Besluit 2022/563 - Toekenning van macrofinanciële bijstand aan Moldavië

1.

Wettekst

8.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 109/6

 

BESLUIT (EU) 2022/563 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 6 april 2022

tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De betrekkingen tussen de Europese Unie (de “Unie”) en de Republiek Moldavië (“Moldavië”) blijven zich ontwikkelen in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en het Oostelijk Partnerschap. Moldavië is in 2009 toegetreden tot het Oostelijk Partnerschap, gevolgd door de onderhandelingen inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (2) (de “associatieovereenkomst”). De associatieovereenkomst, waarin de geleidelijke invoering van een diepe en brede vrijhandelsruimte (DCFTA, Deep and Comprehensive Free Trade Area) is opgenomen, werd op 27 juni 2014 ondertekend en is op 1 juli 2016 in werking getreden.

 

(2)

De economie van Moldavië heeft zwaar te lijden gehad onder de recessie van 2020 als gevolg van de COVID-19-pandemie, onder de langdurige politieke impasse in het land na de presidentsverkiezingen van november 2020, en onder de recente energiecrisis. Die omstandigheden hebben bijgedragen tot het aanzienlijke financieringstekort, de verslechterende externe positie en de toenemende budgettaire behoeften van Moldavië.

 

(3)

Na de parlementsverkiezingen in juli 2021 heeft de nieuwe Moldavische regering blijk gegeven van een sterke bereidheid om verdere hervormingen door te voeren, met een ambitieus programma getiteld “Moldavië in goede tijden 2021-2025”. Dat programma legt de focus op belangrijke beleidsterreinen zoals hervormingen van het justitiële stelsel, corruptiebestrijding, behoorlijk bestuur en de rechtsstaat.

 

(4)

Een hernieuwde bereidheid om dergelijke hervormingen door te voeren en een sterke politieke wil hebben de Moldavische autoriteiten ertoe gebracht de uitvoering van de hervormingen aanzienlijk te versnellen. Dat heeft Moldavië ook in staat gesteld de macrofinanciële bijstandsoperatie in het kader van de COVID-19-pandemie op grond van Besluit (EU) 2020/701 van het Europees Parlement en de Raad (3) met succes af te ronden, aangezien alle hervormingsmaatregelen die met de Unie in het memorandum van overeenstemming waren overeengekomen, waren uitgevoerd, met uitzondering van één maatregel, inzake de ontneming van vermogensbestanddelen, waarvoor een ontheffing werd verleend. Daartoe heeft de Commissie het comité van vertegenwoordigers van de lidstaten geraadpleegd, en geen bezwaren ontvangen.

 

(5)

Nadat de vaststelling van een nieuw programma van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), waarover in 2020 was onderhandeld, was vastgelopen, heeft het IMF na de parlementsverkiezingen van juli 2021 opnieuw contact opgenomen met Moldavië en op technisch niveau overeenstemming bereikt over een programma uit hoofde van de uitgebreide kredietfaciliteit en de uitgebreide financieringsfaciliteit ten belope van van 564 miljoen USD. Het nieuwe programma is bij een besluit van het College van Bewindvoerders van het IMF van 20 december 2021 aangenomen. Dat programma is erop gericht het economisch herstel van Moldavië te ondersteunen, een ambitieuze agenda voor bestuur en institutionele hervormingen op te zetten, de transparantie en de verantwoordingsplicht te versterken, de voorspelbaarheid van het overheidsbeleid te verbeteren, de financiële instellingen te versterken en de deregulering te bevorderen.

 

(6)

Gelet op de verslechterende economische situatie en vooruitzichten heeft Moldavië de Unie in november 2021 om aanvullende macrofinanciële bijstand verzocht.

 

(7)

Het indicatieve budget van de Unie voor Moldavië in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument bedroeg 518,15 miljoen EUR voor de periode 2014-2020, inclusief begrotingssteun en technische bijstand. In de integrale steunkaders voor de perioden 2014-2017 en 2017-2020 is de prioritaire sector vastgesteld voor de samenwerking met Moldavië die voor de vorige begrotingsperiode door het Europees nabuurschapsinstrument werd gefinancierd. De prioriteiten voor de periode 2021-2027 zullen worden uiteengezet in het nieuwe indicatieve meerjarenprogramma, dat in nauw overleg met alle belanghebbenden is opgesteld.

 

(8)

Omdat Moldavië onder het ENB valt, moet het worden beschouwd als een land dat voor macrofinanciële bijstand van de Unie in aanmerking komt.

