Artikelen bij COM(2025)414 - Wijziging van Verordening 2021/1173 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)414 - Wijziging van Verordening 2021/1173 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing. |
---|---|
document | COM(2025)414 ![]() ![]() |
datum | 15 juli 2025 |
Artikel 1
Verordening (EU) 2021/1173 wordt als volgt gewijzigd:
(1) Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
(2) het volgende punt 3 quater) wordt toegevoegd:
“3 quater) “AI-gigafabriek”: een ultramoderne grootschalige faciliteit met voldoende capaciteit voor het beheer van de volledige levenscyclus van bijzonder grootschalige AI-modellen en -toepassingen, daaronder begrepen de ontwikkeling, training, afstemming en grootschalige inferentie ervan, die een diensteninfrastructuur voor supercomputing biedt, bestaande in computingcapaciteit die is geoptimaliseerd met behulp van AI, een ondersteunende datacentrum-infrastructuur (met inbegrip van opslag en netwerken met hoge capaciteit), speciale beveiligde cloudomgevingen voor gebruikers en gespecialiseerde en beveiligde AI-gerichte ondersteunende diensten voor de geavanceerde activiteiten ervan, ondersteund door een milieuvriendelijk energievoorzieningssysteem;”;
(3) het volgende punt 3 quinquies) wordt toegevoegd:
“3 quinquies) “AI-gigafabrieksconsortium”: een naar behoren in de Unie opgerichte vereniging van rechtspersonen die zich hebben verenigd in een consortium om een AI-gigafabriek op te richten en te exploiteren en die de respectieve taken en verantwoordelijkheden van deze entiteiten ten behoeve van de levensduur van de opgerichte AI-gigafabriek vaststellen, dan wel een nieuwe rechtspersoon die is opgericht met als doel om een AI-gigafabriek op te richten en te exploiteren en die een in een lidstaat erkende rechtsvorm heeft. Het AI-gigafabrieksconsortium wordt opgericht voor een periode van minstens vijf jaar. Een of meerdere van de particuliere partners van een dergelijk consortium kunnen behoren tot de particuliere leden van de gemeenschappelijke onderneming;”;
(4) het volgende punt 3 sexies) wordt toegevoegd:
“3 sexies) “AI-gigafabriekscoördinator”: een naar behoren in de Unie opgerichte rechtspersoon die tevens bestaansrecht heeft op grond van het recht van een lidstaat van vestiging, die rechtens bevoegd is om het AI-gigafabrieksconsortium te vertegenwoordigen en die de handelingsbekwaamheid en bevoegdheid heeft om de vestigingsovereenkomst voor een AI-gigafabriek te sluiten, uit te voeren en na te komen. De AI-gigafabriekscoördinator heeft zijn hoofdkantoor in de Unie en staat via een eigendomsbelang of via andere middelen, zoals gedefinieerd in hoofdstuk IV van Verordening (EU) 2024/1624 en in de relevante beginselen van het mededingingsrecht van de Unie, onder de directe of indirecte zeggenschap van rechtspersonen of natuurlijke personen die gevestigd zijn in de Unie. De coördinator kan tevens een bestaande gastentiteit zijn die een deelnemende staat vertegenwoordigt die een lidstaat is, of een gastconsortium van deelnemende staten zijn;”;
(5) het volgende punt 3 septies) wordt toegevoegd:
“3 septies) “vestigingsovereenkomst voor een AI-gigafabriek”: een administratieve overeenkomst tussen de gemeenschappelijke onderneming en de AI-gigafabriekscoördinator die wordt gesloten teneinde een AI-gigafabriek onder te brengen en te exploiteren;”;
(6) het volgende punt 3 octies) wordt toegevoegd:
“3 octies) “gastentiteit voor de AI-gigafabriek”: een door het AI-gigafabrieksconsortium aangewezen juridische entiteit die een AI-gigafabriek en de diensten daarvan onderbrengt en exploiteert, en die is gevestigd in een deelnemende staat die een lidstaat is;”;
(7) het volgende punt 3 novies) wordt toegevoegd:
“3 novies) “samenwerkingsovereenkomst inzake AI-gigafabrieken”: een overeenkomst tussen de gemeenschappelijke onderneming en een derde staat waarin de voorwaarden voor de toegang tot AI-gigafabrieken worden vastgesteld ten aanzien van juridische entiteiten die via een eigendomsbelang of anders onder de directe of indirecte zeggenschap staan van rechtspersonen of natuurlijke personen die in dat derde land gevestigd zijn;”;
(8) het volgende punt 19 bis) wordt toegevoegd:
“19 bis) “nationaal kwantumkenniscentrum”: een in een deelnemende staat gevestigde juridische entiteit die of een in een deelnemende staat gevestigd consortium van rechtspersonen dat aan gebruikers uit de industrie, met inbegrip van kmo’s, de academische wereld en overheidsinstanties, op verzoek toegang biedt tot kwantumtechnologieën, -instrumenten, -toepassingen en -diensten alsook tot nationale of Europese kwantuminfrastructuur en die/dat deskundigheid, vaardigheden, opleiding, netwerken en voorlichting aanbiedt.”.
