Artikelen bij COM(2025)256 - Evaluatie van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2025)256 - Evaluatie van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA).
document COM(2025)256 NLEN
datum 26 mei 2025
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 26.5.2025

COM(2025) 256 final


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Evaluatie van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA)

{SEC(2025) 157 final} - {SWD(2025) 128 final}


I. ACHTERGROND EN CONTEXT

De Europese Arbeidsautoriteit (ELA of “de Autoriteit”) is opgericht bij Verordening (EU) 2019/1149 1 van 20 juni 2019 (“oprichtingsverordening”).

Tegen de achtergrond van een toenemende arbeidsmobiliteit, voortdurende uitdagingen op het gebied van handhaving en samenwerking en aanhoudende problemen voor werknemers in grensoverschrijdende situaties 2  is de ELA opgericht als een gedecentraliseerd agentschap om de rechtvaardigheid en het vertrouwen in de interne markt te helpen versterken, bij te dragen tot het waarborgen van eerlijke arbeidsmobiliteit in de hele Europese Unie en de lidstaten en de Europese Commissie bijstand te verlenen bij de effectieve toepassing en handhaving van het wettelijk kader van de EU op het gebied van arbeidsmobiliteit en de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. De ELA beoogt daarmee ook bij te dragen aan een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen, in overeenstemming met artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). De taken van de ELA omvatten het ondersteunen van de informatieverstrekking en dienstverlening aan burgers en werkgevers, het verbeteren van samenwerking, het uitvoeren van gezamenlijke inspecties, het uitvoeren van analyses en risicobeoordelingen, het faciliteren van informatie-uitwisseling en het opbouwen van capaciteit tussen de lidstaten.

Overeenkomstig de vereisten van de oprichtingsverordening en de richtsnoeren voor betere regelgeving heeft de Commissie de werkzaamheden van de ELA in de periode van juli 2019 tot het einde van de eerste helft van 2023 geëvalueerd. De evaluatie omvat een analyse van de doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie, coherentie en meerwaarde voor de EU van de Autoriteit, voor zover mogelijk rekening houdend met de vroege ontwikkelingsfase waarin de ELA zich tijdens de evaluatieperiode bevond. De uitbraak van COVID-19 en de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne hebben de Autoriteit in de eerste fase van haar werkzaamheden voor grote uitdagingen gesteld.

In deze evaluatie worden de eerste stappen gezet in de beoordeling van de prestaties van de Autoriteit ten aanzien van haar specifieke doelstellingen en activiteiten, en wordt nagegaan of het mandaat van de Autoriteit eventueel moet worden gewijzigd, zoals is bepaald in artikel 40 van de oprichtingsverordening. Hoewel de evaluatie in verschillende opzichten wellicht meer het karakter van een voortgangsverslag heeft, is het doel ervan om bij te dragen tot een betere bewijsbasis voor de volgende evaluatie, overeenkomstig de bestaande verslagleggingsverplichtingen, en voor een eventuele herziening van het mandaat van de Autoriteit.

II. BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

De ELA heeft over het algemeen een cruciale rol gespeeld bij het verbeteren van de samenwerking tussen nationale autoriteiten. Met name heeft de ELA onderling afgestemde en gezamenlijke inspecties met betrekking tot gedetacheerde en andere mobiele werknemers in verschillende sectoren, waarvan sommige samen met de sociale partners zijn geïdentificeerd als het meest kwetsbaar voor sociale fraude en misbruik, gefaciliteerd en ondersteund. Daarnaast heeft de ELA de toegang tot informatie over arbeidsmobiliteit verbeterd voor werknemers, werkgevers en sociale partners. Ook heeft zij evenementen met de lidstaten georganiseerd om het bewustzijn van het soort steun dat de ELA biedt te vergroten en haar activiteitengebieden over het voetlicht te brengen.

De ELA heeft synergieën met een aantal andere Europese organen tot stand gebracht en versterkt door middel van memoranda van overeenstemming/samenwerkingsovereenkomsten, zoals met de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en met andere EU-agentschappen. Dit heeft de Autoriteit in staat gesteld om een alomvattende aanpak van haar verschillende taken te ontwikkelen.

