Voorstel van wet - Voorstel van wet van de leden Buurmeijer en Leijnse tot de oprichting en bekostiging van gemeentelijke arbeidspools voor langdurig werklozen

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat er bijzondere aandacht wordt gegeven aan de arbeidsmarktpositie van langdurig werklozen door het lokale bestuur. Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 7

In deze wet en daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder: a. Langdurig werkloze: degene die -ouder dan 21 jaar is en langer dan 2,5 jaar ononderbroken als werkloos werkzoekende staat ingeschreven bij een gewestelijk arbeidsbureau, dan wel -ouder dan 21 jaar is en naar het oordeel van de directeur van het gewestelijk arbeidsbureau heeft kunnen aantonen langer dan 2,5 jaar ononderbroken werkloos werkzoekende te zijn geweest en anders dan via een gewestelijk arbeidsbureau in voldoende mate heeft getracht arbeid te verkrijgen, dan wel -jonger dan 21 jaar is en langer dan één jaar ononderbroken als werkloos werkzoekende staat ingeschreven bij een gewestelijk arbeidsbureau, dan wel -een arbeidsovereenkomst met een gemeentelijke arbeidspool heeft gehad, welke niet langer dan één jaar geleden is beëindigd; b. Verklaring: een document waarin de directeur van het gewestelijk arbeidsbureau verklaart dat een persoon overeenkomstig deze wet langdurig werkloos is; c. Arbeidspool: een door één of meer gemeenten opgerichte stichting die door het in dienst nemen van langdurig werklozen deze in staat stelt arbeid te verrichten bij een overheidsinstelling dan wel een organisatie in de gesubsidieerde en gepremieerde sector; d. Detachering: de tewerkstelling van een werknemer van de arbeidspool bij een overheidsinstelling dan wel een organisatie in de gesubsidieerde en gepremieerde sector op basis van door de arbeidspool te stellen voorwaarden; e. Detacheringsovereenkomst: een schriftelijke overeenkomst tussen de arbeidspool en een overheidsinstelling dan wel een organisatie in de gesubsidieerde en gepremieerde sector waarin de voorwaarden worden geformuleerd die op detachering van toepassing zijn; f. Detacheringsplaats: een arbeidsplaats die op basis van detachering wordt vervuld door een langdurig werkloze; g. Wachttermijn: het tijdvak, ingaande op de dag volgend op de laatste dag van detachering, waarin de arbeidsovereenkomst van kracht blijft met dien verstande dat deze termijn een derde bedraagt van het tijdvak dat ligt tussen indiensttreding bij de arbeidspool en de laatste dag van detachering met een minimum van een maand en een maximum van drie maanden; h. Onze Minister: onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Hoofdstuk II Rijksbijdragesysteem

Artikel 2

  • Aan gemeenten die een arbeidspool stichten overeenkomstig de bepalingen van deze wet kan hiervoor een rijksbijdrage worden verstrekt. 2. Indien gemeenten besluiten gezamenlijk een arbeidspool in te stellen worden daarbij de samenwerkingsgebieden van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen in acht genomen. 3. Bij de stichting van een arbeidspool wordt bepaald wat het werkgebied hiervan is, waarbij de gebiedsindeling van de gewestelijke arbeidsbureaus in acht wordt genomen.

Artikel 3

  • Het Rijk vergoedt aan gemeenten de kosten die verband houden met de oprichting en instandhouding van de arbeidspool, met dien verstande dat: a. de loonkosten van de arbeidspool die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomsten met personen op wie een verklaring van toepassing is, voor 100% worden vergoed, tot een maximum dat gelijk is aan de loonkosten die voortvloeien uit de toepassing van de Wet op het Mini-mumloon-en de Minimumvakantiebijslag; b. de overige kosten van de arbeidspool eensdeels worden vergoed als een basisbedrag dat gerelateerd is aan het aantal binnen het werkgebied van de arbeidspool geregistreerde langdurig werklozen, en andersdeels als een aanvullend bedrag per langdurig werkloze waarmee een arbeidsovereenkomst is afgesloten door een arbeidspool. 2. Onze Minister stelt gehoord de Raad voor de Gemeentefinanciën, regelen met betrekking tot de vergoeding van de kosten, bedoeld in het eerste lid onder b.

