Aanbeveling van de Raad van 22 mei 2017 inzake het Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren en tot intrekking van de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren

1.

Tekst

15.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 189/15

 

AANBEVELING VAN DE RAAD

van 22 mei 2017

inzake het Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren en tot intrekking van de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren

(2017/C 189/03)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 165 en 166,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Kwalificaties kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Zij zijn een indicatie voor werkgevers van wat de houders ervan in principe weten en kunnen („leerresultaten”). Soms zijn kwalificaties een voorwaarde om een gereglementeerd beroep te mogen uitoefenen. Zij helpen de onderwijs- en opleidingsautoriteiten en aanbieders van onderwijs en opleiding het niveau en de inhoud van de verworven kennis te bepalen. Zij zijn ook belangrijk voor het individu als uiting van zelfontplooiing. Kwalificaties spelen derhalve een belangrijke rol bij het verbeteren van de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, de mobiliteit en de toegang tot verder onderwijs.

 

(2)

Kwalificaties zijn het formele resultaat van een beoordelings- en validatieprocedure door een bevoegde autoriteit en hebben meestal de vorm van een document, zoals een certificaat of een diploma. Zij bevestigen dat iemand leerresultaten heeft bereikt die aan vastgelegde normen voldoen. Die leerresultaten kunnen via verschillende leertrajecten en door middel van formeel, niet-formeel of informeel leren worden verworven, in een nationale of internationale context. Informatie over leerresultaten moet gemakkelijk toegankelijk en transparant zijn.

 

(3)

De aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren (1) resulteerde in een gemeenschappelijk referentiekader van acht kwalificatieniveaus, uitgedrukt als leerresultaten met stijgende niveaus van bekwaamheid. Ze dienen als vertaalinstrument tussen de verschillende kwalificatiesystemen en de bijbehorende niveaus. Het Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren (EKK) heeft tot doel de transparantie, de vergelijkbaarheid en de overdraagbaarheid van kwalificaties te verbeteren.

 

(4)

De bredere doelstellingen van deze aanbeveling zijn het bevorderen van de modernisering van de onderwijs- en opleidingsstelsels en het vergroten van de inzetbaarheid, de mobiliteit en de sociale integratie van werkenden en lerenden. Verder heeft deze aanbeveling tot doel om formeel, niet-formeel en informeel leren beter aan elkaar te koppelen en de validering van in verschillende omgevingen verworven leerresultaten te ondersteunen.

 

(5)

De lidstaten hebben op leerresultaten gebaseerde nationale kwalificatiekaders ontwikkeld of zijn die aan het ontwikkelen en relateren deze via een „inschalingsproces” aan het EKK. De EKK-niveaus en de -descriptoren van de leerresultaten dragen bij tot een grotere transparantie en vergelijkbaarheid van kwalificaties van verschillende nationale stelsels. Zij leiden er ook toe dat de aandacht in onderwijs en opleiding steeds meer op leerresultaten komt te liggen. Relatering aan het EKK zou moeten gebeuren via de nationale kwalificatiekaders of, indien deze niet bestaan, de nationale kwalificatiesystemen (hierna „nationale kwalificatiekaders of -systemen”).

 

(6)

Kwalificaties zijn transparanter en beter vergelijkbaar als zij worden gepresenteerd in documenten die een verwijzing naar het toepasselijke EKK-niveau en een beschrijving van de verworven leerresultaten bevatten.

 

(7)

Er zou een breed spectrum van belanghebbenden betrokken moeten zijn bij de uitvoering van het EKK op uniaal en nationaal niveau om ervoor te zorgen dat het breed wordt gesteund. Belangrijke belanghebbenden zijn onder meer alle lerenden, aanbieders van onderwijs en opleiding, kwalificatieautoriteiten, kwaliteitsborgingsinstanties, werkgevers, vakbonden, kamers van industrie, koophandel en ambachten, instanties die betrokken zijn bij de erkenning van academische en beroepskwalificaties, arbeidsbureaus en diensten voor de integratie van migranten.

 

(8)

In haar verslag aan het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2013 over de evaluatie van het EKK concludeerde de Commissie dat het EKK breed wordt aanvaard als referentiepunt voor de ontwikkeling van nationale kwalificatiekaders, voor het hanteren van de op leerresultaten gebaseerde aanpak en voor het vergroten van de transparantie en de erkenning van vaardigheden en competenties. De Commissie benadrukte dat de Unie lerenden en werkenden in staat moet stellen hun vaardigheden en competenties zichtbaarder te maken, ongeacht waar zij die hebben verworven.

 

(9)

Voorts concludeerde de Commissie in dat verslag dat de adviesgroep voor het EKK effectieve richtsnoeren verschafte voor relatering aan het EKK op nationaal niveau en werkte aan vertrouwen en begrip tussen de deelnemende landen. Zij concludeerde ook dat de doeltreffendheid van de nationale coördinatiepunten voor het EKK voor een groot deel afhangt van hoe nauw zij verbonden zijn met de nationale governance van het inschalingsproces.

 

(10)

Gezien de positieve evaluatie van de EKK-adviesgroep is de voortzetting van de groep van essentieel belang voor een consistente, coherente, transparante en gecoördineerde uitvoering van deze aanbeveling.

