Statuten van het Europees Investeringsfonds — Goedgekeurd op 14 juni 1994 en op 19 juni 2000 geamendeerd door de algemene vergadering

1.

Tekst

Avis juridique important

|

2.

32001X0810(01)

Statuten van het Europees Investeringsfonds — Goedgekeurd op 14 juni 1994 en op 19 juni 2000 geamendeerd door de algemene vergadering

Publicatieblad Nr. C 225 van 10/08/2001 blz. 0002 - 0008

Statuten van het Europees Investeringsfonds

Goedgekeurd op 14 juni 1994 en op 19 juni 2000 geamendeerd door de algemene vergadering

(2001/C 225/02)

Artikel 1

Oprichting

Hierbij wordt een Europees Investeringsfonds, hierna te noemen het "Fonds", opgericht dat rechtspersoonlijkheid bezit en financieel onafhankelijk is.

Artikel 2

Taak en werkzaamheden

  • 1. 
    Het Fonds heeft tot taak een bijdrage te leveren tot de verwezenlijking van de Communautaire doelstellingen.

Het Fonds voert zijn taak uit door de volgende activiteiten:

  • het verstrekken van garanties en vergelijkbare instrumenten voor kredieten en andere financiële verplichtingen in iedere, onder de van toepassing zijnde rechtsregels, mogelijke vorm;
  • het aangaan, houden, beheren en verkopen van deelnemingen in het kapitaal van ondernemingen overeenkomstig de voorwaarden van artikel 12, lid 2, onder i), van de statuten.
  • 2. 
    Het Fonds kan voorts alle andere werkzaamheden verrichten die verband houden met, of voortkomen uit de in dit artikel uiteengezette taken. Het Fonds kan ook leningen opnemen.
  • 3. 
    De activiteiten van het Fonds zijn gebaseerd op gezonde principes van bankbeleid of, indien van toepassing, op andere degelijke commerciële beginselen en praktijken. Onverminderd de bepalingen van artikel 28 vinden genoemde activiteiten plaats in nauwe samenwerking van het Fonds met zijn oprichtende en huidige leden, al naargelang het geval.

Artikel 3

Zetel

Het Fonds is gevestigd in Luxemburg.

Artikel 4

Leden

  • 1. 
    De leden bij oprichting van het Fonds zijn:
  • de Europese Gemeenschap, hierna te noemen "de Gemeenschap", vertegenwoordigd door de Europese Commissie, hierna te noemen "de Commissie";
  • de Europese Investeringsbank, hierna te noemen "de Bank";
  • de financiële instellingen die vermeld zijn in de lijst in bijlage I van deze statuten, hierna te noemen "de Financiële instellingen".
  • 2. 
    Op de door de raad van bestuur na een besluit hiertoe van de algemene vergadering vast te stellen voorwaarden kunnen ook andere rechtspersonen in de financiële sector, wier doelstellingen een ondersteuning vormen van de taken van het Fonds, lid worden van het Fonds.

Artikel 5

Kapitaal

  • 1. 
    Het toegestane kapitaal van het Fonds bedraagt aanvankelijk twee miljard euro, verdeeld in 2000 participaties met een nominale waarde van een miljoen euro, waarop de leden van het Fonds kunnen inschrijven in overeenstemming met de bepalingen van artikel 6 van de statuten.
  • 2. 
    Bij besluit van de algemene vergadering, genomen met een meerderheid van 85 % van de uitgebrachte stemmen, kan het toegestane kapitaal worden verhoogd.
  • 3. 
    In geval van een kapitaalsverhoging heeft ieder lid het recht om op de door de algemene vergadering vastgestelde voorwaarden in te schrijven op een zodanig deel van de verhoging als overeenkomt met de verhouding die bestond tussen de bij hem geplaatste participaties en het kapitaal van het Fonds vóór de verhoging.
  • 4. 
    De leden van het Fonds zijn slechts aansprakelijk voor de verplichtingen van het Fonds tot het nog niet gestorte bedrag van hun participatie in het geplaatste kapitaal.