(9) Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
(10) lid 1 wordt vervangen door:
“De gemeenschappelijke onderneming heeft als opdracht om in de Unie een wereldwijd toonaangevend ecosysteem van gefedereerde, beveiligde en hypergeconnecteerde supercomputing-, kwantumcomputing-, diensten- en data-infrastructuur te ontwikkelen, uit te rollen, uit te breiden en in stand te houden. Daarnaast zal de gemeenschappelijke onderneming bijdragen aan de ontwikkeling en invoering van vraag- en gebruikersgestuurde innovatieve en concurrerende supercomputingsystemen en kwantumtechnologieën en -systemen op basis van een toeleveringsketen die zorgt voor componenten, technologieën en kennis, die het risico op verstoringen beperkt en die de ontwikkeling mogelijk maakt van een breed scala aan toepassingen die voor die systemen zijn geoptimaliseerd, en het gebruik van die supercomputinginfrastructuur uitbreiden tot een groot aantal publieke en particuliere gebruikers, en de dubbele transitie alsook de ontwikkeling van sleutelvaardigheden voor de Europese wetenschap en industrie ondersteunen.”;
(11) aan lid 2 wordt het volgende punt f bis) toegevoegd:
“f bis) ondersteunen van geavanceerd wetenschappelijk en toegepast onderzoek en innovatie op het gebied van kwantumtechnologieën, de overgang van dergelijke technologieën van het laboratorium naar de fabriek en de toepassing, invoering en integratie ervan in kwantuminfrastructuur van wereldklasse ten behoeve van de totstandbrenging van een dynamisch, innovatief en veerkrachtig kwantumecosysteem in de gehele Unie en ter waarborging van wetenschappelijke en industrieel leiderschap, het concurrentievermogen, de strategische autonomie en de technologische soevereiniteit van de Unie op het gebied van kwantumcomputing, -communicatie en -sensoren.”;
(12) in lid 2 wordt punt h) vervangen door:
“h) de AI-fabrieken ontwikkelen en exploiteren, en de oprichting van en toegang tot AI-gigafabrieken en de diensten daarvan ondersteunen, ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een zeer concurrerend en innovatief AI-ecosysteem in de Unie.”;
(13) lid 3 wordt vervangen door:
“De gemeenschappelijke onderneming behartigt de belangen van de Unie bij de aankoop van supercomputers en ondersteunt de ontwikkeling en invoering van HPC- en kwantumtechnologieën, -systemen en -toepassingen. Zij maakt een benadering van medeontwerp mogelijk voor de verwerving van supercomputers van wereldklasse en waarborgt tegelijk de beveiliging van de toeleveringsketen van verworven technologieën en systemen. Zij draagt bij tot de strategische autonomie van de Unie, ondersteunt de ontwikkeling van technologieën en toepassingen die de Europese toeleveringsketens van high-performance computing en kwantumtechnologieën versterken en bevordert de integratie ervan in systemen die voorzien in een groot aantal wetenschappelijke, maatschappelijke, ecologische, industriële en beveiligingsbehoeften.”.