 

(11)

Transparantie en erkenning van vaardigheden en kwalificaties is een van de nieuwe prioriteiten in het kader van het gezamenlijk verslag 2015 van de Raad en de Commissie over de uitvoering van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020). In dat verslag wordt benadrukt dat het EKK verder dient te worden ontwikkeld om kwalificaties transparanter en beter vergelijkbaar te maken. Met betrekking tot nieuwkomers wordt in het verslag ook benadrukt dat de bestaande transparantie-instrumenten kunnen bijdragen tot een beter inzicht in buitenlandse kwalificaties in de Unie en vice versa.

 

(12)

Het EKK en de daaraan gerelateerde nationale kwalificatiekaders of -systemen kunnen de bestaande erkenningsprocedures ondersteunen doordat zij een groter vertrouwen en inzicht in en een betere vergelijkbaarheid van de kwalificaties meebrengen. Dat kan het erkenningsproces voor leren en werken gemakkelijker maken. Overkoepelende kwalificatiekaders zoals het EKK kunnen dienen als informatie-instrument voor erkennings-procedures zoals vermeld in de aanbeveling over het gebruik van kwalificatiekaders bij de erkenning van buitenlandse kwalificaties, die is aangenomen in het kader van het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio.

 

(13)

Nationale kwalificatiekaders en -systemen veranderen in de loop der tijd; derhalve zou de relatering aan het EKK zo nodig opnieuw moeten worden bezien en worden geactualiseerd.

 

(14)

Vertrouwen in de kwaliteit en het niveau van kwalificaties die zijn opgenomen in aan het EKK gerelateerde nationale kwalificatiekaders of -systemen (hierna „kwalificaties met een EKK-niveau”) is essentieel om de mobiliteit van lerenden en werknemers binnen en tussen sectoren en geografische grenzen te ondersteunen. De aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren bevatte de gemeenschappelijke beginselen voor kwaliteitsborging in het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding. Hierin werd overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor kwaliteitsborgingsregelingen voor nationale kwalificaties gerespecteerd. De Europese normen en richtsnoeren voor kwaliteitsborging in de Europese ruimte voor hoger onderwijs en het Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding vormen een basis voor dergelijke gemeenschappelijke beginselen.

 

(15)

De mogelijkheden voor de ontwikkeling van een register, buiten het terrein van hoger onderwijs, voor instanties die toezicht houden op kwaliteitsborgingssystemen voor kwalificaties, kunnen worden verkend.

 

(16)

Studiepuntensystemen kunnen mensen helpen om verder te leren door het faciliteren van flexibele leertrajecten en van de overstap tussen verschillende soorten en niveaus van onderwijs en opleiding en tussen verschillende landen. Hierdoor worden lerenden in staat gesteld de verschillende leerresultaten die zij in verschillende leeromgevingen hebben verworven, onder meer door middel van online, niet-formeel en informeel leren, te verzamelen en over te dragen. De op leerresultaten gebaseerde aanpak kan het ook gemakkelijker maken volledige kwalificaties of onderdelen daarvan te ontwikkelen, uit te voeren en te beoordelen.

 

(17)

Studiepuntensystemen op zowel nationaal als Europees niveau functioneren in een institutionele context zoals hoger onderwijs of beroepsonderwijs en -opleiding. Op Europees niveau is het Europees systeem voor het overdragen en verzamelen van studiepunten ontwikkeld binnen de Europese ruimte voor hoger onderwijs. Voor beroepsonderwijs en beroepsopleiding wordt het Europees studiepuntensysteem voor beroepsonderwijs en -opleiding ontwikkeld overeenkomstig de Aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot vaststelling van een Europees systeem voor overdracht van leerresultaten voor beroepsonderwijs en -opleiding (Ecvet) (2). Waar nodig kan koppeling tussen nationale kwalificatiekaders en studiepuntensystemen worden bevorderd.

 

(18)

Hoewel het acquis van de Unie op het gebied van legale migratie en asiel bepaalt dat migranten dezelfde behandeling moeten krijgen als onderdanen wat de erkenning van kwalificaties betreft, en personen die internationale bescherming genieten zelfs in aanmerking komen voor faciliterende maatregelen overeenkomstig Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad (3), blijft het aantal gevallen van overkwalificatie en onderbenutting van kwalificaties hoog bij burgers uit derde landen met een tertiaire opleiding. Samenwerking tussen de Unie en derde landen over de transparantie van kwalificaties kan de integratie van migranten op de arbeidsmarkten van de Unie bevorderen. Gezien de groeiende migratiestromen van en naar de Unie zijn meer inzicht in en een billijke erkenning van kwalificaties van buiten de Unie nodig.

 

(19)

De belangrijkste kenmerken van het EKK, namelijk de op leerresultaten gebaseerde aanpak, de definitie van niveaudescriptoren en de vaststelling van relateringscriteria zoals ontwikkeld door de EKK-adviesgroep, hebben als inspiratiebron gediend voor de ontwikkeling van nationale en regionale kwalificatiekaders overal ter wereld. Een toenemend aantal derde landen en regio’s wil de banden tussen hun kwalificatiekader en het EKK versterken.

 

(20)

Bij Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) is bepaald dat gemeenschappelijke opleidingskaders voor gereglementeerde beroepen door middel van een gedelegeerde handeling van de Commissie kunnen worden opgezet als gemeenschappelijk geheel van kennis, vaardigheden en competenties. Gemeenschappelijke opleidingskaders moeten gebaseerd zijn op de EKK-niveaus. Verwijzingen naar EKK-niveaus voor kwalificaties mogen geen invloed hebben op de toegang tot de arbeidsmarkt in gevallen waarin beroepskwalificaties zijn erkend overeenkomstig Richtlijn 2005/36/EG.