In de evaluatie worden mogelijkheden voor verdere verbetering van de uitvoering van specifieke activiteiten en voor de versterking van de synergieën tussen deze activiteiten aangedragen. Voorts wordt in de evaluatie gewezen op nieuwe uitdagingen die op basis van de oprichtingsverordening slechts gedeeltelijk kunnen worden aangepakt (zoals onderdanen van derde landen die in de EU werken). Tot slot worden enkele uitdagingen op het gebied van personeel, begrotingsbeheer en begrotingstuitvoering onder de aandacht gebracht.

II.1 Doeltreffendheid

De ELA heeft vooruitgang geboekt bij het nastreven van haar vier specifieke doelstellingen, maar de resultaten lopen uiteen, voornamelijk omdat de Autoriteit zich nog in de eerste ontwikkelingsfase bevond en prioriteit moest worden geven aan door de raad van bestuur goedgekeurde activiteiten. De begroting was afgestemd op deze prioriteiten. Over het algemeen was de kwaliteit van de output van de ELA redelijk hoog.

In algemene zin heeft de ELA bijgedragen tot een betere beschikbaarheid en toegankelijkheid van informatie over de rechten en plichten op het gebied van arbeidsmobiliteit in de EU. De ELA heeft ook instrumenten ontwikkeld om de samenwerking tussen nationale autoriteiten te verbeteren en heeft de lidstaten ondersteund door de onderlinge samenwerking te vergemakkelijken en te versterken, in de vorm van onder meer onderling afgestemde en gezamenlijke inspecties, capaciteitsopbouw (bv. opleidingen) en bemiddeling.

De voortgang die de ELA heeft geboekt ten aanzien van haar vier specifieke doelstellingen kan als volgt worden samengevat:

1) De toegang tot informatie over rechten en plichten met betrekking tot arbeidsmobiliteit in de gehele Unie, en tot relevante diensten, bevorderen.

De campagnes van de ELA kregen veel aandacht en hadden een aanzienlijk bereik. Hoewel de doeltreffendheid niet definitief kon worden beoordeeld vanwege een gebrek aan resultaatgerelateerde indicatoren, werden de voorlichtingscampagnes over het algemeen positief beoordeeld door belanghebbenden, waaronder vertegenwoordigers van overheidsdiensten en sociale partners op EU-niveau. De doeltreffendheid van de communicatie was vooral als gevolg van een gebrekkige timing en doelgerichtheid niet optimaal, waardoor partners ook moeite ondervonden om deze inspanningen te ondersteunen. Niettemin heeft de ELA ook een aantal andere voorlichtingsactiviteiten uitgevoerd, met een wisselende mate van follow-up en acceptatie op nationaal niveau. Aangezien de informatie over rechten en plichten versnipperd blijft, hebben belanghebbenden — met name sociale partners — vastgesteld dat er meer behoefte is aan gemakkelijk toegankelijke en praktische informatie over de rechten en plichten van mobiele werknemers en van werkgevers. De vertaalfaciliteit van de ELA werd door verschillende belanghebbenden geprezen, omdat deze de nationale autoriteiten hielp om kosten te besparen. De overgang van het Europees coördinatiebureau van Eures (ECO) van de Commissie naar de ELA verliep soepel, ondanks de aanhoudende openstaande vacatures en de beperkte ervaring van het aangeworven personeel. Wel deden zich uitdagingen voor als gevolg van uiteenlopende prioriteiten en een gebrek aan duidelijkheid over de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de ELA en de Commissie met betrekking tot het Eures-netwerk, het portaal en de bijbehorende IT-diensten.

2) De samenwerking tussen de lidstaten bij de handhaving van het toepasselijke Unierecht in de gehele Unie bevorderen en versterken, onder meer door onderling afgestemde en gezamenlijke inspecties te vergemakkelijken.

Een van de meest doeltreffende activiteiten van de ELA was het vergemakkelijken van onderling afgestemde en gezamenlijke inspecties, waardoor inspecteurs van verschillende lidstaten kennis konden delen en van elkaar konden leren op het gebied van inspectiepraktijken. Ondanks de geografische spreiding van de onderling afgestemde en gezamenlijke inspecties over de hele Unie en het erkende nut ervan, werd het potentieel ervan nog niet ten volle benut. De doeltreffendheid van de onderling afgestemde en gezamenlijke inspecties was onlosmakelijk verbonden met de actieve deelname van lidstaten vóór, tijdens en na de inspecties.

