Artikelen bij COM(2023)317 - Kader voor duurzame financiering dat in de praktijk werkt - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)317 - Kader voor duurzame financiering dat in de praktijk werkt. |
---|---|
document | COM(2023)317 |
datum | 13 juni 2023 |
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITé EN HET COMITé VAN DE REGIO’S
Een kader voor duurzame financiering dat in de praktijk werkt
Inleiding
De Europese Green Deal1 en de transitie naar een klimaatneutrale en duurzame economie tegen 2050 brengen aanzienlijke uitdagingen met zich mee, met name in de huidige geopolitieke en economische context. Toch zijn er ook kansen aan verbonden voor de EU. Investeringen in de groene transitie zullen van Europa het eerste klimaatneutrale continent maken en leiden tot de opbouw van een duurzame, rechtvaardige en welvarende samenleving. Investeringen in schone en duurzame energiebronnen en energie-efficiëntie zullen de open strategische autonomie van de EU versterken en onze afhankelijkheid van de invoer van Russische en fossiele brandstoffen van buiten de EU verkleinen en in de toekomst een matigend effect hebben op de energieprijzen. Daarom moet geïnvesteerd worden in onze capaciteit om schone technologieën te ontwikkelen en te vervaardigen, zodat nieuwe strategische afhankelijkheden kunnen worden vermeden en het concurrentievermogen van de EU wordt versterkt. Als we niet tijdig maatregelen nemen om klimaat- en natuurgerelateerde risico’s aan te pakken, zal dit integendeel aanzienlijke kosten voor het bedrijfsleven meebrengen en kunnen ontwrichtende aanpassingen nodig zijn, met gevolgen voor de financiële stabiliteit. Met dat streefdoel voor ogen zal de EU jaarlijks ongeveer 700 miljard EUR aan extra investeringen nodig hebben om de doelstellingen van de Green Deal, RepowerEU en de wet voor de nettonulindustrie23 te verwezenlijken. Veruit het grootste deel van deze investeringen zal moeten komen van particuliere financiering.
De EU-agenda voor duurzame financiering is erop gericht het bedrijfsleven en de financiële sector hierbij te ondersteunen door particuliere financiering van transitieprojecten en -technologieën aan te moedigen en geldstromen naar duurzame investeringen te faciliteren. De EU heeft de afgelopen vijf jaar aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de uitvoering van haar agenda voor duurzame financiering. Mijlpalen zijn onder meer de vaststelling van de taxonomieverordening4, de verordening informatieverschaffing over duurzame financiering (SFDR)5, EU-klimaatbenchmarks in de benchmarkverordening6, de Europese verordening groene obligaties7 en de richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven (CSRD)8. De EU heeft eveneens verduidelijkt dat fiduciaire verplichtingen in de sectoren vermogensbeheer, (her)verzekeringen en beleggingen ook duurzaamheidsrisico’s omvatten, en heeft bepalingen vastgesteld met de verplichting dat duurzaamheidsvoorkeuren van retailbeleggers in het verkooppunt moeten worden besproken9. In het najaar van 2021 heeft de Commissie in het kader van de bank-10 en verzekeringspakketten11 prudentiële maatregelen voorgesteld om de veerkracht van de financiële sector ten aanzien van duurzaamheidsrisico’s te vergroten; momenteel lopen de onderhandelingen daarover tussen de medewetgevers. Samen zorgen deze bouwstenen ervoor dat de financiële sector steeds meer rekening gaat houden met duurzaamheidsfactoren.
Het vandaag gepresenteerde pakket is een belangrijke stap in de richting van de voltooiing van het kader voor duurzame financiering. Dankzij de gedelegeerde taxonomiehandelingen12 zal het mogelijk worden investeringen in meer sectoren en economische activiteiten als ecologisch duurzaam te erkennen, met inbegrip van activiteiten en bijbehorende criteria voor alle zes milieudoelstellingen van de taxonomieverordening13. Het voorstel voor een verordening inzake transparantie en integriteit van ratingactiviteiten op milieu-, sociaal en governancegebied (ESG)14 zal ervoor zorgen dat ESG-ratings een meer betrouwbare en transparante component van de waardeketen voor duurzame financiering worden. De komende Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportage in het kader van de richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven (CSRD) zullen ondernemingen in staat stellen uiteenlopende kredietverstrekkers, beleggers en andere belanghebbenden op gestandaardiseerde wijze te voorzien van informatie over duurzaamheid. In de aanbeveling van de Commissie15 wordt geïllustreerd hoe het kader voor duurzame financiering transitiefinanciering omvat en aan ondernemingen, beleggers en financiële intermediairs, met praktische voorbeelden en uitleg voorschrijft hoe zij het huidige kader voor duurzame financiering vrijwillig kunnen gebruiken om hun transitie naar een klimaatneutrale en duurzame economie te financieren, en tegelijkertijd hun concurrentievermogen versterken. Tot slot wordt in het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie over de bruikbaarheid van de EU-taxonomie en het bredere EU-kader voor duurzame financiering een overzicht gegeven van de belangrijkste pijlers van het momenteel van kracht zijnde kader, en wordt de balans opgemaakt van de onlangs vastgestelde bruikbaarheidsmaatregelen16.
Blijkens een eerste analyse van de verslaglegging begint het EU-kader voor duurzame financiering te functioneren zoals beoogd, en wordt particuliere financiering voor investeringen in de groene transitie gefaciliteerd via transparantie en als een alomvattende toolbox. Zo passen ondernemingen de taxonomie toe en beginnen zij hun duurzame beleggingen op basis daarvan bekend te maken.