 

(21)

Het kwalificatiekader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs biedt descriptoren voor de korte cyclus (die kan worden gekoppeld aan of binnen de eerste cyclus), de eerste, tweede en derde cyclus van het hoger onderwijs. Elke cyclusdescriptor bevat een verklaring over de resultaten en vaardigheden die zijn gekoppeld aan de kwalificaties die aan het eind van die cyclus worden toegekend. Het EKK is in overeenstemming met het kwalificatiekader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs en de daarin opgenomen cyclusdescriptoren. De korte cyclus (die kan worden gekoppeld aan of binnen de eerste cyclus) en de eerste, tweede en derde cyclus van het kwalificatiekader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs komen overeen met respectievelijk de EKK-niveaus 5 tot en met 8.

 

(22)

Beschikking nr. 2241/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) helpt mensen hun vaardigheden, competenties en kwalificaties beter te presenteren.

 

(23)

De Commissie ontwikkelt momenteel een Europese classificatie van vaardigheden, competenties, kwalificaties en beroepen (ESCO). De classificatie zal op vrijwillige basis worden gebruikt en kan een betere afstemming tussen onderwijs en werk ondersteunen. De gegevens die de lidstaten in het kader van het EKK hebben verzameld, kunnen als input voor deze classificatie dienen.

 

(24)

Informatie over het proces van het relateren van nationale kwalificatiekaders of -systemen aan het EKK en over kwalificaties met een EKK-niveau moet gemakkelijk toegankelijk zijn voor het publiek. Het gebruik van gemeenschappelijke gegevensstructuren en -formaten zou hierbij helpen. Het zou ook de begrijpelijkheid en het gebruik van gepubliceerde informatie over kwalificaties ten goede komen.

 

(25)

Er zou sprake moeten zijn van samenhang, complementariteit en synergieën op nationaal en uniaal niveau tussen de uitvoering van het EKK, de nationale kwalificatiekaders of -systemen en de instrumenten voor transparantie en erkenning van vaardigheden, competenties en kwalificaties, waaronder instrumenten voor kwaliteitsborging, voor het verzamelen en overdragen van studiepunten en in het kader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs ontwikkelde instrumenten voor transparantie en erkenning van vaardigheden, competenties en kwalificaties.

 

(26)

De ontwikkeling van het EKK zou volledig coherent moeten zijn met de bestaande Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding in de context van het strategische kader ET 2020 en toekomstige Europese strategische kaders voor onderwijs en opleiding.

 

(27)

Deze aanbeveling vervangt of definieert geen nationale kwalificatiekaders of -systemen. Het EKK beschrijft geen specifieke kwalificaties, noch individuele competenties; een specifieke kwalificatie moet via de toepasselijke nationale kwalificatiesystemen worden gerelateerd aan het juiste EKK-niveau.

 

(28)

Deze aanbeveling consolideert het EKK als een gemeenschappelijk referentiekader van acht niveaus, uitgedrukt in termen van leerresultaten, dat als een vertaalinstrument dient voor de verschillende kwalificatiekaders of -systemen en de bijbehorende niveaus.

 

(29)

Deze aanbeveling is door het niet-bindende karakter ervan in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel in zoverre zij de activiteiten van de lidstaten ondersteunt en aanvult door nauwere samenwerking tussen hen mogelijk te maken ter verbetering van de transparantie, de vergelijkbaarheid en de overdraagbaarheid van kwalificaties. Zij zou overeenkomstig het nationale recht en de nationale praktijk moeten worden uitgevoerd,

BEVEELT AAN DAT DE LIDSTATEN, REKENING HOUDEND MET DE NATIONALE OMSTANDIGHEDEN:

 
 

1.

Het EKK gebruiken voor het relateren van nationale kwalificatiekaders of -systemen en voor het vergelijken van alle soorten en niveaus van kwalificaties in de Unie die zijn opgenomen in nationale kwalificatiekaders of -systemen, met name door hun kwalificatieniveaus te relateren aan de niveaus van het EKK in bijlage II en met gebruikmaking van de criteria in bijlage III.

 
 

2.

De relatering van de niveaus van de nationale kwalificatiekaders of -systemen aan de niveaus van het EKK in bijlage II, wanneer relevant, opnieuw bezien en actualiseren met gebruikmaking van de criteria in bijlage III, met inachtneming van de nationale context.

 
 

3.

Ervoor zorgen dat de kwalificaties met een EKK-niveau in overeenstemming zijn met de gemeenschappelijke beginselen voor kwaliteitsborging in bijlage IV, onverminderd de nationale kwaliteitsborgingsbeginselen die van toepassing zijn op nationale kwalificaties.

 
 

4.

Indien van toepassing koppelingen bevorderen tussen studiepuntensystemen en nationale kwalificatiekaders of -systemen, rekening houdend met de gemeenschappelijke beginselen voor studiepuntensystemen in bijlage V, onverminderd nationale besluiten om i) gebruik te maken van studiepuntensystemen en ii) ze te relateren aan nationale kwalificatiekaders of -systemen. Deze gemeenschappelijke beginselen zullen niet leiden tot een automatische erkenning van kwalificaties.

 
 

5.