Analyse en risicobeoordeling werden binnen de ELA aanvankelijk niet als een prioriteit gezien, en de inspanningen van de ELA beperkten zich voornamelijk tot het in kaart brengen van activiteiten. De actie van de ELA in dit verband is ook gebonden aan de oprichtingsverordening, die de Autoriteit geen gedetailleerd standpunt inzake de verwerking van persoonsgegevens geeft, en de nationale autoriteiten zijn terughoudend met het delen van hun informatie, wat voor de ELA een belemmering vormt om analytische diensten op bedrijfsniveau aan te bieden en om verdachte gevallen proactief te identificeren en door te verwijzen naar de lidstaten.

De samenwerking tussen de lidstaten verliep soepel, wat heeft geleid tot een beter gemeenschappelijk begrip van de EU-regels door de nationale handhavingsautoriteiten en tot een toename van de deskundigheid. In de eerste jaren van de werking van de ELA werden de activiteiten voor capaciteitsopbouw veelal op ad-hocbasis georganiseerd. Niettemin werden ze zeer gewaardeerd door belanghebbenden en speelden ze een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de Autoriteit.

3) Bemiddelen in en bijdragen tot het vinden van een oplossing voor grensoverschrijdende geschillen tussen lidstaten.

De bemiddelingsfunctie, inclusief gedetailleerde procedures en richtsnoeren, is opgezet in nauwe samenwerking met de lidstaten. De functie wordt tot nu toe echter onderbenut, met eind 2023 slechts vier afgehandelde zaken, waarvan er drie voortijdig waren afgesloten, en was voornamelijk beperkt tot coördinatie van de sociale zekerheid. Als gevolg hiervan kunnen geen conclusies worden getrokken over de doeltreffendheid ervan. Dit is ook een gevolg van het besluit van de raad van bestuur van de ELA om in de eerste jaren van haar werking prioriteit te geven aan activiteiten als inspecties en voorlichtingscampagnes. De bemiddelingsfunctie is pas eind 2022 volledig operationeel geworden.

4) Ondersteuning van de samenwerking tussen lidstaten bij het aanpakken van zwartwerk.

Het Europees platform tegen zwartwerk is op soepele wijze overgedragen van de Commissie aan de ELA. Het besluit om het platform onder te brengen bij de eenheid Handhaving en Analyse werd positief beoordeeld, omdat er duidelijke verbanden zijn met de nationale strategieën en acties tegen zwartwerk, al werd er ook ruimte voor verdere ontwikkeling gezien. Wezenlijke synergieën met andere activiteiten van de ELA zijn nog niet van de grond gekomen. Het platform is opgericht om de lidstaten te helpen zwartwerk te bestrijden, maar ook om te voorzien in een bredere aanpak, waaronder onderzoek naar de oorzaken van problemen en — idealiter — preventieve actie.

II.2 Efficiëntie

Het beoordelen van de efficiëntie van een jonge organisatie als de ELA is een uitdaging, aangezien zij zich in de opstartfase bevindt en daarin personeel aanwerft, procedures ontwikkelt en optimale werkmethoden voor het vervullen van haar mandaat verkent. In deze periode van experimenteren zijn er van nature gebieden die vatbaar zijn voor verbetering en organisatorisch leren, terwijl ook de uitdagingen van de pandemie niet mogen worden vergeten.

Door het ontbreken van een adequaat monitoringsysteem kon tijdens de evaluatieperiode geen deugdelijke beoordeling van de kosteneffectiviteit van de activiteiten van de ELA worden gemaakt. Niettemin waren de meeste geraadpleegde belanghebbenden het erover eens dat de ELA een voldoende niveau van kostenefficiëntie liet zien, waarbij de voordelen van haar activiteiten over het algemeen opwogen tegen de kosten.

De governancestructuren van de ELA werden over het algemeen beoordeeld als efficiënt en bevorderlijk voor positieve resultaten op het gebied van arbeidsmobiliteit en samenwerking tussen de lidstaten, bijvoorbeeld door de organisatie van vertalingen, onderling afgestemde en gezamenlijke inspecties en vergaderingen.