Ondanks de aanzienlijke vooruitgang die tot nu toe is geboekt en de kansen en concurrentievoordelen die de transitie op langere termijn biedt, erkent de Commissie dat bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, voor aanzienlijke uitdagingen staan in de transitie die zij doormaken naar een klimaatneutrale en duurzame economie. Zo zijn er uitdagingen om oplossingen te vinden waar nog geen groene technologieën beschikbaar zijn, om duurzaamheidsdoelstellingen en -acties te formuleren in het kader van bedrijfsstrategieën, om hogere normen inzake ecologische en sociale duurzaamheid na te leven, om te voldoen aan duurzaamheidsgerelateerde openbaarmakingsvereisten en om tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden op te vangen.
De uitvoering en de eerste toepassing van de vereisten inzake rapportage over duurzaamheid kan ook een uitdaging vormen, aangezien de geleidelijke invoering van de rapportage vragen doet rijzen over de uitvoering en de bruikbaarheid en wat de gevraagde rapportage van informatie betreft, investeringen op bedrijfsniveau vereist om deze te genereren, te verwerken en kwalitatief te waarborgen. De Commissie is vastbesloten de uitvoering actief te ondersteunen en ervoor te zorgen dat het kader bruikbaar en inclusief is voor ondernemingen van verschillende omvang en met verschillende bedrijfsmodellen en uitgangsposities.
Een kader voor duurzame financiering dat in de praktijk werkt
Nu de belangrijkste bouwstenen van het kader voor duurzame financiering gelegd zijn17, hebben ondernemingen en financiële entiteiten een aanvang genomen met de toepassing van de instrumenten en openbaarmakingsnormen voor hun economische en financieringsactiviteiten. De komende jaren zullen de kwaliteit en beschikbaarheid van openbaarmakingen en gegevens verbeteren naarmate het kader voor duurzame financiering verder wordt uitgevoerd en marktdeelnemers in staat zullen zijn de taxonomie en andere ESG-informatie te benutten om met kennis van zaken beleggingsbeslissingen te nemen, duurzaamheidsdoelstellingen te formuleren en na te streven en financiering te verkrijgen of te verlenen voor de transitie naar een klimaatneutrale en duurzame economie. De toepassing van het kader zal steeds meer voordelen opleveren doordat er geleidelijk meer gegevens beschikbaar worden. Dit zal samenvallen met de invoering van het Europees centraal toegangspunt (ESAP)18, dat digitale en open toegang tot die gegevens mogelijk zal maken.
Uit de taxonomierapportage vanaf het eerste jaar van toepassing blijkt dat de taxonomie in de praktijk werkt. Volgens gegevens over ondernemingen in de STOXX Europe 600-index rapporteerden ondernemingen die een zekere mate van afstemming op de taxonomie rapporteerden19, gemiddeld ongeveer 23 % voor kapitaaluitgaven, 24 % voor operationele uitgaven en 17 % voor inkomsten20. Dit toont aan dat ondernemingen kunnen investeren in het afstemmen van economische activiteiten op de taxonomie, ongeacht hun uitgangspositie. Financiële instellingen en beleggers kunnen deze gegevens reeds gebruiken om ondernemingen en sectoren in transitie op te sporen en om transitiegerelateerde financieringsoplossingen te bieden.
De Commissie is vastbesloten de uitvoering van het kader voor duurzame financiering te ondersteunen en ervoor te zorgen dat de instrumenten en openbaarmakingen in de praktijk werken. Op basis van feedback van belanghebbenden zal de Commissie haar inspanningen opvoeren om de bruikbaarheid en de samenhang van het kader te verbeteren, door ervoor te zorgen dat de verschillende elementen gebruiksvriendelijk zijn en de administratieve lasten zoveel mogelijk worden beperkt. De Commissie is ook bereid om via het instrument voor technische ondersteuning21 de lidstaten technische ondersteuning te bieden om deze uitvoering te vergemakkelijken, onder meer met de komende Europese normen voor duurzaamheidsrapportage.
Het kader voor duurzame financiering is inclusief en evenredig. Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) zullen aan de hand daarvan financiering voor hun transitie kunnen aantrekken terwijl hun administratieve lasten tot een minimum beperkt blijven. Niet-beursgenoteerde kmo’s, met name micro-ondernemingen, vallen vanwege hun omvang en administratieve capaciteit niet onder het EU-regelgevingskader voor duurzame financiering, hoewel sommige kmo’s mogelijk interesse hebben in de financiering van duurzame investeringen en daaruit voordelen kunnen halen door vrijwillig gebruik van instrumenten voor duurzame financiering. Kmo’s kunnen echter de steun van hun partners in de financiering en de waardeketen nodig hebben wanneer ze zich een beeld willen vormen van hun financieringsbehoeften voor de transitie en in de praktijk transitiefinanciering willen aantrekken. In dit verband moeten financiële intermediairs ervan uitgaan dat kmo’s mogelijk een beperkte capaciteit hebben om gedetailleerde informatie te verstrekken, en het evenredigheidsbeginsel toepassen in hun omgang met kmo-cliënten die op zoek zijn naar financiering voor groene investeringen.