Waar nodig maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat alle nieuwe door de bevoegde autoriteiten afgegeven kwalificatiedocumenten (bv. certificaten, diploma’s, certificaatsupplementen, diplomasupplementen) en/of kwalificatieregisters een duidelijke verwijzing naar het passende EKK-niveau bevatten.

 
 

6.

De resultaten van het inschalingsproces op nationaal en uniaal niveau publiek toegankelijk maken en waar mogelijk ervoor zorgen dat de informatie over kwalificaties en de bijbehorende leerresultaten toegankelijk en openbaar is, met gebruikmaking van de gegevensvelden overeenkomstig bijlage VI.

 
 

7.

Het gebruik van het EKK door sociale partners, arbeidsbureaus, onderwijsaanbieders, kwaliteitsborgingsinstanties en overheidsinstanties aanmoedigen om de vergelijkbaarheid van kwalificaties en de transparantie van de leerresultaten te bevorderen.

 
 

8.

Zorgen voor de voortzetting en de coördinatie van de taken die door de nationale EKK-coördinatiepunten worden uitgevoerd (EKK-NCP’s). De EKK-NCP’s hebben als belangrijkste taken de nationale autoriteiten ondersteunen bij het relateren van nationale kwalificatiekaders of -systemen aan het EKK, en het EKK dichter bij personen en organisaties brengen,

BEVEELT AAN DAT DE COMMISSIE, IN SAMENWERKING MET DE LIDSTATEN EN BELANGHEBBENDEN BINNEN DE EKK-ADVIESGROEP:

 
 

9.

De consistentie bevordert in de verdere uitvoering van het EKK in de verschillende lidstaten door het vergelijken en bespreken van de methoden die worden gebruikt voor het vaststellen van de niveaus van de kwalificaties in de nationale kwalificatiekaders of -systemen, met inachtneming van de nationale context.

 
 

10.

De ontwikkeling ondersteunt van methoden voor de beschrijving, het gebruik en de toepassing van leerresultaten ter verbetering van de transparantie van, het inzicht in en de vergelijkbaarheid van kwalificaties, met inachtneming van de nationale context.

 
 

11.

Ondersteuning biedt bij het opzetten van vrijwillige procedures voor het vaststellen van internationale kwalificaties door middel van nationale kwalificatiekaders of -systemen en informatie-uitwisseling en overleg tussen lidstaten over die procedures om consistentie te waarborgen.

 
 

12.

Richtsnoeren opstelt voor het kenbaar maken van het EKK, met name de wijze waarop EKK-niveaus worden weergegeven op nieuw afgegeven certificaten, diploma’s en supplementen, en/of kwalificatieregisters, overeenkomstig de nationale systemen en voorschriften inzake certificaten en diploma’s.

 
 

13.

De mogelijkheden verkent voor de ontwikkeling en toepassing van criteria en procedures om, in overeenstemming met internationale overeenkomsten, de vergelijking van nationale en regionale kwalificatiekaders van derde landen met het EKK mogelijk te maken.

 
 

14.

Peer learning en uitwisselingen van beste praktijken tussen de lidstaten opzet en waar nodig collegiale advisering („peer counselling”) faciliteert op verzoek van de lidstaten,

BEVEELT AAN DAT DE COMMISSIE:

 
 

15.

Ervoor zorgt dat de uitvoering van deze aanbeveling wordt ondersteund via activiteiten die uit relevante Unieprogramma’s worden gefinancierd.

 
 

16.

Zorgt voor een doeltreffende governance van de EKK-uitvoering door het in stand houden en ten volle ondersteunen van de in 2009 ingestelde EKK-adviesgroep, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten en, in voorkomend geval, van andere deelnemende landen, de sociale partners en andere belanghebbenden. De EKK-adviesgroep zou de algehele coherentie moeten waarborgen en bijdragen tot de transparantie van en het vertrouwen in het proces van relatering van nationale kwalificatiekaders of -systemen aan het EKK.

 
 

17.

Na de vaststelling van deze aanbeveling wanneer nodig verslag uitbrengt over de geboekte voortgang in de context van relevante beleidskaders voor onderwijs, opleiding en werkgelegenheid.

 
 

18.

In samenwerking met de lidstaten en na raadpleging van de betrokken belanghebbenden de naar aanleiding van deze aanbeveling genomen maatregelen beoordeelt en evalueert en uiterlijk in 2022 verslag uitbrengt aan de Raad over de opgedane ervaringen en de gevolgen voor de toekomst, waaronder indien nodig een eventuele evaluatie en herziening van deze aanbeveling.

De aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren wordt ingetrokken.

Gedaan te Brussel, 22 mei 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

  • E. 
    BARTOLO
 

  • (3) 
    Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (PB L 337 van 20.12.2011, blz. 9).
  • (4) 
    Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22).
  • (5) 
    Beschikking nr. 2241/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende een enkel communautair kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 6).
 

