Artikelen bij COM(2018)321 - Een moderne begroting voor een Unie die ons beschermt, sterker maakt, en verdedigt - Het meerjarig financieel kader 2021-2027 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2018)321 - Een moderne begroting voor een Unie die ons beschermt, sterker maakt, en verdedigt - Het meerjarig financieel kader ... |
---|---|
document | COM(2018)321 |
datum | 2 mei 2018 |
Brussel, 2.5.2018
COM(2018) 321 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Een moderne begroting voor een Unie die ons beschermt, sterker maakt, en verdedigt
Het meerjarig financieel kader 2021-2027
{SWD(2018) 171 final}
1.EEN NIEUWE, MODERNE BEGROTING VOOR DE UNIE VAN 27
Iedere zeven jaar neemt de Europese Unie een besluit over haar toekomstige begroting op de lange termijn: het meerjarig financieel kader. De volgende begroting, die op 1 januari 2021 in zal gaan, zal de eerste zijn voor de Europese Unie van 27 lidstaten.
Dit is een cruciaal moment voor onze Unie. Het is een kans voor de lidstaten en de Europese instellingen om zich achter een duidelijke visie op de toekomst van Europa te scharen. Het is tijd om ondubbelzinnig aan te tonen dat de Unie haar woorden omzet in daden om onze gemeenschappelijke visie te realiseren. Een moderne, gerichte EU-begroting helpt ons om de positieve agenda uit te voeren die voorzitter Jean-Claude Juncker op 14 september 2016 in zijn staat van de Unie voor het Europees Parlement heeft voorgesteld 1 en waarover op 16 september 2016 overeenstemming is bereikt door de leiders van de 27 lidstaten in Bratislava, net als in de verklaring van Rome van 25 maart 2017. Een moderne, gerichte EU-begroting kan de EU groot maken in grote zaken, en klein in kleine zaken, zoals overeengekomen in Rome.
De onderhandelingen over het volgende meerjarig financieel kader vinden plaats op een moment dat er niet alleen sprake is van een nieuwe dynamiek voor de Unie, maar ook van grote uitdagingen. De EU heeft in de nasleep van de financiële en economische crisis met de nodige daadkracht de grondslag gelegd voor een duurzaam herstel. De economie groeit en zorgt voor meer werkgelegenheid. Meer en meer streeft de EU naar efficiëntie en concrete resultaten die er in het dagelijks leven van burgers echt toe doen, en dan ook voor alle burgers in alle lidstaten van de Unie. De oproep van voorzitter Juncker om verdeeldheid te overwinnen en de Unie meer verenigd, sterker en democratischer te maken 2 , moet dus ook tot uiting komen in de opzet van de nieuwe begroting.
De keuzes die de komende maanden worden gemaakt, zullen decennialang de vorm van de Unie bepalen. Er staat veel op het spel. De technologische en demografische ontwikkelingen zorgen voor economische en maatschappelijke veranderingen. De klimaatverandering en de grondstoffenschaarste dwingen ons om na te denken over een duurzame manier van leven. De werkloosheid, vooral onder jongeren, blijft hoog in grote delen van Europa. Nieuwe veiligheidsdreigingen vragen om nieuwe antwoorden. De vluchtelingencrisis, veroorzaakt door de oorlog en terreur in de buurlanden van Europa, heeft de noodzaak aangetoond de capaciteit op te schroeven om de migratiedruk te beheren en de achterliggende oorzaken ervan aan te pakken. De geopolitieke instabiliteit neemt toe en de waarden en democratische beginselen waarop onze Unie is gegrondvest, worden op de proef gesteld.
De voorstellen voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 die de Commissie vandaag presenteert, leveren een bijdrage aan het antwoord op deze kansen en uitdagingen. Zij zijn het resultaat van een open en inclusieve discussie. De Commissie heeft in haar mededeling van 14 februari 2018 opties voor de toekomstige EU-begroting uiteengezet 3 . Zij heeft daarbij zorgvuldig naar het Europees Parlement 4 , de lidstaten, de nationale parlementen, de begunstigden van EU-financiering en naar andere belanghebbenden geluisterd. Openbare raadplegingen eerder dit jaar leverden meer dan 11 000 reacties op.
De Commissie stelt nu een nieuwe, moderne langetermijnbegroting voor, die duidelijk is afgestemd op de politieke prioriteiten van de Unie van 27 landen. Het voorstel combineert nieuwe instrumenten met bestaande, gemoderniseerde programma's om resultaat te boeken op de gebieden die voor de EU prioritair zijn, en om een antwoord te bieden op nieuwe uitdagingen. In de voorstellen wordt tevens aangetoond hoe de financiering van de begroting kan worden vereenvoudigd en hervormd, zodat de band met de politieke prioriteiten sterker wordt. Deze voorstellen zijn zo opgezet dat zij sterk bijdragen tot een welvarend, veilig en samenhangend Europa, met name door te zorgen dat de EU zich concentreert op die gebieden waar ze de grootste resultaten kan boeken.
De Commissie stelt voor elk gebied het financieringsniveau voor dat nodig zal zijn om onze gezamenlijke ambities waar te kunnen maken. De wetgevingsvoorstellen voor de toekomstige afzonderlijke financiële programma's volgen in de komende weken.
In de voorstellen wordt tevens een realistisch en evenwichtig antwoord gegeven op de budgettaire gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk. Het vertrek van een lidstaat die in belangrijke mate bijdraagt aan de EU-begroting, zal financiële gevolgen hebben waar we in het toekomstige financieel kader rekening mee moeten houden. Alle lidstaten zullen op een eerlijke en evenwichtige manier een extra bijdrage moeten leveren om ervoor te zorgen dat het niveau van de ondersteuning gelijke tred houdt met onze ambities op alle prioritaire gebieden. Tegelijkertijd moet alles op alles worden gezet om de EU-begroting efficiënter te maken. De Commissie doet een voorstel voor besparingen op een aantal van de belangrijkste uitgaventerreinen en voor hervormingen door de hele begroting heen, om de begroting beter te stroomlijnen en alles uit elke euro te halen.
Europa bevindt zich middenin het grootste debat over de eigen toekomst voor een hele generatie. De aftrap van het debat werd gegeven door het witboek van de Commissie over de toekomst van Europa dat op 1 maart 2017 is gepubliceerd 5 , en het debat zal zijn hoogtepunt bereiken tijdens een informele bijeenkomst van de leiders in Sibiu, Roemenië, op 9 mei 2019. In de weken voordat de Europeanen naar de stembus gaan, zal dát het moment zijn voor de leiders van de 27 lidstaten en voor het Europees Parlement om zich sterk te maken voor het Europa waar zij voor staan, en om de Unie met de middelen te voorzien om dat Europa ook daadwerkelijk te realiseren. Als er tegen die tijd cruciale vooruitgang is bereikt over de toekomstige begroting op de lange termijn, zal dit een besluitvaardig en vastberaden signaal zijn om gezamenlijk stappen voorwaarts te zetten.
Het jaar 2019 zal een nieuwe start zijn voor onze Unie van 27 lidstaten. Wij moeten er klaar voor zijn. Er is niet veel tijd maar we moeten het nieuwe kader rond krijgen en de programma's klaar hebben om onmiddellijk resultaat te boeken voor de burgers en bedrijven van de EU. De nieuwe EU-begroting zal eenvoudiger, flexibeler en doelgerichter zijn, en gebaseerd zijn op de beginselen van welvaart, duurzaamheid 6 , solidariteit en veiligheid. Het zal een begroting zijn voor een Europese Unie die ons beschermt, sterker maakt, en verdedigt, die verbindt in plaats van verdeelt en die billijk is voor alle lidstaten. Kortom: een begroting voor de toekomst van Europa. Laten we er meteen werk van maken.
2.MODERNISERING VAN DE EU-BEGROTING
De EU-begroting is al lange tijd een belangrijke bron van groeibevorderende investeringen voor heel Europa. Zelfs in tijden van crisis heeft de EU daarmee de groei en werkgelegenheid kunnen bevorderen en de innovatie en economische hervormingen op de lange termijn kunnen stimuleren. De oprichting van het Europees Fonds voor strategische investeringen (het 'Juncker-fonds') is een goed voorbeeld van de manier waarop de EU-begroting op cruciale momenten zorgt voor de o zo noodzakelijke stimulans voor het economische herstel van Europa. De EU-begroting was ook van doorslaggevend belang voor de aanpak van talloze grote uitdagingen, van grootschalige migratiestromen tot veiligheidsdreigingen en klimaatverandering.
Recent is echter gebleken dat het huidige kader een aantal zwakke punten kent. Ondanks enkele verbeteringen is de EU-begroting nog niet flexibel genoeg. Door dat gebrek aan flexibiliteit kan Europa niet snel en doeltreffend genoeg reageren in een snel veranderende wereld. Ingewikkelde en uiteenlopende regels maken het moeilijker om toegang tot EU-financiering te krijgen, en ze leiden de aandacht af van wat echt telt: concrete resultaten. De middelen zijn over teveel programma's en instrumenten verspreid, zowel binnen als buiten de begroting. Er kan meer worden gedaan om de twee grootste uitgavenposten in de begroting (het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het cohesiebeleid) te moderniseren en te vereenvoudigen. Om te komen tot een Unie die ons beschermt, sterker maakt en verdedigt, zijn voor veel nieuwe prioriteiten speciale, op maat gemaakte instrumenten nodig om onze ambities waar te maken.
De belangrijkste boodschap van de uitgebreide raadplegingen van de Commissie is luid en duidelijk overgekomen: een meer verenigd, sterker en democratischer Europa heeft een nieuwe, moderne begroting nodig, en we moeten met een frisse nagaan hoe die begroting voor mensen in de hele Unie voor resultaat kan zorgen. Dankzij een grondige toetsing van de uitgaven 7 door de Commissie is mede duidelijk geworden wat in het verleden goed heeft gewerkt en wat in de volgende begroting behouden zou moeten blijven. De toetsing wees echter ook uit op welke gebieden hervormingen nodig zijn om het volledige potentieel van de EU-begroting te ontsluiten. Op basis van deze beoordeling stelt de Commissie een modern kader en een reeks nieuwe en verbeterde programma’s voor die door de hieronder beschreven beginselen zijn gevormd.