Artikel 6

Inschrijving op de participaties

  • 1. 
    De leden bij oprichting van het Fonds schrijven a pari in op het aantal participaties dat is vastgesteld in bijlage II bij deze statuten.
  • 2. 
    Latere inschrijvingen op participaties zullen plaatsvinden op de voorwaarden die door de algemene vergadering zijn vastgesteld; de prijs van de participaties mag niet beneden pari liggen.

Artikel 7

Participaties

  • 1. 
    Op de participaties in het geplaatste aanvangskapitaal zal 20 % worden gestort, en wel in vier gelijke jaarlijkse termijnen.
  • 2. 
    In geval van een verhoging van het geplaatste kapitaal neemt de algemene vergadering een besluit over de wijze van storting op de participaties.
  • 3. 
    De algemene vergadering kan op voorstel van de raad van bestuur betaling van het geplaatste, maar nog niet gestorte kapitaal verlangen, voor zover zulks noodzakelijk is om aan de verplichtingen van het Fonds jegens zijn schuldeisers te voldoen. Stortingen geschieden binnen 90 dagen vanaf het moment dat de algemene vergadering het besluit heeft genomen.
  • 4. 
    De betalingen worden verricht in euro.
  • 5. 
    Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de raad van bestuur kunnen de participaties niet verpand of op welke manier dan ook bezwaard worden.
  • 6. 
    Onverminderd het bepaalde van artikel 5, lid 4, van de statuten, is geen enkel lid in zijn hoedanigheid van participant in het Fonds op enigerlei wijze aansprakelijk voor de door het Fonds aangegane verplichtingen.
  • 7. 
    De beschikbare middelen die het Fonds niet onmiddellijk voor zijn werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 benut, kunnen op de financiële markten worden uitgezet. Bij het beheer van de uitgezette gelden verricht het Fonds geen deviezenarbitrages die niet rechtstreeks noodzakelijk zijn voor zijn bedrijfsuitoefening of voor de nakoming van de verplichtingen die het is aangegaan.
  • 8. 
    De leden van het Fonds kunnen hun participaties van de hand doen door deze over te dragen aan een ander lid of aan derden overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de statuten. Indien een lid zich wenst te ontdoen van zijn participaties, zal hij deze aanbieden aan de Bank, of met haar instemming, aan enig ander lid van het Fonds of aan derden die beantwoorden aan de criteria van artikel 4, lid 2, van de statuten.

Artikel 8

Aan participaties verbonden rechten

Onder de in de artikelen 27 en 33 van deze statuten vastgelegde voorwaarden geeft iedere participatie ter zake van de eigendom van de activa van het Fonds, de verdeling van het nettoresultaat, alsmede in voorkomend geval, het liquidatieoverschot, recht op een evenredig deel, zulks naar rato van het aantal bestaande participaties.

Artikel 9

Bestuur en beheer van het Fonds

Het Fonds wordt bestuurd en geleid door de navolgende drie organen:

  • de algemene vergadering,
  • de raad van bestuur,
  • de algemeen directeur.

Artikel 10

Algemene Vergadering

  • 1. 
    De leden van het Fonds komen ten minste eenmaal per jaar bijeen in een algemene vergadering die door de voorzitter van de raad van bestuur wordt belegd. Zij vergadert hetzij daar waar het Fonds zijn zetel heeft, hetzij elders op een in de convocatie aangegeven plaats.
  • 2. 
    De algemene vergadering kan voorts op initiatief van een van de leden van het Fonds bijeen worden geroepen, zulks na een desbetreffend besluit van de raad van bestuur. Er moet een algemene vergadering worden belegd indien leden wier participaties ten minste 13 % van het geplaatste kapitaal bedragen, zulks verzoeken onder opgave van het onderwerp dat aanleiding geeft tot het verzoek.
  • 3. 
    De algemene vergadering kan langs schriftelijke weg besluiten nemen op de voorwaarden van, en in overeenstemming met de bepalingen van het reglement van orde.