 

(9)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet een uitzonderlijk financieel instrument zijn van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun, dat gericht is op het lenigen van de onmiddellijke externe financieringsbehoeften van de begunstigde, en moet de uitvoering ondersteunen van een beleidsprogramma met krachtige directe aanpassingsmaatregelen en structurele hervormingsmaatregelen die strekken tot verbetering van de betalingsbalans van de begunstigde op korte termijn.

 

(10)

Aangezien er nog steeds sprake is van een aanzienlijk resterend extern financieringstekort op de betalingsbalans van Moldavië dat de door het IMF en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen te boven gaat, wordt de door de Unie aan Moldavië toe te kennen macrofinanciële bijstand in de huidige uitzonderlijke omstandigheden, aangemerkt als een passende reactie op het verzoek van Moldavië om in samenhang met het IMF-programma zijn economische stabilisatie te ondersteunen. De macrofinanciële bijstand van de Unie zou de economische stabilisatie en de structurele hervormingsagenda van Moldavië ondersteunen en een aanvulling vormen op de middelen die in het kader van de financiële regeling met het IMF beschikbaar worden gesteld.

 

(11)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet gericht zijn op het helpen herstellen van een houdbare externe financieringspositie voor Moldavië en aldus de economische en sociale ontwikkeling van Moldavië ondersteunen.

 

(12)

De macrofinanciële bijstand van de Unie zal naar verwachting gepaard gaan met de uitvoering van begrotingssteunoperaties in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld, dat is ingesteld bij Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad (4).

 

(13)

De vaststelling van het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie is gebaseerd op een volledige kwantitatieve beoordeling van de resterende externe financieringsbehoeften van Moldavië, en bij de vaststelling ervan is rekening gehouden met het vermogen van het land om zichzelf te financieren met eigen middelen, met name met de internationale reserves waarover het beschikt. De macrofinanciële bijstand van de Unie moet een aanvulling vormen op de programma’s van het IMF en de Wereldbank en de door hen verstrekte middelen. Bij de vaststelling van het bedrag van de bijstand wordt ook rekening gehouden met verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren en met de noodzaak te zorgen voor een billijke lastendeling tussen de Unie en andere donoren, alsook met de reeds bestaande inzet van de andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in Moldavië en met de meerwaarde die over het geheel genomen door de betrokkenheid van de Unie wordt geboden.

 

(14)

Rekening houdend met de resterende externe financieringsbehoeften van Moldavië, met zijn economische ontwikkelingspeil, gemeten naar het inkomen per hoofd van de bevolking en armoedepercentages, met zijn vermogen om zichzelf te financieren met eigen middelen, in het bijzonder de internationale reserves die het ter beschikking heeft, en met zijn vermogen tot terugbetaling op basis van een analyse van de houdbaarheid van zijn schulden, moet een deel van de bijstand in de vorm van subsidies worden verstrekt.

 

(15)

De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de Unie juridisch en materieel in overeenstemming is met de kernbeginselen en -doelstellingen op de verschillende gebieden van het externe optreden, met de maatregelen die met betrekking tot die gebieden zijn vastgesteld en met andere relevante beleidsdomeinen van de Unie.

 

(16)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet het externe beleid van de Unie jegens Moldavië ondersteunen. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) moeten gedurende de hele macrofinanciële-bijstandsoperatie nauw samenwerken om het externe beleid van de Unie te coördineren en de samenhang ervan te waarborgen.

 

(17)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet Moldavië ondersteunen in zijn engagement met betrekking tot waarden die het land met de Unie deelt, waaronder democratie, de rechtsstaat, behoorlijk bestuur, eerbiediging van de mensenrechten, duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, en ook in zijn engagement met betrekking tot de beginselen van open, op regels gebaseerde en eerlijke handel.

 

(18)

Een randvoorwaarde voor de toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie moet zijn dat Moldavië doeltreffende democratische mechanismen — waaronder een parlementair meerpartijenstelsel — en de rechtsstaat eerbiedigt en eerbiediging van de mensenrechten garandeert. Daarnaast moeten de specifieke doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheersystemen voor de overheidsfinanciën en het bestuur en het toezicht in de financiële sector in Moldavië versterken en moeten zij bijdragen aan structurele hervormingen die gericht zijn op de bevordering van duurzame en inclusieve groei, het scheppen van waardige werkgelegenheid en begrotingsconsolidatie. De Commissie en de EDEO moeten er regelmatig op toezien dat aan die randvoorwaarde is voldaan en dat die doelstellingen worden verwezenlijkt.