·Meer nadruk op de Europese toegevoegde waarde. De EU-begroting is bescheiden in vergelijking met de omvang van de Europese economie en nationale begrotingen. Mede daarom is het cruciaal dat de begroting daar wordt ingezet waar de Unie daadwerkelijk een 'Europese toegevoegde waarde' kan bieden, bovenop de overheidsuitgaven op nationaal niveau. Het bundelen van middelen kan resultaten opleveren die de lidstaten niet op eigen houtje kunnen realiseren 8 . Voorbeelden hiervan zijn de baanbrekende onderzoeksprojecten waarin de beste onderzoekers uit heel Europa samenwerken, en de stimulansen voor jongeren en kleine bedrijven om de kansen van de eengemaakte markt en de digitale economie te grijpen. Nog zo'n gebied waarop het bundelen van de middelen zijn vruchten afwerpt, is het aanjagen van strategisch belangrijke investeringen. Deze investeringen vormen de sleutel voor de toekomstige welvaart van Europa en de leidende rol van Europa als het gaat om de mondiale doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling. Hetzelfde kan gezegd worden als het gaat om toerusting van de Unie om haar burgers te beschermen, in een wereld die snel verandert en waar veel prangende kwesties grensoverschrijdend zijn.
·Een gestroomlijndere en transparantere begroting. De Commissie stelt een coherenter, gerichter en transparanter kader voor. De structuur van de begroting wordt eenvoudiger en zal nauwer aansluiten bij de prioriteiten. Zo stelt de Commissie voor om het aantal programma's met meer dan een derde terug te brengen, bijvoorbeeld door versnipperde financieringsbronnen onder te brengen in nieuwe geïntegreerde programma's en het gebruik van financieringsinstrumenten radicaal te stroomlijnen.
·Minder administratieve rompslomp voor begunstigden. De Commissie stelt voor de regelgeving coherenter te maken door één pakket aan regels te creëren 9 . Dit zal de administratieve lasten voor begunstigden en beheersautoriteiten drastisch verminderen, de deelname aan EU-programma's vergemakkelijken en de uitvoering ervan versnellen. De verschillende programma's en instrumenten zullen zo ook beter kunnen samenwerken om het effect van de EU-begroting een impuls te geven. De Commissie zal daarnaast voorstellen de staatssteunregels te vereenvoudigen en te stroomlijnen, om instrumenten uit de EU-begroting zo gemakkelijker met nationale financiering te verbinden.
·Een flexibeler, slagvaardiger begroting. In een onstabiel geopolitiek klimaat moet Europa snel en doeltreffend op onvoorziene situaties kunnen reageren. De Commissie stelt voor op bestaande mechanismen voort te bouwen om de begroting slagvaardiger te maken. Dit omvat meer flexibiliteit tussen en binnen programma's, krachtiger middelen voor crisisbeheer, en een nieuwe EU-reserve om onvoorziene gebeurtenissen te kunnen opvangen en te kunnen reageren in noodsituaties op het gebied van veiligheid en migratie.
·Een begroting die iets gedaan weet te krijgen. De EU-begroting is alleen een succes als er tastbare resultaten mee kunnen worden behaald. De Commissie stelt voor de aandacht meer te richten op de resultaten in alle programma's, bijvoorbeeld door duidelijkere doelen te stellen en de focus te verleggen naar een geringer aantal prestatie-indicatoren dat echter wel van hogere kwaliteit is. Op die manier is het makkelijker om de resultaten te monitoren en te meten, en om bij te sturen waar nodig.
De blauwdruk van de toekomstige programma's is één ding: de echte test is of de programma's ook concrete resultaten opleveren. Een efficiënte en doeltreffende uitvoering van de volgende generatie programma's heeft daarom hoge prioriteit. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid van de Commissie, de lidstaten, de regionale overheden en eenieder die betrokken is bij het beheer van de EU-begroting.
Daarnaast is het cruciaal om de band tussen de EU-begroting en de eerbiediging van de rechtsstaat te versterken. De EU is als gemeenschap gebaseerd op de rechtsstaat. Dit houdt in dat onafhankelijke rechters op nationaal en EU-niveau moeten controleren of onze gezamenlijk overeengekomen regels en verordeningen worden nageleefd en uitgevoerd in alle lidstaten. Eerbiediging van de rechtsstaat is een essentiële voorwaarde voor goed financieel beheer en doeltreffende EU-financiering. De Commissie stelt daarom een nieuw mechanisme voor om de EU-begroting te beschermen tegen financiële risico's door algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat.
DE EU-BEGROTING EN DE RECHTSSTAAT
Op grond van de huidige regels moeten alle lidstaten en begunstigden aantonen dat het regelgevingskader voor financieel beheer solide is, dat de relevante EU-regels correct worden nageleefd en dat de nodige administratieve en institutionele capaciteit voorhanden is. Het huidige meerjarig financieel kader bevat daarnaast bepalingen om te garanderen dat de doeltreffendheid van de EU-financiering niet wordt ondermijnd door een ongezond economisch en begrotingsbeleid.
De Commissie stelt nu voor de EU-begroting beter te beschermen tegen financiële risico's die samenhangen met algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten. Als zulke tekortkomingen het goed financieel beheer of de financiële belangen van de EU schaden of dreigen te schaden, moet de betrokken lidstaat dat voelen in de EU-financiering. Elke maatregel in het kader van deze nieuwe procedure moet in verhouding staan tot de aard, ernst en omvang van de algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat. Onder alle omstandigheden moet de betrokken lidstaat zijn verplichtingen ten aanzien van de eindbegunstigden blijven nakomen.
Een eventueel besluit of een algemene tekortkoming op het gebied van de rechtsstaat negatief uitpakt voor de financiële belangen van de EU, moet op voorstel van de Commissie door de Raad met omgekeerde gekwalificeerde meerderheid worden vastgesteld. 10 . Hierbij zal rekening worden gehouden met relevante informatie zoals de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie, verslagen van de Europese Rekenkamer en conclusies van relevante internationale organisaties. De betreffende lidstaat zal de mogelijkheid krijgen argumenten naar voren te brengen voordat een besluit wordt genomen.
3.EEN BEGROTING VOOR DE PRIORITEITEN VAN EUROPA
De toekomstige begroting op de lange termijn zal een begroting voor de prioriteiten van de Unie zijn. Dankzij de voorstellen van de Commissie zullen de structuur en de programma's van de EU-begroting volledig overeenkomen met de positieve agenda van de Unie na 2020, zoals in Bratislava en Rome is overeengekomen. De nieuwe opzet van het toekomstige meerjarig financieel kader zal transparanter zijn over de vraag waarvoor de EU-begroting dient en wat de bijdrage is van de verschillende onderdelen van de begroting. Met de nieuwe opzet wordt ook de nodige flexibiliteit geboden om in te spelen op veranderende behoeften.
De programma's worden gekoppeld aan de belangrijkste uitgavenprioriteiten, die overeenkomen met de rubrieken op de formele begrotingsstructuur. Binnen elke prioriteit zullen programma's worden gegroepeerd in beleidsclusters, wat tot uiting zal komen in de titels van de jaarlijkse begroting. Dit moet meer duidelijkheid geven over de bijdrage van deze programma's aan de beleidsdoelstellingen.
In de praktijk vertelt de structuur van de begroting maar een deel van het verhaal. Veel prioriteiten van de EU zijn complex en veelzijdig. Het is ondoenlijk om elk aspect met één programma aan te pakken. Volgens de voorstellen van de Commissie worden bij gezamenlijke investeringen van verschillende programma's overkoepelende prioriteiten aangepakt, zoals de digitale economie, duurzaamheid, veiligheid, migratie, menselijk kapitaal en vaardigheden en steun voor kleine bedrijven en innovatie. De Commissie stelt voor zulke interacties in het nieuwe kader eenvoudiger te maken en zo een meer samenhangend antwoord te bieden op de uitdagingen waar Europa voor staat. Hieronder worden de belangrijkste hervormingen en programma's per uitgavenprioriteit beschreven.
Meer uitleg over doelstellingen, opzet en Europese toegevoegde waarde per programma vindt u in de bijlage bij deze mededeling.
Het nieuwe meerjarig financieel kader 2021-2027:
Een moderne begroting voor een Unie die ons beschermt, sterker maakt, en verdedigt
I. EENGEMAAKTE MARKT, INNOVATIE EN DIGITAAL BELEID
1 Onderzoek en innovatie
·Horizon Europa
·Euratom-programma voor onderzoek en opleiding
·Internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER)
2 Strategische Europese infrastructuur
·InvestEU-fonds
·Connecting Europe Facility
·Digitaal Europa-programma (incl. cyberveiligheid)
3 Eengemaakte markt
·Programma voor de eengemaakte markt (incl. concurrentievermogen voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen (Cosme), voedselveiligheid, statistiek, mededinging en administratieve samenwerking)
·EU-fraudebestrijdingsprogramma
·Samenwerking op fiscaal gebied (Fiscalis)
·Samenwerking op douanegebied (Douane)
4 Ruimtevaart
·Europees ruimtevaartprogramma
II Cohesie en waarden
5 Regionale ontwikkeling en cohesie
·Europees Fonds voor regionale ontwikkeling
·Cohesiefonds
·Steun voor de Turks-Cypriotische gemeenschap
6 Economische en monetaire unie
·Steunprogramma voor hervormingen, incl. het hervormingsinstrument en de convergentiefaciliteit
·Bescherming van de euro tegen valsemunterij
7 Investeren in mensen, sociale cohesie en waarden
·Europees Sociaal Fonds+ (incl. integratie van migranten en gezondheid)
·Erasmus+
·Europees Solidariteitskorps
·Justitie, rechten en waarden
·Creatief Europa (incl. MEDIA)
III. NATUURLIJKE HULPBRONNEN EN MILIEU
8 Landbouw- en maritiem beleid
·Europees Landbouw- en Garantiefonds
·Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling
·Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij
9 Milieu en klimaatactie
·Programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE)
IV. MIGRATIE EN GRENSBEHEER
10 Migratie
·Fonds voor asiel en migratie
11 Grensbeheer
·Fonds voor geïntegreerd grensbeheer
V. VEILIGHEID EN DEFENSIE
12 Veiligheid
·Fonds voor interne veiligheid
·Ontmanteling van nucleaire installaties (Litouwen)
·Ontmanteling en veiligheid van nucleaire installaties (incl. Bulgarije en Slowakije)
13 Defensie
·Europees Defensiefonds
·Connecting Europe Facility - militaire mobiliteit
14 Crisisrespons
·Mechanisme voor civiele bescherming van de Unie (rescEU)
VI. NABUURSCHAP EN
INTERNATIONAAL BELEID
15 Externe actie*
·Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (incl. externe aspecten van migratie)
·Humanitaire hulp
·Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid
·Landen en gebieden overzee (met inbegrip van Groenland)
16 Pretoetredingssteun
·Pretoetredingssteun
VII. EUROPEES OPENBAAR BESTUUR
17 Europees openbaar bestuur
·Administratieve uitgaven, pensioenen en Europese scholen
Instrumenten boven de plafonds van het meerjarig financieel kader
·Reserve voor noodhulp
·Solidariteitsfonds van de EU
·Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering
·Flexibiliteitsinstrument
·Europese stabilisatiefunctie voor investeringen
* De Europese vredesfaciliteit is een niet-budgettair fonds dat buiten het meerjarig financieel kader valt.
