Artikelen bij COM(2013)892 - Klonen van runder-, schaap-, varken-, geit- en paardensoorten gehouden en gefokt als landbouwhuisdieren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1 - Voorwerp en toepassingsgebied

Bij deze richtlijn worden voorschriften vastgesteld voor:

a) het klonen van dieren in de Unie;

b) het in de handel brengen van kloonembryo's en kloondieren.

Deze richtlijn is van toepassing op runderen, varkens, schapen, geiten en paardachtigen ("de dieren") die voor landbouwdoeleinden worden gehouden en gereproduceerd.

Artikel 2 - Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

a) 'voor landbouwdoeleinden gehouden en gereproduceerde' dieren: dieren die voor de productie van levensmiddelen, wol, huid of pels, of voor andere landbouwdoeleinden, worden gehouden en gereproduceerd. Dieren die uitsluitend voor andere doeleinden, zoals onderzoek, de productie van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, de instandhouding van zeldzame rassen of bedreigde soorten, sport en culturele evenementen, worden gehouden en gereproduceerd, zijn hiervan uitgesloten;

b) 'klonen': ongeslachtelijke reproductie van dieren met een techniek waarbij de kern van een cel van een individueel dier wordt overgebracht in een eicel waaruit de kern is verwijderd, teneinde genetisch identieke individuele embryo's ("kloonembryo's") te creëren, die vervolgens in draagmoederdieren kunnen worden geïmplanteerd om populaties genetisch identieke dieren ("kloondieren") te produceren;

c) 'in de handel brengen': het voor het eerst op de interne markt aanbieden van een dier of product.

Artikel 3 - Voorlopig verbod

De lidstaten verbieden voorlopig:

a) het klonen van dieren;

b) het in de handel brengen van kloondieren en kloonembryo's.

Artikel 4 - Sancties

De lidstaten stellen de regels vast inzake de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de krachtens deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en treffen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op [de omzettingsdatum van deze richtlijn] van die bepalingen in kennis en delen haar eventuele latere wijzigingen onverwijld mede.

Artikel 5 - Rapportage en evaluatie

1. De lidstaten brengen uiterlijk op [datum = 5 jaar na de omzettingsdatum van deze richtlijn] verslag uit aan de Commissie over de ervaringen die zij met de toepassing van deze richtlijn hebben opgedaan.

2. De Commissie brengt verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van deze richtlijn, waarbij zij rekening houdt met:

a) de overeenkomstig lid 1 door de lidstaten ingediende verslagen;

b) de wetenschappelijke en technische vooruitgang, in het bijzonder in verband met de dierenwelzijnsaspecten van klonen;

c) internationale ontwikkelingen.

Artikel 6 - Omzetting

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op [datum = 12 maanden na de omzettingsdatum van deze richtlijn] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 7 - Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 8 - Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.