 

(19)

Met het oog op een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de Unie in het kader van de macrofinanciële bijstand van de Unie moet Moldavië passende maatregelen ten uitvoer leggen voor de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot die bijstand. Daarnaast moet erin worden voorzien dat de Commissie controles verricht, de Rekenkamer audits uitvoert en het Europees Openbaar Ministerie zijn bevoegdheden uitoefent.

 

(20)

De uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie laat de bevoegdheden van het Europees Parlement en de Raad (als begrotingsautoriteit) onverlet.

 

(21)

De in de vorm van een subsidie verstrekte bedragen aan macrofinanciële bijstand van de Unie en de bedragen van voorzieningen voor in de vorm van leningen verstrekte macrofinanciële bijstand moeten sporen met de in het meerjarig financieel kader vastgestelde begrotingskredieten.

 

(22)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet door de Commissie worden beheerd. Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement en de Raad de uitvoering van dit besluit kunnen volgen, moet de Commissie hen regelmatig inlichten over ontwikkelingen met betrekking tot die bijstand en hun de relevante documenten daarover verstrekken.

 

(23)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit besluit te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (5).

 

(24)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet onderworpen zijn aan economische beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgesteld. Om eenvormige uitvoeringsvoorwaarden te waarborgen en ter wille van de efficiëntie moet de Commissie worden gemachtigd om met de Moldavische autoriteiten onderhandelingen over dergelijke voorwaarden te voeren onder toezicht van het comité van vertegenwoordigers van de lidstaten waarin Verordening (EU) nr. 182/2011 voorziet. Krachtens die verordening moet in alle andere gevallen dan die waarin die verordening voorziet, in de regel de raadplegingsprocedure worden gebruikt. Gezien de mogelijk aanzienlijke gevolgen van bijstand van meer dan 90 miljoen EUR, is het passend dat de onderzoeksprocedure als nader omschreven in Verordening (EU) nr. 182/2011 wordt gebruikt voor verrichtingen boven die drempel. Gezien het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie aan Moldavië moet op de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming en voor het verlagen, schorsen of intrekken van die bijstand de onderzoeksprocedure worden toegepast,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De Unie stelt Moldavië macrofinanciële bijstand (de “macrofinanciële bijstand van de Unie”) beschikbaar voor een maximumbedrag van 150 miljoen EUR, teneinde de economische stabilisatie van Moldavië en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen. Van dat maximumbedrag wordt ten hoogste 120 miljoen EUR verstrekt in de vorm van leningen en ten hoogste 30 miljoen EUR in de vorm van subsidies. De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitbetaald na goedkeuring van de begroting van de Unie voor het betrokken jaar door het Europees Parlement en de Raad. De bijstand draagt bij aan het lenigen van de betalingsbalansbehoeften van Moldavië die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld.
  • 2. 
    Met het oog op de financiering van de leningcomponent van de macrofinanciële bijstand van de Unie is de Commissie bevoegd om namens de Unie op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen de nodige middelen te lenen en die aan Moldavië door te lenen. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.
  • 3. 
    De uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie wordt door de Commissie beheerd op een wijze die strookt met de overeenkomsten of afspraken tussen het IMF en Moldavië, en met de kernbeginselen en -doelstellingen van de economische hervormingen die zijn vastgelegd in de in het kader van het ENB gesloten associatieovereenkomst, met inbegrip van de DCFTA.

De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad regelmatig in over de ontwikkelingen met betrekking tot de macrofinanciële bijstand van de Unie, onder meer de uitbetalingen daarvan, en verstrekt die instellingen tijdig de relevante documenten.

  • 4. 
    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt voor een periode van tweeënhalf jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van het in artikel 3, lid 1, bedoelde memorandum van overeenstemming.
  • 5. 
    Indien de financieringsbehoeften van Moldavië tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie aanzienlijk verminderen ten opzichte van de oorspronkelijke prognoses, verlaagt de Commissie, handelend volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, het bedrag van de bijstand of schorst zij die of trekt zij die in.

Artikel 2

  • 1. 
    Een randvoorwaarde voor de toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie is dat Moldavië doeltreffende democratische mechanismen — waaronder een parlementair meerpartijenstelsel — en de rechtsstaat eerbiedigt, en eerbiediging van de mensenrechten garandeert.
  • 2. 
    Tijdens de volledige duur van de macrofinanciële bijstand van de Unie zien de Commissie en de EDEO erop toe dat aan de in lid 1 uiteengezette randvoorwaarde is voldaan.
  • 3. 
    De leden 1 en 2 van dit artikel zijn van toepassing overeenkomstig Besluit 2010/427/EU van de Raad (6).