Wat haar operationele efficiëntie betreft, ondervond de ELA aanzienlijke moeilijkheden bij het uitvoeren van de vastgelegde middelen, zoals kan worden opgemaakt uit de relatief hoge overdrachten van operationele uitgaven. De ELA bereikte pas in mei 2021 financiële autonomie en realiseerde over het geheel genomen een laag niveau van begrotingsuitvoering, voornamelijk als gevolg van de opstartfase waarin zij zich bevond en waarin zij onder andere personeel moest aanwerven.

De uitdagingen van het oprichtingsproces, samen met de personeelsstructuur en het personeelsverloop, maakten het werklastbeheer en de begrotingsuitvoering van de ELA uitdagend. Hoewel er tijdens de evaluatieperiode aanzienlijke verbeteringen werden vastgesteld, blijft er potentieel voor de ELA om haar activiteiten te verbeteren zonder dat er aanvullende middelen nodig zijn.

II.3 Samenhang

Tijdens de evaluatieperiode is de ELA goed geïntegreerd in de bredere beleidsgovernancestructuur van de EU en heeft zij op alle niveaus de nodige politieke aandacht getrokken.

Dit werd bereikt door deelname aan talrijke evenementen en bezoeken aan lidstaten door de uitvoerend directeur en ander ELA-personeel en door nauwe samenwerking met de sociale partners op EU-niveau. Het mandaat en de activiteiten van de ELA zijn coherent met het EU-beleid, gelet op de recente oprichting en het stabiele beleidsklimaat sinds de vaststelling van de oprichtingsverordening. De ELA werkte nauw samen met verschillende diensten van de Commissie en met nationale autoriteiten met het oog op de toepassing van geactualiseerde EU-regels, zoals de herziene detacheringsrichtlijn 3 , het mobiliteitspakket I voor het wegvervoer 4 en de verordening tot oprichting van één digitale toegangspoort 5 .

De activiteiten van de ELA waren consistent met die van andere agentschappen en organen. De ELA heeft formele overeenkomsten gesloten met de Europese Commissie, Eurofound, het Cedefop, EU-OSHA, de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Solvit. Hoewel de samenwerking met sommige organisaties, zoals Europol en de IAO, zou kunnen worden versterkt, hebben belanghebbenden geen grote overlappingen of inconsistenties met de betreffende organisaties vastgesteld. De samenwerking met andere agentschappen, zoals het Bureau voor de grondrechten van de EU (FRA), is van start gegaan, maar het is nog te vroeg om de resultaten van deze samenwerking tegen het licht te houden.

Wat de rol van de ELA ten aanzien van onderdanen van derde landen betreft, vallen activiteiten om de aansluiting op de arbeidsmarkt van onderdanen van niet-EU-landen te verbeteren of hun aanwerving door bedrijven in de EU te ondersteunen, niet onder de oprichtingsverordening. Wanneer onderdanen van derde landen echter worden blootgesteld aan risico’s in verband met mobiliteit of detachering binnen de EU, kan de ELA optreden, bijvoorbeeld middels een sectorale aanpak van problematische situaties waarin mobiele EU- en migrerende werknemers vergelijkbare risico’s lopen om te maken te krijgen met uitbuitende arbeidsomstandigheden.

II.4 Meerwaarde voor de EU

De meerwaarde van de ELA voor de EU berust op haar vermogen om te coördineren bij vraagstukken en kwesties op het gebied van arbeidsmobiliteit binnen de EU en sociale zekerheid.

De ELA heeft de coördinatie- en samenwerkingsactiviteiten van de EU op het gebied van mobiliteit binnen de EU ondersteund en heeft gefungeerd als een centraal knooppunt dat een meer systematische, flexibele en transparante en een minder complexe handhaving bevordert in vergelijking met bilaterale of beperkte multilaterale inspanningen van individuele lidstaten.

De ELA heeft netwerkactiviteiten, het delen van kennis, het vertrouwen en de coördinatie tussen nationale overheidsinstanties versterkt, waarbij vooral de activiteiten op het gebied van opleiding en capaciteitsopbouw goed zijn ontvangen. Het feit dat de lidstaten besluiten om nationale deskundigen bij de ELA te detacheren, onderstreept de erkende waarde van de ELA en het rendement van de investeringen.

