Vaardigheden en mobiliteit

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32002G0706(01)

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32002G0706(01)

Resolutie van de Raad van 3 juni 2002 inzake vaardigheden en mobiliteit

Publicatieblad Nr. C 162 van 06/07/2002 blz. 0001 - 0003

Resolutie van de Raad

van 3 juni 2002

inzake vaardigheden en mobiliteit

(2002/C 162/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op:

  • (1) 
    het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
  • (2) 
    de resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, houdende een actieplan voor de mobiliteit van 14 december 2000,
  • (3) 
    de mededeling van de Commissie aan de Raad van 28 februari 2001, getiteld "Nieuwe Europese arbeidsmarkten, open voor allen, met toegang voor allen",
  • (4) 
    de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 20 juni 2001, getiteld "Een mobiliteitsstrategie voor de Europese onderzoeksruimte", en de resolutie van de Raad van 10 december 2001 inzake de versterking van deze strategie,
  • (5) 
    de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 10 juli 2001 inzake de mobiliteit binnen de Gemeenschap van studenten, personen in opleiding, jonge vrijwilligers, leerkrachten en opleiders, alsook het actieplan inzake mobiliteit dat werd onderschreven door de Europese Raad van Nice,
  • (6) 
    de mededeling van de Commissie van 21 november 2001, getiteld "Een Europese ruimte voor levenslang leren realiseren",
  • (7) 
    het rapport van de Task Force op hoog niveau voor vaardigheden en mobiliteit van december 2001,
  • (8) 
    de mededeling van de Commissie over een actieplan voor vaardigheden en mobiliteit van 13 februari 2002,
  • (9) 
    de kaderovereenkomst voor maatregelen voor de permanente ontwikkeling van vaardigheden en beroepskwalificaties van 28 februari 2002, die de Europese sociale partners (EVV, UNICE en CEEP) in het kader van de sociale dialoog hebben gesloten,
  • (10) 
    het gezamenlijk verslag van de Commissie en de Raad van 7 maart 2002: "Vergroting van de arbeidsparticipatie en bevordering van beroepsactiviteit op oudere leeftijd",
  • (11) 
    de conclusies van de Europese Raden van Tampere, Lissabon, Feira, Nice, Stockholm, Laken en Barcelona, en