Artikel 4

  • Om voor een rijksbijdrage in de bekostiging van een arbeidspool in aanmerking te komen dienen gemeenten jaarlijks daartoe bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een aanvraag in. Onze Minister geeft hieromtrent nadere voorschriften; 2. Ten minste een maand voor de datum waarop deze aanvragen moeten zijn ingediend maakt Onze Minister bekend welk percentage van

het aantal geregistreerde langdurig werklozen binnen het werkgebied van een arbeidspool geldt als maximum voor het aantal door het Rijk te vergoeden arbeidsovereenkomsten in het daarop volgend begrotingsjaar; 3. Voorzover de aanvragen voldoen aan de in deze wet en daarop gebaseerde voorschriften geformuleerde voorwaarden en de begrotingswet voorziet in de daarvoor benodigde middelen, wordt aan de aanvragers met inachtneming van de norm zoals bedoeld in het voorgaande lid een rijksbijdrage beschikbaar gesteld. Onze Minister doet hiervan tijdig mededeling aan de aanvragers; 4.a. Na het eerste halfjaar van een begrotingsjaar kan Onze Minister indien hij kan vaststellen dat een of meer gemeenten aanzienlijk beneden de in dat jaar voor hen geldende norm, zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel, blijven, de voor gemeenten geldende norm in het eerstvolgende jaar lager vaststellen dan de landelijk gemiddelde norm in dat zelfde jaar, gehoord de gemeenten die het aangaat. b. Na het eerste halfjaar van een begrotingsjaar kan Onze Minister voor een of meer gemeenten waar kan worden vastgesteld dat de voor hen geldende norm, zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel, belemmerend werkt, de voor gemeenten geldende norm in het eerstvolgende jaar hoger vaststellen dan de landelijke gemiddelde norm in dat zelfde jaar, gehoord de gemeenten die het aangaat. 5. De bij toepassing van het vorige lid te volgen procedures worden bij algemene maatregel van bestuur nader uitgewerkt.

Artikel 5

  • Onze Minister stelt regelen inzake het declareren van de in het eerste lid van artikel 3 vermelde uitgaven, alsmede inzake het door burgemeester en wethouders verstrekken van nadere gegevens welke op deze uitgaven betrekking hebben, waaronder een verklaring van de deskundige of deskundigen, belast met de krachtens artikel 265bis van de Gemeentewet voorgeschreven controle, omtrent de juistheid van de bedoelde gegevens. 2. Het Rijk kan ten behoeve van de uitgaven, bedoeld in het eerste lid, aan de gemeente voorschotten verstrekken.

Artikel 6

  • Onze Minister kan een vergoeding als bedoeld in artikel 3, eerste lid, geheel of gedeeltelijk weigeren en geheel of gedeeltelijk terugvorderen dan wel verrekenen, indien zij betreft uitgaven welke: a. hetzij met de bepalingen van deze wet of de voor haar uitvoering gestelde regelen in strijd zijn; b. hetzij door burgemeester en wethouders niet op bevredigende wijze zijn verantwoord. 2. Van een besluit van Onze Minister als bedoeld in het vorige lid, staat aan burgemeester en wethouders binnen twee maanden na de dagtekening van het besluit bij Ons beroep open.

Hoofdstuk III Arbeidspool

Artikel 7

  • De gemeente geeft bij verordening nadere voorschriften ten aanzien van de op grond van deze wet tot zijn bemoeiing behorende arbeidspool; 2. Hierin wordt ten minste bepaald a. hoe het bestuur wordt samengesteld, met dien verstande dat hierin ten minste een vertegenwoordiging van werknemers-en werkgeversorganisaties is opgenomen; b. de wijze van bekostiging van de arbeidspool en de daaraan verbonden voorwaarden.

Artikel 8

De arbeidspool heeft onder meer tot taak: a. de verwerving van detacheringsplaatsen voor langdurig werklozen bij de overheid en de gesubsidieerde en gepremieerde sector; b. het motiveren en stimuleren van langdurig werklozen om een arbeidsovereenkomst met de arbeidspool aan te gaan; c. de detachering en begeleiding van personen waarmee een arbeidsovereenkomst is afgesloten.