Er is al een reeks initiatieven en gerichte maatregelen genomen in respons op belangrijke problemen met de bruikbaarheid en vragen van belanghebbenden. Zo heeft de Commissie onlangs de interactie tussen de taxonomieverordening en de verordening informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (SFDR) verduidelijkt met betrekking tot het begrip “duurzame belegging” en uitgelegd hoe exploitanten de vereisten van de EU-taxonomie moeten interpreteren wat betreft de naleving van minimumwaarborgen, met inbegrip van sociale en governanceaspecten22. Dit is een aanvulling op de recente publicatie van richtsnoeren van de Commissie over de interactie tussen de SFDR en de benchmarkverordening met betrekking tot producten die op passieve wijze klimaattransitiebenchmarks en op de Overeenkomst van Parijs afgestemde benchmarks volgen23.
De Commissie zal haar werkzaamheden voortzetten om de bruikbaarheid van de taxonomie en van het bredere kader voor duurzame financiering te verbeteren, en wordt daarbij gesteund door de Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA’s) en het platform voor duurzame financiering. Ook belanghebbenden worden daarbij verder betrokken. De in december 2022 aangekondigde uitgebreide beoordeling van de SFDR vormt een belangrijk onderdeel van dit streven. In het kader van de beoordeling van de SFDR zal in het najaar van 2023 een openbare raadpleging worden gehouden.
Transitiefinanciering
De transitie naar een klimaatneutrale en duurzame economie vereist dringende investeringen op grote schaal in groene technologieën en duurzame economische activiteiten. Ook zijn investeringen in transitieondersteunende economische activiteiten vereist, in overeenstemming met de taxonomieverordening24, wanneer nog geen groene technologieën beschikbaar zijn. De financiële sector kan de ontwikkeling van dergelijke technologieën ondersteunen. Het pakket van vandaag is een nieuwe stap in de richting van een mondiaal leidinggevend rechtskader dat de financiering van de transitie faciliteert.
Transitiefinanciering kan niet alleen worden aangetrokken door bedrijven met de hoogste duurzaamheidsprestaties, maar ook door ondernemingen met verschillende uitgangsposities en duidelijke duurzaamheidsdoelstellingen. Het regelgevingskader voor duurzame financiering erkent reeds investeringen in de transitie van economische activiteiten, activa en ondernemingen naar klimaat- en milieudoelstellingen, bijvoorbeeld via de taxonomie25. Op basis van de duurzaamheidsinformatie en -instrumenten die via het kader worden verstrekt, zullen particuliere investeerders en financiële instellingen steeds vaker in staat zijn duurzame investeringen en investeringen in transitieprojecten doeltreffender en systematischer te identificeren. Deze informatieverschaffing en instrumenten bieden ondernemingen ook de gelegenheid om hun duurzaamheidsdoelstellingen en transitietrajecten op gestandaardiseerde wijze te formuleren voor beleggers en belanghebbenden.
De taxonomie omvat transitieondersteunende economische activiteiten waarvoor momenteel geen technologisch en/of economisch haalbaar koolstofarm alternatief beschikbaar is, maar waarin niettemin aanzienlijke verbeteringen kunnen worden aangebracht om de transitie naar een klimaatneutrale economie te realiseren26. Daarnaast worden in de taxonomie investeringen in economische activiteiten erkend die in vijf (bij wijze van uitzondering tien) jaar op de taxonomie afgestemd zullen zijn. Dergelijke investeringen kunnen als op de taxonomie afgestemde kapitaaluitgaven worden gerapporteerd en kunnen worden gefinancierd door de uitgifte van Europese groene obligaties. Dergelijke obligaties kunnen dan worden opgenomen in de samenstelling van een benchmark of van een financieel product met duurzaamheidskenmerken of duurzaamheidsdoelstellingen.
In de beginfase van de transitie zullen de niveaus voor afstemming op de taxonomie wat inkomsten betreft lager zijn, met name voor bepaalde ondernemingen en economische sectoren. Er wordt echter al verwacht dat de niveaus van afstemming op de taxonomie wat kapitaaluitgaven betreft hoger zullen liggen. Dit blijkt te worden bevestigd door de eerste gegevens volgens welke een groot aantal ondernemingen op de taxonomie afgestemde kapitaaluitgaven rapporteren die materieel hoger zijn dan hun op de taxonomie afgestemde inkomsten, met name in sectoren met een hoge uitstoot waar transitiefinanciering het hardst nodig is, en dat de gemiddelde afstemming op de taxonomie voor bepaalde sectoren aanzienlijk hoger is in termen van kapitaaluitgaven dan van inkomsten. In de nutssector bijvoorbeeld ligt het niveau van afstemming voor kapitaaluitgaven op gemiddeld 70 % tegenover 40 % afstemming voor inkomsten en in de energiesector bedroeg het niveau van afstemming voor kapitaaluitgaven gemiddeld 23 % tegenover 7 % voor op de taxonomie afgestemde inkomsten27.
Er zijn ook belangrijke synergieën tussen instrumenten en rapportages, bijvoorbeeld in de context van ondernemingen die ertoe besluiten transitiedoelstellingen vast te stellen en transitieplannen te ontwikkelen. Tot op heden hebben meer dan 13 000 bedrijven wereldwijd transitiedoelstellingen vastgesteld28, waarbij sommige voor een transitieplan opteren om deze doelstellingen te specificeren. De komende Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportage zullen ervoor zorgen dat ondernemingen hun klimaattransitieplannen en -doelstellingen, indien zij er hebben, op gestandaardiseerde wijze kunnen bekendmaken. Op die manier worden deze ondernemingen geholpen om financiering aan te trekken van actoren op de financiële markten die hun transitie-inspanningen ondersteunen. Het platform voor duurzame financiering zal toezicht houden op marktpraktijken met betrekking tot transitiedoelstellingen en -plannen, alsook op kapitaalstromen naar de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU.