(14) Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
(15) aan lid 1 wordt het volgende punt i) toegevoegd:
“i) de pijler AI-gigafabrieken, die activiteiten omvat van AI-gigafabrieken, die tijdens hun exploitatie kunnen worden verbonden met het EuroHPC-netwerk van AI-fabrieken om een naadloze integratie en kennisuitwisseling binnen het Europese ecosysteem voor artificiële intelligentie te waarborgen; die pijler omvat de volgende activiteiten:
i) het bieden van een AI-computinginfrastructuur van wereldklasse aan Europese onderzoekers, ondernemers en industriële spelers;
ii) het mogelijk maken van de ontwikkeling van nieuwe oplossingen op het gebied van artificiële intelligentie in alle publieke en private sectoren, en
iii) het waarborgen van het concurrentievermogen en de soevereiniteit van de Unie als AI-continent;”;
(16) aan lid 1 wordt het volgende punt j) toegevoegd:
“j) De pijler Kwantumtechnologieën, die gericht is op het volledige kwantumecosysteem en de toepassingsgebieden van kwantumcomputing en -simulatie, kwantumcommunicatie en kwantumdetectie en metrologie, en die de veiligheid en veerkracht waarborgt van de kwantumtoeleveringsketen en van de technologieën die deze keten ondersteunen; die pijler omvat onder meer activiteiten die gericht zijn op:
a) wetenschappelijk en technologisch onderzoek en wetenschappelijke en technologische innovatie: bevordering van onderzoeksexcellentie op het gebied van kwantumwetenschap en -technologiegebieden;
b) de overgang van het laboratorium naar de fabriek en de ontwikkeling van ecosystemen: ondersteunen van de ontwikkeling en invoering van geavanceerde vormen van kwantuminfrastructuur; stimuleren van de industrialisering van kwantumtechnologieën door de opname van kwantumtoepassingen in belangrijke publieke en industriële sectoren te ondersteunen, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de vooruitgang op alle kwantumgebieden wordt omgezet in praktische toepassingen, met inbegrip van de ontwikkeling van leidende markten; bevorderen van Europese en internationale normen, en ondersteunen van de ontwikkeling en netwerkvorming van nationale kenniscentra voor kwantumtechnologie in heel Europa;
c) vaardigheden en talent: ontwikkelen van een concurrerend en inclusief personeelsbestand op het gebied van kwantumonderzoek en kwantumengineering door in alle belangrijke kwantumgerelateerde disciplines en op alle relevante technische gebieden te voorzien in gecoördineerde initiatieven op het gebied van onderwijs, opleiding en mobiliteit;
d) internationale samenwerking: ontwikkelen van internationale samenwerking op het gebied van kwantumtechnologieën om wereldwijde wetenschappelijke en maatschappelijke uitdagingen aan te pakken in overeenstemming met de doelstellingen van het buitenlandse beleid en de internationale verbintenissen van de Unie.”.
(17) Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
(18) lid 1 wordt vervangen door:
“De financiële bijdrage van de Unie aan de gemeenschappelijke onderneming, met inbegrip van EER-kredieten, bedraagt tot 3 972 300 000 EUR, inclusief 92 000 000 EUR voor administratieve kosten, op voorwaarde dat dat bedrag ten minste gelijk is aan de bijdrage van de deelnemende staten, en is bij wijze van indicatie als volgt verdeeld:
(a)tot 1 660 000 000 EUR uit Horizon Europa;
(b)tot 2 012 300 000 EUR uit het programma Digitaal Europa;
(c)tot 300 000 000 EUR uit de Connecting Europe Facility.”;
(19) aan lid 1 wordt een nieuwe alinea toegevoegd:
“Extra middelen uit Horizon Europa, het programma Digitaal Europa en de Connecting Europe Facility kunnen de in de eerste alinea bedoelde bijdrage van de Unie aanvullen, op voorwaarde dat de extra bedragen ten minste gelijk zijn aan de bijdrage van een of meer andere leden van de gemeenschappelijke onderneming dan de Unie. Deze extra bijdrage van de Unie wordt uitsluitend bestemd voor de pijler van artikel 4, lid 1, punt i). Deze extra middelen worden niet meegeteld bij de berekening van de maximale financiële bijdrage van de Unie.”;
(20) lid 3 wordt vervangen door:
“Extra middelen uit andere programma’s van de Unie dan en ter aanvulling van de programma’s als bedoeld in lid 1 van dit artikel kunnen aan de gemeenschappelijke onderneming worden toegekend ter ondersteuning van de in artikel 4 bedoelde activiteitenpijlers, met uitzondering van de in artikel 4, lid 1, punt a), bedoelde activiteiten. Deze extra middelen worden niet meegeteld bij de berekening van de maximale financiële bijdrage van de Unie.”;
(21) een nieuw lid 4 bis wordt toegevoegd:
“Voor de bijdragen die aan de gemeenschappelijke onderneming worden toevertrouwd overeenkomstig de leden 3 en 4 van dit artikel zijn de vereisten van artikel 158 van Verordening (EU, Euratom) 2024/2509 van toepassing. Wanneer deze extra bijdragen van de Unie betrekking hebben op de pijler als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt i), leveren een of meer van de andere leden van de gemeenschappelijke onderneming extra bijdragen die evenredig zijn aan de bijdragen van de Unie.”;
(22) lid 6 wordt geschrapt;
(23) lid 7 wordt geschrapt;
(24) lid 8 wordt geschrapt.