Artikel 3

  • 1. 
    De Commissie bereikt, overeenkomstig de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, met de Moldavische autoriteiten overeenstemming over duidelijke voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden, gericht op structurele hervormingen en gezonde overheidsfinanciën, waaraan de macrofinanciële bijstand van de Unie onderworpen moet zijn. Die voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden worden vastgelegd in een memorandum van overeenstemming dat een tijdschema bevat voor het voldoen aan die voorwaarden. Die voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten of afspraken, met inbegrip van de programma’s voor macro-economische aanpassing en structurele hervorming die door Moldavië met de steun van het IMF worden uitgevoerd.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde voorwaarden zijn er in het bijzonder op gericht de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheersystemen voor de overheidsfinanciën in Moldavië te bevorderen, met inbegrip van de systemen voor het gebruik van de macrofinanciële bijstand van de Unie. Bij het vaststellen van de beleidsmaatregelen wordt ook naar behoren rekening gehouden met vooruitgang op het gebied van het wederzijds openstellen van markten, de ontwikkeling van op regels gebaseerde en eerlijke handel, en andere prioriteiten in het kader van het externe beleid van de Unie. De Commissie controleert regelmatig de vooruitgang die bij het bereiken van die doelstellingen is geboekt.
  • 3. 
    De gedetailleerde financiële voorwaarden van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden vastgelegd in een tussen de Commissie en Moldavië te sluiten leningovereenkomst en subsidieovereenkomst.
  • 4. 
    De Commissie onderzoekt op gezette tijden of de in artikel 4, lid 3, bedoelde voorwaarden vervuld blijven, onder meer of het economische beleid van Moldavië verenigbaar is met de doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie. De Commissie werkt daarbij nauw samen met het IMF en de Wereldbank en, indien nodig, met het Europees Parlement en met de Raad.

Artikel 4

  • 1. 
    Met inachtneming van de in lid 3 vermelde voorwaarden wordt de macrofinanciële bijstand van de Unie door de Commissie beschikbaar gesteld in drie tranches, die elk bestaan uit een lening- en een subsidiecomponent. De omvang van elke tranche wordt in het memorandum van overeenstemming vastgelegd.
  • 2. 
    De in de vorm van een lening verstrekte bedragen van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden, indien voorgeschreven, beschikbaar gesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2021/947.
  • 3. 
    De Commissie besluit tot uitbetaling van de tranches mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
 

a)

de in artikel 2, lid 1, vastgestelde randvoorwaarde;

 

b)

een constante bevredigende voortgang bij de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige aanpassingsmaatregelen en structurele hervormingsmaatregelen, ondersteund door een niet uit voorzorg getroffen kredietregeling met het IMF;

 

c)

de bevredigende uitvoering van de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden.

  • 4. 
    De tweede tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitbetaling van de eerste tranche uitbetaald. De derde tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitbetaling van de tweede tranche uitbetaald.
  • 5. 
    Indien de in lid 3 vermelde voorwaarden niet zijn vervuld, wordt de uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie door de Commissie tijdelijk geschorst of ingetrokken. In die gevallen licht zij het Europees Parlement en de Raad in over de redenen voor de schorsing of intrekking.
  • 6. 
    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitbetaald aan de Nationale Bank van Moldavië. Met inachtneming van de in het memorandum van overeenstemming vast te leggen bepalingen, waaronder een bevestiging van de resterende budgettaire financieringsbehoeften, kunnen de middelen van de Unie aan het Moldavische ministerie van Financiën als eindbegunstigde worden overgemaakt.

Artikel 5

  • 1. 
    De op de leningcomponent van de macrofinanciële bijstand van de Unie betrekking hebbende verrichtingen tot het opnemen en verstrekken van leningen worden uitgevoerd in euro met dezelfde valutadatum, en mogen de Unie niet blootstellen aan enige looptijdtransformatie, enig valuta- of renterisico, of enig ander commercieel risico.
  • 2. 
    Indien de omstandigheden dat mogelijk maken en Moldavië daarom verzoekt, kan de Commissie de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat in de leningvoorwaarden een clausule inzake vervroegde aflossing is opgenomen en dat in de aan de opgenomen leningen verbonden voorwaarden een overeenkomstige clausule voorkomt.
  • 3. 
    De Commissie kan, indien de omstandigheden een gunstiger rente op de verstrekte lening mogelijk maken en indien Moldavië daarom verzoekt, besluiten de oorspronkelijk door haar opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk te herfinancieren of de overeenkomstige financiële voorwaarden te herstructureren. De herfinancieringen of herstructureringen geschieden onder de in leden 1 en 4 gestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de looptijd van de betrokken opgenomen leningen of tot een verhoging van het op de datum van die herfinancieringen of herstructureringen nog uitstaande bedrag.
  • 4. 
    Alle kosten die de Unie met betrekking tot de uit hoofde van dit besluit opgenomen of verstrekte leningen maakt, komen ten laste van Moldavië.
  • 5. 
    De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad in over de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen.