Artikel 9

De arbeidspool kan een arbeidsovereenkomst met een langdurig werkloze aangaan indien deze bij indiensttreding gedetacheerd kan worden en indien het aantal werknemers waarop de wachttermijn van toepassing is minder dan 5 procent van het totaal aantal werknemers van de arbeidspool bedraagt.

Artikel 10

1 a. In de arbeidsovereenkomst wordt de dienstbetrekking van een langdurig werkloze met de arbeidspool zodanig geregeld dat deze voor bepaalde tijd is, zijnde de duur van de voorziene detachering en de daaraan gerelateerde wachttermijn. b. De arbeidsovereenkomst bij eerste toetreding tot de arbeidspool heeft een minimale duur van 8 maanden. 2. In de arbeidsovereenkomst wordt de beloning zodanig geregeld dat deze bij detachering per uur gelijk is aan het voor de functie waarin gedetacheerde werkzaam zal zijn geldende uurloon, zoals vastgelegd in de ca.o. of anderszins, en in de wachttermijn gelijk is aan het toepasselijk wettelijk minimumloon dat geldt bij volledige werktijd. 3. Als overige arbeidsvoorwaarden gelden gedurende een detachering die welke voorf'loeien uit de van toepassing zijnde detacheringsovereenkomst.

Artikel 11

  • De arbeidspool kan pas een detacheringsovereenkomst aangaan nadat het bestuur heeft vastgesteld dat de daarin opgenomen detacheringsplaats(en) niet leidt (leiden) tot verdringing van arbeidsplaatsen en concurrentievervalsing. 2. Deze detacheringsovereenkomst behoeft de instemming van het Georganiseerd Overleg danwei het medezeggenschapsorgaan van de instelling waarmee deze wordt afgesloten, voorzover een dergelijk orgaan aanwezig is. 3. De procedure zoals geformuleerd in voorgaande leden van dit artikel wordt na twee jaar herhaald indien de detacheringsplaats wordt gecontinueerd.

Artikel 12

De detacheringsovereenkomst regelt ten minste: a. de inhoud van de te vervullen functies en de duur van de periode waarin deze beschikbaar zijn, met dien verstande dat deze tenminste zes maanden bedraagt, b. de voor de detacheringsplaats geldende secundaire arbeidsvoorwaarden, c. het te werken aantal uren per week bij vervulling van de detacheringsplaats conform het bepaalde in artikel 13 en hetgeen wordt overeengekomen op basis van deel d van dit artikel, d. de aard en omvang van de begeleiding, scholing en opleiding, e. de vergoeding door de organisatie waarbij detachering plaatsvindt aan de arbeidspool.

Artikel 13

Een detachering omvat per week zoveel uren als overeenkomt met de uitkomst van de vermenigvuldiging van de voor de functie geldende voltijdse werkweek met het quotiënt van het voltijds wettelijk minimumloon en het voor de functie gebruikelijke voltijdse loon.

Hoofdstuk IV Ontheffingen

Artikel 14

De Wet ter Beschikkingstelling Arbeidskrachten is op de arbeidspool niet van toepassing.

Hoofdstuk V Overige bepalingen

Artikel 15

Onze Minister brengt jaarlijks aan de Staten-Generaal verslag uit over de uitvoering van deze wet.

Artikel 16

  • Vijf jaar nadat deze wet in werking is getreden kunnen nieuwe aanvragen voor bekostiging niet meer worden gehonoreerd. 2. De kosten van de dan nog geldende arbeidsovereenkomsten van de arbeidspools worden daarna nog voor een periode van maximaal twee jaar van Rijkswege vergoed evenals de overige kosten van de arbeidspool conform artikel 12, eerste lid, onder b.

Hoofdstuk VI Slotbepalingen

Deze wet kan worden aangehaald als Wet Gemeentelijke Arbeidspools.

ARTIKEL II

In de Wet op de omzetbelasting 1968 (Stb. 329) wordt de volgende wijziging aangebracht: Aan Tabel I, behorende bij de Wet op de Omzetbelasting 1968, wordt na letter b, 15°, toegevoegd: 16. De diensten van een arbeidspool in de zin van de Wet Gemeentelijke Arbeidspools.

ARTIKEL III

Deze Wet treedt in werking op de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze Wet wordt afgekondigd.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,