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Het stimuleren van een kennismaatschappij als essentiële voorwaarde voor mededinging en groei, alsmede volledige werkgelegenheid zijn door de Europese Raad van Lissabon van maart 2000 als een strategisch doel aangemerkt.
  • (2) 
    Het bereiken van dit doel vereist duurzame economische groei in de gehele Unie door het verbeteren van het structurele kader voor meer werkgelegenheid en sociale samenhang, dat daardoor een geïntegreerde en coherente koppeling tussen het economisch en het werkgelegenheidsbeleid omvat, door het bevorderen van levenslang leren en opleiding als onmisbare middelen om de inzetbaarheid en het aanpassingsvermogen te versterken, en door de lacunes in vaardigheden te verkleinen en de geografische en beroepsmobiliteit tussen sectoren en regio's te bevorderen en aldus het productiepotentieel van onze economieën te verhogen.
  • (3) 
    Het is zaak het sterke verband te onderstrepen tussen het vergroten van vaardigheden en mobiliteit en het bevorderen van hogere niveaus van arbeidsparticipatie, zoals is aangegeven in het gezamenlijk verslag van de Commissie en de Raad, getiteld "Vergroting van de arbeidsparticipatie en bevordering van beroepsactiviteit op oudere leeftijd".
  • (4) 
    De ontwikkeling van de geografische en beroepsmobiliteit zou in de hand worden gewerkt door de onderwijs- en opleidingsstelsels beter af te stemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt, speciale aandacht te schenken aan de sectoren informatie- en communicatietechnologieën en vreemde talen, en door een kader tot stand te brengen voor de erkenning van beroepskwalificaties en bekwaamheden die zijn verworven door onderwijs, opleiding en ervaring.
  • (5) 
    De ontwikkeling van de geografische mobiliteit in en tussen de lidstaten zou tevens worden vergemakkelijkt wanneer de belemmeringen die nog steeds op diverse niveaus bestaan, zoals administratieve, culturele en juridische belemmeringen, inclusief die welke familieomstandigheden beïnvloeden, alsook andere op het gebied van belastingen, pensioenen en sociale zekerheid worden weggenomen.
  • (6) 
    Een transparant, integraal informatiesysteem op het gebied van de arbeidsmarkt is een fundamenteel hulpmiddel om alle actoren (overheid, ondernemingen, sociale partners en individuele personen) te helpen doeltreffend en gecoördineerd op te treden binnen een gunstig kader teneinde de vaardigheden en de mobiliteit te verbeteren en een eind te maken aan de bestaande problemen die zowel de toegang tot als de kwaliteit van de informatie over mobiliteit betreffen.
  • (7) 
    De toekomstige uitbreiding van de Europese Unie zal tevens relevant zijn vanuit het oogpunt van de arbeidsmobiliteit binnen de Unie,
  • 1. 
    Verwelkomt het eindrapport van de Task Force op hoog niveau voor vaardigheden en mobiliteit, die op initiatief van de Commissie is opgericht overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Stockholm.
  • 2. 
    Verwelkomt het door de Commissie aangenomen actieplan voor vaardigheden en mobiliteit.
  • 3. 
    Benadrukt dat om de werkgelegenheidsdoelstellingen van de Europese Raden van Lissabon en Stockholm en de strategische doelstelling voor 2010 te realiseren, investeringen in het menselijk potentieel vereist zijn.
  • 4. 
    Beklemtoont het feit dat hiervoor het volgende is vereist:
  • de mobiliteit verbeteren door een betere toegang tot de arbeidsbureaus en het verder uitbouwen van de bestaande Europese databanken voor banen en scholingsmogelijkheden;
  • het belang van permanente scholing als fundamenteel element van het Europees sociaal model sterker benadrukken voor bijvoorbeeld op nationale tradities en praktijken berustende overeenkomsten tussen de sociale partners over innovaties en levenslang leren te stimuleren en door middel van flexibele werktijdenregelingen en afwisseling van scholing en werk een goed gebruik te maken van de complementariteit tussen levenslang leren en aanpassingsvermogen;
  • met het oog op een betere inzetbaarheid actieve arbeidsmarktprogramma's bevorderen die zijn toegespitst op de sociale behoeften van de minder bevoorrechte groepen en individuen die specifieke moeilijkheden ondervinden bij het verwerven van de vereiste vaardigheden; het verkrijgen van toegang tot en het standhouden op de arbeidsmarkt.
  • 5. 
    Beklemtoont dat levenslang leren een hoeksteen is van de Europese werkgelegenheidsstrategie en een cruciale prioriteit voor de toekomstige werkgelegenheidsrichtsnoeren moet blijven.
  • 6. 
    Attendeert erop dat:
  • het met het oog op de bestrijding van sociale uitsluiting en het verbeteren van het concurrentievermogen en het aanpassingsvermogen, van essentieel belang is de beroepskwalificaties te verbeteren en aan de behoeften van de arbeidsmarkt aan te passen, meer kansen te scheppen voor levenslang leren en tevens de ontwikkeling van vaardigheden te ondersteunen;
  • de kennismaatschappij inhoudt dat er aanzienlijk meer wordt geïnvesteerd in menselijke hulpbronnen teneinde individuele personen te voorzien van de vaardigheden die zij nodig hebben om werk te verkrijgen, dit te behouden en erin te groeien. Dit zal hun inzetbaarheid vergroten en stimuleren tot meer mobiliteit;
  • de strategieën op het gebied van opleiding moeten worden gecoördineerd en dienen de gezamenlijke verantwoordelijkheid te zijn van de overheid, de ondernemingen, de sociale partners en individuele personen; ook de civiele samenlevering moet haar bijdrage leveren.
  • 7. 
    Maakt duidelijk dat de kwaliteit en de mobiliteit van het menselijk potentieel in de Europese Unie verder moeten worden verbeterd, en dat er mogelijkheden dienen te worden gehouden voor werkgelegenheid en opleiding voor individuele personen door de nodige middelen ter beschikking te stellen, vooral op het gebied van de elektronische communicatie, teneinde continue, waardevolle informatie te verstrekken over beschikbare arbeidsplaatsen en aangeboden opleidingsmogelijkheden.
  • 8. 
    Onderstreept dat de modernisering van de arbeidsmarkten en de geografische en beroepsmobiliteit van de werknemers gestimuleerd moeten worden door mogelijkheden te bieden tot het vergroten van vaardigheden en door de bestaande belemmeringen op de Europese arbeidsmarkten weg te nemen.
  • 9. 
    Neemt nota van het door de Europese Raad van Stockholm bereikte, en door de Europese Raad van Barcelona nader uitgewerkte akkoord dat de Commissie met de nationale administraties, de arbeidsbureaus van de overheid en andere bevoegde entiteiten zal samenwerken om één centrale Europese website met informatie over begroepsmobiliteit tot stand te brengen, die informatie over mogelijkheden inzake werkgelegenheidsmobiliteit en opleiding en werkgelegenheid in de Europese Unie zal verstrekken en uiterlijk eind 2003 volledig operationeel dient te zijn.
  • 10. 
    Is zich ervan bewust dat de evaluatie van de vorderingen bij het verbeteren van de geografische en beroepsmobiliteit en de transparantie van de informatie voor de arbeidsmarkt, als vergelijkend onderzoek binnen de context van de Europese werkgelegenheidsstrategie dient te worden uitgevoerd.
  • 11. 
    Neemt nota van de desbetreffende activiteiten die reeds in een aantal EU-fora gaande zijn, met name op onderwijsgebied, en benadrukt de behoefte aan complementariteit tussen die activiteiten,

VERZOEKT DE COMMISSIE:

  • 1. 
    in nauwe samenwerking met de Raad en de lidstaten meer samenwerking bij onderwijs en opleiding te bevorderen op basis van transparantie en kwaliteitsborging, teneinde een kader te ontwikkelen voor de erkenning van beroepskwalificaties (ECTS, aanvullingen op diploma's en certificaten, Europees CV), hierbij voortbouwend op de verwezenlijkingen van het Bologna-proces, en soortgelijke maatregelen op het gebied van de beroepsopleiding te bevorderen. Deze samenwerking moet de actieve betrokkenheid van de sociale partners, de instellingen voor beroepsonderwijs en beroepsopleiding en de andere betrokkenen garanderen;
  • 2. 
    de wisselwerking tussen migratie, werkgelegenheid en sociaal beleid op Europees niveau te analyseren en daarbij rekening te houden met de situatie op de nationale arbeidsmarkten;
  • 3. 
    een voorstel in te dienen voor een Europese ziekteverzekeringskaart;
  • 4. 
    voorstellen in te dienen voor de modernisering van het EURES-systeem een daarbij rekening te houden met de noodzaak van permanente bijwerking en van toepassing van nieuwe technologieën waardoor de rol van dat systeem op het gebied van de individuele dienstverlening voor de arbeidsmarkt in Europa versterkt wordt, zodat alle belangrijke informatie en persoonlijke dienstverlening beschikbaar zijn voor alle werkzoekenden, werkgevers en andere betrokkenen;
  • 5. 
    meer spoed te zeeten achter de maatregelen waardoor, in samenwerking met de lidstaten, inzonderheid de arbeidsbureaus van de overheid, één centrale Europese website met informatie over de beroepsmobiliteit wordt opgezet;
  • 6. 
    een informatiecampagne te ontwikkelen over de mobiliteitsmogelijkheden die worden geboden voor de interne markt en de Europese arbeidsmarkten;
  • 7. 
    zich te beraden op de invoering van een regeling voor het analyseren van de belemmeringen voor de geografische mobiliteit waarmee de werknemers worden geconfronteerd, waarbij de adviserende rol van de bevoegde comités wordt versterkt;
  • 8. 
    de uitvoering van het actieplan voor vaardigheden en mobiliteit te beoordelen in het kader van het jaarlijks verslag van de Commissie aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad,

VERZOEKT DE LIDSTATEN:

in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie:

  • 1. 
    vaardigheden voor de nieuwe arbeidsmarkt in het kader van levenslang leren to ontwikkelen, inzonderheid op het gebied van de ICT-vaardigheden;
  • 2. 
    te bevorderen dat werkende of werkzoekende volwassenen daadwerkelijk toegang hebben tot de voortgezette beroepsopleiding, door, in overleg met de sociale partners, een passend kader op te zetten;
  • 3. 
    de erkenning en validering van vaardigheden, beroepskwalificaties en werkervaring aan te moedigen;
  • 4. 
    jongeren uit te rusten met de fundamentele vaardigheden die van belang zijn voor de arbeidsmarkt en die zij nodig hebben om deel te nemen aan het levenslang leren;
  • 5. 
    te zorgen voor zodanige initiatieven, met inbegrip van een sterke opleidingscomponent, voor werknemers, dat deze de arbeidsmarkt betreden, daar blijven en er voortgang boeken;
  • 6. 
    de opstelling te ondersteunen van EU-statistieken waarmee de geografische mobiliteit en de lacunes in vaardigheden worden bijgehouden. In dit verband zou het organiseren van een vacature-enquête op EU-niveau bijzonder nuttig zijn om de spanningen op de arbeidsmarkt te registreren die verband houden met vaardigheden;
  • 7. 
    de overdraagbaarheid van socialezekerheidsrechten, inclusief pensioenen, in heel de Europese Unie te vergroten,

VERZOEKT DE SOCIALE PARTNERS:

  • 1. 
    de initiatieven te ontplooien die in het "kader van de actie voor de permanente ontwikkeling van vaardigheden en beroepskwalificaties" in de sociale dialoog zijn overeengekomen en werden verwelkomd door de Europese Raad van Barcelona, en jaarlijks over de geboekte vooruitgang verslag uit te brengen bij de Sociale Top die voorafgaat aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad;
  • 2. 
    indien wenselijk, op basis van hun nationale tradities en praktijken, overeenkomsten over levenslang leren en kwalificaties te sluiten teneinde het aanpassings- en innoverende vermogen van de ondernemingen en hun werknemers te verbeteren op een manier die verenigbaar is met Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad;
  • 3. 
    overeenkomstig hun nationale tradities en praktijken initiatieven, met inbegrip van een sterke opleidingscomponent, ten behoeve van de werknemers te ontwikkelen teneinde hen in staat te stellen de arbeidsmarkt te betreden, er te blijven en er vooruitgang te boeken;
  • 4. 
    deel te nemen aan de voorlichtingscampagnes over mobiliteit ter verbetering van het imago van sectoren en beroepen met een personeelstekort, en de toegang voor de werknemers tot die sectoren en beroepen te bevorderen.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.