Artikel 11

Deelname - Vertegenwoordiging - Quorum - Meerderheid

  • 1. 
    Alle leden van het Fonds krijgen het recht de algemene vergaderingen bij te wonen.
  • 2. 
    De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door een van de leden van de Commissie, of door enig ander daartoe bevoegd persoon.
  • 3. 
    De Bank wordt vertegenwoordigd door haar president of door een vice-president, dan wel door enig ander daartoe bevoegd persoon.
  • 4. 
    De financiële instellingen worden vertegenwoordigd door één persoon per financiële instelling.
  • 5. 
    Ieder lid van het Fonds beschikt over een aantal stemmen gelijk aan het bij hem geplaatste aantal participaties.
  • 6. 
    De leden kunnen hun stem schriftelijk uitbrengen of zich door een ander lid laten vertegenwoordigen.
  • 7. 
    Het voor het houden van een algemene vergadering vereiste quorum is bereikt wanneer de aanwezige of vertegenwoordigde leden ten minste 50 % van het geplaatste kapitaal bezitten.
  • 8. 
    Indien niet anderszins in deze statuten is bepaald, worden besluiten van de algemene vergadering genomen bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

Artikel 12

Bevoegdheden van de algemene vergadering

  • 1. 
    De leden van het Fonds oefenen hun rechten via de algemene vergadering uit.
  • 2. 
    De algemene vergadering:
  • i) 
    neemt ieder besluit waarbij het Fonds toestemming krijgt de taken uit te voeren die in artikel 2, lid 1, tweede streepje, van de statuten zijn genoemd;
  • ii) 
    keurt het reglement van orde van het Fonds goed;
  • iii) 
    besluit over het toelaten van nieuwe leden;
  • iv) 
    keurt het door de raad van bestuur opgestelde jaarverslag goed;
  • v) 
    keurt de jaarlijkse balans en winst-en-verliesrekening goed;
  • vi) 
    besluit over de bestemming en de verdeling van het nettoresultaat van het Fonds;
  • vii) 
    benoemt de leden van de auditcommissie van het Fonds;
  • viii) 
    oefent de in artikel 34 van deze statuten bedoelde bevoegdheid uit om tot eventuele wijzigingen van de statuten te besluiten;
  • ix) 
    besluit over verhoging van het toegestane kapitaal van het Fonds, alsmede over elk opvragen van niet gestort, geplaatst kapitaal;
  • x) 
    besluit onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 26 van deze statuten, over een eventuele verhoging van het plafond voor de verplichtingen van het Fonds;
  • xi) 
    besluit over schorsing of royement van een lid;
  • xii) 
    besluit over de definitieve beëindiging van de werkzaamheden van het Fonds en over de verdeling van zijn bezittingen;
  • xiii) 
    benoemt de leden en plaatsvervangende leden van de raad van bestuur overeenkomstig de bepalingen van artikel 15, leden 1 en 3, van de statuten;
  • xiv) 
    ontslaat een lid van de raad van bestuur indien deze niet langer in staat is zijn taken te vervullen of zich schuldig heeft gemaakt aan wangedrag;
  • xv) 
    oefent alle bevoegdheden uit verleend in de overige bepalingen van de statuten.
  • 3. 
    De voor de algemene vergadering geldende procedures worden geregeld bij het reglement van orde.

Artikel 13

Voorzitterschap van de algemene vergadering

De algemene vergadering wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van het lid dat het grootste aantal participaties in het Fonds bezit.

Artikel 14

Notulen - uittreksels

Het secretariaat van het Fonds maakt de notulen op van de algemene vergadering. De leden ontvangen gewaarmerkte kopieën of uittreksels hiervan.