BIJLAGE I

Definities

In deze aanbeveling gelden de volgende definities:

 

a)

„kwalificatie”: het formele resultaat van een beoordelings- en validatieproces, dat wordt verworven wanneer een bevoegde autoriteit vaststelt dat de leerprestaties die een persoon heeft bereikt, aan bepaalde eisen beantwoorden;

 

b)

„nationaal kwalificatiesysteem”: alle aspecten van de activiteiten van een lidstaat die verband houden met de erkenning van leren, en andere mechanismen die onderwijs en opleiding aan de arbeidsmarkt en de samenleving verbinden. Het gaat daarbij onder meer om de ontwikkeling en toepassing van institutionele regelingen en processen voor kwaliteitsborging, beoordeling, en de toekenning van kwalificaties. Een nationaal kwalificatiesysteem kan uit verschillende substructuren bestaan en kan een nationaal kwalificatiekader omvatten;

 

c)

„nationaal kwalificatiekader”: een instrument voor de classificatie van kwalificaties volgens een set van criteria voor bepaalde bereikte leerniveaus. Het heeft tot doel nationale kwalificatiesubstructuren te integreren en te coördineren en de transparantie, toegankelijkheid, voortgang en kwaliteit van de kwalificaties met betrekking tot de arbeidsmarkt en de samenleving te verbeteren;

 

d)

„internationale kwalificatie”: een kwalificatie uitgereikt door een wettelijk gevestigde internationale instantie (vereniging, organisatie, sector of onderneming) of door een nationale instantie namens een internationale instantie die in meer dan één land bruikbaar is en die leerresultaten omvat die zijn beoordeeld met verwijzing naar door een internationale instantie vastgestelde normen;

 

e)

„leerresultaten”: verklaringen met betrekking tot wat een lerende kent, begrijpt en kan doen na de voltooiing van een leerproces; zij worden gedefinieerd in termen van kennis, vaardigheden en verantwoordelijkheid en zelfstandigheid;

 

f)

„kennis”: het resultaat van de assimilatie van informatie door leren. Kennis is het geheel van feiten, beginselen, theorieën en praktijken dat verband houdt met een werk- of studiegebied. In het kader van het EKK wordt kennis als theoretische kennis en/of feitenkennis beschreven;

 

g)

„vaardigheden”: het vermogen om kennis toe te passen en knowhow te gebruiken om taken uit te voeren en problemen op te lossen. In het kader van het EKK worden vaardigheden als cognitief (logisch, intuïtief en creatief denken) of praktisch (handigheid en de toepassing van methoden, materialen, hulpmiddelen en instrumenten) beschreven;

 

h)

„verantwoordelijkheid en zelfstandigheid”: het vermogen van de lerende om kennis en vaardigheden zelfstandig en op verantwoordelijke wijze toe te passen;

 

i)

„competentie”: het bewezen vermogen om kennis, vaardigheden en persoonlijke, sociale en/of methodologische capaciteiten te gebruiken bij werk of studie en voor professionele en persoonlijke ontwikkeling;

 

j)

„validatie van niet-formeel en informeel leren”: het proces waarbij een bevoegde autoriteit bevestigt dat een persoon in niet-formele en informele leeromgevingen leerresultaten heeft verworven die aan een relevante norm voldoen. Het proces bestaat uit vier fasen: bepaling — door middel van een gesprek — van de specifieke ervaringen van de persoon; documentatie om diens ervaringen zichtbaar te maken; een formele beoordeling van deze ervaringen; en certificering van de resultaten van de beoordeling, hetgeen kan leiden tot een volledige of gedeeltelijke kwalificatie;

 

k)

„formele erkenning van leerresultaten”: het proces waarbij een bevoegde autoriteit een officiële status toekent aan verworven leerresultaten ten behoeve van verdere studies of werk door middel van i) de uitreiking van kwalificaties (certificaten, diploma’s of titels), ii) de validatie van niet-formeel en informeel leren, iii) de toekenning van gelijkwaardigheid, studiepunten of vrijstellingen;

 

l)

„studiepunt”: bevestiging dat een onderdeel van een kwalificatie, bestaande uit een samenhangend geheel van leerresultaten, door een bevoegde autoriteit volgens een overeengekomen norm is beoordeeld en gevalideerd; wordt toegekend door de bevoegde autoriteiten wanneer de betrokkene de gedefinieerde leerresultaten heeft bereikt, wat wordt gestaafd met adequate beoordelingen, en kan worden uitgedrukt in een kwantitatieve waarde (bijvoorbeeld studiepunten of credits) die een weergave is van de geschatte werkbelasting voor een gemiddeld persoon om de desbetreffende leerresultaten te bereiken;

 

m)

„studiepuntensystemen”: instrument voor meer transparantie bij de erkenning van studiepunten. Deze systemen kunnen onder meer bestaan uit gelijkstellingen, vrijstellingen, eenheden/modules die kunnen worden verzameld en overgedragen, de zelfstandigheid van aanbieders die trajecten kunnen personaliseren, en uit de validatie van niet-formeel en informeel leren;

 

n)

„studiepuntenoverdracht”: het proces waarbij personen die in één context studiepunten hebben verzameld in staat worden gesteld deze in een andere context te laten waarderen en erkennen.

 

BIJLAGE II

Descriptoren die de niveaus in het Europees kwalificatiekader (EKK) definiëren

 

Elk van de acht niveaus wordt gedefinieerd door een reeks descriptoren die aangeven welke leerresultaten relevant zijn voor de kwalificaties op dat niveau in alle systemen van kwalificaties.

 

Kennis

Vaardigheden

Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid

 

In het kader van het EKK wordt kennis als theoretische kennis en/of feitenkennis beschreven.

In het kader van het EKK worden vaardigheden als cognitief (logisch, intuïtief en creatief denken) en praktisch (handigheid en de toepassing van methoden, materialen, hulpmiddelen en instrumenten) beschreven.