Gedelegeerde taxonomieverordeningen inzake milieu en klimaat
De taxonomie is een hoeksteen van het EU-kader voor duurzame financiering en een belangrijk instrument voor markttransparantie dat directe investeringen ondersteunt in de economische activiteiten die het hardst nodig zijn voor een groene transitie. De gedelegeerde taxonomieverordening klimaat met betrekking tot mitigatie van en adaptatie aan klimaatverandering is operationeel sinds januari 2022 en omvat in totaal 107 economische activiteiten die verantwoordelijk zijn voor 64 % van de broeikasgasemissies in de EU-2729. De vaststelling van de gedelegeerde taxonomieverordening milieu, die criteria voor de resterende vier milieudoelstellingen bevat, is een cruciale stap in de ontwikkeling van het taxonomiekader. Door meer economische activiteiten, en bijgevolg meer economische sectoren en bedrijven, op te nemen die alle zes milieudoelstellingen bestrijken, zal het potentieel voor duurzame investeringen in de EU groter worden. Ter aanvulling hiervan worden gerichte wijzigingen van de gedelegeerde taxonomieverordening klimaat ingevoerd waardoor de toepassing wordt uitgebreid tot economische activiteiten die tot dusver nog niet zijn opgenomen30. Deze toevoegingen zullen investeringen in groene technologieën, koolstofvije productiecapaciteit en levering van hernieuwbare energie vergemakkelijken en het industriebeleid van de EU versterken, zoals aangekondigd in het industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk31.
De gedelegeerde handelingen worden grotendeels gevoed door de aanbevelingen van het platform voor duurzame financiering32. Het vandaag gepresenteerde pakket omvat echter niet alle economische activiteiten waarvoor het platform aanbevelingen heeft gedaan. De Commissie heeft prioriteit gegeven aan die economische activiteiten die het grootste potentieel hebben om een substantiële bijdrage te leveren en waarvoor het mogelijk was binnen korte termijn de aanbevolen criteria goed te keuren of te verfijnen. Economische activiteiten die een grondigere beoordeling en ijking van de criteria vereisen, zullen verder door de Commissie worden beoordeeld en geëvalueerd en in een later stadium worden behandeld.
De taxonomie definieert de criteria waaraan economische activiteiten moeten voldoen om duurzaam te worden, en stippelt dus het te volgen pad uit voor de transformatie ervan. Het niveau van op de taxonomie afgestemde activa zal toenemen naarmate de transitie naar een klimaatneutrale en duurzame economie vordert. Er zullen nieuwe economische sectoren en activiteiten worden toegevoegd en bestaande sectoren en activiteiten zullen worden verfijnd en geactualiseerd, indien nodig in overeenstemming met ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en technologie; dit is iets waarover het platform voor duurzame financiering in het kader van zijn huidige mandaat advies zal verstrekken33.
De taxonomie is vooral een instrument voor bedrijven om hun toegang tot financiering voor de groene transitie te vergemakkelijken, en voor de financiële sector, om de opbouw van portefeuilles voor duurzame financiering te ondersteunen en de mate van duurzaamheid van investeringen te meten. Het is geen verplichte lijst van noodzakelijke investeringen. Beleggers kunnen de taxonomie ook gebruiken om hun beleggingsbeslissingen met meer kennis van zaken te nemen. Zij kunnen er nog steeds voor kiezen te beleggen in ondernemingen die activiteiten verrichten met uiteenlopende milieuprestaties, of met activiteiten die niet aan de taxonomiecriteria voldoen. Het loutere feit dat een bedrijf geen activiteiten heeft die op de taxonomie zijn afgestemd, betekent niet dat conclusies kunnen worden getrokken met betrekking tot de milieuprestaties van het bedrijf of zijn vermogen om toegang te krijgen tot financiering. Ondernemingen kunnen de taxonomie vrijwillig gebruiken als instrument om transitiedoelstellingen voor economische activiteiten vast te stellen, bijvoorbeeld in combinatie met een transitieplan. In de begeleidende aanbeveling van de Commissie over transitiefinanciering wordt verder uitgelegd hoe de taxonomie vrijwillig voor dat doel kan worden gebruikt.
Voor grote niet-financiële ondernemingen is de rapportage over de mate van afstemming op de taxonomie met betrekking tot klimaatdoelstellingen in 2023 van start gegaan. Voor andere actoren en milieudoelstellingen zal de rapportage de komende jaren geleidelijk worden ingevoerd. De uitrol van de taxonomie en de daarmee samenhangende rapportagevereisten zullen verder worden ontwikkeld ter ondersteuning van kmo’s die op vrijwillige basis gebruikmaken van dat kader, zonder dat hun lasten worden opgelegd.
Tegelijkertijd zal de Commissie blijven deelnemen aan mondiale fora om de invoering van taxonomieën op internationaal niveau aan te moedigen en de aanpak voor de interoperabiliteit daarvan te verfijnen. Het passende gebruik van taxonomiebeginselen zal ook een rol blijven spelen in de werkzaamheden van het Internationaal Platform inzake duurzame financiering.
ESG-ratings en -kredietratings
Nu de tenuitvoerlegging van het kader voor duurzame financiering vordert, is het tijd om de werking van de ESG-ratingmarkt aan een nader onderzoek te onderwerpen34. Transparante, betrouwbare en kwalitatieve ESG-ratings dragen bij tot de doeltreffendheid en integriteit van de financiële markten en de bescherming van beleggers.