Artikel 15

Raad van Bestuur

  • 1. 
    De raad van bestuur bestaat uit zeven leden, die door de algemene vergadering worden benoemd op voordracht van de leden van het Fonds in overeenstemming met de procedures die zijn vastgelegd in het reglement van orde. De algemene vergadering kan het aantal leden van de raad van bestuur wijzigen.
  • 2. 
    In de uitvoering van hun taken handelen de leden van de raad van bestuur onafhankelijk in het belang van het Fonds. Zij leggen uitsluitend tegenover de algemene vergadering verantwoording af. Ieder lid van de raad van bestuur kan worden bijgestaan door een plaatsvervanger die tijdens zijn afwezigheid in zijn naam handelt, de vergaderingen van de raad van bestuur bijwoont en dezelfde bevoegdheden krijgt als het lid dat hij of zij vervangt.
  • 3. 
    De leden van de raad van bestuur en hun plaatsvervangers worden voorgedragen in overeenstemming met het bepaalde in het reglement van orde. In het reglement van orde kan worden opgenomen dat een voorgedragen lid de bevoegdheid krijgt als lid van de raad van bestuur te handelen in afwachting van het benoemingsbesluit door de jaarlijkse algemene vergadering. De op de leden van de raad van bestuur van toepassing zijnde regels gelden ook voor deze voorgedragen leden.
  • 4. 
    De leden van de raad van bestuur worden benoemd voor een periode van twee jaar en kunnen worden herbenoemd.
  • 5. 
    Indien de algemene vergadering het jaarverslag dat haar door de raad van bestuur wordt voorgelegd, niet goedkeurt, zal de raad van bestuur aftreden.
  • 6. 
    De voor de raad van bestuur geldende procedures worden geregeld in het reglement van orde.

Artikel 16

Bevoegdheden van de raad van bestuur

Onverminderd de hem krachtens de overige bepalingen van deze statuten toekomende bevoegdheden, zal de raad van bestuur

  • i) 
    besluiten over alle verrichtingen van het Fonds. Hij kan de beslissingsbevoegdheid geheel of gedeeltelijk naar eigen goeddunken delegeren;
  • ii) 
    richtlijnen vaststellen en instructies geven voor de verrichtingen en het beheer van het Fonds;
  • iii) 
    de aan de algemene vergadering voor te leggen voorstellen formuleren;
  • iv) 
    de algemene voorwaarden voor deelnemingen vaststellen;
  • v) 
    rendementseisen voor de verrichtingen van het Fonds stellen;
  • vi) 
    de doelstellingen en limieten vaststellen voor op te nemen leningen, waarnaar in artikel 2, lid 2 wordt verwezen;
  • vii) 
    op basis van voorstellen van de leden van het Fonds en in overeenstemming met de in het reglement van orde vastgelegde procedure, de algemeen directeur en in voorkomend geval zijn of haar plaatsvervanger benoemen. Bovendien heeft hij de bevoegdheid de algemeen directeur en zijn of haar eventuele plaatsvervanger te ontslaan;
  • viii) 
    toezicht houden op de werkzaamheden van de algemeen directeur en zijn of haar plaatsvervanger en ervoor zorgen dat het beheer van het Fonds plaatsvindt in overeenstemming met de bepalingen van deze statuten en met de door hem gegeven richtlijnen en instructies;
  • ix) 
    de algemene vergadering de jaarrekening en het jaarverslag van de werkzaamheden van het Fonds voorleggen;
  • x) 
    de algemene vergaderingen van het Fonds bijeenroepen;
  • xi) 
    onverminderd de bevoegdheden van de algemene vergadering, besluiten nemen over alle overige zaken die buiten de bevoegdheid van de algemeen directeur vallen.

Artikel 17

Voorzitterschap van de raad van bestuur

  • 1. 
    Het voorzitterschap van de raad van bestuur berust bij een van zijn leden, die wordt aangewezen overeenkomstig de in het reglement van orde vastgelegde bepalingen.
  • 2. 
    In geval van afwezigheid van de voorzitter, wordt de raad van bestuur voorgezeten door een ander lid van de raad overeenkomstig de in het reglement van orde vastgelegde bepalingen.