In het kader van het EKK wordt verantwoordelijkheid en zelfstandigheid beschreven als het vermogen van de lerende om kennis en vaardigheden zelfstandig en op verantwoordelijke wijze toe te passen.

Niveau 1

De leerresultaten die relevant zijn voor niveau 1 zijn

algemene basiskennis

basisvaardigheden die vereist zijn om eenvoudige taken uit te voeren

werk of studie onder direct toezicht in een gestructureerde context

Niveau 2

De leerresultaten die relevant zijn voor niveau 2 zijn

feitelijke basiskennis van een werk- of studieterrein

cognitieve en praktische basisvaardigheden die vereist zijn om relevante informatie te gebruiken om taken uit te voeren en routineproblemen met behulp van eenvoudige regels en hulpmiddelen op te lossen

werken of studeren onder toezicht met enige zelfstandigheid

Niveau 3

De leerresultaten die relevant zijn voor niveau 3 zijn

kennis van feiten, beginselen, processen en algemene begrippen van een werk- of studiegebied

een waaier van cognitieve en praktische vaardigheden die vereist zijn om taken uit te voeren en problemen op te lossen via de keuze en toepassing van basismethoden, hulpmiddelen, materialen en informatie

verantwoordelijkheid op zich nemen voor de voltooiing van taken op werk- of studiegebied

bij de oplossing van problemen het eigen gedrag aanpassen aan de omstandigheden

Niveau 4

De leerresultaten die relevant zijn voor niveau 4 zijn

feitenkennis en theoretische kennis in brede contexten van een werk- of studiegebied

een waaier van cognitieve en praktische vaardigheden die vereist zijn om in een werk- of studiegebied specifieke problemen op te lossen

zichzelf managen binnen de richtsnoeren van werk- of studiecontexten die gewoonlijk voorspelbaar zijn, maar kunnen veranderen

toezicht uitoefenen op routinewerk van anderen en een zekere mate van verantwoordelijkheid op zich nemen voor de evaluatie en verbetering van werk of studieactiviteiten

Niveau 5 (*1)

De leerresultaten die relevant zijn voor niveau 5 zijn

ruime, gespecialiseerde feiten- en theoretische kennis binnen een werk- of studiegebied en bewustzijn van de grenzen van die kennis

een brede waaier van cognitieve en praktische vaardigheden die vereist zijn om creatieve oplossingen voor abstracte problemen uit te werken

management en toezicht uitoefenen in contexten van werk- of studieactiviteiten waarin zich onvoorspelbare veranderingen voordoen

prestaties van zichzelf en anderen kritisch bekijken en verbeteren

Niveau 6 (*2)

De leerresultaten die relevant zijn voor niveau 6 zijn

gevorderde kennis van een werk- of studiegebied met een kritisch inzicht in theorieën en beginselen

gevorderde vaardigheden, waarbij blijk wordt gegeven van vakmanschap en innovatief vermogen om complexe en onvoorspelbare problemen in een gespecialiseerd werk- of studiegebied op te lossen

managen van complexe technische of beroepsactiviteiten of -projecten; de verantwoordelijkheid op zich nemen om in onvoorspelbare werk- of studiecontexten beslissingen te nemen

de verantwoordelijkheid op zich nemen om de professionele ontwikkeling van personen en groepen te managen

Niveau 7 (*3)

De leerresultaten die relevant zijn voor niveau 7 zijn

bijzonder gespecialiseerde kennis, die ten dele zeer geavanceerd is op een werk- of studiegebied, als basis voor originele ideeën en/of onderzoek

kritisch bewustzijn van kennisproblemen op een vakgebied en op het raakvlak tussen verschillende vakgebieden

voor onderzoek en/of innovatie vereiste gespecialiseerde probleemoplossende vaardigheden om nieuwe kennis en procedures te ontwikkelen en kennis uit verschillende vakgebieden te integreren

managen en transformeren van complexe en onvoorspelbare werk- of studiecontexten die nieuwe strategische benaderingen vereisen

de verantwoordelijkheid op zich nemen om bij te dragen tot professionele kennis en manieren van werken en/of om de strategische prestaties van teams kritisch te bekijken

Niveau 8 (*4)

De leerresultaten die relevant zijn voor niveau 8 zijn

de meest geavanceerde kennis op een werk- of studiegebied en op het raakvlak tussen verschillende vakgebieden

de meest geavanceerde en gespecialiseerde vaardigheden en technieken, met inbegrip van synthese- en evaluatievaardigheden/-technieken, die vereist zijn om kritische problemen in onderzoek en/of innovatie op te lossen en bestaande kennis of professionele manieren van werken uit te breiden en opnieuw te definiëren

blijk geven van een grote mate van autoriteit, innovatie, autonomie, wetenschappelijke en professionele integriteit en aanhoudende betrokkenheid bij de ontwikkeling van baanbrekende ideeën of processen voor werk- of studiecontexten, met inbegrip van onderzoek

Het kwalificatiekader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs bevat descriptoren voor drie cycli, die in het kader van het Bolognaproces zijn overeengekomen door de ministers voor hoger onderwijs tijdens hun bijeenkomst in Bergen in mei 2005. Elke cyclusdescriptor geeft een algemene beschrijving van typische verwachtingen omtrent de resultaten en vermogens die verbonden zijn met de kwalificaties waar die cyclus toe leidt.