Ondanks aanzienlijke vooruitgang staat ELA voor de uitdaging om haar potentieel volledig te benutten, die voortvloeit uit bepaalde beperkingen van haar mandaat. Consistente en hoogwaardige informatie over arbeidsmobiliteit vereist coördinatie op EU-niveau, maar de informatie over rechten en plichten blijft versnipperd, voornamelijk als gevolg van de diversiteit van de nationale stelsels. De complexe werkomgeving met tegen elkaar afgewogen nationale en EU-bevoegdheden maakt het moeilijk om oplossingen te vinden, en het zal tijd kosten om maximale EU-meerwaarde te genereren.

II.5 Relevantie

Het mandaat en de doelstellingen van de ELA blijven zeer relevant gezien huidige trends zoals de toegenomen arbeidsmobiliteit in de EU, die ook gevolgen heeft voor onderdanen van derde landen, de bestaande arbeidstekorten en de groene, de digitale en de demografische transitie.

De ELA speelt een belangrijke rol door de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om eerlijke arbeidsmobiliteit te waarborgen. Uit de evaluatie komt naar voren dat de ELA zou moeten worden versterkt, dat de doeltreffendheid en efficiëntie van haar activiteiten moeten worden verbeterd en dat het mandaat mogelijk moet worden herzien.

Enkele potentiële gebieden voor verbetering die een herziening van de oprichtingsverordening zouden kunnen vereisen, zijn bevoegdheden om persoonsgegevens te verwerken, een versterkt vermogen om de lidstaten te verzoeken om medewerking aan onderling afgestemde en gezamenlijke inspecties, en op het gebied van informatieverstrekking, de mogelijkheid om de situatie van onderdanen van derde landen beter aan te pakken, en invloed uit te oefenen op de benoeming van nationale verbindingsfunctionarissen, gestructureerde operationele samenwerking met de lidstaten mogelijk te maken, en het personeelsbestand van de Autoriteit te stabiliseren, gelet op het hoge aandeel van de gedetacheerde nationale deskundigen daarin. Bovendien zou het versterken van de capaciteit van de lidstaten om met de ELA samen te werken de Autoriteit kunnen helpen om haar mandaat beter te vervullen.

III. GELEERDE LESSEN EN WEG VOORUIT

Uit de evaluatie van de initiële activiteiten van de ELA kunnen verschillende belangrijke lessen worden getrokken, die kunnen dienen als leidraad voor de toekomstige strategische richting en het verbeteren van de prestaties van de ELA. De Commissie verzoekt de ELA een actieplan vast te stellen met mijlpalen voor elk van de bevindingen. Daarbij moeten de volgende punten aan de orde komen:

1.Verbetering van het monitoringsysteem: De evaluatie wijst erop dat de ELA haar monitoringsysteem moet verbeteren op basis van specifieke, meetbare, acceptabele, realistische en tijdgebonden (SMART-) doelstellingen en kernprestatie-indicatoren (KPI’s). Het monitoringsysteem moet gericht zijn op de effecten, resultaten en uitkomsten en op het vaststellen en meten van specifieke streefdoelen die haalbaar zijn met het oog op de doelstellingen en het mandaat van de ELA. Een dergelijk monitoringsysteem zal niet alleen de nodige input opleveren voor de volgende evaluatie van de ELA, maar kan ook helpen om het strategisch beheer onder leiding van de Autoriteit te verbeteren, sturing te geven aan de organisatie en de algehele prestaties te verbeteren.

2.Strategische integratie en samenhang: De activiteiten van de ELA zouden beter kunnen worden geïntegreerd en gecoördineerd, zowel intern als met andere EU-entiteiten. De uitvoering van een alomvattende strategische aanpak die alle activiteiten omvat, kan de samenhang en de consistentie verbeteren. Voor de interne organisatie zou dit betekenen dat de verschillende activiteiten op elkaar moeten worden afgestemd om synergieën te creëren en de algehele werking te verbeteren.

3.Informatie: De ELA kan de impact en het nut van voorlichtingscampagnes vergroten door relevante indicatoren en strategieën te ontwikkelen om het succes van de campagnes te meten. De betrokkenheid van belanghebbenden, met name de sociale partners en de lidstaten, bij de follow-up van de voorlichtingsactiviteiten van de ELA zou verder kunnen worden versterkt.