I. EENGEMAAKTE MARKT, INNOVATIE EN DIGITAAL BELEID
Investeren in:
·Onderzoek en innovatie
·Belangrijke strategische infrastructuur
·Versterking van de eengemaakte markt
·Strategische ruimtevaartprojecten
De toekomstige welvaart van Europa hangt af van onze investeringsbeslissingen vandaag. De EU-begroting is al lang een vitale bron van investeringen in heel Europa. Door nu nog meer te investeren in o.a. onderzoek, strategische infrastructuur, digitale transformatie en de eengemaakte markt, kunnen we zorgen voor groei en oplossingen voor gemeenschappelijke uitdagingen zoals een koolstofarme economie en de demografische veranderingen.
Dankzij het nieuwe onderzoeksprogramma Horizon Europa blijft Europa bij de wereldtop op het gebied van onderzoek en innovatie. Zoals de groep op hoog niveau onder Pascal Lamy 11 aangaf in haar verslag, kan de EU door investeringen in onderzoek blijven concurreren met andere ontwikkelde en groeiende economieën, de welvaart voor haar burgers op peil houden en haar unieke sociale model beschermen. Voortbouwend op het succes van Horizon 2020, blijft het nieuwe programma uitmuntend onderzoek bevorderen en zal het nog meer nadruk leggen op innovatie, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van prototypes, en de uitwisseling van immateriële activa, kennis en technologie. Er komt een Europese Innovatieraad die gaat optreden als centraal steunpunt voor disruptieve innovatoren met veel potentieel, om van Europa een koploper in marktcreërende innovatie te maken.
Nu het Europees Fonds voor strategische investeringen met succes overal in Europa als katalysator voor particuliere investeringen fungeert, wil de Commissie een nieuw, volledig geïntegreerd investeringsfonds oprichten onder de naam InvestEU. Op die manier kunnen met een relatief beperkt budget aan overheidsgeld aanzienlijke bedragen van particuliere investeerders worden gemobiliseerd voor de nodige kapitaalinjecties. Met de Europese Investeringsbankgroep als belangrijkste uitvoerende partner en de inzet van andere partijen zoals nationale stimuleringsbanken kan InvestEU alle centraal beheerde financieringsinstrumenten in de EU bundelen in een enkele gestroomlijnde structuur. Deze nieuwe aanpak moet overlappingen voorkomen, financiering toegankelijker maken en de administratieve lasten verminderen. Met een bijdrage uit de EU-begroting van 15,2 miljard EUR 12 kan InvestEU in heel Europa naar verwachting meer dan 650 miljard EUR aan extra investeringen mobiliseren.
Internationale infrastructuur vormt de ruggengraat van de eengemaakte markt waardoor goederen, diensten, bedrijven en burgers zich vrij binnen de EU kunnen verplaatsen. Met de hervormde financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen Connecting Europe Facility, blijft de EU investeren in trans-Europese vervoers-, energie- en digitale netwerken. Het toekomstige programma zal de synergieën tussen die drie soorten infrastructuur nog beter benutten, bijvoorbeeld door infrastructuur voor alternatieve brandstoffen of duurzame, slimme netwerken te bouwen als fundament voor de digitale eengemaakte markt en de energie-unie. De aanpak in de huidige programmaperiode levert resultaat op, en daarom stelt de Commissie voor een deel van het geld voor het Cohesiefonds (11,3 miljard EUR) over te dragen naar de Connecting Europe Facility voor vervoersprojecten met een grote Europese toegevoegde waarde.
Om de bestaande kloof in digitale investeringen te dichten, stelt de Commissie voor om een nieuw Digitaal Europa-programma op te richten dat de digitale transformatie van de Europese samenleving en economie moet vormgeven en ondersteunen. Technologische veranderingen en de digitalisering veranderen onze bedrijven, maatschappijen, banen en loopbanen, maar ook ons onderwijs en onze sociale zekerheid. Door op baanbrekende gebieden zoals kunstmatige intelligentie, supercomputers, cyberveiligheid en digitalisering van de industrie strategische projecten te steunen en door te investeren in digitale vaardigheden helpt het nieuwe programma mee aan de voltooiing van de digitale eengemaakte markt, een belangrijke prioriteit van de EU. De Commissie stelt dan ook voor om in het volgende financiële kader in totaal 64 % meer middelen uit te trekken voor onderzoek, innovatie en digitale investeringen in rechtstreeks beheer. Deze investeringen zullen worden aangevuld met onderzoeks-, innovatie- en digitaliseringsprojecten met steun van de Europese structuur- en investeringsfondsen.
Investeren in de toekomst
In miljard EUR in lopende prijzen
NB: Ten opzichte van het meerjarig financieel kader 2014-2020 voor de EU-27 (raming)
Bron: Europese Commissie
Een volledig geïntegreerd ruimtevaartprogramma zal al onze activiteiten op dit strategisch zeer belangrijke gebied bundelen. Het vormt een coherent kader voor toekomstige investeringen met meer zichtbaarheid en meer flexibiliteit. Door de efficiëntie te verbeteren zal het helpen om nieuwe, door de ruimtevaart gestuurde diensten uit te rollen die uiteindelijk alle EU-burgers ten goede komen. De EU-begroting blijft namens Europa ook een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER) om te komen tot een levensvatbare bron van veilige en milieuvriendelijke energie voor de toekomst.
De Commissie is ook voorstander van een nieuw speciaal programma voor een nog vlottere werking van de eengemaakte markt, Europa's grootste troef om te blijven groeien op de geglobaliseerde markten. Bovendien wil de Commissie bijdragen aan de ontwikkeling van een kapitaalmarktenunie. Voortbouwend op het succes van het huidige programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) stelt de Commissie voor om meer steun te geven aan kleine bedrijven, de motor van onze economie, zodat die kunnen groeien en ook in andere landen actief kunnen worden. Het nieuwe programma zal ondernemers en consumenten helpen om nog meer van de eengemaakte markt te profiteren, door te zorgen voor communicatietools, nieuwe normen, en samenwerking tussen overheden.
De Commissie stelt voor om het Douane-programma te vernieuwen en te versterken voor een verdere digitalisering en modernisering van de douane-unie die dit jaar haar 50e verjaardag viert. Tegelijkertijd zal het Fiscalis-programma zorgen voor een geïntensiveerde samenwerking tussen belastingdiensten, met gezamenlijke inspanningen ter bestrijding van belastingfraude en belastingontwijking.
II COHESIE EN WAARDEN
Investeren in:
·Regionale ontwikkeling en cohesie
·Voltooiing van de economische en monetaire unie
·Mensen, sociale cohesie en waarden
Op veel plaatsen in Europa gaan de economische en sociale omstandigheden erop vooruit en neemt de werkgelegenheid toe. Maar op andere plaatsen zijn de gevolgen van de economische crisis nog sterk voelbaar. Sommige regio’s zijn nog verder achterop geraakt, en de mondialisering en digitale transformatie hebben daar ook een rol in gespeeld. Er bestaat nog veel ongelijkheid in de EU en de samenlevingen worden geconfronteerd met nieuwe uitdagingen. De begroting van de EU speelt een cruciale rol door duurzame groei, sociale cohesie en gemeenschappelijke waarden te bevorderen en bij te dragen tot een gevoel van onderlinge verbondenheid in de EU.
De Commissie stelt voor om het cohesiebeleid 13 te moderniseren en te versterken. Samen met andere programma’s zullen de fondsen essentiële steun blijven geven aan de lidstaten en regio’s van Europa. We moeten streven naar meer convergentie, minder economische, sociale en territoriale verschillen tussen Europese regio's en lidstaten, en meer steun voor de in Bratislava en Rome gekozen politieke prioriteiten.
Het cohesiebeleid zal een steeds grotere rol krijgen in het ondersteunen van de lopende economische hervormingen in de lidstaten. De Commissie wil ook zorgen voor een sterkere koppeling tussen de EU-begroting en het Europees semester voor coördinatie van het economisch beleid, rekening houdend met de regionale bijzonderheden. Daarom zal ze speciale investeringsgerelateerde richtsnoeren toevoegen aan de jaarlijkse landspecifieke aanbevelingen, zowel vóór als halverwege de programmeringsperiode, als duidelijke leidraad voor investeringen in hervormingen die essentieel zijn voor onze toekomstige welvaart.
De economische en sociale omstandigheden kunnen sterk verschillen tussen regio's. Hoewel de verschillen kleiner worden en veel regio's erop vooruitgaan, geldt dat niet voor alle regio's, zelfs niet in relatief rijkere landen. Het cohesiebeleid moet op deze ontwikkelingen inspelen, zodat geen enkele regio achterop raakt. Het relatieve bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking blijft het belangrijkste criterium voor de toewijzing van middelen. De voornaamste doelstelling van het cohesiebeleid is en blijft immers om landen en regio's die dat nodig hebben, te helpen om hun economische of structurele achterstand op de rest van de EU in te lopen. Andere criteria zijn onder meer de werkloosheid (met name jeugdwerkloosheid), de gevolgen van de klimaatverandering, en de opvang/integratie van migranten. De Commissie stelt ook voor om de nationale medefinancieringspercentages te verhogen, om beter rekening te houden met de huidige economische realiteit. Dit heeft als extra voordeel een grotere eigen verantwoordelijkheid op nationaal niveau en grotere en betere investeringen. Er zal voldoende rekening worden gehouden met het specifieke karakter van de ultraperifere en dunbevolkte gebieden.