 

(*1)  De descriptor voor de korte cyclus, ontwikkeld door het „Joint Quality Initiative” als onderdeel van het Bolognaproces (mogelijk binnen de eerste cyclus of daaraan gekoppeld), komt overeen met de leerresultaten voor EKK-niveau 5.

(*2)  De descriptor voor de eerste cyclus komt overeen met de leerresultaten voor EKK-niveau 6.

(*3)  De descriptor voor de tweede cyclus komt overeen met de leerresultaten voor EKK-niveau 7.

(*4)  De descriptor voor de derde cyclus komt overeen met de leerresultaten voor EKK-niveau 8.

 

BIJLAGE III

Criteria en procedures voor de relatering van nationale kwalificatiekaders of -systemen aan het Europees kwalificatiekader (EKK)

 

1.

De verantwoordelijkheden en/of de rechtsbevoegdheid van alle bij het inschalingsproces betrokken relevante nationale instanties worden door de bevoegde instanties duidelijk bepaald en bekendgemaakt.

 

2.

Er bestaat een duidelijk en aantoonbaar verband tussen de kwalificatieniveaus in de nationale kwalificatiekaders of -systemen en de niveaudescriptoren van het EKK.

 

3.

De nationale kwalificatiekaders of -systemen en de kwalificaties daarvan zijn gebaseerd op het beginsel en de doelstelling van leerresultaten en houden verband met regelingen voor de validatie van niet-formeel en informeel leren en, indien van toepassing, studiepuntensystemen.

 

4.

De procedures voor de opname van kwalificaties in het nationale kwalificatiekader of voor de beschrijving van de plaats van kwalificaties in het nationale kwalificatiesysteem zijn transparant.

 

5.

Het (de) nationale kwaliteitsborgingssyste(e)m(en) voor onderwijs en opleiding verwijst (verwijzen) naar de nationale kwalificatiekaders of -systemen en is (zijn) in overeenstemming met de beginselen voor kwaliteitsborging zoals gespecificeerd in bijlage IV bij deze aanbeveling.

 

6.

Het inschalingsproces omvat de uitdrukkelijke instemming van de relevante kwaliteits-borgingsinstanties dat het inschalingsverslag strookt met de relevante nationale kwaliteits-borgingsregelingen, -bepalingen en -praktijken.

 

7.

Bij het inschalingsproces worden internationale deskundigen betrokken en de inschalings-verslagen bevatten schriftelijke verklaringen van ten minste twee internationale deskundigen uit twee verschillende landen over het inschalingsproces.

 

8.

De bevoegde nationale autoriteit(en) certificeert (certificeren) de relatering van de nationale kwalificatiekaders of -systemen aan het EKK. Eén omvattend verslag over de relatering, voorzien van de nodige onderbouwing, wordt door de bevoegde autoriteiten, waaronder de nationale coördinatiepunten van het EKK, gepubliceerd en behandelt elk van de criteria afzonderlijk. Hetzelfde verslag kan worden gebruikt bij de zelfcertificering voor het kwalificatiekader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs, in overeenstemming met de zelfcertificeringscriteria daarvan.

 

9.

Binnen zes maanden na de relatering of de bijwerking van het inschalingsverslag, publiceren de lidstaten en andere deelnemende landen het inschalingsverslag op het relevante Europese portaal, aangevuld met relevante informatie voor vergelijkingsdoeleinden.

 

10.

In aansluiting op het inschalingsproces zouden alle nieuwe door de bevoegde autoriteiten afgegeven documenten met betrekking tot kwalificaties die deel uitmaken van de nationale kwalificatiekaders of -systemen (bijvoorbeeld certificaten, diploma’s, certificaatsupplementen, diplomasupplementen) en/of kwalificatieregisters, een duidelijke verwijzing moeten bevatten, via de nationale kwalificatiekaders of -systemen, naar het bijbehorende EKK-niveau.

 

BIJLAGE IV

Beginselen voor kwaliteitsborging voor kwalificaties die zijn opgenomen in aan het Europees kwalificatiekader (EKK) gerelateerde nationale kwalificatiekaders of -systemen

Alle kwalificaties met een EKK-niveau zouden aan kwaliteitsborging moeten worden onderworpen om het vertrouwen in de kwaliteit en het niveau ervan te vergroten.

In overeenstemming met de nationale situatie en rekening houdend met sectorale verschillen zou de kwaliteitsborging van kwalificaties met een EKK-niveau moeten (1)  (2):

 

1.

zich richten op het ontwerp van de kwalificaties alsmede de toepassing van de aanpak op basis van leerresultaten;

 

2.

zorgen voor een geldige en betrouwbare beoordeling volgens overeengekomen en transparante, op leerresultaten gebaseerde normen en zich richten op het certificeringsproces;

 

3.

bestaan uit feedbackmechanismen en procedures voor voortdurende verbetering;

 

4.

alle belanghebbenden bij alle stadia van het proces betrekken;

 

5.

bestaan uit samenhangende evaluatiemethoden, die zowel zelfbeoordeling als externe beoordeling omvatten;

 

6.

een integraal deel zijn van het interne beheer, ook bij uitbestede activiteiten, van instanties die kwalificaties met een EKK-niveau afgeven;

 

7.

gebaseerd zijn op duidelijke en meetbare doelstellingen, normen en richtsnoeren;

 

8.

met passende middelen worden ondersteund;

 

9.

een regelmatige evaluatie van de bestaande externe controle-instanties of -agentschappen voor kwaliteitsborging omvatten;

 

10.

voorzien in de elektronische toegankelijkheid van evaluatieresultaten.

