Verordening 2022/1279 - Tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen bovenop de handelsconcessies die op producten uit Moldavië van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst met Moldavië

1.

Wettekst

22.7.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 195/6

 

VERORDENING (EU) 2022/1279 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 18 juli 2022

inzake tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen bovenop de handelsconcessies die op producten uit de Republiek Moldavië van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (2) (de “Associatieovereenkomst”), vormt de basis voor de betrekkingen tussen de Unie en de Republiek Moldavië. Overeenkomstig Besluit 2014/492/EU van de Raad (3) werd Titel V van de Associatieovereenkomst, die betrekking heeft op handel en daarmee verband houdende aangelegenheden, sinds 1 september 2014 voorlopig toegepast en is die titel na de ratificatie van de Associatieovereenkomst door alle lidstaten in werking getreden op 1 juli 2016.

 

(2)

In de Associatieovereenkomst wordt uitdrukking gegeven aan de wens van de partijen bij de Associatieovereenkomst (de “partijen”) om de betrekkingen op ambitieuze en innoverende wijze te versterken en uit te breiden, om geleidelijke economische integratie te vergemakkelijken en tot stand te brengen, en om dit te doen met inachtneming van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie van de partijen.

 

(3)

Artikel 143 van de Associatieovereenkomst voorziet in de geleidelijke totstandbrenging van een vrijhandelszone tussen de partijen in overeenstemming met artikel XXIV van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel 1994 (“GATT 1994”). Daartoe voorziet artikel 147 van de Associatieovereenkomst in de geleidelijke afschaffing van de douanerechten overeenkomstig de in bijlage XV bij de Associatieovereenkomst opgenomen lijsten en voorziet het in de mogelijkheid om die afschaffing versneld en in ruimere mate te realiseren.

 

(4)

De niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne sinds 24 februari 2022 heeft zeer negatieve gevolgen gehad voor de mogelijkheid van de Republiek Moldavië om handel te drijven met de rest van de wereld, met name omdat de uitvoer van de Republiek Moldavië voor die handel afhankelijk was van doorvoer via Oekraïens grondgebied en het gebruik van Oekraïense infrastructuur, die nu grotendeels onbeschikbaar zijn. Gezien deze kritieke omstandigheden en om de negatieve gevolgen van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne voor de economie van de Republiek Moldavië te verzachten, is het noodzakelijk de ontwikkeling van nauwere economische betrekkingen tussen de Unie en de Republiek Moldavië te versnellen en de economie van de Republiek Moldavië snel te ondersteunen. Het is daarom noodzakelijk en passend de handelsstromen van de Republiek Moldavië te stimuleren in de vorm van tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen waarbij aanvullende tariefcontingenten worden toegekend voor zeven landbouwproducten waarvoor nog steeds jaarlijkse rechtenvrije tariefcontingenten gelden, in overeenstemming met de versnelde afschaffing van de douanerechten op het handelsverkeer tussen de Unie en de Republiek Moldavië.

 

(5)

Overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) moet de Unie toezien op de samenhang tussen de diverse onderdelen van haar externe optreden. Overeenkomstig artikel 207, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moet de gemeenschappelijke handelspolitiek worden gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie.

 

(6)

De bij deze verordening vastgestelde handelsliberaliseringsmaatregelen moeten de vorm aannemen van tijdelijke aanvullende rechtenvrije contingenten voor bepaalde landbouwproducten waarvoor nog tariefcontingenten gelden. Door middel van dergelijke maatregelen zal de Unie de economische integratie tussen de Unie en de Republiek Moldavië verdiepen en tijdelijk passende economische steun verlenen ten behoeve van de Republiek Moldavië en de door de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne getroffen marktdeelnemers. Krachtens bijlage XV-A bij de Associatieovereenkomst gelden voor zeven landbouwproducten uit de Republiek Moldavië tariefcontingenten. Die producten zijn: tomaten, knoflook, druiven voor tafelgebruik, appelen, kersen, pruimen en druivensap. Twee van die producten (druiven voor tafelgebruik en pruimen) werden door de Republiek Moldavië in grote hoeveelheden uitgevoerd naar derde markten, met name naar Rusland, Belarus en Oekraïne. Voor die producten moeten aanvullende rechtenvrije contingenten worden ingesteld om, indien nodig, de verlegging naar de Unie van de oorspronkelijk voor die markten bestemde verkoopvolumes tijdelijk te ondersteunen. Voor de overige producten (tomaten, knoflook, appelen, kersen en druivensap) zou het nieuw ingevoerde tariefcontingent bestaan uit een extra rechtenvrije hoeveelheid van dezelfde grootte als die waarin de Associatieovereenkomst voorziet.