Artikel 18

Raad van bestuur - Vergaderingen - Quorum

  • 1. 
    De raad van bestuur komt bijeen zo vaak als het belang van het Fonds zulks vereist, doch ten minste eens per kwartaal. Vergaderingen worden gehouden op convocatie van de voorzitter. De agenda wordt vastgesteld op de wijze als bepaald in het reglement van orde. De voorzitter roept een vergadering van de raad van bestuur bijeen als een lid van de raad een gemotiveerd verzoek daartoe indient. De vergaderingen worden gehouden daar waar het Fonds zijn zetel heeft of op enige andere door de voorzitter gekozen locatie.
  • 2. 
    De raad van bestuur kan schriftelijk besluiten nemen onder de voorwaarden van, en in overeenstemming met de regelingen die in het reglement van orde zijn vastgelegd.
  • 3. 
    Het voor de handelingen van de raad van bestuur vereiste quorum is bereikt indien ten minste de helft van het aantal leden van de raad van bestuur aanwezig is.
  • 4. 
    De raad van bestuur neemt besluiten bij gewone meerderheid van stemmen.

Artikel 19

Notulen

De beraadslagingen van de raad van bestuur worden schriftelijk vastgelegd. De notulen worden gemaakt door het secretariaat van het Fonds, dat tevens kopieën van de notulen of uittreksels daaruit verstrekt en waarmerkt.

Artikel 20

Algemeen directeur

  • 1. 
    Het Fonds wordt geleid door een algemeen directeur. Hij/zij treedt onafhankelijk op in het belang van het Fonds en legt voor de uitoefening van zijn/haar taak uitsluitend tegenover de raad van bestuur verantwoording af.
  • 2. 
    De algemeen directeur wordt benoemd voor een periode van maximaal vijf jaar en kan worden herbenoemd.
  • 3. 
    De algemeen directeur kan worden bijgestaan door een adjunct-directeur, die in zijn of haar aanwezigheid de algemeen directeur zal vervangen en daartoe dezelfde bevoegdheden heeft.
  • 4. 
    De wijze waarop de algemeen directeur en eventuele adjunct-directeur voor benoeming worden voorgedragen, is in het reglement van orde vastgelegd.

Artikel 21

Bevoegdheden van de algemeen directeur

  • 1. 
    De algemeen directeur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het Fonds in overeenstemming met de bepalingen van deze statuten en de richtlijnen van de raad van bestuur.
  • 2. 
    De algemeen directeur zal in het bijzonder:
  • handelen in de lijn van de richtlijnen en instructies van de raad van bestuur in overeenstemming met artikel 16 van deze statuten;
  • de raad van bestuur het jaarverslag van het Fonds voorleggen;
  • onder zijn/haar verantwoordelijkheid binnen drie maanden na afloop van elk boekjaar de jaarrekening van het Fonds opmaken en deze aan de raad van bestuur voorleggen;
  • de raad van bestuur alle aanvullende verslagen en documenten verstrekken die in het reglement van orde zijn genoemd of waarom de raad van bestuur vraagt.
  • 3. 
    De algemeen directeur vertegenwoordigt het Fonds tegenover derden en in gerechtelijke procedures.
  • 4. 
    De documenten van het Fonds en alle verplichtingen die in zijn naam worden aangegaan, worden getekend door de algemeen directeur of door een specifiek hiertoe door de algemeen directeur gemachtigde vertegenwoordiger.
  • 5. 
    De werknemers van het Fonds staan onder het gezag van de algemeen directeur en worden door hem/haar in dienst genomen en ontslagen.

Artikel 22

Controle van de boeken

  • 1. 
    De boeken van het Fonds worden jaarlijks gecontroleerd door een auditcommissie bestaande uit drie accountants die door de algemene vergadering zijn aangesteld. De algemene vergadering kan besluiten het aantal accountants tot ten hoogste vijf te verhogen. De benoeming van accountants geschiedt overeenkomstig het bepaalde in het reglement van orde.
  • 2. 
    De leden van de auditcommissie handelen in overeenstemming met de in dit beroep gebruikelijke normen. De auditcommissie moet vaststellen of de balans en de winst-en-verliesrekening van het Fonds een getrouw en eerlijk beeld geven van de financiële positie van het Fonds met betrekking tot haar activa en passiva, alsmede van de resultaten van zijn verrichtingen in het desbetreffende boekjaar.