Artikel 6

  • 1. 
    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (7).
  • 2. 
    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt onder direct beheer uitgevoerd.
  • 3. 
    De met de Moldavische autoriteiten te sluiten leningovereenkomst en subsidieovereenkomst bevatten bepalingen die al het volgende verzekeren:
 

a)

Moldavië gaat regelmatig na of de uit de algemene Unie-begroting verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, neemt passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude, en onderneemt zo nodig gerechtelijke stappen om de uit hoofde van dit besluit verstrekte middelen waaraan geen wettige bestemming is gegeven, terug te vorderen;

 

b)

de financiële belangen van de Unie worden beschermd, in het bijzonder met specifieke maatregelen met het oog op de preventie en de bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met de macrofinanciële bijstand van de Unie, overeenkomstig Verordeningen (EG, Euratom) nr. 2988/95 (8) en (Euratom, EG) nr. 2185/96 (9) van de Raad en Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (10) en, voor de lidstaten die deelnemen aan nauwere samenwerking met betrekking tot het Europees Openbaar Ministerie, ook overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad (11);

 

c)

het Europees Bureau voor fraudebestrijding wordt uitdrukkelijk gemachtigd tot het verrichten van onderzoeken, met inbegrip van controles en inspecties ter plaatse waaronder digitale forensische onderzoeken en gesprekken;

 

d)

de Commissie of haar vertegenwoordigers worden uitdrukkelijk gemachtigd tot het uitvoeren van controles, met inbegrip van controles en inspecties ter plaatse;

 

e)

de Commissie en de Rekenkamer worden uitdrukkelijk gemachtigd om tijdens en na de periode waarin de macrofinanciële bijstand van de Unie beschikbaar is, audits uit te voeren, met inbegrip van documentaudits en audits ter plaatse, zoals operationele beoordelingen;

 

f)

de Unie heeft recht op vervroegde terugbetaling van de lening of volledige terugbetaling van de subsidie indien is vastgesteld dat Moldavië met betrekking tot het beheer van de macrofinanciële bijstand van de Unie fraude, corruptie of een andere onrechtmatige activiteit heeft gepleegd die afbreuk doet aan de financiële belangen van de Unie;

 

g)

alle kosten die de Unie met betrekking tot de uit hoofde van dit besluit opgenomen of verstrekte leningen maakt, komen ten laste van Moldavië.

  • 4. 
    Vóór de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de Unie beoordeelt de Commissie door middel van een operationele beoordeling de deugdelijkheid van de voor de bijstand geldende financiële regelingen, administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van Moldavië.

Artikel 7

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 8

  • 1. 
    De Commissie dient jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar, met inbegrip van een evaluatie van die uitvoering. In dat verslag:
 

a)

wordt de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de Unie onderzocht;

 

b)

worden de economische situatie en de vooruitzichten van Moldavië, alsook de bij de uitvoering van de in artikel 3, lid 1, bedoelde beleidsmaatregelen gemaakte vorderingen beoordeeld;

 

c)

wordt het verband gespecificeerd tussen de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid, de actuele economische en budgettaire prestaties van Moldavië en de besluiten van de Commissie tot uitbetaling van de tranches van de macrofinanciële bijstand van de Unie.

  • 2. 
    Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de in artikel 1, lid 4, bedoelde beschikbaarheidsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag achteraf in met een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide macrofinanciële bijstand van de Unie en van de mate waarin die tot de doelstellingen van de bijstand heeft bijgedragen.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 6 april 2022.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • R. 
    METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

  • C. 
    BEAUNE
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 24 maart 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 4 april 2022.
  • (3) 
    Besluit (EU) 2020/701 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 betreffende de toekenning van macrofinanciële bijstand aan uitbreidings- en nabuurschapspartners in de context van de COVID-19-pandemie (PB L 165 van 27.5.2020, blz. 31).
  • (4) 
    Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 1).
  • (5) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • (6) 
    Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).
  • (7) 
    Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
  • (8) 
    Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).
  • (9) 
    Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
  • Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
  • Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.