 

(7)

Om fraude te voorkomen, moet het recht op de bij deze verordening vastgestelde handelsmaatregelen onderworpen zijn aan de voorwaarde dat de Republiek Moldavië heeft voldaan aan alle toepasselijke voorwaarden voor het verkrijgen van voordelen uit hoofde van de Associatieovereenkomst, met inbegrip van de regels inzake de oorsprong van de betrokken producten en de daarmee samenhangende procedures, en zich ertoe verbindt administratief nauw met de Unie samen te werken, overeenkomstig die Associatieovereenkomst.

 

(8)

De Republiek Moldavië mag geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking noch nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking instellen voor de invoer van producten van oorsprong uit de Unie, mag de bestaande douanerechten of heffingen niet verhogen en mag geen andere beperkingen invoeren, tenzij de oorlogssituatie dat duidelijk rechtvaardigt. De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om alle of een deel van de bij deze verordening vastgestelde handelsmaatregelen tijdelijk op te schorten indien de Republiek Moldavië niet voldoet aan een of meer van deze voorwaarden.

 

(9)

Artikel 2 van de Associatieovereenkomst bepaalt dat onder meer de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, alsmede de bestrijding van de proliferatie van massavernietigingswapens, daarmee samenhangende materialen en de overbrengingsmiddelen daarvoor, essentiële elementen zijn van de Associatieovereenkomst. Krachtens hetzelfde artikel verbinden de partijen zich met name tot de volgende algemene beginselen: de eerbiediging van de rechtsstaat en goed bestuur, de bestrijding van corruptie, al dan niet georganiseerde criminele activiteiten – met inbegrip van transnationale activiteiten – en terrorisme, en de eerbiediging van de beginselen van duurzame ontwikkeling en effectief multilateralisme. Er moet worden voorzien in de mogelijkheid om de in deze verordening vastgestelde handelsliberaliseringsmaatregelen tijdelijk op te schorten indien de Republiek Moldavië die essentiële elementen of die algemene beginselen niet eerbiedigt.

 

(10)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de handelsliberaliseringsmaatregelen waarin deze verordening voorziet, tijdelijk op te schorten in gevallen waarin de producenten in de Unie van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten ernstig worden of kunnen worden getroffen door de invoer uit hoofde van deze verordening. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (4).

 

(11)

Er moet worden voorzien in de mogelijkheid om, wanneer na onderzoek door de Commissie blijkt dat een of meer onder deze verordening vallende producten ernstige moeilijkheden veroorzaken of dreigen te veroorzaken voor producenten in de Unie van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten, de in deze verordening bedoelde handelsliberaliseringsmaatregelen tijdelijk op te schorten.

 

(12)

Het jaarverslag van de Commissie over de uitvoering van de diepe en brede vrijhandelsruimte, die integraal deel uitmaakt van de Associatieovereenkomst, moet een gedetailleerde beoordeling bevatten van de uitvoering van de bij deze verordening vastgestelde handelsliberaliseringsmaatregelen.

 

(13)

Gezien de urgentie van de kwestie die verband houdt met de door de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne veroorzaakte situatie, wordt het passend geacht een uitzondering te maken op de periode van acht weken bedoeld in artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het VEU, aan het VWEU en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

 

(14)

Gezien de economische situatie in de Republiek Moldavië, moet deze verordening met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Handelsliberaliseringsmaatregelen

Naast de rechtenvrije tariefcontingenten die in bijlage XV-A bij de Associatieovereenkomst zijn vastgesteld, mogen de in de bijlage bij deze verordening vermelde landbouwproducten uit de Republiek Moldavië in de Unie worden ingevoerd binnen de limieten van de rechtenvrije tariefcontingenten van de Unie zoals vastgesteld in die bijlage. Die rechtenvrije tariefcontingenten worden door de Commissie beheerd overeenkomstig de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (5).

Artikel 2

Voorwaarden om in aanmerking te komen voor de handelsliberaliseringsmaatregelen

Voor de handelsliberaliseringsmaatregelen waarin artikel 1 voorziet, gelden de volgende voorwaarden:

 

a)

naleving van de regels inzake de oorsprong van producten en de daarmee samenhangende procedures, zoals bepaald in de Associatieovereenkomst;

 

b)

de Republiek Moldavië stelt geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking noch nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking in voor de invoer van producten van oorsprong uit de Unie, verhoogt de bestaande douanerechten of heffingen niet en voert geen andere beperkingen in, met inbegrip van discriminerende interne administratieve maatregelen, tenzij de oorlogssituatie dat duidelijk rechtvaardigt, en

 

c)

de eerbiediging door de Republiek Moldavië van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, alsmede het tegengaan van de verspreiding van massavernietigingswapens, aanverwante materialen en overbrengingsmiddelen daarvoor, de eerbiediging van de beginselen van de rechtsstaat en van goed bestuur, de bestrijding van corruptie, al dan niet georganiseerde criminele activiteiten, met inbegrip van transnationale activiteiten, en terrorisme, en eerbiediging van de beginselen van duurzame ontwikkeling en effectief multilateralisme als bedoeld in de artikelen 2, 9 en 16 van de Associatieovereenkomst.