Na raadplegingen, studies en outreach keurt de Commissie vandaag een voorstel goed voor een verordening betreffende de werking van de ESG-ratingmarkt. Het belangrijkste doel van het Commissievoorstel is de transparantie van ESG-ratingmethodologieën, -doelstellingen, -kenmerken en -gegevensbronnen te vergroten. Daarnaast wordt beoogd meer duidelijkheid te scheppen over de werking van ESG-ratingaanbieders, met name om potentiële risico’s in verband met belangenconflicten te voorkomen en te beperken. Een transparanter ESG-classificatie-ecosysteem zal leiden tot een duidelijkere omschrijving van de drie dimensies van duurzaamheid35.
Op basis van de reeks aanbevelingen voor ESG-ratingaanbieders en toezichthouders die de Internationale Organisatie van Effectentoezichthouders (IOSCO) in november 2021 heeft gepubliceerd, voorziet het voorstel in de vergunningverlening aan en het toezicht op ESG-ratingaanbieders door de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA). Voorts voorziet het voorstel in rapportagevereisten met betrekking tot hun methodologieën en de doelstellingen van ratings, en introduceert het op beginselen gebaseerde organisatorische vereisten voor hun activiteiten. Gezien de structuur en complexiteit van de ESG-ratingmarkt, die veel kleinere ESG-ratingaanbieders omvat, omvat het initiatief een aantal waarborgen en beperkingen in de maatregelen voor die kleinere marktdeelnemers. Het doel is de toegankelijkheid te bevorderen en innovatie op de markt te bevorderen, met name tijdens de beginfase waarin de verordening wordt toegepast.
De afgelopen jaren zijn ook veranderingen en verbeteringen aangebracht in verband met de rapportage en inaanmerkingneming van ESG-factoren in kredietratings. Sommige ratingbureaus verstrekken informatie die verder gaat dan wat vereist is op grond van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus36 en op basis van de ESMA-richtsnoeren. Als gevolg daarvan vraagt de Commissie de ESMA om advies over de regels voor de presentatie van ratings en ratingoutlooks, alsmede over de regels voor de beoordeling van de conformiteit van de door ratingbureaus gebruikte methodologieën. Dit is bedoeld om tekortkomingen aan te pakken in verband met: i) de wijze waarop ESG-factoren in methodologieën worden geïntegreerd; en ii) informatie over de wijze waarop ESG-factoren van invloed zijn op ratings37.
Komende Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportage
Duurzaamheid is een belangrijke factor in het concurrentievermogen van ondernemingen op langere termijn, en duurzaamheid en concurrentievermogen kunnen hand in hand gaan. Rapportage over duurzaamheid is een cruciale bron van informatie voor financiële instellingen om hen te helpen kapitaal te sturen naar transitiebeleggingen en financiële producten met duurzaamheidsdoelstellingen te creëren. De CSRD is een belangrijke mijlpaal in het verschaffen van transparantie over duurzaamheidsrisico’s, -effecten en -kansen voor ondernemingen. Het is ook de basis voor ondernemingen om betrouwbare, nauwkeurige en vergelijkbare duurzaamheidsinformatie van hoge kwaliteit te verstrekken aan financiëlemarktdeelnemers en andere belanghebbenden.
Het standaardiseren van door ondernemingen te rapporteren duurzaamheidsinformatie is een essentieel onderdeel van het rechtskader en zal binnenkort mogelijk worden nu er Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportage (ESRS of EU-standaarden) zullen aankomen. De Commissie raadpleegt momenteel belanghebbenden over de definitieve versie van een eerste reeks EU-standaarden op basis van door de EFRAG opgestelde ontwerpstandaarden. De standaarden zullen de ondernemingen de leidraad bieden die zij nodig hebben om te bepalen welke gegevens moeten worden gerapporteerd en hoe ervoor kan worden gezorgd dat de door hen verstrekte informatie voor hen van esentieel belang is en nuttig is voor de financiële instellingen. De Commissie en de EFRAG hebben nauw samengewerkt met de International Sustainability Standards Board (ISSB) en het Global Reporting Initiative (GRI) om een zeer hoog niveau van interoperabiliteit tussen de verschillende reeksen standaarden te waarborgen. Het is de uiteindelijke bedoeling van de Commissie dat wanneer een onderneming duurzaamheidsinformatie in overeenstemming met de EU-standaarden rapporteert, deze geacht worden te voldoen aan mondiale standaarden.
Dankzij duurzaamheidsrapportage zullen ondernemingen naar verwachting betere toegang tot financieel kapitaal krijgen en hun eigen risico’s en kansen beter onderkennen en beheren, waardoor hun concurrentievoordeel groeit door hun bijdrage aan de transitie. De Commissie heeft ernaar gestreefd met de gedelegeerde ESRS-handeling de beoogde beleidsdoelstellingen op evenredige wijze te verwezenlijken en de regeldruk daarbij zoveel mogelijk te beperken. Zij heeft onderzocht hoe het materiële karakter van de informatie moet worden aangepakt, hoe dit verder fasegewijs zal verlopen, waarbij sommige rapportages vrijwillig zullen zijn, verdere flexibiliteit wordt ingevoerd in sommige rapportagevereisten, en verdere interoperabiliteit met de ISSB wordt bereikt, en zij zal de tijdens de openbare raadpleging ontvangen opmerkingen zorgvuldig beoordelen alvorens de gedelegeerde handeling uiteindelijk in te voeren. Uniforme standaarden zullen ook helpen om de toenemende kosten te beperken waarmee ondernemingen te maken krijgen wanneer zij moeten voldoen aan de talrijke afzonderlijke informatieverzoeken van verschillende belanghebbenden.