Het nieuwe kader biedt ook ruimte voor een efficiëntere wisselwerking met andere EU-programma’s. Zo kunnen de lidstaten een deel van de hun toegewezen middelen overdragen naar het InvestEU-fonds, waardoor ze aanspraak kunnen maken op garanties van de EU-begroting. Ze kunnen ook projecten financieren die binnen Horizon Europa het 'excellentiekeur' hebben gekregen en internationaal worden erkend als uitmuntende projecten in hun regio's. Dit helpt ook om de investeringen in infrastructuur beter te coördineren met andere EU-investeringen op cruciale gebieden zoals onderzoek en innovatie, digitale netwerken, de koolstofarme economie, sociale infrastructuur en vaardigheden.
Zoals de Commissie in december 2017 aankondigde 14 , mogen we de toekomstige begroting niet los zien van het doel om te komen tot een stabielere en efficiëntere economische en monetaire unie, ten voordele van de EU als geheel. Volgens de EU-verdragen maken alle lidstaten deel uit van de economische en monetaire unie, ook de lidstaten met een derogatie of een opt-out, dus alle landen nemen deel aan het proces van het Europees semester. Ook is in de verdragen vastgelegd dat de euro de munt van de EU is en dat economische convergentie en stabiliteit doelstellingen van de EU als geheel zijn. Daarom staan de instrumenten ter versterking van de economische en monetaire unie niet op zich, maar zijn zij een wezenlijk onderdeel van de algemene financiële architectuur van de EU.
DE EU-BEGROTING EN DE
ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE
Een stabiele eurozone is onontbeerlijk voor de financiële stabiliteit en de welvaart van de hele EU. Zoals aangekondigd in het pakket over het verdiepen van de economische en monetaire unie van 6 december 2017 komt de Commissie met een voorstel voor nieuwe begrotingsinstrumenten voor een stabielere eurozone en meer convergentie binnen het kader van de Unie. Deze nieuwe instrumenten zullen andere EU-fondsen, waaronder de Europese structuur- en investeringsfondsen en InvestEU, aanvullen als het gaat om de ondersteuning van de economische convergentie, financiële stabiliteit, werkgelegenheid en investeringen.
Een nieuw, verbeterd steunprogramma voor hervormingen zal met een totaal budget van 25 miljard EUR technische en financiële bijstand bieden voor hervormingen op nationaal niveau. Dit nieuwe programma staat los van de toekomstige Europese structuur- en investeringsfondsen, maar vormt er een aanvulling op. Het zal onder andere een hervormingsinstrument bevatten dat alle EU-landen financiële stimulansen moet geven voor hervormingen die in het kader van het Europees semester als essentieel zijn aangeduid. Dit instrument zal de nadruk leggen op hervormingen die de grootste bijdrage kunnen leveren aan de veerkracht van de binnenlandse economieën en de meeste overloopeffecten opleveren voor andere lidstaten. Het gaat onder meer om hervormingen van de product- en arbeidsmarkten, onderwijs, fiscale hervormingen, de ontwikkeling van kapitaalmarkten, hervormingen om het ondernemingsklimaat en investeringen in menselijk kapitaal aan te zwengelen, en hervormingen van het openbaar bestuur. Dit nieuwe programma zal ook een speciale convergentiefaciliteit omvatten voor hulp aan lidstaten buiten de eurozone die in de loop van het komende meerjarig financieel kader de euro willen invoeren. Geplande toewijzingen voor de convergentiefaciliteit worden overgedragen naar het hervormingsinstrument als een in aanmerking komende lidstaat eind 2023 nog niet de nodige stappen heeft ondernomen om steun aan te vragen bij de convergentiefaciliteit. Deelname aan alle drie de onderdelen van het steunprogramma voor hervormingen is vrijwillig en de lidstaten houden zelf de eindverantwoordelijkheid voor de hervormingen.
Een nieuwe Europese stabilisatiefunctie voor investeringen zal bestaande instrumenten op nationaal en Europees niveau aanvullen om grote asymmetrische macro-economische schokken in de eurozone op te vangen. Zoals bij de recente crisis gebleken is, zijn de nationale automatische stabilisatiemechanismen niet genoeg om de grote asymmetrische schokken en de terugval in investeringen als gevolg daarvan op te vangen. Naast de bestaande mechanismen wordt voorgesteld om uit de EU-begroting garanties te bieden voor back-to-backleningen tot 30 miljard EUR. De leningen zullen beschikbaar zijn voor lidstaten die voldoen aan strenge criteria voor een gezond fiscaal en economisch beleid. De Europese stabilisatiefunctie voor investeringen zal ook rentesubsidie aanbieden zodat de nationale begrotingen over de nodige financiering beschikken om het investeringsniveau te handhaven. Deze subsidie wordt gefinancierd uit bijdragen van de eurolanden ten belope van een deel van de monetaire inkomsten ("muntloon"). De Europese stabilisatiefunctie voor investeringen kan op termijn worden aangevuld met extra financieringsbronnen buiten de EU-begroting, zoals een verzekeringsmechanisme dat wordt gefinancierd met vrijwillige bijdragen van lidstaten en een mogelijke rol voor het Europees stabiliteitsmechanisme en het toekomstige Europees Monetair Fonds. Landen buiten de eurozone kunnen deelnemen aan de Europese stabilisatiefunctie voor investeringen als zij financieel bijdragen volgens de verdeelsleutel voor de inschrijving op kapitaal van de Europese Investeringsbank.
Nieuwe begrotingsinstrumenten voor een stabiele eurozone binnen de Unie
Bron: Europese Commissie. Update van COM(2017) 822
Er is voor de EU-begroting ook een belangrijke rol weggelegd in verband met de toezeggingen van de staatshoofden en regeringsleiders op de Sociale Top van Göteborg in november 2017. Dit houdt in dat de sociale dimensie van de Unie moet worden versterkt, onder andere door een voltooiing van de Europese pijler van sociale rechten. Binnen het cohesiebeleid moet een versterkt en geherstructureerd Europees Sociaal Fonds over de hele periode een bedrag van 100 miljard EUR beschikbaar stellen, goed voor ongeveer 27 % van de totale uitgaven voor cohesie. Het moet doelgerichte steun bieden voor maatregelen tegen jeugdwerkloosheid, om- en bijscholing van werknemers, sociale inclusie en armoedebestrijding. Om de financiering op dit gebied optimaal te laten renderen, stelt de Commissie voor om de middelen van het Europees Sociaal Fonds, het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie en het Gezondheidsprogramma te bundelen in één alomvattend instrument.
De Commissie wil in het volgende financieel kader meer aandacht voor de jeugd. Dit zal gebeuren door een ruime verdubbeling van de middelen voor Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps. Erasmus+, een van de meest opvallende succesverhalen van de EU, blijft jongeren onderwijskansen in het buitenland bieden. De focus ligt op inclusie en deelname van jongeren uit minder kansrijke groepen. Hierdoor kunnen nog meer jongeren naar een ander land voor onderwijs of om werkervaring op te doen. Het versterkte Erasmus+ zal deze begrotingsperiode over een budget van 30 miljard EUR kunnen beschikken, waaronder een bedrag van 700 miljoen EUR voor Interrailtickets voor jongeren. De Commissie stelt daarnaast voor om het bestaande programma EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp te laten opgaan in het Europees Solidariteitskorps. Dit korps biedt jongeren de unieke kans om zich in te zetten voor humanitair werk met mensen in nood binnen en buiten Europa.
De Commissie stelt voor een nieuw Fonds voor justitie, rechten en waarden op te richten, dat de programma's Rechten en waarden en Justitie zal omvatten. In een tijd waarin de Europese samenlevingen worden geconfronteerd met extremisme, radicalisme en verdeeldheid, is het belangrijker dan ooit om justitie, rechten en waarden van de EU uit te dragen, te versterken en te verdedigen omdat die rechtstreeks en ingrijpend van invloed zijn op het politieke, sociale, culturele en economische leven in Europa: eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten. Kansen creëren voor engagement en democratische participatie in het politieke en maatschappelijke leven zijn essentiële taken voor de toekomstige EU-begroting. Als onderdeel van het nieuwe fonds, zal het Justitie-programma steun blijven verlenen aan grensoverschrijdende samenwerking en de totstandbrenging van een eengemaakte Europese justitieruimte.
Cultuur staat nu en in de toekomst centraal in het Europese project. De culturele en taalkundige verscheidenheid en ons cultureel erfgoed zijn de bepalende factoren voor ons continent en onze Europese identiteit. Via het programma Creatief Europa wil de Europese Commissie in de komende begroting sterk de nadruk leggen op steun voor de culturele en audiovisuele sector, onder andere door de MEDIA-tak nog meer financiële armslag te geven voor steun aan de Europese creatieve en audiovisuele sector.
De instrumenten voor crisisbeheer van de EU hebben de laatste jaren hun nut bewezen. Buiten de EU-begroting stelt de Commissie voor om twee fondsen te handhaven en te versterken: het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, dat lidstaten na zware natuurrampen bijstaat, en het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, dat eenmalig steun verleent aan werknemers die hun baan zijn kwijtgeraakt bij tal van onverwachte massa-ontslagen onder invloed van de negatieve ontwikkelingen op de wereldmarkt en verstoring van de economie.
III. NATUURLIJKE HULPBRONNEN EN MILIEU
Investeren in:
·Duurzame landbouw, visserij en aquacultuur en een veilige, hoogwaardige voedselvoorziening
·Klimaatmaatregelen en milieubescherming
Duurzaamheid is een rode draad in de werkzaamheden van de EU op vele gebieden. Dat is een bewuste keuze, maar ook een noodzaak. Met een gemoderniseerd landbouw- en maritiem beleid, doelgerichte financiering van klimaatmaatregelen en milieubescherming, aandacht voor het klimaat bij alle begrotingsposten, en verdergaande integratie van milieudoelstellingen is de EU-begroting een aanjager van duurzaamheid.
De Commissie stelt een hervormd, gemoderniseerd gemeenschappelijk landbouwbeleid voor. Zo blijft de volledig eengemaakte markt voor landbouwproducten in de EU gehandhaafd. Het moet ook zorgen voor toegang tot veilige, hoogwaardige, betaalbare, voedzame en gevarieerde voeding. In het hervormde beleid zal er meer nadruk worden gelegd op het milieu en het klimaat. Ook zal het de overgang naar een volledig duurzame landbouwsector en de ontwikkeling van vitale plattelandsgebieden moeten ondersteunen.
