Verordening 2022/2495 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1380/2013 wat betreft beperkingen op de toegang tot de wateren van de Unie - Hoofdinhoud

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 325/1

Alle vissersvaartuigen van de Unie hebben, met inachtneming van de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), gelijke toegang tot de wateren en de visbestanden van de Unie.

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) voorziet in afwijkingen van de regel inzake gelijke toegang.

Overeenkomstig die verordening mogen de lidstaten in de wateren tot twaalf zeemijl vanaf hun basislijnen de visserij beperken tot de vissersvaartuigen die van oudsher in die wateren vissen vanuit havens aan de aangrenzende kust.

Voorts mogen de lidstaten de toegang tot de wateren tot honderd zeemijl vanaf de basislijnen van de in artikel 349, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) genoemde ultraperifere gebieden van de Unie beperken tot de vissersvaartuigen die in de havens van die gebieden zijn geregistreerd.

De bestaande voorschriften tot beperking van de toegang tot de visbestanden in de twaalfzeemijlszone van de lidstaten zijn de instandhouding ten goede gekomen door de visserijinspanning in de meest kwetsbare delen van de Uniewateren aan banden te leggen. Die voorschriften hebben ook gezorgd voor het voortbestaan van traditionele visserijactiviteiten die van cruciaal belang zijn voor de sociale en economische ontwikkeling van bepaalde kustgemeenschappen.

Bestaande regels die de toegang tot de mariene biologische rijkdommen rond de in artikel 349, eerste alinea, VWEU genoemde ultraperifere gebieden van de Unie beperken, hebben, gezien de structurele, sociale en economische situatie van die gebieden, bijgedragen tot de instandhouding van hun lokale economie.

De bestaande afwijkingen met betrekking tot de beperkingen op de toegang tot de wateren van de Unie lopen af op 31 december 2022. Die afwijkingen moeten vanaf die datum evenwel met tien jaar worden verlengd om de continuïteit van de huidige beschermingsmaatregelen te waarborgen en te voorkomen dat het evenwicht dat sinds de invoering van deze bijzondere regeling is bereikt, wordt verstoord. Die afwijkingen maken integraal deel uit van het GVB, en de duur en reikwijdte van die verlenging kunnen bij een evaluatie van het GVB worden herzien.

Overeenkomstig artikel 510 van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (4), moet de uitvoering van rubriek vijf van die overeenkomst, met inbegrip van de bepalingen met betrekking tot toegang tot de wateren, vier jaar na afloop van de aanpassingsperiode, die op 30 juni 2026 afloopt, worden herzien.

De Commissie moet vóór het verstrijken van de afwijkingen aan het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de toepassing van de algemene voorschriften inzake toegang tot de wateren bedoeld in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1380/2013. Dat verslag moet uiterlijk op 30 juni 2031 worden ingediend.

Naar aanleiding van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie moet bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1380/2013 worden gewijzigd. Die bijlage moet ook worden gewijzigd naar aanleiding van een gezamenlijk verzoek van Italië en Griekenland betreffende de toegang van de Italiaanse vissersvaartuigen tot de zone van zes tot twaalf zeemijl van de Griekse territoriale wateren in de Ionische Zee en naar aanleiding van een voorstel van Griekenland voor de toegang van Italiaanse vissersvaartuigen tot de zone van zes tot twaalf zeemijl van de Griekse exclusieve economische zone (EEZ), in overeenstemming met de bijlage bij deze verordening.

Verordening (EU) nr. 1380/2013 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

Bijlage I wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij deze verordening.