Artikel 23

Werkzaamheden

Binnen het kader van deze statuten verricht het Fonds zijn werkzaamheden op het grondgebied van de lidstaten van de Gemeenschap, in landen die het lidmaatschap van de Gemeenschap hebben aangevraagd en waar het toetredingsproces reeds is aangevangen, of in aangrenzende landen van de Gemeenschap, voorzover het gaat om grensoverschrijdende projecten.

Artikel 24

Vergoeding voor het Fonds

De vergoedingen die het Fonds voor zijn verrichtingen ontvangt worden zodanig vastgesteld dat deze zijn bedrijfskosten dekken, de verscheidenheid van de gelopen risico's weerspiegelen, de vorming van een reserve ter dekking van deze risico's mogelijk maken en een passend rendement op de middelen van het Fonds verzekeren.

Artikel 25

Limieten voor de verrichtingen van het Fonds

Inzake het verstrekken van garanties worden de limieten met betrekking tot de verplichtingen van het Fonds door de raad van bestuur vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 16 van de statuten.

De overeenkomstige limieten aan de verplichtingen bij verwerving van deelnemingen door het Fonds worden bepaald in de desbetreffende besluiten die in artikel 12, lid 2, onder i), van de statuten worden bedoeld.

Artikel 26

Plafond inzake de totale verplichtingen van het Fonds

De totale verplichtingen van het Fonds, met uitzondering van de verplichtingen die het Fonds voor derden is aangegaan:

  • uit hoofde van garantieverstrekkingen mogen niet hoger zijn dan driemaal het bedrag van het geplaatste kapitaal; dit plafond kan echter bij opeenvolgende besluiten van de algemene vergadering worden verhoogd tot ten hoogste vijfmaal het bedrag van het geplaatste kapitaal. Na vorming van een reserve gelijk aan 7,5 % van het bedrag van het geplaatste kapitaal mag het plafond bij besluit van de algemene vergadering worden verhoogd tot maximaal achtmaal het bedrag van het geplaatste kapitaal;
  • uit hoofde van deelnemingen mogen niet hoger zijn dan het bedrag waartoe de algemene vergadering ingevolge artikel 12 van deze statuten zal hebben besloten.

Artikel 27

Bestemming en verdeling van de nettoinkomsten

  • 1. 
    De algemene vergadering besluit ten minste ieder jaar welk deel van de nettoinkomsten van het Fonds wordt bestemd voor toevoeging aan de reserves, voor andere doeleinden of voor uitkering aan de leden van het Fonds.

Voordat evenwel enige uitkering aan de leden van het Fonds plaatsvindt, zal van de netto-inkomsten van het Fonds ieder jaar ten minste 20 % worden afgehouden voor de vorming van een reserve. De hier bedoelde inhouding zal worden beëindigd wanneer de reserve 10 % van het geplaatste kapitaal bedraagt en worden hervat zodra aan deze voorwaarde niet meer wordt voldaan.

  • 2. 
    Uitkeringen aan de leden van het Fonds geschieden naar evenredigheid van het aantal participaties van elk lid.

Artikel 28

Samenwerking met derden

  • 1. 
    Het Fonds kan hem door derden toevertrouwde beheerstaken met betrekking tot speciale middelen op zich nemen voorzover het vervullen daarvan verenigbaar is met zijn taak, ter zake een gescheiden boekhouding wordt gevoerd en deze taken een voldoende vergoeding met zich brengen.
  • 2. 
    Het Fonds kan binnen de voorwaarden van deze statuten samenwerken met alle internationale organisaties waarvan de werkzaamheden zich uitstrekken over een terrein dat met het zijne overeenkomt.
  • 3. 
    Het Fonds sluit overeenkomsten met dergelijke organisaties, alsmede met nationale organisaties en tot het bankwezen behorende partners in de lidstaten van de Gemeenschap of in andere landen, met het oog op het bereiken van zijn doelstellingen of de vervulling van zijn taken.