Het hervormde beleid zal, met een budget van 365 miljard EUR 15 , nog steeds rusten op twee pijlers: rechtstreekse betalingen aan landbouwers en geld voor plattelandsontwikkeling. Voor dat laatste stelt de Commissie een verhoging voor van de percentages voor medefinanciering. Het beheer wordt gedeeld door de lidstaten en de EU. De Commissie stelt ook een nieuw prestatiemodel voor, met een verschuiving van het huidige nalevingsbeleid naar een resultaatgericht beleid. Het doel is te streven naar gemeenschappelijke doelstellingen op EU-niveau met een flexibere uitvoering op nationaal niveau.
Rechtstreekse betalingen aan landbouwers blijven een wezenlijk onderdeel van het beleid, maar ze zullen gestroomlijnder en doelgerichter worden. Een evenwichtiger verdeling zal worden aangemoedigd en er komen maximumbedragen en degressieve betalingen per boerderij. Dit betekent dat de steun wordt verschoven naar kleine en middelgrote landbouwbedrijven, en eventueel naar plattelandsontwikkeling. De rechtstreekse betalingen per hectare blijven in alle lidstaten convergeren in de richting van het EU-gemiddelde.
Voor het nieuwe beleid moeten ambitieuzere milieu- en klimaatdoelstellingen worden vastgesteld met strengere voorwaarden voor rechtstreekse betalingen die direct aansluiten bij het milieubeleid, geoormerkte bedragen voor klimaat- en milieumaatregelen binnen het budget voor plattelandsontwikkeling, en nieuwe vrijwillige ecoregelingen in de begroting voor rechtstreekse betalingen binnen een prestatiegericht en strategisch kader.
Met het oog op crisissen door onverwachte ontwikkelingen op internationale markten of door moeilijkheden in de landbouwsector als gevolg van maatregelen van derde landen, wordt een nieuwe crisisreserve aangelegd.
Via het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij blijft de EU-begroting steun verlenen aan een duurzame Europese visserijsector en aan de kustgemeenschappen die ervan afhangen. De EU promoot de blauwe economie onder andere op het gebied van visserij en aquacultuur, toerisme, schone oceaanenergie en blauwe biotechnologie en levert daardoor een concrete Europese toegevoegde waarde omdat ze de regeringen, bedrijven en belanghebbenden aanmoedigen om samen de groei te stimuleren zonder het mariene milieu te schaden.
De Commissie is voorstander van het handhaven en versterken van het inmiddels gevestigde EU-programma voor milieu en klimaatactie, LIFE, dat ook steun biedt aan maatregelen voor meer energie-efficiëntie en schone energie. Als aanvulling op doelgerichte inspanningen voor natuurbehoud versterkt de Commissie ook de synergieën met het cohesiebeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid ter financiering van investeringen in natuur en biodiversiteit.
Meer in het algemeen, en in lijn met de Overeenkomst van Parijs en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties, wil de Commissie een ambitieuzere doelstelling voor klimaatmainstreaming, d.w.z. aandacht voor het klimaat in alle EU-programma's, met als streefdoel dat 25 % van de EU-uitgaven bijdraagt tot klimaatdoelstellingen.
IV. MIGRATIE EN GRENSBEHEER
Investeren in:
·Een integrale aanpak van het migratiebeheer
·Een versterkt beheer van de buitengrenzen
Het beheer van vluchtelingenstromen en migratie gaat gepaard met uitdagingen die de noodzaak bevestigen van een optreden op Europees niveau. De EU-begroting heeft een belangrijke rol gespeeld bij de financiering van een gezamenlijke reactie op de verschillende dimensies van de migratiecrisis. De Commissie stelt voor om meer steun te verlenen voor versterkte buitengrenzen, een beter asielstelsel in de Unie en verbeteringen op het vlak van het beheer en de langetermijnintegratie van migranten.
Een veilige ruimte voor vrij verkeer van personen en goederen in de Unie staat of valt met een doeltreffende bescherming van onze buitengrenzen. Daartoe behoort een goed beheer van personen- en goederenstromen en aandacht voor de integriteit van de douane-unie. Een nieuw Fonds voor geïntegreerd grensbeheer zal de lidstaten de broodnodige extra steun bieden met het oog op hun gedeelde verantwoordelijkheid om de gemeenschappelijke buitengrenzen van de Unie te beveiligen. Het Fonds zal betrekking hebben op grensbeheer, visa en controleapparatuur voor de douane. Het zal ertoe bijdragen dat de douanecontroles aan de buitengrenzen op een gelijkwaardige manier worden uitgevoerd. Daartoe zullen de huidige onevenwichtigheden tussen de lidstaten worden aangepakt die verband houden met verschillen op het vlak van geografische ligging, capaciteit en middelen. Doel is niet alleen de douanecontroles te versterken, maar ook de legitieme handel te vergemakkelijken en zo bij te dragen tot een veilige en efficiënte douane-unie.
Gelet op de steeds grotere wereldwijde onderlinge verbondenheid en de demografische dynamiek en instabiliteit in Europa's nabuurschap, zal het migratievraagstuk niet meteen van de agenda van de Unie verdwijnen. Zonder twijfel kan het beheer daarvan beter worden overgelaten aan de lidstaten, met financiële en technische steun van de EU. De EU-begroting speelt dan ook een cruciale rol als het gaat om het ondersteunen van asiel- en migratiebeheer, het vrijmaken van capaciteit voor opsporings- en reddingsoperaties om levens te redden van mensen die Europa trachten te bereiken, het beheer op het vlak van daadwerkelijke terugkeer, en het treffen van andere maatregelen die een gecoördineerde aanpak vereisen die de capaciteit van de afzonderlijke lidstaten overstijgt.
De Commissie stelt voor het Fonds voor asiel en migratie te versterken ter ondersteuning van de inspanningen van de nationale autoriteiten om asielzoekers en migranten meteen na hun aankomst op het grondgebied van de EU op te vangen. Daarnaast stelt zij voor een gemeenschappelijk asiel- en migratiebeleid te ontwikkelen en te zorgen voor een daadwerkelijk terugkeerbeleid. Voor de langetermijnintegratie na de eerste fase van opvang zal steun worden verstrekt in het kader van het cohesiebeleid. De instrumenten in het kader van het externe beleid zullen worden ingezet om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken en de samenwerking met derde landen op het vlak van migratiebeheer en veiligheid te ondersteunen. Aldus kan worden bijgedragen tot de uitvoering van het partnerschapskader inzake migratie.
Deze inspanningen moeten worden aangevuld met een sterke en volledig operationele Europese Grens- en kustwacht (Frontex), die de kern vormt van een volledig geïntegreerd EU-grensbeheersysteem. De Commissie stelt voor om gedurende deze financiële periode een korps van ongeveer 10 000 grenswachten op te richten. Er zou ook worden voorzien in financiële steun en opleiding ter versterking van de nationale grenswachtcomponent in de lidstaten. Dat zal het ook mogelijk maken de operationele capaciteit uit te breiden, de bestaande instrumenten te versterken en EU-brede informatiesystemen voor grenzen, migratiebeheer en veiligheid te ontwikkelen.
Al met al zal de EU-begroting voor het beheren van de buitengrenzen, migratie en de vluchtelingenstromen aanzienlijk worden versterkt en in totaal bijna 33 miljard EUR bedragen, tegenover 12,4 miljard EUR in 2014-2020.
Een sterke nadruk op migratie en de bescherming van onze buitengrenzen
In miljarden euro's, lopende prijzen
NB: Ten opzichte van het meerjarig financieel kader 2014-2020 voor EU-27 (raming)
Bron: Europese Commissie
V. VEILIGHEID EN DEFENSIE
Investeren in:
·De veiligheid en beveiliging van de burgers van Europa
·Een grotere Europese defensiecapaciteit
·Crisisrespons
De laatste jaren zijn de veiligheidsdreigingen in Europa in ernst en diversiteit toegenomen. Zij deden zich voor in de vorm van terroristische aanslagen, nieuwe soorten georganiseerde misdaad en cybercriminaliteit. Aangezien veiligheid een intrinsiek grensoverschrijdende dimensie heeft, is er nood aan een sterk, gecoördineerd antwoord van de EU. Naast interne veiligheidsproblemen wordt Europa geconfronteerd met complexe externe bedreigingen die de lidstaten niet op eigen kracht kunnen weerstaan. Om de burgers te kunnen beschermen is er in Europa ook behoefte aan significant meer middelen die het mogelijk maken de strategische autonomie te vergroten en goed uitgedachte en gestroomlijnde defensie-instrumenten op te zetten.
De Commissie stelt voor het Fonds voor interne veiligheid te versterken met het oog op het ontwikkelen van netwerken en gemeenschappelijke mechanismen voor een efficiënte samenwerking tussen nationale autoriteiten, en het uitbreiden van de capaciteit van de Unie om het hoofd te bieden aan deze veiligheidsdreigingen. Daarnaast zullen inspanningen worden geleverd voor een betere cyberbeveiliging in alle betrokken programma's die gericht zijn op digitale technologieën, infrastructuren en netwerken, en onderzoek en ontwikkeling, en voor een gerichte verdediging tegen cybercriminaliteit, met name via de programma's Digitaal Europa en Horizon Europa.
De Commissie stelt eveneens voor het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) te versterken, zodat het beter in staat is de werkzaamheden van de nationale autoriteiten te ondersteunen en een Europees antwoord te bieden op veiligheidsdreigingen.
De Unie zal ook in de toekomst strikt gerichte financiële steun verlenen voor de ontmanteling en de veiligheid van nucleaire installaties in sommige lidstaten (Litouwen, Bulgarije en Slowakije) en van haar eigen nucleaire installaties. Daarnaast zal via de EU-begroting duurzame steun worden verleend voor de gezondheid van werknemers en de bevolking in het algemeen, voor het voorkomen van milieuschade en voor het bevorderen van nucleaire veiligheid en beveiliging.