Voorts zullen voor beursgenoteerde kmo’s afzonderlijke normen worden ontwikkeld die evenredig zijn en relevantie hebben voor de capaciteiten en kenmerken van kmo’s en voor de omvang en complexiteit van hun activiteiten. De standaarden zullen toegespitst worden op de voor financiering relevante informatie waaraan financiële instellingen behoefte hebben38, en zullen ook een beperking aanbrengen in de informatieverstrekking die de EU-standaarden aan grote ondernemingen kunnen opleggen wanneer zij kmo's in hun waardeketens verzoeken om rapportage. Dit is een belangrijke waarborg die in de CSRD wordt gespecificeerd om de indirecte gevolgen voor kmo’s van de aan grote ondernemingen opgelegde vereisten inzake rapportage over de waardeketen te beperken. Niet-beursgenoteerde kmo’s, die niet onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen, kunnen niettemin vaker te maken krijgen met informatieverzoeken van grotere ondernemingen in hun waardeketens en van financiële instellingen. De Commissie erkent het probleem dat zich in dit verband voor niet-beursgenoteerde kmo’s kan voordoen vanwege hun omvang en hun meer beperkte middelen. Daarom moedigt de Commissie grote ondernemingen en financiële intermediairs aan om het evenredigheidsbeginsel toe te passen bij contacten met kmo’s en terughoudendheid te betrachten bij het opvragen van informatie bij kmo-partners in hun waardeketen.
Voorts is het mogelijk dat kmo’s essentiële duurzaamheidsinformatie wensen te rapporteren om duurzame financiering of transitiefinanciering te genereren. Het behoort daarom tot de prioriteiten van de Commissie de EFRAG een vrijwillige norm voor niet-beursgenoteerde kmo’s te laten ontwikkelen die door hen kan worden gebruikt om de duurzaamheidsinformatie te standaardiseren die zij wensen te rapporteren, en die het hen gemakkelijker kan maken aan de transitie naar een duurzame economie deel te nemen.
Conclusie
Uit de eerste gegevens blijkt dat de EU-agenda voor duurzame financiering in de praktijk werkt en dat instrumenten voor duurzame financiering investeringen in de transitie naar een klimaatneutrale en duurzame economie beginnen te bevorderen. Het EU-kader voor duurzame financiering zal verder worden ontwikkeld en verfijnd: het moet ervoor zorgen dat de beoogde doelstellingen op doeltreffende wijze worden verwezenlijkt en dat de doelstellingen van de Europese Green Deal ook effectief worden gehaald.
De Commissie zet zich in voor nauwe samenwerking op internationaal niveau. Door de kaders voor duurzame financiering zoveel mogelijk tot stand te brengen samen met andere internationale partners en jurisdicties, zal internationale interoperabiliteit worden nagestreefd, zal de EU het potentieel van internationale financiering voor de transitie ten volle kunnen benutten en kunnen complexiteit, versnipperde markten en extra kosten voor bedrijven worden voorkomen.
De Commissie zal marktdeelnemers verdere praktische richtsnoeren verstrekken om de toepassing van de bestaande regels op duidelijke en doeltreffende wijze te ondersteunen. Zij zal ook blijven onderzoeken of er lacunes bestaan en of er problemen en onzekerheden rijzen over de gebruiksvriendelijkheid en hoe dit kan worden aangepakt. Specifieke aandacht zal worden besteed aan de vraag hoe het kader voor duurzame financiering voor kmo’s bruikbaarder en inclusiever kan worden gemaakt zonder dat deze ondernemingen teveel worden belast. In de werkzaamheden zal verder prioriteit worden gegeven aan het faciliteren van transitiefinanciering, onder meer door na te gaan hoe de taxonomie op eenvoudige en gebruiksvriendelijke wijze beter in het kader kan worden geïntegreerd. Het platform voor duurzame financiering en de Europese toezichthoudende autoriteiten zullen in dit verband belangrijke input leveren. Daartoe zal een reeks outreachactiviteiten voor publieke en private belanghebbenden plaatsvinden.
Bij deze werkzaamheden zal ook nauw worden samengewerkt met internationale partners via het internationaal platform inzake duurzame financiering en in de G20, alsook met multilaterale ontwikkelingsbanken en instellingen voor ontwikkelingsfinanciering van de EU, met name in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI — Europa in de wereld) en de Global Gateway. De Commissie zal blijven onderzoeken hoe zij partnerlanden, met name laag- en middeninkomenslanden, kan helpen solide en geloofwaardige kaders voor duurzame financiering te ontwikkelen met het oog op een betere wereldwijde vergelijkbaarheid en interoperabiliteit.
Zoals hierboven weergegeven, zullen de volgende stappen erin bestaan de praktische toepassing van het kader voor duurzame financiering door ondernemingen, financiële intermediairs en investeerders verder te versterken, waardoor het mogelijk wordt de aanzienlijke investeringen op te schalen die nodig zijn om de groene transitie voort te zetten en de weg te effenen voor een klimaatneutrale en duurzame economie tegen 2050.
1 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – De Europese Green Deal (COM(2019) 640 final).
2 Werkdocument van de diensten van de Commissie over de beoordeling van de investeringsbehoeften en de beschikbare financiering om de productiecapaciteit voor nettonultechnologie in de EU te versterken, SWD (2023) 68 final.
3 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's – De EU-economie na COVID-19: gevolgen voor de economische governance, COM(2021) 662 final.