Artikel 3

Tijdelijke opschorting van maatregelen

  • 1. 
    Indien de Commissie oordeelt dat er voldoende bewijs is dat de Republiek Moldavië niet aan de voorwaarden van artikel 2 voldoet, kan zij door middel van een uitvoeringshandeling de handelsliberaliseringsmaatregelen waarin deze verordening voorziet geheel of gedeeltelijk opschorten. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 5, lid 2.
  • 2. 
    Indien een lidstaat de Commissie verzoekt een van de handelsliberaliseringsmaatregelen waarin deze verordening voorziet, op te schorten omdat de Republiek Moldavië niet aan de voorwaarden van artikel 2, punt b), voldoet, brengt de Commissie binnen vier maanden na het verzoek een met redenen omkleed advies uit over de vraag of de bewering van de lidstaat onderbouwd is. Indien de Commissie tot de conclusie komt dat dit inderdaad het geval is, leidt zij de procedure in als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Artikel 4

Vrijwaringsclausule

  • 1. 
    Indien de invoer van een product van oorsprong uit de Republiek Moldavië ernstige moeilijkheden veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor producenten in de Unie van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten, kan de handelsliberaliseringsmaatregel waarin in artikel 1 voorziet te allen tijde worden opgeschort ten aanzien van dat product.
  • 2. 
    De Commissie houdt nauwgezet toezicht op de effecten van deze verordening, onder meer met betrekking tot de prijzen op de markt van de Unie, met inachtneming van de informatie over uitvoer, invoer en productie in de Unie van de producten waarop de bij deze verordening vastgestelde handelsliberaliseringsmaatregelen van toepassing zijn.
  • 3. 
    De Commissie neemt binnen een redelijke termijn een besluit tot het openen van een onderzoek:
 

a)

op verzoek van een lidstaat;

 

b)

op verzoek van een rechtspersoon of een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die optreedt namens alle of een groot deel van de producenten in de Unie die soortgelijke producten of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen, of

 

c)

op eigen initiatief, indien het voor de Commissie duidelijk is dat er voldoende prima facie bewijs is dat er voor producenten in de Unie die soortgelijke producten of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen, sprake is van de in lid 1 bedoelde ernstige moeilijkheden.

Voor de toepassing van dit lid wordt onder “een groot deel van de producenten in de Unie die soortgelijke producten of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen” verstaan producenten in de Unie die een collectieve output hebben van meer dan 50 % van de totale productie in de Unie van soortgelijke producten of rechtstreeks concurrerende producten die worden vervaardigd door dat deel van de producenten in de Unie dat het verzoek steunt of zich ertegen verzet, en die niet minder dan 25 % vertegenwoordigen van de totale productie van soortgelijke producten of rechtstreeks concurrerende producten die door de bedrijfstak van de Unie worden vervaardigd.

  • 4. 
    Wanneer de Commissie besluit een onderzoek te openen, publiceert zij een bericht van opening van een onderzoek in het Publicatieblad van de Europese Unie. In het bericht wordt een beknopt overzicht gegeven van de ontvangen informatie en wordt meegedeeld dat alle relevante inlichtingen aan de Commissie moeten worden toegezonden. In het bericht wordt de termijn vermeld waarbinnen belanghebbenden hun standpunt schriftelijk kenbaar kunnen maken. Deze termijn mag niet meer dan vier maanden bedragen te rekenen vanaf de datum van bekendmaking van het bericht.
  • 5. 
    De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk acht en kan deze informatie bij de Republiek Moldavië of eventuele andere bronnen verifiëren. Zij kan worden bijgestaan door ambtenaren van de lidstaat op het grondgebied waarvan om verificatie is verzocht, indien die lidstaat om dergelijke bijstand door die ambtenaren verzoekt.
  • 6. 
    Wanneer de Commissie onderzoekt of er sprake is van ernstige moeilijkheden voor producenten in de Unie die soortgelijke producten of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen als bedoeld in lid 1, houdt zij — als er relevante informatie beschikbaar is — onder meer rekening met de volgende factoren met betrekking tot de producenten in de Unie:
 

marktaandeel,

 

productie,

 

voorraden,

 

productiecapaciteit,

 

bezettingsgraad,

 

werkgelegenheid,

 

invoer,

 

prijzen.