(25) Het volgende artikel 12 ter wordt toegevoegd:
“Artikel 12 ter
AI-gigafabriek
1. Er wordt een AI-gigafabriek gevestigd in een lidstaat. Deze wordt financieel ondersteund door middel van een partnerschap tussen de Unie en een of meer deelnemende staten, die worden vertegenwoordigd via de gemeenschappelijke onderneming, en een AI-gigafabrieksconsortium, dat een of meer leveranciers van technologische infrastructuur kan omvatten, die in rechte worden vertegenwoordigd door een AI-gigafabriekscoördinator.
2. Deelname aan een AI-gigafabrieksconsortium van juridische entiteiten uit niet-deelnemende staten kan worden beperkt of uitgesloten wanneer deze deelname wordt geacht in strijd te zijn met de strategische activa, de belangen, de autonomie of de veiligheid van de Unie. Overeenkomstig Verordening (EU) 2021/695, Verordening (EU) 2021/694 en Verordening (EU) 2021/1153 kan bij de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling voor de selectie van een AI-gigafabrieksconsortium de deelname aan dat consortium worden beperkt tot juridische entiteiten die uitsluitend zijn gevestigd in deelnemende staten of tot juridische entiteiten die zijn gevestigd in specifieke geassocieerde landen van het kaderprogramma Horizon Europa, het programma Digitaal Europa en mogelijke daaropvolgende relevante financieringsprogramma’s van de Unie of in andere derde landen in aanvulling op de deelnemende staten. De in dit lid bedoelde beperkingen en uitsluitingen zijn in beginsel niet van toepassing op juridische entiteiten die zijn gevestigd in derde landen die met de Unie een samenwerkingsovereenkomst voor een AI-gigafabriek of een soortgelijke overeenkomst hebben ondertekend. In de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling voor de selectie van een AI-gigafabriek kan worden vastgesteld dat ook juridische entiteiten uit andere derde landen in aanmerking komen, op voorwaarde dat zij voldoen aan de vereisten die aan deze juridische entiteiten worden gesteld om de bescherming van de veiligheidsbelangen van de Unie en de lidstaten te waarborgen en om de bescherming van gegevens die zijn opgenomen in gerubriceerde documenten te waarborgen. Die vereisten worden vastgesteld in het werkprogramma.
3. Aan het AI-gigafabrieksconsortium wordt een passend bewijsstuk verstrekt waaruit de verbintenis blijkt van de lidstaat waar de gastentiteit voor de AI-gigafabriek is gevestigd of van de bevoegde autoriteiten van de deelnemende staten aan het AI-gigafabrieksconsortium.
4. De in artikel 5 bedoelde financiële bijdrage van de Unie dekt hoogstens 17 % van de investeringen in kapitaaluitgaven (capex) voor de totale computinginfrastructuur van de AI-gigafabriek, of van een vooraf overeengekomen gegarandeerde aankoop van toegangstijd tot de AI-gigafabriek die overeenkomt met een gehuurde capaciteit van de capex. Een of meer deelnemende staten moeten de bijdrage van de Unie op zijn minst evenaren. De resterende investeringen en de operationele uitgaven (opex) van de AI-gigafabriek worden gedekt door het AI-gigafabrieksconsortium.
5. Een geselecteerde AI-fabriek kan in aanzienlijke mate worden opgeschaald tot een AI-gigafabriek. In dat geval wordt de financiële steun die door de Unie reeds aan deze AI-fabriek wordt verleend geacht onderdeel uit te maken van de bijdrage van de Unie aan de capex voor de computinginfrastructuur van de AI-gigafabriek. De in artikel 10 bedoelde vestigingsovereenkomst voor een AI-fabriek wordt indien nodig op passende wijze aangepast. De aanvullende investeringen in de betreffende AI-fabriek die deze tot een AI-gigafabriek maken, en de operationele uitgaven (opex) van de AI-gigafabriek worden gedekt door het AI-gigafabrieksconsortium.
