Artikelen bij COM(2015)650 - Rapport over de bijkomende periode voor het nakomen van de verplichtingen uit hoofde van het Protocol van Kyoto (als vereist op grond van artikel 22 van Verordening 525/2013)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 15.12.2015

COM(2015) 650 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Rapport over de bijkomende periode voor het nakomen van de verplichtingen uit hoofde van het Protocol van Kyoto (als vereist op grond van artikel 22 van Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende een bewakings- en rapportagesysteem voor de uitstoot van broeikasgassen en een rapportagemechanisme voor overige informatie op nationaal niveau en op het niveau van de Unie met betrekking tot klimaatverandering, en tot intrekking van Beschikking nr. 280/2004/EG en Besluit 13/CMP.1 van de Conferentie van de Partijen waarin de partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen)

{SWD(2015) 288 final}


Rapport over de bijkomende periode voor het nakomen van de verplichtingen uit hoofde van het Protocol van Kyoto

Dit rapport en de begeleidende documenten voor de diensten van de Commissie vormen het rapport van de Unie over de bijkomende periode voor het nakomen van de verplichtingen uit hoofde van artikel 3, lid 1, van het Protocol van Kyoto voor de eerste verbintenisperiode van het Protocol van Kyoto, als vereist op grond van artikel 22 van Verordening (EU) nr. 525/2013 1 en in overeenstemming met Besluit 13/CMP.1 van de Conferentie van de Partijen waarin de partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen. Zij zullen aan het UNFCCC worden toegezonden.

De informatie in dit rapport zal de beoordeling van de naleving door de Unie van haar verplichtingen uit hoofde van artikel 3, lid 1, van het Protocol van Kyoto voor de eerste verbintenisperiode mogelijk maken. Deze beoordeling zal gebaseerd zijn op de vergelijking tussen de hoeveelheid voor de eerste verbintenisperiode geldende eenheden die op het einde van de bijkomende periode voor het nakomen van de verplichtingen zijn afgeboekt en de gezamenlijke emissies voor de eerste verbintenisperiode.


Afboeking van Kyoto-eenheden

Het Protocol van Kyoto werd op 31 mei 2002 door de Europese Unie (EU), toentertijd de Europese Gemeenschap, en haar lidstaten geratificeerd. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van het Protocol komen de EU en haar lidstaten gezamenlijk hun verplichtingen na uit hoofde van artikel 3, lid 1, van het Protocol. Ten tijde van de ratificatie waren de volgende 15 landen lidstaten: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Dit waren ook de 15 lidstaten toen het Protocol in december 1997 werd aangenomen. Overeenkomstig artikel 4, lid 4, van het Protocol van Kyoto heeft de toetreding van 13 lidstaten nadat het Protocol werd aangenomen de verplichtingen van de eerste verbintenisperiode niet beïnvloed.

De hoeveelheid voor de EU afgeboekte eenheden wordt berekend als de som van de hoeveelheid eenheden die in de registers voor de afboekingsrekeningen van de 15 lidstaten is opgenomen. De totale hoeveelheid voor de EU afgeboekte eenheden op het einde van de bijkomende periode voor het nakomen van de verplichtingen uit hoofde van artikel 3, lid 1, voor de eerste verbintenisperiode van het Protocol van Kyoto bedraagt 18 843 518 768. De tabel hieronder bevat de gedetailleerde informatie voor elk van de 15 lidstaten.

Totale hoeveelheid eenheden in de afboekingsrekeningen
Oostenrijk414 658 054
België626 316 229
Denemarken297 984 143
Finland338 353 531
Frankrijk2 538 856 531
Duitsland4 706 574 671
Griekenland598 504 091
Ierland308 508 846
Italië2 479 638 840
Luxemburg60 116 132
Nederland997 119 267
Portugal362 098 075
Spanje1 791 980 049
Zweden305 573 749
Verenigd Koninkrijk3 017 236 560


Overboeking van Kyoto-eenheden

De totale hoeveelheid toegewezen eenheden in de tegoedrekeningen in het EU-register waarvoor de EU om overboeking van de eerste naar de tweede verbintenisperiode van het Protocol van Kyoto heeft verzocht, bedraagt 2 124 109 368.

De totale hoeveelheid eenheden in de tegoedrekeningen van de lidstaten waarvoor de lidstaten om overboeking hebben verzocht, zullen worden vermeld in de rapporten van de lidstaten over de aanvullende periode voor het nakomen van de verplichtingen uit hoofde van het Protocol van Kyoto.


(1)

 Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende een bewakings- en rapportagesysteem voor de uitstoot van broeikasgassen en een rapportagemechanisme voor overige informatie op nationaal niveau en op het niveau van de Unie met betrekking tot klimaatverandering, en tot intrekking van Beschikking nr. 280/2004/EG (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 13-40).