  • 7. 
    Het onderzoek wordt uiterlijk zes maanden na de bekendmaking van het in lid 4 van dit artikel bedoelde bericht afgerond. In uitzonderlijke omstandigheden mag de Commissie die periode verlengen bij een uitvoeringshandeling die wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 5, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
  • 8. 
    Binnen drie maanden na de afronding van het onderzoek beslist de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling die overeenkomstig de in artikel 5, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure wordt vastgesteld, of de handelsliberaliseringsmaatregel waarin artikel 1 voorziet, wordt opgeschort met betrekking tot het product waarop het onderzoek betrekking heeft. Die uitvoeringshandeling treedt uiterlijk één maand na de bekendmaking ervan in werking. De opschorting duurt zolang als nodig is om de verslechtering van de economische of financiële situatie van producenten in de Unie tegen te gaan, dan wel zolang de dreiging van een dergelijke verslechtering aanhoudt. Wanneer uit de definitief geconstateerde feiten blijkt dat niet is voldaan aan de in lid 1 van dit artikel gestelde voorwaarden, stelt de Commissie een uitvoeringshandeling vast tot beëindiging van het onderzoek en de procedure. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 5, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
  • 9. 
    Als geen onderzoek mogelijk is als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden die onmiddellijke maatregelen vereisen, mag de Commissie, nadat zij het in artikel 5, lid 1, bedoelde Comité douanewetboek daarvan in kennis heeft gesteld, alle noodzakelijke preventieve maatregelen nemen.

Artikel 5

Comitéprocedure

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 285 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad ingestelde Comité douanewetboek (6). Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 6

Beoordeling van de uitvoering van de handelsliberaliseringsmaatregelen

Het jaarverslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de diepe en brede vrijhandelsruimte bevat een gedetailleerde beoordeling van de uitvoering van de handelsliberaliseringsmaatregelen waarin deze verordening voorziet en bevat, voor zover passend, een beoordeling van de sociale gevolgen van deze maatregelen in de Unie en in de Republiek Moldavië. Informatie over de invoer van producten als bedoeld in artikel 1 wordt beschikbaar gesteld op de website van de Commissie.

Artikel 7

Overgangsbepaling

De handelsliberaliseringsmaatregelen waarin deze verordening voorziet, zijn van toepassing op producten die op 23 juli 2022 in de Unie onder douanetoezicht staan, mits binnen zes maanden na die datum bij de bevoegde douaneautoriteiten van de Unie een verzoek daartoe wordt ingediend.

Artikel 8

Inwerkingtreding en toepassing

  • 1. 
    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
  • 2. 
    Deze verordening is van toepassing tot 24 juli 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 juli 2022.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • R. 
    METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

  • Z. 
    NEKULA
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 5 juli 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad 18 juli 2022.
  • (3) 
    Besluit 2014/492/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (PB L 260 van 30.8.2014, blz. 1).
  • (4) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • (5) 
    Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).
  • (6) 
    Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
 

BIJLAGE

AANVULLENDE TARIEFCONTINGENTEN VOOR DE LANDBOUWPRODUCTEN BEDOELD IN ARTIKEL 1

Onverminderd de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur (GN) heeft de omschrijving van de producten een louter indicatieve waarde. Voor de toepassing van deze bijlage wordt het toepassingsgebied van de preferentiële regeling bepaald door de GN-codes zoals deze op de datum van vaststelling van deze verordening bestaan.

 

Volgnummer

GN-code

Omschrijving van de producten

Omvang van het jaarlijkse contingent (in ton)

09.6810

0702 00 00

Tomaten, vers of gekoeld

2 000

09.6811

0703 20 00

Knoflook, vers of gekoeld

220

09.6812

0806 10 10

Druiven voor tafelgebruik, vers

38 000

09.6816

0808 10 80

Appelen, vers (m.u.v. persappelen, los verladen, van 16 september tot en met 15 december)

40 000

09.6813

0809 29 00

Kersen (m.u.v. zure kersen), vers

1 500

09.6814

0809 40 05

Pruimen, vers

25 000

09.6815

2009 61 10

Druivensap, druivenmost daaronder begrepen, ongegist, alcoholvrij, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een brixwaarde van niet meer dan 30 bij 20 °C en met een waarde van meer dan 18 EUR per 100 kg nettogewicht

500

2009 69 19

Druivensap, druivenmost daaronder begrepen, ongegist, alcoholvrij, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een brixwaarde van meer dan 67 bij 20 °C en met een waarde van meer dan 22 EUR per 100 kg nettogewicht

2009 69 51

Geconcentreerd druivensap, druivenmost daaronder begrepen, ongegist, alcoholvrij, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een brixwaarde van meer dan 30 doch niet meer dan 67 bij 20 °C en met een waarde van meer dan 18 EUR per 100 kg nettogewicht

2009 69 59

Druivensap, druivenmost daaronder begrepen, ongegist, alcoholvrij, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een brixwaarde van meer dan 30 doch niet meer dan 67 bij 20 °C en met een waarde van meer dan 18 EUR per 100 kg nettogewicht (m.u.v. geconcentreerd druivensap)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.