4 Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088.
5 Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 1).
6 Verordening (EU) 2019/2089 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1011 inzake EU-klimaattransitiebenchmarks en op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks en informatieverschaffing over duurzaamheid over benchmarks (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 17).
7 Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende groene obligaties, COM(2021) 391 final van 6.7.2021. Politiek akkoord bereikt tussen de medewetgevers op 28 februari 2023.
8 Richtlijn (EU) 2022/2464 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 537/2014, Richtlijn 2004/109/EG, Richtlijn 2006/43/EG en Richtlijn 2013/34/EU, met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (PB L 322 van 16.12.2022, blz. 15).
9 Gedelegeerde Richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2010/43/EU wat betreft voor instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) in aanmerking te nemen duurzaamheidsrisico’s en duurzaamheidsfactoren; Gedelegeerde Verordening van de Commissie tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 wat betreft door beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen in aanmerking te nemen duurzaamheidsrisico’s en duurzaamheidsfactoren; Gedelegeerde Verordening van de Commissie tot wijziging van Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2017/2358 en Verordening (EU) 2017/2359 wat betreft de integratie van duurzaamheidsfactoren, -risico’s en -voorkeuren in de vereisten inzake producttoezicht en -governance voor verzekeringsondernemingen en verzekeringsdistributeurs en in de regels inzake bedrijfsvoering en beleggingsadvies voor verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten; Gedelegeerde Richtlijn van de Commissie tot wijziging van Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2017/593 wat betreft de integratie van duurzaamheidsfactoren in de productgoveranceverplichtingen ; Gedelegeerde Verordening (EU) van de Commissie tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 wat betreft de integratie van duurzaamheidsrisico’s in de governance van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen; Gedelegeerde Verordening van de Commissie tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 wat betreft de integratie van duurzaamheidsfactoren, -risico’s en -voorkeuren in bepaalde organisatorische vereisten en voorwaarden voor de bedrijfsvoering voor beleggingsondernemingen.
10 Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft vereisten inzake kredietrisico, risico van aanpassing van de kredietwaardering, operationeel risico, marktrisico en de output floor (COM/2021/664 final) en voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2013/36/EU wat betreft toezichtbevoegdheden, sancties, bijkantoren uit derde landen en ecologische, sociale en governancerisico’s, en tot wijziging van Richtlijn 2014/59/EU (COM/2021/663 final).
11 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/138/EG wat betreft evenredigheid, kwaliteit van het toezicht, rapportage, langetermijngarantiemaatregelen, macroprudentiële instrumenten, duurzaamheidsrisico’s, groepstoezicht en grensoverschrijdend toezicht, (COM(2021) 581 final).
12 Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/3851 van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad door technische screeningcriteria vast te stellen om de voorwaarden te bepalen waaronder een specifieke economische activiteit kan worden aangemerkt als substantieel bijdragend aan het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen, aan de transitie naar een circulaire economie, aan de preventie en bestrijding van verontreiniging of aan de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen, en om uit te maken of die economische activiteit geen ernstige afbreuk doet aan een van de andere milieudoelstellingen en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2178 wat betreft specifieke openbaarmakingen voor die economische activiteiten; Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/3850 van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2139 door technische screeningcriteria vast te stellen om de voorwaarden te bepalen waaronder een specifieke economische activiteit kan worden aangemerkt als substantieel bijdragend aan de mitigatie van klimaatverandering of de adaptatie aan klimaatverandering, en om uit te maken of die economische activiteit niet ernstig afbreuk doet aan een van de andere milieudoelstellingen.
13 De zes milieudoelstellingen van de taxonomieverordening zijn: i) de mitigatie van klimaatverandering; ii) de adaptatie aan klimaatverandering; iii) het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen; iv) de transitie naar een circulaire economie; v) de preventie en bestrijding van verontreiniging; en vi) de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en de ecosystemen.
14 Voorstel voor een verordening inzake de transparantie en de integriteit van ratingactiviteiten op milieu-, sociaal en governancegebied (ESG) (COM (2023) 314 final).
15 Aanbeveling van de Commissie betreffende het faciliteren van financiering voor de transitie naar een duurzame economie (C (2023) 3844).
16 Werkdocument van de diensten van de Commissie, “Enhancing the usability of the EU Taxonomy and the overall EU sustainable finance framework” (SWD(2023) 209), begeleidend document bij de mededeling van de Commissie over een kader voor duurzame financiering dat in de praktijk werkt (COM (2023) 317).
17 De grondslagen voor een EU-kader voor duurzame financiering zijn uiteengezet in het actieplan voor de financiering van duurzame groei (COM/2018/097 final) en de strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie (COM/2021/390 final).
18 Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees centraal toegangspunt dat gecentraliseerde toegang biedt tot voor financiële diensten, kapitaalmarkten en duurzaamheid relevante publiek beschikbare informatie (COM/2021/723 final). Politiek akkoord tussen de medewetgevers van 23 mei 2023.
19 Op 17 mei 2023 had 63 % van de STOXX Europe 600-ondernemingen al bekendgemaakt dat zij in aanmerking komen voor en afgestemd zijn op de taxonomie voor het boekjaar 2022; bron: Bloomberg.
20 Bijna twee op drie ondernemingen die voor de taxonomie in aanmerking komende kapitaaluitgaven bekendmaakten, rapporteerden een cijfer dat niet gelijk is aan nul, en één op de twee ondernemingen die in aanmerking komende inkomsten bekendmaakten, rapporteerde een niveau van afgestemde inkomsten dat niet gelijk is aan nul; Bron: Bloomberg.
