Verordening 2021/1150 - Wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/818 wat betreft de vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot andere EU-informatiesystemen voor de doeleinden van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem

1.

Wettekst

14.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 249/1

 

VERORDENING (EU) 2021/1150 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 7 juli 2021

tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/818 wat betreft de vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot andere EU-informatiesystemen voor de doeleinden van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 87, lid 2, punt a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad (2) is een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (European Travel Information and Authorisation System — Etias) ingesteld voor onderdanen van derde landen die zonder visum de buitengrenzen van de Unie mogen overschrijden. In die verordening zijn de voorwaarden en procedures voor de afgifte of weigering van een reisautorisatie in het kader van Etias vastgesteld.

 

(2)

Met Etias kan worden beoordeeld of de aanwezigheid van die onderdanen van derde landen op het grondgebied van de lidstaten een veiligheidsrisico, een risico op het gebied van illegale immigratie of een hoog epidemiologisch risico zou vormen.

 

(3)

Om de in Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde verwerking van de aanvraagdossiers door het centrale Etias-systeem mogelijk te maken, moet de interoperabiliteit tussen het Etias-informatiesysteem, enerzijds, en het inreis-uitreissysteem (EES), het Visuminformatiesysteem (VIS), het Schengen-informatiesysteem (SIS), Eurodac en het Europees Strafregister Informatiesysteem — Onderdanen van derde landen (Ecris-TCN) (“andere EU-informatiesystemen”), en Europol-gegevens als gedefinieerd in die verordening (“Europol-gegevens”), anderzijds, tot stand worden gebracht.

 

(4)

Deze verordening bepaalt, samen met Verordeningen (EU) 2021/1151 (3) en (EU) 2021/1152 (4) van het Europees Parlement en de Raad, regels over de uitvoering van de interoperabiliteit tussen het Etias-informatiesysteem, enerzijds, en andere EU-informatiesystemen en Europol-gegevens, anderzijds, en de voorwaarden voor de raadpleging van in andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens en Europol-gegevens door Etias voor het automatisch vaststellen van hits. Dit noopt tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1862 (5) en (EU) 2019/818 (6) van het Europees Parlement en de Raad, teneinde het centrale Etias-systeem te verbinden met andere EU-informatiesystemen en met Europol-gegevens en te specificeren welke gegevens tussen die EU-informatiesystemen en Europol-gegevensbestanden zullen worden verzonden.

 

(5)

Wat de uitvoering van de interoperabiliteit met Eurodac betreft, zullen, overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1240, de nodige daaruit voortvloeiende wijzigingen worden vastgesteld wanneer de herschikking van Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7) wordt vastgesteld.

 

(6)

Het Europees zoekportaal (ESP), opgericht bij Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad (8) en Verordening (EU) 2019/818, zal het mogelijk dat de in Etias opgeslagen gegevens en de in de andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens tegelijkertijd worden doorzocht.

 

(7)

Daarbij moeten technische regelingen worden vastgesteld op grond waarvan Etias regelmatig en automatisch in andere EU-informatiesystemen kan verifiëren of nog steeds wordt voldaan aan de voorwaarden voor de bewaring van aanvraagdossiers, als vastgesteld in Verordening (EU) 2018/1240.

 

(8)

Een Etias-reisautorisatie kan worden ingetrokken na het invoeren in SIS van nieuwe signaleringen in verband met de weigering van toegang en verblijf, of nieuwe signaleringen in verband met een reisdocument dat is geregistreerd als verloren, gestolen, verduisterd of ongeldig verklaard. Om ervoor te zorgen dat het SIS dergelijke nieuwe signaleringen automatisch meldt aan het centrale Etias-systeem, dient een geautomatiseerde procedure te worden opgezet tussen SIS en Etias.

 

(9)

De voorwaarden, met inbegrip van de toegangsrechten, waaronder de centrale Etias-eenheid en de nationale Etias-eenheden de in andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens ten behoeve van Etias kunnen raadplegen, dienen te worden gewaarborgd door duidelijke en precieze voorschriften inzake de toegang van de centrale Etias-eenheid en de nationale Etias-eenheden tot de in andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens, de soorten zoekopdrachten en gegevenscategorieën; de toegang dient steeds beperkt te blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is voor de uitoefening van hun taken. Evenzo dienen de in Etias-aanvraagdossiers opgeslagen gegevens alleen zichtbaar te zijn voor de lidstaten die de onderliggende informatiesystemen beheren overeenkomstig de regelingen voor hun deelname.

 

(10)

Op grond van Verordening (EU) 2018/1240 dient het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), dat is opgericht bij Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad (9), verantwoordelijk te zijn voor de ontwerp- en ontwikkelingsfase van het Etias-informatiesysteem.

 

(11)

Deze verordening laat Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad onverlet (10).

 

(12)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over deze verordening of het deze in zijn interne recht zal omzetten.

 

(13)

Voor zover de bepalingen van deze verordening betrekking hebben op het SIS, zoals geregeld bij Verordening (EU) 2018/1862, neemt Ierland deel aan deze verordening overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Protocol nr. 19 betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie, gehecht aan het VEU en het VWEU, en overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Besluit 2002/192/EG van de Raad (11). Voorts, voor zover de bepalingen van deze verordening betrekking hebben op Europol, Eurodac en het Ecris-TCN, neemt Ierland, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het VEU en het VWEU, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

 

(14)

Wat Cyprus en Kroatië betreft, vormt deze verordening een handeling die op het Schengenacquis voortbouwt, of anderszins daaraan is gerelateerd, in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003 en artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2011. Wat Kroatië betreft, moet deze verordening worden gelezen in samenhang met Besluit (EU) 2017/733 van de Raad (12).