6. In onderlinge overeenstemming met de gemeenschappelijke onderneming kunnen deelnemende staten die een lidstaat zijn hun respectieve vrijwillige bijdragen, met inbegrip van de in lid 4 van dit artikel bedoelde bijdragen en mogelijke andere extra bijdragen, geheel of gedeeltelijk toewijzen aan een specifieke AI-gigafabriek. Zij kunnen dit doen via de gemeenschappelijke onderneming, die de middelen vervolgens namens hen beheert en deze uitkeert aan de aangewezen AI-gigafabriek.
7. De gemeenschappelijke onderneming is eigenaar van het deel van de computinginfrastructuur van de AI-gigafabriek dat overeenkomt met de in de leden 4 en 5 gespecificeerde bijdrage van de Unie. De looptijd van deze eigendom of van de in lid 4 bedoelde gehuurde capaciteit bedraagt ten minste vijf jaar vanaf de aanvang van de activiteiten van de AI-gigafabriek en wordt in de gesloten vestigingsovereenkomst voor de AI-gigafabriek nader gespecificeerd. Deze looptijd wordt verlengd wanneer de computinginfrastructuur van de AI-gigafabriek aanzienlijk wordt geüpgraded. Onverminderd de ontbinding van de gemeenschappelijke onderneming in de zin van artikel 23, lid 4, van de statuten wordt de eigendom overgedragen overeenkomstig de vestigingsovereenkomst voor de AI-gigafabriek of onder de in die overeenkomst vastgestelde voorwaarden verlengd voor een overeengekomen periode. Indien de eigendom wordt overgedragen aan het AI-gigafabrieksconsortium, wordt de restwaarde van de computinginfrastructuur van de AI-gigafabriek omgezet in equivalente toegangsrechten voor de Unie. Indien de eigendom niet wordt overgedragen aan het AI-gigafabrieksconsortium volgens de vestigingsovereenkomst, maar een besluit tot buitengebruikstelling wordt vastgesteld, worden de betreffende kosten gedragen door het AI-gigafabrieksconsortium.
8. De toegangsrechten van de Unie en de deelnemende staten tot de AI-gigafabriek zijn direct evenredig met hun respectieve financiële bijdragen aan de capex voor de computinginfrastructuur van de AI-gigafabriek dan wel met de vooraf overeengekomen gegarandeerde aankoop van toegangstijd tot de AI-gigafabriek.
9. De raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming bepaalt het volgende:
(a)de voorwaarden voor de toegangstijd van de Unie tot de AI-gigafabrieken;
(b)specifieke regels inzake de voorwaarden van toegang tot AI-gigafabrieken die betrekking hebben op de toewijzing van toegangstijd voor projecten en activiteiten die als van strategisch belang voor de Unie worden beschouwd.
10. Bij het vaststellen van de voorwaarden voor de toegangstijd van de Unie overeenkomstig lid 9 zorgt de raad van bestuur ervoor dat toegang:
(a)wordt verleend aan gebruikers die verblijven, gevestigd zijn of zich bevinden in een lidstaat of een derde land dat is geassocieerd met het programma Digitaal Europa, met Horizon Europa of met de Connecting Europe Facility;
(b)kosteloos is voor gebruikers die afkomstig zijn van publiekrechtelijke entiteiten. Toegang moet tevens kosteloos zijn voor industriële gebruikers van toepassingen in verband met onderzoeks- en innovatieactiviteiten die worden gefinancierd met middelen uit Horizon Europa, het programma Digitaal Europa of de Connecting Europe Facility, alsook voor toepassingen die een excellentiekeur hebben ontvangen in het kader van Horizon Europa of het programma Digitaal Europa, alsook voor particuliere innovatieactiviteiten van kmo’s en doorgroeiende ondernemingen;
(c)tevens gereserveerde computingmiddelen omvat specifiek voor onderzoeksprojecten die worden gefinancierd door de Unie, zodat beschikbaarheid en de prioriteit inzake planning worden gewaarborgd.
11. De raad van bestuur houdt toezicht op het aandeel van de toegangstijd van de Unie ten aanzien van de verschillende soorten gebruikers in de zin van lid 10, punt a). Indien ten aanzien van de verschillende soorten gebruikers sprake is van een aanzienlijke onevenwichtigheid tussen het aandeel van de toegangstijd en de vraag, treft de raad van bestuur passende corrigerende maatregelen om deze onevenwichtigheid te verhelpen.