 

  • (1) 
    Deze gemeenschappelijke beginselen zijn volledig in overeenstemming met de Europese normen en richtsnoeren inzake kwaliteitsborging in de Europese ruimte voor hoger onderwijs en het Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding (Eqavet).
  • (2) 
    Afhankelijk van de nationale situatie is het mogelijk dat deze beginselen niet van toepassing zijn op algemeen onderwijs.
 

BIJLAGE V

Beginselen voor studiepuntensystemen met betrekking tot aan het Europees kwalificatiekader (EKK) gerelateerde nationale kwalificatiekaders of -systemen (1)

Door de op leerresultaten gebaseerde aanpak te gebruiken, zouden het EKK en de nationale kwalificatiekaders of -systemen personen betere ondersteuning moeten bieden wanneer zij de overstap maken i) tussen verschillende niveaus van onderwijs en opleiding, ii) binnen en tussen sectoren van onderwijs en opleiding, iii) tussen onderwijs en opleiding en de arbeidsmarkt en iv) binnen en over grenzen. Onverminderd nationale besluiten om i) gebruik te maken van studiepuntensystemen en ii) deze te relateren aan nationale kwalificatiekaders of -systemen, zouden, in voorkomend geval, verschillende studiepuntensystemen moeten samenwerken met nationale kwalificatiekaders of -systemen om overgangen te bevorderen en voortgang te stimuleren. Daartoe zouden studiepuntensystemen die gerelateerd zijn aan nationale kwalificatiekaders of -systemen waar passend de volgende beginselen in acht moeten nemen.

 

1.

Studiepuntensystemen zouden flexibele leertrajecten moeten ondersteunen voor individuele lerenden.

 

2.

Bij het ontwerpen en ontwikkelen van kwalificaties zou de aanpak op basis van leerresultaten systematisch moeten worden gebruikt om de overdracht van (onderdelen van) kwalificaties en voortgang in het leren te vergemakkelijken.

 

3.

Studiepuntensystemen zouden de overdracht van leerresultaten en de voortgang van lerenden gemakkelijker moeten maken over institutionele en nationale grenzen heen.

 

4.

Studiepuntensystemen zouden moeten worden ondersteund door een expliciete en transparante kwaliteitsborging.

 

5.

De door een persoon verworven studiepunten zouden moeten worden gedocumenteerd, waarbij de verworven leerresultaten, de naam van de bevoegde instelling die de studiepunten toekent en, waar van toepassing, de daarmee samenhangende waarde van de studiepunten worden vermeld.

 

6.

De systemen voor het overdragen en verzamelen van studiepunten zouden moeten streven naar synergieën met regelingen voor de validatie van eerdere scholing, en samenwerken om de overdracht en voortgang te vergemakkelijken en te bevorderen.

 

7.

Studiepuntensystemen zouden moeten worden ontwikkeld en verbeterd door middel van samenwerking tussen belanghebbenden op het passende nationale en Unieniveau.

 

  • (1) 
    Deze gemeenschappelijke beginselen zijn volledig in overeenstemming met het Europees systeem voor het overdragen en verzamelen van studiepunten (ECTS) en het Europees studiepuntensysteem voor beroepsonderwijs en -opleiding (Ecvet).
 

BIJLAGE VI

Elementen voor gegevensvelden voor de elektronische publicatie van informatie over kwalificaties met een EKK-niveau

 

GEGEVENS

Verplicht/facultatief

Titel van de kwalificatie

Verplicht

Veld (*1)

Verplicht

Land/regio (code)

Verplicht

EKK-niveau

Verplicht

Beschrijving van de kwalificatie (*3)

Hetzij

Kennis

Verplicht

Vaardigheden

Verplicht

Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid

Verplicht

Hetzij

Open tekstveld dat beschrijft wat de lerende moet weten, begrijpen en kunnen

Verplicht

Uitreikende instantie of bevoegde autoriteit (*2)

 

Verplicht

Benodigde studiepunten/theoretische werkbelasting om de leerresultaten te bereiken

 

Facultatief

Interne kwaliteitsborgingsprocessen

 

Facultatief

Externe kwaliteitsborgings-/regelgevingsinstantie

 

Facultatief

Meer informatie over de kwalificatie

 

Facultatief

Bron van informatie

 

Facultatief

Link naar relevante supplementen

 

Facultatief

URL van de kwalificatie

 

Facultatief

Taal van de informatie (code)

 

Facultatief

Toegangseisen

 

Facultatief

Vervaldatum (indien van toepassing)

 

Facultatief

Manieren om de kwalificatie te verwerven

 

Facultatief

Verhouding tot beroepen of beroepscategorieën

 

Facultatief

 

(*1)  ISCED FoET2013.

(*2)  De minimaal vereiste informatie over de uitreikende instantie of de bevoegde autoriteit moet het makkelijker maken om er informatie over te vinden; zij omvat de naam, of in voorkomend geval de naam van de groep van uitreikende instanties of bevoegde autoriteiten, aangevuld met een URL of contactinformatie.

(*3)  Deze beschrijving bestaat uit open tekstvelden, zonder het verplichte gebruik van standaardterminologie en zonder de verplichting voor de lidstaten om de beschrijving in andere talen van de Unie te vertalen.

 

2.

Verwante dossiers

 
 

3.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.