Richtlijn 1999/64 - Wijziging van Richtlijn 90/388/EEG teneinde ervoor te zorgen dat telecommunicatie- en kabeltelevisienetten die eigendom van eenzelfde exploitant zijn, gescheiden juridische eenheden vormen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Richtlijn 1999/64/EG van de Commissie van 23 juni 1999 tot wijziging van Richtlijn 90/388/EEG teneinde ervoor te zorgen dat telecommunicatie- en kabeltelevisienetten die eigendom van eenzelfde exploitant zijn, gescheiden juridische eenheden vormenofficiële Engelstalige titel
Commission Directive 1999/64/EC of 23 June 1999 amending Directive 90/388/EEC in order to ensure that telecommunications networks and cable TV networks owned by a single operator are separate legal entitiesRechtsinstrument | Richtlijn |
---|---|
Wetgevingsnummer | Richtlijn 1999/64 |
Celex-nummer i | 31999L0064 |
Document | 23-06-1999 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 10-07-1999; PB L 175 p. 39-42 |
Inwerkingtreding | 30-07-1999; in werking datum publicatie + 20 zie art 4 |
Einde geldigheid | 24-07-2003; zie 31990L0388 |
|
Richtlijn 1999/64/EG van de Commissie van 23 juni 1999 tot wijziging van Richtlijn 90/388/EEG teneinde ervoor te zorgen dat telecommunicatie- en kabeltelevisienetten die eigendom van eenzelfde exploitant zijn, gescheiden juridische eenheden vormen (Voor de EER relevante tekst)
Publicatieblad Nr. L 175 van 10/07/1999 blz. 0039 - 0042
RICHTLIJN 1999/64/EG VAN DE COMMISSIE
van 23 juni 1999
tot wijziging van Richtlijn 90/388/EEG teneinde ervoor te zorgen dat telecommunicatie- en kabeltelevisienetten die eigendom van eenzelfde exploitant zijn, gescheiden juridische eenheden vormen
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 86, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
-
(1)Op grond van Richtlijn 90/388/EEG van de Commissie van 28 juni 1990 betreffende de mededinging op de markten voor telecommunicatiediensten(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/19/EG(2), dienen de lidstaten bijzondere en uitsluitende rechten voor telecommunicatiediensten en -infrastructuren vóór 1 januari 1998 te hebben afgeschaft, waarbij aan sommige lidstaten aanvullende overgangsperioden zijn toegekend. Meer in het bijzonder behelst artikel 4, zoals gewijzigd bij Richtlijn 95/51/EG van de Commissie(3), de volgende bepalingen: "de lidstaten trekken alle beperkingen op het aanbieden van transmissiecapaciteit via kabeltelevisienetten in en staan het gebruik van kabelnetten toe voor het verstrekken van telecommunicatiediensten, met uitzondering van spraaktelefoondiensten" en "dragen er zorg voor dat de onderlinge verbinding tussen kabeltelevisienetten en het openbare telecommunicatienet voor dat doel is toegestaan, inzonderheid de verbinding met huurlijnen, en dat de beperkingen inzake de rechtstreekse onderlinge verbinding van kabeltelevisienetten door kabeltelevisie-exploitanten worden opgeheven".
-
(2)In Richtlijn 95/51/EG worden betreffende ondernemingen waaraan lidstaten het recht hebben toegekend zowel kabeltelevisie- als telecommunicatienetten aan te leggen, twee problemen aan de orde gesteld. Ten eerste wordt daarin vastgesteld dat deze ondernemingen in een positie verkeren waarin zij niet worden aangezet om gebruikers te winnen voor het voor het aanbieden van de betrokken dienst geschiktste net. In dit verband werd opgemerkt dat de invoering van eerlijke mededinging vaak specifieke maatregelen zal vereisen, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke omstandigheden op de betrokken markten. Ten tijde van de vaststelling van Richtlijn 95/51/EG kwam de Commissie tot de gevolgtrekking dat, gegeven de tussen de lidstaten bestaande verschillen, de nationale autoriteiten het best in staat zijn te beoordelen welke maatregelen het geschiktst zijn en in het bijzonder of een scheiding van beide activiteiten onontbeerlijk is. Ten tweede kwam de Commissie tot de gevolgtrekking dat in de vroege stadia van de liberalisering van de telecommunicatiesector nauwlettend toezicht op kruissubsidiëring en een doorzichtige boekhouding van wezenlijk belang zijn. Daarom wordt in artikel 2 van Richtlijn 95/51/EG van de lidstaten verlangd dat zij met name ervoor zorg dragen dat telecommunicatieorganisaties die kabeltelevisie-infrastructuur aanbieden, voor het aanbod van openbare telecommunicatie- en kabeltelevisienetten en voor die activiteiten van de exploitant als leverancier van telecommunicatiediensten een afzonderlijke boekhouding voeren. Eveneens wordt opgemerkt dat de lidstaten op zijn minst een duidelijke scheiding van de boekhouding van de beide soorten activiteiten dienen op te leggen, maar dat een volledige structurele scheiding voorkeur verdient.
-
(3)Tegelijkertijd merkte de Commissie op dat, indien de komst van een concurrerend systeem voor het aanbieden van de betrokken diensten aan huis zou uitblijven, zij opnieuw zou moeten nagaan of een...
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.