21 Instrument voor technische ondersteuning in het kader van Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument van technische ondersteuning (PB L 57 van 18.2.2021).
22 In mededeling C(2023) 3719 van de Commissie over de interpretatie en toepassing van een aantal wettelijke bepalingen van de EU-taxonomieverordening en verbanden met de verordening informatieverstrekking over duurzaamheid in de financiële sector (SFDR) wordt verduidelijkt dat beleggingen in op de taxonomie afgestemde “ecologisch duurzame” economische activiteiten automatisch kunnen worden aangemerkt als “duurzame beleggingen” in het kader van de SFDR.
23 Op 5 april 2023 heeft de Commissie een reeks vragen en antwoorden gepubliceerd om te verduidelijken dat producten die op passieve wijze klimaattransitiebenchmarks en op de Overeenkomst van Parijs afgestemde benchmarks volgen, in het kader van de SFDR geacht worden “duurzame beleggingen”, zoals gedefinieerd in de SFDR, als doelstelling na te streven.
24 Transitieondersteunende economische activiteiten worden in artikel 10, lid 2, van de taxonomieverordening gedefinieerd als activiteiten waarvoor er geen technologisch en economisch haalbaar koolstofarm alternatief bestaat, indien zij de transitie naar een klimaatneutrale economie ondersteunen volgens een traject naar beperking van de temperatuurstijging tot 1,5 °C boven het pre-industriële niveau, onder meer door broeikasgasemissies, met name emissies van vaste fossiele brandstoffen, af te bouwen, en indien die activiteiten: broeikasgasemissieniveaus vertonen die overeenstemmen met de beste prestaties in de sector of de industrie; de ontwikkeling en toepassing van koolstofarme alternatieven niet in de weg staan; en niet leiden tot een lock‐in van koolstofintensieve activa, gelet op hun economische levensduur.
25 De taxonomie behandelt zes milieudoelstellingen: de mitigatie van klimaatverandering; de adaptatie aan klimaatverandering; het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen; de transitie naar een circulaire economie; de preventie en bestrijding van verontreiniging, de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen.
26 Zie voetnoot 24.
27 Gegevens op basis van de rapportage over afstemming op de taxonomie voor 455 ondernemingen tot en met 16 mei 2023; bron: GS SUSTAIN Goldman Sachs Global Investment Research.
28 Bron: Global Climate Action Portal, Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering.
29 Op basis van NACE Rev. 2-codes die zijn opgenomen in de gedelegeerde taxonomieverordening klimaat en gegevens van Eurostat 2021, https://ec.europa.eu/eurostat/databrowser/view/env_ac_ainah_r2/default/table?lang=en.
30 Bij de gedelegeerde verordening worden ook gerichte wijzigingen en administratieve correcties aangebracht in specifieke bestaande klimaatcriteria.
31 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Een industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk, COM(2023) 62 final.
32 Zie https://finance.ec.europa.eu/system/files/2022-03/220330-sustainable-finance-platform-finance-report-remaining-environmental-objectives-taxonomy-annex_en.pdf and https://finance.ec.europa.eu/system/files/2022-11/221128-sustainable-finance-platform-technical-working-group_en.pdf. De verslagen van het platform vormen de basis voor de werkzaamheden van de Commissie, maar zijn van adviserende aard. Zij zijn, wat de opname van specifieke sectoren en activiteiten in de EU-taxonomie betreft, niet bindend voor de Commissie.
33 Belanghebbenden zullen ook de gelegenheid krijgen om het platform voor duurzame financiering in kennis te stellen van activiteiten die volgens hen door de EU-taxonomie moeten worden gedekt.
34 Het voorstel heeft geen betrekking op ESG-gegevensverstrekkers. Om op dit gebied regelgevende maatregelen te nemen was de aangevoerde rechtvaardiging minder overtuigend en zijn er een aantal andere initiatieven, zoals de richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven (CSRD) of het Europees centraal toegangspunt (ESAP), die zouden moeten bijdragen tot de verbetering van de kwaliteit en beschikbaarheid van duurzaamheidsgegevens. Dit initiatief heeft ook geen betrekking op interne ratings die zijn ontwikkeld door financiële instellingen zoals banken of vermogensbeheerders, aangezien deze worden gebruikt voor beleggingsbeslissingen met betrekking tot hun eigen producten, minder potentiële belangenconflicten oproepen en niet hetzelfde doel dienen als ESG-ratings, die bij institutionele beleggers en ondernemingen worden verhandeld.
35 De Commissie voert momenteel een studie uit om de huidige stand van zaken met betrekking tot de sociale dimensie van ESG-investeringen in de EU te beoordelen, waarbij de nadruk ligt op investeringstekorten, dit zijn uitdagingen waarmee marktdeelnemers worden geconfronteerd, alsook marktpraktijken. In de studie zal worden nagegaan hoe het kader voor sociale investeringen op de kapitaalmarkten kan worden versterkt, waarbij belemmeringen en mogelijke beleidsopties voor toekomstige maatregelen in kaart worden gebracht.
36 Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 1).
37Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 447/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus.
38 Wat dit betreft vangt de verplichting voor beursgenoteerde kmo’s om duurzaamheidsinformatie te rapporteren pas aan vanaf het boekjaar 2026. De richtlijn voorziet in een verdere opt-out van twee jaar, wat betekent dat beursgenoteerde kmo’s pas vanaf het boekjaar 2028 duurzaamheidsinformatie hoeven te rapporteren.
NL NL