 
    TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    BOGNER-STRAUSS
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.