Verordening 2019/495 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1316/2013 wat betreft de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie

1.

Wettekst

27.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 85/16

 

VERORDENING (EU) 2019/495 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 25 maart 2019

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1316/2013 wat betreft de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 172,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk kennisgegeven van zijn voornemen om zich uit de Unie terug te trekken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De Verdragen zullen niet langer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk met ingang van de datum van inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord of, bij gebreke daarvan, na verloop van twee jaar na de kennisgeving, namelijk met ingang van 30 maart 2019, tenzij de Europese Raad met instemming van het Verenigd Koninkrijk met eenparigheid van stemmen tot verlenging van die termijn besluit.

 

(2)

Bij Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) werd de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility) vastgesteld, die een wezenlijk financieringsinstrument is van de Unie. Het doel van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen is het mogelijk te maken dat grensoverschrijdende projecten van gemeenschappelijk belang in het kader van het beleid voor de trans-Europese netwerken in de sectoren vervoer, telecommunicatie en energie worden voorbereid en uitgevoerd teneinde de werking van de interne markt en het concurrentievermogen te verbeteren, en bij te dragen tot economische, sociale en territoriale cohesie en tot de doelstellingen op het gebied van duurzame ontwikkeling.

 

(3)

In deel I van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1316/2013 is een lijst van negen kernnetwerkcorridors opgenomen. Die kernnetwerkcorridors vormen een instrument om de gecoördineerde totstandbrenging van het kernnetwerk te faciliteren. Zij moeten bijdragen tot de samenhang van het kernnetwerk door een betere territoriale samenwerking, moeten ruimere vervoersbeleidsdoelen helpen verwezenlijken en interoperabiliteit, modale integratie en multimodaal vervoer bevorderen.

 

(4)

Het Verenigd Koninkrijk maakt deel uit van de kernnetwerkcorridor Noordzee-Middellandse Zee, die verbindingen omvat tussen Belfast, Dublin en Cork op het eiland Ierland, en verbindingen in Groot-Brittannië van Glasgow en Edinburgh in het noorden tot Folkestone en Dover in het zuiden. De trajecten en knooppunten van het Verenigd Koninkrijk zijn opgenomen in de tabel getiteld „Vooraf geselecteerde tracés, met inbegrip van projecten” van de kernnetwerkcorridors in deel I, punt 2, van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1316/2013.

 

(5)

Door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie worden de delen voor de aanpassing van de kernnetwerkcorridor Noordzee-Middellandse Zee die betrekking hebben op het Verenigd Koninkrijk en de trajecten en knooppunten in het Verenigd Koninkrijk die zijn opgenomen in de tabel met vooraf geselecteerde tracés, met inbegrip van projecten, overbodig en zullen zij niet langer rechtsgevolgen hebben vanaf de dag na die waarop Verordening (EU) nr. 1316/2013 ophoudt van toepassing te zijn op het Verenigd Koninkrijk.

 

(6)

Voor Ierland zijn zeeverbindingen essentieel voor de directe connectiviteit met het Europese vasteland, met name gezien de onzekere evolutie van de handelsstromen via de „landbrug” die het Verenigd Koninkrijk vormt.

 

(7)

Om een situatie te voorkomen waarin de kernnetwerkcorridor Noordzee-Middellandse Zee uiteenvalt in twee afzonderlijke, niet met elkaar verbonden delen, en om ervoor te zorgen dat Ierland verbonden blijft met het Europese vasteland, moet de kernnetwerkcorridor Noordzee-Middellandse Zee nieuwe zeeverbindingen bevatten tussen de Ierse havens en de havens in België, Frankrijk en Nederland die deel uitmaken van die corridor. Voorts moet een verbinding tussen de corridor Noordzee-Middellandse Zee en de Atlantische corridor via Le Havre, dat op de Atlantische corridor ligt, zorgen voor een betere connectiviteit en integratie van de interne markt.

 

(8)

Het is belangrijk rekening te houden met de gevolgen op middellange termijn van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie op de verbindingen en de verkeersstromen, met name de mogelijke herschikking van verkeersstromen, bij het ontwerp van het opvolgingsinstrument van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen en bij de evaluatie van Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5). Daarom moet de Commissie tegen 2021 Verordening (EU) nr. 1315/2013 vroegtijdig herzien, om rekening te houden met mogelijke wijzigingen in de goederenstroom na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie.

 

(9)

Voor de huidige en toekomstige infrastructuurinvesteringen en voor de juridische duidelijkheid en rechtszekerheid inzake de planning van infrastructuur, is het van cruciaal belang dat Ierland verbonden blijft met de andere lidstaten van de kernnetwerkcorridor Noordzee-Middellandse Zee en een beperkt deel van de Atlantische corridor. Het is van wezenlijk belang de betreffende infrastructuur te ontwikkelen om bestaande en toekomstige handelsstromen tussen Ierland en het Europese vasteland in stand te houden en te ondersteunen.

 

(10)

Investeringen in apparatuur en infrastructuur voor de beveiliging van en de controles aan de buitengrenzen moet een prioritaire actie in de laatste uitvoeringsfase van de huidige programmeringsperiode van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen zijn.

 

(11)

Om aan die behoeften tegemoet te komen, moet de Commissie een nieuw jaarlijks werkprogramma voorstellen.

 

(12)

Bij de herziening van het meerjarenwerkprogramma met het oog op de aanpassing ervan aan de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie, moeten met name acties die gericht zijn op het versterken van de vervoersinfrastructuur met het oog op de beveiliging van en controles aan de buitengrenzen in aanmerking worden genomen.

 

(13)

Deze verordening moet met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie en moet van toepassing zijn met ingang van de dag na die waarop Verordening (EU) nr. 1316/2013 ophoudt van toepassing te zijn op het Verenigd Koninkrijk,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 1316/2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

1.

in artikel 7, lid 2, wordt het volgende punt toegevoegd:

 

„m)

acties tot aanpassing van de vervoersinfrastructuur met het oog op beveiliging van en controles aan de buitengrenzen.”;

 

2.

artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   De Commissie evalueert de meerjarenwerkprogramma's ten minste halverwege. In de sector vervoer evalueert zij het meerjarenwerkprogramma, om het aan te passen in het licht van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie. Indien nodig stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast tot herziening van het meerjarenwerkprogramma. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”;

 

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

„5 bis.   In de sector vervoer zijn de acties die zijn omschreven in artikel 7, lid 2, punt m), een prioriteit van een jaarlijks werkprogramma dat wordt aangenomen op of na 28 maart 2019.”;

 

3.

bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van de dag na die waarop Verordening (EU) nr. 1316/2013 ophoudt van toepassing te zijn op het Verenigd Koninkrijk.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 25 maart 2019.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • A. 
    TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    CIAMBA
 

  • (3) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 13 maart 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 19 maart 2019.
  • (4) 
    Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).
  • (5) 
    Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).
 

BIJLAGE

Wijziging van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1316/2013

In bijlage I, deel I, punt 2 („Corridors van het kernnetwerk”), afdeling „Noordzee-Middellandse Zee”, onderafdeling „Tracé”, wordt na de regel „Belfast-Baile Átha Cliath/Dublin-Corcaigh/Cork” de volgende regel ingevoegd:

„Shannon Foynes/Baile Átha Cliath/Dublin/Corcaigh/Cork-Le Havre/Calais/Duinkerke/Zeebrugge/Terneuzen/Gent/Antwerpen/Rotterdam/Amsterdam”.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.