4.Consolideren van Eures: De ELA moet meer inspanningen leveren om Eures verder te ontwikkelen en de verbanden tussen Eures en haar activiteiten te versterken. De ELA moet voortbouwen op de analyse van de arbeidsmobiliteit en tegelijkertijd de diensten voor het Eures-netwerk verbeteren om werkzoekenden en werkgevers optimaal te ondersteunen met digitale instrumenten. De ELA moet nagaan hoe de doeltreffendheid en efficiëntie van Eures kunnen worden verbeterd door het beheer van de Eures-coördinatiegroep te verbeteren en de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de diensten van de Commissie en de ELA te verduidelijken, met name voor de IT-instrumenten van het Eures-portaal en de juridische interpretaties van de Eures-verordening.

5.Bemiddelingsfunctie: De ELA zou de redenen voor de onderbenutting van haar bemiddelingsfunctie in kaart kunnen brengen en kunnen onderzoeken hoe de kosteneffectiviteit en de betrokkenheid van de lidstaten bij het bemiddelingsproces kunnen worden vergroot.

6.Capaciteitsopbouw: De capaciteitsopbouw van de ELA zou baat hebben bij meer resultaatgerichte doelstellingen, door deze beter te omschrijven en zo nodig uit te breiden om een breder scala aan programma’s en doelstellingen te bestrijken. Dit zou impliceren dat er meer steun moet worden verleend aan het Eures-netwerk om ervoor te zorgen dat het volledig wordt geïntegreerd in de activiteiten van de ELA.

7.Integratie van digitale tools en innovaties: Naarmate arbeidsmarkten verder digitaliseren, moet de ELA zich focussen op de verdere integratie van digitale tools en innovaties in haar activiteiten. Dit omvat het optimaliseren van het Eures-portaal (onder meer door het vergroten van de synergieën met Europass) en het aanpakken van daarmee samenhangende uitdagingen, zoals het afstoten van banen en uitdagingen in aanwervingsprocedures, evenals het opzetten van instrumenten om het gebruik en de verdere ontwikkeling van digitale tools door de lidstaten te ondersteunen.

8.Operationele efficiëntie: De ELA zou kunnen zoeken naar manieren om de efficiëntie van vergaderingen en het gebruik van middelen te verbeteren, zowel in financiële als in personele zin. Een goede balans tussen interne expertise en afhankelijkheid van externe consultants zou de operationele efficiëntie kunnen verbeteren zonder dat er noodzakelijkerwijs extra middelen nodig zijn. Gezien het hoge percentage gedetacheerde nationale deskundigen, is een verdere stabilisatie van het ELA-personeel noodzakelijk. De mogelijkheid om gedetacheerde nationale deskundigen te vervangen door statutair personeel zou kunnen helpen om deze uitdaging aan te pakken.

Aanpassing van het mandaat van de ELA: Uit de evaluatie komt naar voren dat er ruimte is voor verbetering van de prestaties van de ELA op basis van haar huidige mandaat en doelstellingen. Tegelijkertijd zijn er bepaalde beperkingen in het mandaat geïdentificeerd die het potentieel van de ELA mogelijk nadelig beïnvloeden. Indien er wijzigingen in het mandaat of het toepassingsgebied van de ELA worden overwogen, is een uitgebreide analyse van de behoeften, kosten, baten en mogelijke neveneffecten nodig, voortbouwend op deze evaluatie, het verslag van het Europees Parlement en de input van andere relevante belanghebbenden. Gerichte wijzigingen zouden de ELA kunnen versterken, onder andere in termen van efficiëntie en doeltreffendheid, zoals uitgebreidere bevoegdheden op het gebied van gegevensverwerking, betere samenwerking met de lidstaten, onder meer op het gebied van informatieverstrekking, de rol van de ELA ten aanzien van onderdanen van derde landen, de verantwoordelijkheden van de ELA inzake de ontwikkeling van Eures en de vervanging van een aantal gedetacheerde nationale deskundigen door statutair personeel.


(1)

  https://eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/ALL/?uri=CELEX% 3 A 32019 R 1149 #d 1 e 32 - 56 - 1 .

(2)

  https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=celex:52018SC0068 .

(3)

  https://eur-lex.europa.eu/eli/dir/2018/957/oj .

(4)

  https://transport.ec.europa.eu/transport-modes/road/mobility-package-i_en .

(5)

  https://eur-lex.europa.eu/eli/reg/2018/1724/oj .