Op het vlak van defensie zal de Unie een grotere verantwoordelijkheid moeten nemen om haar belangen, waarden en de Europese manier van leven te beschermen, als aanvulling op de werkzaamheden van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. Alhoewel de EU niet in de plaats kan treden van de lidstaten op het gebied van defensie, kan zij samenwerking aanmoedigen en versterken door de defensievermogens te ontwikkelen die nodig zijn om de gemeenschappelijke veiligheidsuitdagingen aan te pakken. De Commissie stelt een versterkt Europees Defensiefonds voor om het concurrentie- en innovatievermogen van de defensie-industrie in de hele Unie te stimuleren door gezamenlijke acties te ondersteunen in elke fase van het productieproces, te beginnen bij onderzoek. Hierdoor wordt dubbel werk voorkomen, kunnen schaalvoordelen worden gerealiseerd en zal het geld van de belastingbetaler uiteindelijk efficiënter worden besteed. Daarnaast stelt de Commissie voor dat de Unie aan de hand van de Connecting Europe Facility haar strategische vervoersinfrastructuur verbetert om ze geschikt te maken voor militaire mobiliteit.
Recente ontwikkelingen hebben duidelijk gemaakt dat de Unie snel operationele bijstand moet kunnen verlenen om het hoofd te bieden aan onverwachte ontwikkelingen en door de natuur of de mens veroorzaakte rampen. Daarom stelt de Commissie voor meer middelen beschikbaar te stellen voor crisisrespons, via een versterkt mechanisme voor civiele bescherming (rescEU) en een grotere reserve voor noodhulp. Op die manier kunnen financiële middelen boven de in het financieel kader vastgestelde maxima worden vrijgemaakt in het geval van noodsituaties binnen en buiten de Unie. De Commissie stelt ook voor om niet-toegewezen reserves van bepaalde programma's, zoals het Fonds voor asiel en migratie en het Fonds voor interne veiligheid, opzij te zetten en te gebruiken in geval van een crisis of noodsituatie.
Significant meer middelen voor veiligheid en defensie
In miljarden euro's, lopende prijzen
NB: Ten opzichte van het meerjarig financieel kader 2014-2020 voor EU-27 (raming)
Bron: Europese Commissie
VI. NABUURSCHAP EN INTERNATIONAAL BELEID
Investeren in:
·Het externe optreden van de Unie in de nabuurschapslanden, in ontwikkelingslanden en in de rest van de wereld
·Steun voor landen die zich voorbereiden op toetreding tot de Unie
In het licht van de uitdagingen voor het externe optreden van de EU, waaronder die welke zijn omschreven in de integrale strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, het herziene Europees nabuurschapsbeleid en de nieuwe Europese consensus inzake ontwikkeling, moet de externe dimensie van de begroting aanzienlijk worden gemoderniseerd om de doeltreffendheid en de zichtbaarheid ervan te vergroten. Er is ook een intensievere coördinatie van het externe en het interne beleid nodig met het oog op de uitvoering van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling en de Klimaatovereenkomst van Parijs, en van het partnerschapskader met derde landen inzake migratie.
De Commissie stelt daarom een ingrijpende herstructurering van de instrumenten voor het externe optreden van de Unie voor met het oog op meer samenhang tussen de instrumenten, schaalvoordelen en synergieën tussen programma's, en eenvoudigere processen. Zo wordt de Unie beter toegerust om haar doelstellingen na te streven en haar belangen, beleidslijnen en waarden wereldwijd uit te dragen.
De voorgestelde nieuwe structuur van de instrumenten voor het externe optreden van de Unie weerspiegelt de noodzaak om op strategische prioriteiten te focussen, zowel geografisch (het Europese nabuurschap, Afrika en de Westelijke Balkan, en de landen die kwetsbaar zijn en die steun het meest nodig hebben) als thematisch (veiligheid, migratie, klimaatverandering en mensenrechten).
De Commissie stelt voor de meeste bestaande instrumenten samen te voegen in een breed instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking, dat over de hele wereld kan worden ingezet. De financiële architectuur zal verder worden vereenvoudigd door de integratie van het Europees Ontwikkelingsfonds, tot op heden het voornaamste EU-instrument voor hulpverlening aan landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de landen en gebieden overzee 16 .
Het brede instrument zal werken met begrotingstoewijzingen per geografische regio, waaronder het nabuurschap en Afrika. Het zal ook de flexibiliteit bij het reactievermogen vergroten en een breder scala aan maatregelen mogelijk maken die beter aansluiten bij de prioriteiten van de Unie. Het instrument zal een 'buffer voor nieuwe uitdagingen en prioriteiten' omvatten voor een flexibele aanpak van bestaande of nieuwe dringende prioriteiten, met name op het gebied van stabiliteit en migratie.
Voortbouwend op het Europees plan voor externe investeringen en het daarbij behorende Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling, zal een nieuwe structuur voor externe investeringen het mogelijk maken aanvullende middelen van andere donors en uit de particuliere sector aan te trekken. Dit zal helpen om ontwikkelingsproblemen aan te pakken, door subsidies aan te vullen met begrotingsgaranties, andere marktconforme instrumenten, technische bijstand, 'blending', en kapitaalinbreng mogelijk te maken in instellingen voor ontwikkelingsfinanciering, tot verdere bevordering van de doelstellingen en het beleid van de Unie. Daarnaast zal macrofinanciële bijstand helpen om economische crises tegen te gaan.
Het instrument voor pretoetredingssteun zal (potentiële) kandidaat-lidstaten helpen om te voldoen aan de toetredingscriteria. Het zal ook bijdragen tot de verwezenlijking van de bredere Europese doelstelling om te zorgen voor stabiliteit, veiligheid en welvaart in de onmiddellijke omgeving van de Unie. Het instrument zal worden ingebed in de strategie voor de Westelijke Balkan en zal de ontwikkelingen in de betrekkingen met Turkije weerspiegelen.
De Europese Unie zal, samen met haar internationale partners en aanvullend op de maatregelen van de lidstaten, een voortrekkersrol op het vlak van humanitaire bijstand blijven spelen. De Commissie stelt een versterkt instrument voor humanitaire hulp voor, dat waar nodig EU-bijstand levert om levens te redden en te beschermen, menselijk lijden te voorkomen en te verlichten en de integriteit en waardigheid te bewaren van bevolkingsgroepen die worden getroffen door een door de natuur of de mens veroorzaakte ramp.
Europa als een sterke mondiale speler
In miljarden euro's, lopende prijzen
NB: Ten opzichte van het meerjarig financieel kader 2014-2020 voor EU-27, met inbegrip van het Europees Ontwikkelingsfonds (raming)
Bron: Europese Commissie
De Unie moet ook haar bijdrage leveren op het vlak van conflictpreventie, vredesherstel, de openbare orde en stabilisatie van alle landen of regio's in de wereld die met conflicten of wanorde worden geconfronteerd. De EU-begroting kan op grond van de Verdragen niet alle gebieden van het optreden van de EU op het gebied van externe veiligheid en defensie bestrijken. Dit heeft de impact, doeltreffendheid en duurzaamheid van het algehele optreden van de EU belemmerd. Om dit te verhelpen, zal de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, met steun van de Commissie, buiten het meerjarig financieel kader een afzonderlijk financieringsmechanisme voorstellen: de vredesfaciliteit van de Europese Unie. Deze faciliteit moet de bestaande leemte opvullen in het vermogen van de EU om missies uit te voeren in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid en om bijstand op militair en defensiegebied te verlenen aan de betrokken derde landen en internationale en regionale organisaties. Dankzij de faciliteit zal de Unie meer kunnen doen en sneller kunnen optreden om conflicten te voorkomen, de menselijke veiligheid te bevorderen, instabiliteit aan te pakken en te werken aan een veiligere wereld.
VII. EUROPEES OPENBAAR BESTUUR
Investeren in:
·Een efficiënt en modern openbaar bestuur dat ten dienste staat van alle Europeanen
Het Europees ambtenarenapparaaat is klein in vergelijking met nationale en zelfs met veel regionale en lokale overheden. Toch is het van cruciaal belang om de Unie te helpen haar prioriteiten te verwezenlijken en om beleidsmaatregelen en programma's uit te voeren in het algemeen Europees belang.
In de afgelopen jaren is de Europese administratie grondig hervormd. Met de hervorming van het personeelsstatuut, die deel uitmaakte van het akkoord over het huidige meerjarige financiële kader in december 2013, zijn aanzienlijke efficiëntiemaatregelen ingevoerd 17 . Daarnaast hebben de instellingen toegezegd hun personeelsbestand met 5 % te verlagen. De Commissie is haar belofte volledig nagekomen en ook de andere instellingen, organen en agentschappen passen die verlaging toe, zodat het relatieve aandeel van het personeel van de Commissie in de Europese organen is afgenomen. De Rekenkamer heeft onlangs geconcludeerd dat alle instellingen en organen de verlaging grotendeels hebben verwezenlijkt.
Opgemerkt moet worden dat die hervormingen werden doorgevoerd op een moment waarop het personeel van de Europese instellingen harder moest werken, nieuwe taken kreeg op nieuwe prioritaire gebieden en moest inspelen op onvoorziene problemen, zoals de migratie- en de vluchtelingencrisis.
Het Europees openbaar bestuur moet zo efficiënt mogelijk trachten te werken. De Commissie stelt voortdurend alles in het werk om zoveel mogelijk synergieën en efficiëntiewinsten te boeken. De administratie moet echter voldoende middelen krijgen om haar essentiële taken te vervullen. Ook in de toekomst zal moeten worden geïnvesteerd in informatietechnologie en de modernisering van gebouwen. Door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk zullen bepaalde functies binnen de administratie het voorwerp zijn van een beperkte heroriëntatie, maar het takenpakket zal niet veranderen en zal voor sommige nieuwe prioritaire gebieden zelfs nog worden uitgebreid. Ook heeft de terugtrekking geen gevolgen voor de vertaal- en tolkdiensten in het Engels.
Het maximumbedrag voor de administratieve uitgaven van de Unie dat voor 2020 is vastgesteld, komt overeen met 6,7 % van het totale meerjarige financiële kader. Hieronder vallen de administratieve uitgaven van alle EU-instellingen, pensioenen en de kosten van de Europese scholen. Na de aanzienlijke inspanningen van met name de Commissie in de huidige periode, zou een verdere verlaging het functioneren van de Europese instellingen en de efficiënte verwezenlijking en uitvoering van het beleid in gevaar brengen. Een sterke Europese Unie die van de lidstaten veel extra taken krijgt, heeft een efficiënt en slagvaardig ambtenarenapparaat nodig, dat getalenteerde mensen uit alle lidstaten kan aantrekken om ten dienste te staan van alle Europeanen. De Commissie stelt dan ook voor de administratieve uitgaven op het huidige niveau te handhaven 18 .