Artikel 29

Schorsing en royement

  • 1. 
    Indien een lid van het Fonds een van zijn hierna genoemde verplichtingen als lid niet nakomt, kan het bij besluit van de algemene vergadering worden geschorst.
  • 2. 
    Het geschorste lid blijft gehouden aan zijn verplichtingen uit hoofde van zijn hoedanigheid van lid van het Fonds. Het kan echter geen van de in deze statuten vermelde rechten uitoefenen.
  • 3. 
    Indien na het verstrijken van zes maanden sedert het door de algemene vergadering genomen schorsingsbesluit, het geschorste lid niet heeft voldaan aan de verplichtingen waarvan het niet nakomen tot dat besluit aanleiding heeft gegeven, kan de algemene vergadering verklaren dat het als lid is geroyeerd.

Artikel 30

Afrekening in geval van royement

  • 1. 
    Het royement leidt tot een gedeeltelijke afrekening met het betrokken voormalige lid.
  • 2. 
    De participaties van een geroyeerd lid worden te koop aangeboden in overeenstemming met het bepaalde van artikel 7, lid 8, van de statuten. Indien de participaties niet worden gekocht door de Bank noch door enig ander lid van het Fonds, kan de algemene vergadering toestemming verlenen voor verkoop aan instellingen die beantwoorden aan de criteria van artikel 4, lid 2.

Indien de participaties niet worden gekocht door de leden van het Fonds, of door derde instellingen die beantwoorden aan de criteria van artikel 4, lid 2, worden deze door het Fonds ingekocht.

  • 3. 
    Afhankelijk van het bepaalde in lid 2 van dit artikel, zal het Fonds de participaties van een geroyeerd lid inkopen tegen de nominale waarde of de balanswaarde op de dag van beëindiging van het lidmaatschap van het Fonds, indien dit laatste bedrag lager is.

Niettegenstaande zijn royement blijft het voormalige lid gebonden aan zowel zijn opeisbare als zijn voorwaardelijke verplichtingen jegens het Fonds zolang er nog een obligo bestaat uit hoofde van vóór het royement verstrekte garanties of voordien verworven deelnemingen. Het voormalige lid zal echter niet aansprakelijk zijn ter zake van verplichtingen van het Fonds uit hoofde van daarna verstrekte garanties of verworven deelnemingen en het zal in de opbrengsten noch in de kosten van het Fonds delen.

  • 4. 
    De betaling voor de door het Fonds van het geroyeerde lid ingekochte participaties geschiedt op de volgende wijze:
  • er vindt geen betaling plaats vóór het verstrijken van een termijn van zes maanden, gerekend vanaf het moment waarop het lid werd geroyeerd. De betaling blijft beperkt tot het bedrag waarmee de inkoopprijs het bedrag te boven gaat dat het voormalige lid aan het Fonds verschuldigd is als gevolg van de verrichtingen van het Fonds;
  • indien de na het royement door het Fonds geleden verliezen ter zake van het op de dag van het royement bestaande garantie-obligo of op de op die dag door het Fonds gehouden deelnemingen hoger zijn dan de reserve ter dekking van de desbetreffende verliezen ten tijde van het royement, is het geroyeerde lid gehouden op verzoek van het Fonds het bedrag terug te betalen waarmee de inkoopprijs van zijn participaties zou zijn verminderd, indien op het moment van de vaststelling van die prijs met die verliezen rekening zou zijn gehouden. Bovendien blijft het voormalige lid verplicht gehoor te geven aan elk verzoek tot storting van niet-gestort, geplaatst kapitaal voorzover hij daartoe verplicht zou zijn geweest indien de verslechtering van de vermogenspositie van het Fonds zich zou hebben voorgedaan en de opvraging zou hebben plaatsgevonden op de dag van vaststelling van de inkoopprijs van zijn participaties.