 

(15)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (13) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (14).

 

(16)

Wat Zwitserland betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (15) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/149/JBZ van de Raad (16).

 

(17)

Wat Liechtenstein betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (17) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/349/EU van de Raad (18).

 

(18)

Verordeningen (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/818 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(19)

Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk de Verordeningen (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/818 wijzigen teneinde het centrale Etias-systeem met andere EU-informatiesystemen en Europol-gegevens te verbinden en de data die tussen die EU-informatiesystemen en Europol-gegevens verzonden worden nader te bepalen, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kunnen worden bereikt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

 

(20)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 41, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (19),

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EU) 2018/1862

Verordening (EU) 2018/1862 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 18 ter

Bijhouden van logbestanden met het oog op de interoperabiliteit met Etias

Van elke gegevensverwerking in SIS en het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) op grond van artikel 50 ter van deze verordening worden logbestanden bewaard overeenkomstig artikel 18 van deze verordening en artikel 69 van Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad (*1).

(*1)  Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).”."

 

2)

Aan artikel 44, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

 

“h)

de handmatige verwerking van Etias-aanvragen door de nationale Etias-eenheid, op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2018/1240.”.

 

3)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 49 bis

Toegang tot gegevens in SIS door de centrale Etias-eenheid

  • 1. 
    De centrale Etias-eenheid, die overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) 2018/1240 binnen het Europees Grens- en kustwachtagentschap is opgericht, heeft voor het vervullen van de taken die haar bij die verordening zijn opgedragen, het recht op toegang tot en doorzoeking van gegevens in het SIS overeenkomstig artikel 11, lid 8, van die verordening. Artikel 50, leden 4 tot en met 8, van deze verordening zijn van toepassing op dergelijke toegang en doorzoeking.
  • 2. 
    Wanneer een verificatie door de centrale Etias-eenheid krachtens artikel 22 en artikel 23, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240 uitwijst dat in Etias-aanvraagdossiers geregistreerde gegevens en een signalering in SIS met elkaar overeenstemmen of wanneer er na dergelijke verificatie twijfel blijft bestaan, zijn de artikelen 23, 24 en 26 van die Verordening van toepassing.”.
 

4)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 50 ter

Interoperabiliteit met Etias

  • 1. 
    Vanaf de datum van ingebruikneming van Etias, als bepaald overeenkomstig artikel 88, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240, wordt het centrale SIS met het ESP verbonden om de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 23, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), van die verordening en de daaropvolgende verificaties bepaald in de artikelen 22, 23 en 26 van die verordening, mogelijk te maken.
  • 2. 
    Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 20, lid 2, punten a) en d) en punt m), i), en in artikel 23, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde verificaties maakt het centrale Etias-systeem, als gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt 25, van die verordening, gebruik van het ESP om de gegevens bedoeld in artikel 11, lid 5, van die verordening te vergelijken met gegevens in het SIS, overeenkomstig artikel 11, lid 8, van die verordening.
  • 3. 
    Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde verificaties maakt het centrale Etias-systeem gebruik van het ESP om regelmatig na te gaan of een signalering in verband met blanco officiële documenten of identiteitsbewijzen die is ingevoerd in SIS, als bedoeld in artikel 38, lid 2, punten k) en l), van deze verordening, en die tot de weigering, nietigverklaring of intrekking van een reisautorisatie heeft geleid, is gewist.
  • 4. 
    Wanneer in het SIS een nieuwe signalering wordt opgenomen in verband met een reisdocument dat is geregistreerd als verloren, gestolen, verduisterd of ongeldig verklaard, zendt het centrale SIS, overeenkomstig artikel 41, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1240, met gebruikmaking van een geautomatiseerde procedure en het ESP, de informatie over deze signalering toe aan het centrale Etias-systeem om door het systeem te laten verifiëren of die nieuwe signalering betrekking heeft op een geldige reisautorisatie.”.

Artikel 2

Wijziging van Verordening (EU) 2019/818

In artikel 68 van Verordening (EU) 2019/818 wordt het volgende lid ingevoegd:

“1 ter.   Onverminderd lid 1 van dit artikel wordt het ESP uitsluitend ten behoeve van de geautomatiseerde verwerking op grond van artikel 20, artikel 23, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1240 in gebruik genomen zodra aan de voorwaarden van artikel 88 van die verordening is voldaan.”.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Straatsburg, 7 juli 2021.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • D. 
    M. SASSOLI

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    LOGAR
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 8 juni 2021 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 28 juni 2021.
  • (2) 
    Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).
  • (3) 
    Verordening (EU) 2021/1151 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot wijziging van Verordeningen (EU) 2019/816 en (EU) 2019/818 wat betreft de vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot andere EU-informatiesystemen voor de doeleinden van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (zie bladzijde 7 van dit Publicatieblad).
  • (4) 
    Verordening (EU) 2021/1152 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1860, (EU) 2018/1861 en (EU) 2019/817 wat betreft de vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot andere EU-informatiesystemen voor de doeleinden van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (zie bladzijde 15 van dit Publicatieblad).
  • (5) 
    Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).
  • (6) 
    Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).
  • (7) 
    Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van “Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).
  • (8) 
    Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 27).
  • (9) 
    Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2011 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 99).
  • Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).
  • Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
  • Besluit (EU) 2017/733 van de Raad van 25 april 2017 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het Schengeninformatiesysteem in de Republiek Kroatië (PB L 108 van 26.4.2017, blz. 31).
  • Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
  • Besluit 2008/149/JBZ van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).
  • Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).
  • Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.