4.PRIORITEITEN KOPPELEN AAN MIDDELEN
Om de op EU-niveau vastgestelde prioriteiten om te zetten in concrete resultaten moeten aan goed ontworpen programma's voldoende middelen worden toegewezen om het verschil te kunnen maken. Zoals uiteengezet in de bijdrage van de Commissie aan de informele bijeenkomst van EU-leiders van februari 19 , kunnen besluiten over de omvang van de financiering voor de nieuwe langetermijnbegroting niet los worden gezien van de ambities van de Unie op elk van de prioritaire gebieden.
De voorstellen van de Commissie zijn gebaseerd op een zorgvuldige analyse van de middelen die nodig zijn om de doelstellingen van de Unie efficiënt te verwezenlijken en van de efficiëntie en toegevoegde waarde van uitgaven op elk terrein. Door programma's goed te ontwerpen, efficiënt uit te voeren en slim te combineren met andere bronnen van financiering, kan zelfs een bescheiden EU-begroting aanzienlijk effect sorteren. De mogelijkheden zijn evenwel niet onbegrensd en als Europa samen vooruitgang wil boeken met zijn positieve agenda, moet de begroting navenant zijn.
De grootste uitdaging voor de nieuwe EU-begroting is om nieuwe en bestaande prioriteiten adequaat te ondersteunen en een oplossing te vinden voor het tekort op de nationale bijdragen als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk. De Commissie pleit voor een evenwichtige aanpak. Nieuwe prioriteiten moeten hoofdzakelijk worden gefinancierd met nieuwe middelen. Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk moet ten dele worden opgevangen met nieuwe middelen en ten dele met besparingen en herschikkingen van bestaande programma's.
Wil de EU-begroting een zinvolle bijdrage kunnen leveren op de vele nieuwe prioritaire gebieden, met name waar nieuwe instrumenten worden ingesteld, dan moet het huidige financieringspeil omhoog. Nu investeren in bijvoorbeeld onderzoek en innovatie, jongeren en de digitale economie, zal zich uitbetalen voor toekomstige generaties. Daarom stelt de Commissie voor de financiering op prioritaire gebieden aanzienlijk te verhogen.
Nieuwe en versterkte prioriteiten voor de Unie met 27 lidstaten
NB: Ten opzichte van het MFK voor 2014-2020 met EU-27, inclusief het Europees Ontwikkelingsfonds (raming).
Bron: Europese Commissie.
De Commissie heeft ook grondig onderzocht op welke punten kan worden bespaard zonder de toegevoegde waarde van EU-programma's in gevaar te brengen. In dat verband stelt de Commissie voor om de begrotingstoewijzing voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het cohesiebeleid enigszins te verlagen om de nieuwe context te weerspiegelen en middelen vrij te maken voor andere activiteiten. Door deze beleidslijnen te moderniseren kunnen de kerndoelstellingen worden verwezenlijkt terwijl ook wordt bijgedragen aan nieuwe prioriteiten. Zo zal het cohesiebeleid een steeds grotere rol spelen in de ondersteuning van structurele hervormingen en de integratie van migranten.
Dit moet een evenwichtige begroting opleveren, waarbij meer nadruk ligt op de terreinen waar de toegevoegde waarde van de EU het grootst is.
Ontwikkeling van de belangrijkste beleidsterreinen in de EU-begroting
Bron: Europese Commissie.
De combinatie van aanvullende bijdragen en besparingen leidt in totaal tot een voorstel van de Commissie voor een meerjarig financieel kader van 1 279 miljard EUR aan vastleggingen voor de periode 2021-2027, wat overeenkomt met 1,114 % van het bruto nationaal inkomen van de EU-27. In reële termen is dit vergelijkbaar met de omvang van het huidige financieel kader met inbegrip van het Europees Ontwikkelingsfonds 20 .
De EU-begroting als percentage van het bruto nationaal inkomen (bni)
Deze vastleggingen komen overeen met 1 246 miljard EUR aan betalingen, 1,08 % van het bruto nationaal inkomen van de EU-27, voor de uitvoering van de huidige en toekomstige uitgavenprogramma's tot 2027. Om ervoor te zorgen dat de uitgaven binnen het maximum van de eigen middelen blijven, met name gedurende de eerste twee jaar van het nieuwe meerjarig financieel kader, stelt de Commissie voor het voorfinancieringspercentage voor de programma's voor cohesiebeleid en plattelandsontwikkeling te verlagen.
Het voorgestelde financiële kader heeft een looptijd van zeven jaar, van 2021 tot 2027, en zal in 2023 worden onderworpen aan een tussentijdse evaluatie. De Commissie erkent dat het wenselijk is om de duur van het financiële kader geleidelijk af te stemmen op de politieke cyclus van vijf jaar van de Europese instellingen, maar deze afstemming zou niet optimaal zijn door in 2021 over te schakelen op een kader van vijf jaar 21 . Met dit voorstel voor een kader van zeven jaar kan de Commissie die aantreedt na de Europese verkiezingen van 2024, indien zij dat wenst, een nieuw kader van vijf jaar invoeren, te beginnen in 2028.
De recente ervaring heeft geleerd dat flexibiliteit binnen het kader van het grootste belang is. De talrijke uitdagingen waarmee de Unie de afgelopen jaren werd geconfronteerd, hebben de grenzen van de bestaande flexibiliteit tot het maximum opgerekt. De EU-begroting moet flexibel genoeg zijn om de Unie in staat te stellen snel en doeltreffend in te spelen op onvoorziene behoeften. De Commissie stelt daarom voor de bestaande flexibiliteitsmechanismen te moderniseren en een nieuwe 'EU-reserve' in te voeren.
·Flexibiliteit binnen en tussen programma's. De Commissie stelt voor reserves in te bouwen voor flexibiliteit binnen programma's. Daarnaast zou het bedrag dat van het ene naar het andere programma binnen dezelfde rubriek kan worden overgedragen, worden verhoogd van 10 % naar 15 %. De Commissie wil het ook mogelijk maken om verschillende vormen van financiële steun te combineren (blending), te wisselen tussen verschillende vormen van beheer, financiering tussentijds te herprogrammeren en de nationale toewijzingen tussentijds te herzien in verband met ontwikkelingen tijdens de looptijd. Daarmee zou de flexibiliteit nog verder toenemen, terwijl de billijkheid van het systeem behouden blijft.
·Flexibiliteit tussen rubrieken en jaren. De Commissie zorgt niet alleen voor voldoende niet-toegewezen marges, maar stelt ook voor de in het huidige kader ingevoerde overkoepelende marge voor de betalingen ten volle te benutten door de omvang en het toepassingsgebied van de overkoepelende marge voor vastleggingen uit te breiden en een 'EU-reserve' in te stellen. Deze wordt gevuld met de niet-benutte marges van de maxima voor vastleggingen van het voorgaande jaar en met middelen die zijn vastgelegd in de EU-begroting, maar uiteindelijk niet zijn besteed tijdens de uitvoering van programma's. Deze reserve is een krachtig nieuw instrument om het hoofd te kunnen bieden aan onvoorziene gebeurtenissen en te reageren op noodsituaties, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid en migratie. Het instrument kan ook worden gebruikt voor de aanpak van economische en sociale gevolgen van handelsverstoringen wanneer andere beschikbare instrumenten zijn uitgeput.
·"Speciale instrumenten". De Commissie heeft het toepassingsgebied geëvalueerd van speciale instrumenten zoals de reserve voor noodhulp, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie en het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering. Met deze instrumenten kunnen aanvullende financiële middelen in de EU-begroting worden opgenomen boven de in het meerjarig financieel kader vastgestelde maxima. De Commissie stelt voor om het toepassingsgebied van deze instrumenten waar nodig uit te breiden, bijvoorbeeld door het mogelijk te maken de reserve voor noodhulp te activeren bij noodsituaties binnen de EU. De Commissie stelt ook voor de procedures voor mobilisering van deze instrumenten te stroomlijnen en de omvang van het flexibiliteitsinstrument op te trekken tot EUR 1 miljard (in prijzen van 2018 22 ) per jaar.
5.EEN MODERN SYSTEEM VOOR DE FINANCIERING VAN DE EU-BEGROTING
De uitgaven- en ontvangstenzijden van de begroting zijn twee kanten van dezelfde medaille. Beide moeten worden gemoderniseerd om ervoor te zorgen dat de EU-begroting optimaal kan bijdragen aan de politieke prioriteiten van de Unie. Overeenkomstig de aanbevelingen van de groep op hoog niveau over de toekomstige financiering van de EU onder leiding van Mario Monti 23 stelt de Commissie voor het huidige systeem van de eigen middelen te moderniseren en te vereenvoudigen en de inkomstenbronnen te diversifiëren.
Met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk komt een einde aan de begrotingskorting die aan die lidstaat was toegekend, en ook aan de kortingen die daarna zijn verleend aan sommige andere lidstaten. De kortingen in verband met de verlaagde afroepingspercentages voor de op de btw gebaseerde eigen middelen en de forfaitaire kortingen op bijdragen op basis van het bruto nationaal inkomen lopen eind 2020 automatisch af.
Dat biedt een gelegenheid om het systeem te vereenvoudigen en te moderniseren, en het beter af te stemmen op de beleidslijnen en prioriteiten van de Unie. De Commissie stelt voor om alle correcties aan de ontvangstenzijde af te schaffen in het kader van een eerlijk en evenwichtig begrotingspakket. De inningskosten die de lidstaten mogen inhouden, worden teruggebracht van 20 % naar de oorspronkelijke 10 % om de financiële steun voor douaneapparatuur, personeel en informatie beter af te stemmen op de werkelijke kosten en behoeften. Het effect van deze maatregelen in verhouding tot de kosten van de douanecontroles zal nauwlettend worden gemonitord 24 .
De afschaffing van alle kortingen en de vermindering van de inningskosten voor douane-inkomsten zullen het meerjarig financieel kader eerlijker maken. Door de afschaffing van kortingen zullen sommige lidstaten in het volgende meerjarig financieel kader evenwel aanzienlijk hogere bijdragen moeten betalen dan nu.
Om te voorkomen dat de bijdrage in 2021 plotseling sterk toeneemt, wordt voorgesteld de huidige kortingen geleidelijk af te bouwen. Alle correcties aan de ontvangstenzijde worden daarom omgezet in transparante vaste bedragen per lidstaat. Deze forfaitaire bedragen moeten over een periode van vijf jaar geleidelijk worden afgebouwd totdat de nationale bijdrage (uitgedrukt als percentage van het bruto nationaal inkomen) een eerlijk niveau heeft bereikt in vergelijking met andere lidstaten die geen korting kregen.