Artikel 31

Beëindiging van de werkzaamheden

  • 1. 
    De raad van bestuur kan, indien de omstandigheden zulks vereisen, de werkzaamheden van het Fonds tijdelijk opschorten. Hij legt dit besluit voor aan de algemene vergadering en verzoekt haar hierover te beraadslagen. De algemene vergadering kan met een gekwalificeerde meerderheid van 85 % van de uitgebrachte stemmen besluiten tot de definitieve beëindiging van de verrichtingen van het Fonds, dat daarop alle activiteiten staakt met uitzondering van de maatregelen met betrekking tot de vereffening van het Fonds.
  • 2. 
    De definitieve beëindiging van de werkzaamheden van het Fonds heeft zijn ontbinding ten gevolge. De algemene vergadering benoemt de vereffenaars die alle maatregelen zullen treffen die in verband met de ontbinding van het Fonds noodzakelijk zijn.

Artikel 32

Aansprakelijkheid van de leden van het Fonds

  • 1. 
    In geval van een definitieve beëindiging van de werkzaamheden van het Fonds worden de alsdan bestaande vorderingen op het Fonds voldaan met de hieronder in volgorde van hun aanwending opgesomde middelen:
  • activa van het Fonds;
  • aan het Fonds verschuldigde bedragen uit hoofde van te storten geplaatst kapitaal.
  • 2. 
    De raad van bestuur neemt passende maatregelen teneinde tussen de schuldeisers ter zake van opeisbare vorderingen en de schuldeisers terzake van voorwaardelijke vorderingen een verdeling naar evenredigheid van hun respectievelijke rechten te verzekeren.

Artikel 33

Verdeling van de bezittingen

  • 1. 
    In geval van beëindiging van de werkzaamheden van het Fonds wordt niet overgegaan tot enige verdeling van de bezittingen onder de leden van het Fonds op grond van hun inschrijving in het kapitaal van het Fonds voordat:
  • aan alle verplichtingen van het Fonds jegens zijn schuldeisers volledig is voldaan;
  • de algemene vergadering een besluit heeft genomen tot verdeling van de bezittingen.
  • 2. 
    De verdeling van de activa tussen de leden van het Fonds geschiedt naar evenredigheid van de deelname van ieder lid in het kapitaal van het Fonds.
  • 3. 
    De raad van bestuur stelt de regels voor deze verdeling vast.

Artikel 34

Wijzigingen

  • 1. 
    Op voorstel van de raad van bestuur kan de algemene vergadering besluiten wijzigingen in deze statuten aan te brengen. Voor iedere wijziging in de artikelen 2 en 3 van de statuten is een meerderheid van 85 % van de uitgebrachte stemmen vereist.
  • 2. 
    Tenzij de algemene vergadering anders bepaalt, worden de wijzigingen waartoe aldus is besloten, drie maanden nadat de leden van het Fonds hierover mededeling is gedaan van kracht.

Artikel 35

Geldend recht

  • 1. 
    Geschillen tussen enerzijds het Fonds en anderzijds de begunstigden van zijn interventies, ongeacht of het financiële instellingen in de hoedanigheid van begunstigden of andere begunstigden betreft, zullen worden beslecht door de bevoegde nationale rechters.
  • 2. 
    Daartoe dient het Fonds domicilie te kiezen in iedere lidstaat van de Gemeenschap. Het Fonds kan nochtans in een contract een speciaal domicilie kiezen of een arbitrageprocedure overeenkomen.
  • 3. 
    Ingevolge het bepaalde in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en binnen de aldaar bedoelde grenzen (artikel 30, lid 6, van de statuten van de Bank), is het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bevoegd ter zake van geschillen over de door de organen van het Fonds getroffen maatregelen.

Artikel 36

Voorrechten en immuniteiten

De bepalingen van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen zijn mede van toepassing op het Fonds, de leden van zijn organen en zijn personeelsleden, zulks in overeenstemming met het bepaalde in artikel 30, lid 5, van de statuten van de Bank.

Artikel 37

Inwerkingtreding

Deze statuten treden in werking op de door de algemene vergadering nader te bepalen datum.

 
 

3.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.