Voorstel van wet - Wijziging van de Wet op de Raad van State ter aanpassing aan de Grondwet

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het, naar aanleiding van de algehele grondwetsherziening van 1983, wenselijk is de Wet op de Raad van State aan te passen aan de Grondwet; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de Raad van State (Stb. 1986, 670) wordt gewijzigd als volgt: 1. Inde artikelen 1, 3, eerste lid, tweede volzin, 4, derde en vierde lid, 6, eerste lid, 23, eerste lid, 121, 122 en 123, eerste lid, wordt het woord «leden» vervangen door: staatsraden.

S-BB S-RW

  • In de artikelen 3, eerste lid, eerste volzin, 3a, 8, eerste en tweede lid, en 9 worden de woorden «leden van de Raad» vervangen door: staatsraden. 3. In de artikelen 3a en 10 worden de woorden «het oudste aanwezige lid» vervangen door: de oudste aanwezige staatsraad. 4. In de artikelen 3b, eerste lid, 7 en 65, tweede lid, worden de woorden «lid van de Raad» vervangen door: staatsraad. 5. In artikel 3f worden de woorden «oudste aanwezige lid, naar rang van benoeming, dat niet bij de gedraging betrokken is» vervangen door: oudste aanwezige staatsraad, naar rang van benoeming, die niet bij de gedraging betrokken is. 6. In de artikelen 4, derde lid, en 5 worden de woorden «lid van de Raad van State» vervangen door: staatsraad.

B Artikel 4, vijfde lid, vervalt.

C In artikel 14 worden de woorden «artikel 46 der Grondwet» vervangen door: artikel 38 van de Grondwet.

D Artikel 15 komt te luiden als volgt:

Artikel 15

  • Wij horen de Raad over: a. de voorstellen van wet door Ons aan de Staten-Generaal te doen of door de Staten-generaal aan Ons gedaan; b. de ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur; c. de voorstellen tot goedkeuring van een verdrag of van het voornemen tot opzegging van een verdrag. 2. Wij horen de Raad voorts in de gevallen waarin een wet dit voorschrijft, zomede over alle zaken waaromtrent Wij het nodig oordelen. 3. Wij brengen bij de Raad ter overweging de ontwerpen van door Ons krachtens enige wet te nemen besluiten tot vernietiging. 4. Aan het hoofd van de voorstellen en ontwerpen, bedoeld in het eerste lid, en van de besluiten, bedoeld in het derde lid, wordt vermeld dat de Raad van State daaromtrent is gehoord.

E Na artikel 1 5 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 15a

  • De Tweede Kamer der Staten-Generaal hoort de Raad over de bij haar door een of meer leden aanhangig gemaakte voorstellen van wet, voordat zij deze in behandeling neemt. 2. In de gevallen waarin de Tweede Kamer zulks nodig oordeelt, hoort zij de Raad voorts omtrent de in het eerste lid bedoelde voorstellen, nadat deze in behandeling zijn genomen. 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de Staten-Generaal in verenigde vergadering.

Artikel 15b

Het horen van de Raad kan achterwege blijven over: a. voorstellen van wet tot wijziging van de begroting van het Rijk; b. voorstellen van wet tot goedkeuring van een verdrag of van het voornemen tot opzegging van een verdrag, indien dit verdrag of dit voornemen eerder ter stilzwijgende goedkeuring aan de Staten-Generaal was voorgelegd.

F In artikel 16, eerste lid, worden de woorden «voorstellen aan de Staten-Generaal» vervangen door: voorstellen van wet.

G In artikel 20 worden de woorden «In alle gevallen, waarin de Raad wordt gehoord» vervangen door: In de gevallen, bedoeld in artikel 1 5.

H Na artikel 25a wordt een nieuw artikel 25b ingevoegd, luidende:

Artikel 25b

  • De Tweede Kamer der Staten-Generaal en de Staten-Generaal in verenigde vergadering dragen zorg voor het openbaar maken van de adviezen van de Raad, bedoeld in artikel 15a, eerste en tweede lid, onderscheidenlijk derde lid, alsmede voor een schriftelijke reactie op deze adviezen. 2. Openbaarmaking van de adviezen geschiedt te zamen met openbaarmaking van de schriftelijke reactie. 3. Openbaarmaking blijft achterwege a. in de gevallen, bedoeld in artikel 4 van de Wet openbaarheid van bestuur; b. indien het advies zonder meer instemmend luidt, dan wel uitsluitend opmerkingen van redaktionele aard bevat. 4. De Raad doet in de adviezen voorstellen omtrent de toepassing van de bepalingen van het derde lid.

ARTIKEL II

Indien het horen van de Raad van State over een voorstel van wet tot wijziging van de begroting van het Rijk achterwege blijft, vervallen in het formulier van afkondiging, vastgesteld bij artikel 81 van de Grondwet naar de tekst van 1972, de woorden «de Raad van State gehoord, en».

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken,

De Minister van Justitie,