In het kader van de modernisering van de eigen middelen stelt de Commissie voor om naast de traditionele douanerechten en de bijdragen op basis van het bruto nationaal inkomen van de lidstaten het systeem voor de op de btw gebaseerde eigen middelen te vereenvoudigen door alleen goederen en diensten die onder het standaardtarief vallen op te namen, geheel verenigbaar met het recente voorstel van de Commissie voor een defintief btw-stelsel in de EU. De Commissie stelt ook voor de financiering van de begroting en het EU-beleid sterker aan elkaar te koppelen door een pakket nieuwe eigen middelen in te voeren, bestaande uit een percentage van de inkomsten uit:
·Emissiehandelssysteem: het Europese emissiehandelssysteem is een belangrijk onderdeel van de EU-maatregelen om broeikasgassen op rendabele wijze terug te dringen en houdt rechtstreeks verband met de eengemaakte markt. De Commissie stelt voor om 20 % van de inkomsten uit de emissiehandel toe te wijzen aan de EU-begroting, waarbij de reeds ingebouwde correctiemechanismen behouden blijven.
·De nieuwe gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting kan worden ingefaseerd zodra de noodzakelijke wetgeving is vastgesteld. Hiermee wordt de financiering van de EU-begroting rechtstreeks gekoppeld aan de voordelen voor bedrijven die opereren op de eengemaakte markt.
·Een nationale bijdrage op basis van de hoeveelheid niet-gerecycled plastic verpakkingen. Dit moet lidstaten stimuleren de hoeveelheid verpakkingsafval te verminderen om de overgang naar een circulaire economie te bevorderen door de Europese plasticstrategie uit te voeren.
Volgens de voorstellen van de Commissie kunnen deze nieuwe eigen middelen gemiddeld 22 miljard EUR per jaar opleveren, ongeveer 12 % van de totale EU-ontvangsten. De nieuwe eigen middelen kunnen worden gebruikt voor de financiering van nieuwe prioriteiten. De bijdragen van de lidstaten op basis van het bruto nationaal inkomen kunnen dan navenant worden verminderd.
De voorgestelde hervorming van het systeem van eigen middelen gaat over de wijze waarop de begroting wordt gefinancierd, niet over de totale omvang. Diversifiëring van de inkomstenbronnen zal de veerkracht van de EU-begroting vergroten. In combinatie met de geleidelijke overschakeling van programma's met nationale toewijzingen naar nieuwe prioriteiten zal dit de nadruk op de Europese meerwaarde helpen versterken en ervoor zorgen dat beide zijden van de begroting bijdragen tot de politieke prioriteiten van de Unie.
De opneming van het Europees Ontwikkelingsfonds in de EU-begroting moet ook gepaard gaan met een toename van de maxima die worden vastgesteld in het eigenmiddelenbesluit. Er moet voldoende marge worden aangehouden tussen de betalingen en het maximum van de eigen middelen om ervoor te zorgen dat de Unie - te allen tijde - kan voldoen aan haar financiële verplichtingen, ook in tijden van economische tegenvallers. De Commissie stelt voor de eigenmiddelenmaxima voor vastleggingen en betalingen te verhogen tot respectievelijk 1,29 % en 1,35 % van het bni van de EU-27.
6.CONCLUSIE – EEN FRISSE START VOOR DE UNIE MET 27 LIDSTATEN
De voorstellen van de Commissie voor het toekomstige meerjarig financieel kader vormen het startschot voor een proces dat zal bepalen of de Unie de in Bratislava en Rome overeengekomen positieve agenda kan verwezenlijken. Het definitieve besluit hierover komt toe aan de Raad, die met eenparigheid van stemmen een besluit moet nemen, met instemming van het Europees Parlement.
Een evenwichtig akkoord over een moderne EU-begroting zal aantonen dat de Unie verenigd en met nieuwe kracht samen vooruit wil gaan.
De voorstellen zijn gebaseerd op een eerlijke analyse van de middelen die de Unie nodig heeft om haar collectieve ambities te verwezenlijken. Zij bieden een eerlijke en evenwichtige oplossing voor de noodzaak om politieke prioriteiten te ondersteunen en de financiële gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk op te vangen. Deze hervormde, eenvoudigere en flexibelere begroting zal de Unie in staat stellen elke euro in te zetten ten behoeve van alle lidstaten en alle Europeanen.
Op deze grondslag zal de Commissie tussen 29 mei en 12 juni gedetailleerde voorstellen presenteren voor de toekomstige financiële programma's. Daarna is het de beurt aan het Europees Parlement en de Raad.
De onderhandelingen over het huidige meerjarig financieel kader duurden te lang, waardoor belangrijke financiële programma's met vertraging van start gingen. Dat was niet alleen administratief onpraktisch, maar betekende ook dat projecten die het economisch herstel konden aanjagen, werden uitgesteld en dat het langer duurde eer broodnodige vitale financieringsbronnen konden worden ingezet.
Wij zijn het alle Europeanen verplicht de onderhandelingen over de komende langetermijnbegroting aan te gaan met het ferme voornemen om overeenstemming te bereiken vóór de verkiezingen voor het Europees Parlement en de top van EU-leiders in Sibiu op 9 mei 2019.
De Commissie zal alles in het werk stellen om een snel akkoord mogelijk te maken. Ons voorstel van vandaag is eerlijk en evenwichtig en zal de Unie van 27 lidstaten een begroting bieden waarmee efficiënt resultaten kunnen worden geboekt voor iedereen. Een positieve begroting voor een positieve agenda. Een moderne begroting voor een Unie die ons beschermt, sterker maakt, en verdedigt. Een begroting die onze Unie goed voorbereidt op de toekomst.
(1)
Staat van de Unie 2016: "Naar een beter Europa — een Europa dat ons beschermt, sterker maakt en verdedigt".
(2)
Staat van de Unie 2017: 'De wind in onze zeilen vangen'.
(3)
COM(2018) 98.
(4)
Resolutie van het Europees Parlement van 14 maart 2018 over het volgende meerjarig financieel kader: voorbereiding van het standpunt van het Parlement ten aanzien van het meerjarig financieel kader voor de periode na 2020 (2017/2052(INI)) en over de hervorming van het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (2017/2053(INI)).
(5)
COM(2017) 2025.
(6)
De Commissie zal aan het eind van het jaar een discussienota vaststellen met als titel 'Naar een duurzaam Europa in 2030, over de follow-up van de VN-doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling en de overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering', om na te gaan hoe de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling nog meer in de beleidsvorming van de EU kunnen worden geïntegreerd.
(7)
Zie het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie, SWD (2018) 171.
(8)
Zie ook SWD(2018) 171, blz. 7.
(9)
Overeenkomstig de aanbevelingen van de deskundigengroep op hoog niveau voor toezicht op vereenvoudiging voor begunstigden van de Europese structuur- en investeringsfondsen, en de aanbevelingen van de Europese Rekenkamer, het Comité van de Regio's en het Europees Parlement.
(10)
Een voorstel van de Commissie wordt geacht bij besluitvorming met omgekeerde gekwalificeerde meerderheid door de Raad te zijn vastgesteld, tenzij de Raad bij gekwalificeerde meerderheid besluit om het voorstel van de Commissie te verwerpen.
(11)
Zie het verslag "Investing in the European Future we want – Report of the independent High Level Group on maximising the impact of EU Research and Innovation Programmes".
(12)
Tenzij anders aangegeven zijn de bedragen in deze mededeling uitgedrukt in lopende prijzen. Cijfers uitgedrukt in lopende prijzen zijn inclusief het effect van de inflatie. Ze worden berekend op basis van een jaarlijkse inflatie-aanpassing van 2 %.
(13)
Het cohesiebeleid wordt hoofdzakelijk gefinancierd door drie fondsen, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds.
(14)
COM(2017) 822.
(15)
Bovendien wordt een bedrag van EUR 10 miljard gereserveerd onder Horizon Europa om onderzoek en innovatie te stimuleren op het gebied van voeding, landbouw, plattelandsontwikkeling en de bio-economie.
(16)
Het voorstel van de Commissie voor de integratie van het Europees Ontwikkelingsfonds is een van de elementen die ertoe nopen het maximum van de eigen middelen te verhogen. Daarnaast is het van cruciaal belang dat in de regels met betrekking tot het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking soortgelijke flexibiliteitsbepalingen worden opgenomen als die welke gelden voor het huidige Europees Ontwikkelingsfonds.
(17)
Tot de hervormingen behoorde een bevriezing van de salarissen gedurende twee jaar in combinatie met een verhoging van de arbeidstijd tot 40 uur per week zonder compensatie, het invoeren van een lagere salarisschaal voor secretariaats- en kantoorfuncties, en een vermindering van het jaarlijkse verlof. De hervorming had ook aanzienlijke gevolgen voor de pensioenrechten, door een verlaging van het salaris aan het einde van de loopbaan, een hogere pensioenleeftijd en een verlaging van het pensioenopbouwpercentage.
(18)
De Commissie zal zich in het kader van de tussentijdse herziening van het meerjarig financieel kader in 2023 buigen over de haalbaarheid van de oprichting van een kapitaalgedekt pensioenfonds voor het personeel van de Europese instellingen.
(19)
COM(2018) 98.
(20)
Het Europees Ontwikkelingsfonds komt overeen met ongeveer 0,03 % van het bruto nationaal inkomen van de EU-27.
(21)
Resolutie van het Europees Parlement van 14 maart 2018 over het volgende MFK: voorbereiding van het standpunt van het Parlement ten aanzien van het MFK voor de periode na 2020, punt 23.
(22)
1,127 miljard EUR in lopende prijzen.
(23)
Zie het verslag over 'De toekomstige financiering van de EU', dat in januari 2017 is gepresenteerd door de groep op hoog niveau die is ingesteld door het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie en wordt voorgezeten door Mario Monti.
(24)
Lidstaten met specifieke problemen op het gebied van douanecontroles, komen in aanmerking voor het versterkte Douane-programma. Daarnaast kunnen nationale douaneautoriteiten via het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, specifiek via het nieuwe onderdeel voor douanecontroleapparatuur, steun krijgen voor de aanschaf van apparatuur. Ten slotte zal het steunprogramma voor structurele hervormingen bijdragen aan de versterking van de administratieve capaciteit van douanediensten.