12. Bijdragen van de Unie of van de deelnemende staten zijn onderworpen aan voorwaarden die ertoe strekken de strategische belangen van de Unie te beschermen. De specifieke voorwaarden als bedoeld in dit lid worden vastgesteld in een speciale vestigingsovereenkomst voor een AI-gigafabriek, die wordt gesloten tussen de gemeenschappelijke onderneming en het AI-gigafabrieksconsortium. Op de vestigingsovereenkomst voor een AI-gigafabriek is het recht van de Unie van toepassing, aangevuld door het recht van de lidstaat waar de gastentiteit is gevestigd voor aangelegenheden die niet onder deze verordening of andere rechtshandelingen van de Unie vallen. De vestigingsovereenkomst voor een AI-gigafabriek:
(a)bevat een gedetailleerde omschrijving ten aanzien van de eigendoms- en governancestructuur van de AI-gigafabriek;
(b)bevat bepalingen die erop zien dat de AI-gigafabriek door de Unie op doeltreffende wijze wordt gecontroleerd en gemonitord ter bescherming van de strategische activa, de belangen, de autonomie en de veiligheid van de Unie;
(c)bevat een specificatie van de financiële bijdragen van de Unie, van de deelnemende staten en van de publieke en/of particuliere partners van het AI-gigafabrieksconsortium, met inbegrip van, indien nodig, de in lid 8 genoemde gegarandeerde toegangstijd tot de AI-gigafabriek alsook de looptijd ervan;
(d)bevat, indien nodig, een specificatie van alle andere belangen van de Unie die voortvloeien uit investeringen van de Unie die worden geregeld door specifieke investeringsovereenkomsten tussen het AI-gigafabrieksconsortium en InvestEU;
(e)vermeldt wat de voorwaarden inzake subsidiabiliteit zijn voor gebruikers van een AI-gigafabriek die afkomstig zijn van buiten de Unie; deze gebruikers moeten voldoen aan dezelfde voorwaarden als de in lid 2 bedoelde voorwaarden inzake subsidiabiliteit;
(f)bevat een overzicht van de gedetailleerde toegangsvoorwaarden voor gebruikers uit de Unie en welke boekhoudkundige regels van toepassing zijn ten aanzien van de tijden van toegang tot de diensten van de AI-gigafabriek;
(g)bevat een overzicht van de kwaliteit van de dienstverlening die aan de gebruikers uit de gemeenschappelijke onderneming wordt aangeboden bij de exploitatie van de AI-gigafabriek, zoals vastgesteld in de overeenkomst inzake het dienstverleningsniveau die onderdeel uitmaakt van de vestigingsovereenkomst voor de AI-gigafabriek;
(h)bevat een overzicht van de wijzen waarop de gegevens- en computinginfrastructuur van de AI-gigafabriek wordt verworven en waarop deze wordt geëxploiteerd en gebruikt, met inbegrip van de gebruikersvereisten van de overheid, indien van toepassing; wanneer het AI-gigafabrieksconsortium één of meer leveranciers van technologische infrastructuur omvat, moet de vestigingsovereenkomst voor de AI-gigafabriek met betrekking tot deze leveranciers voorzien in robuuste waarborgen tegen belangenconflicten;
(i)bevat een overzicht van de voorwaarden voor de overdracht van de eigendom als bedoeld lid 7, indien van toepassing;
(j)bevat nadere bijzonderheden over de verlenging van de eigendom of van de vooraf overeengekomen gegarandeerd aangekochte toegangstijd, zoals van toepassing, en over de voorwaarden voor de geleidelijke ontmanteling van de AI-gigafabriek, indien van toepassing;
(k)bevat een overzicht van de aansprakelijkheidsvoorwaarden voor de exploitatie van de AI-gigafabriek, indien van toepassing;
(l)bevat de verplichting van de gastentiteit van de AI-gigafabriek om uiterlijk op 31 januari van elk jaar aan de raad van bestuur een controleverslag alsook gegevens over het gebruik van de toegangstijd van de Unie in het voorgaande boekjaar te verstrekken;
(m)bevat een arbitragebeding in de zin van artikel 272 VWEU, waarbij aan het Hof van Justitie van de Europese Unie de bevoegdheid wordt verleend ten aanzien van alle aangelegenheden die onder de vestigingsovereenkomst vallen.
13. De AI-gigafabriek omvat een openbaar bestuursorgaan dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Commissie en de deelnemende staten die overheidsfinanciering aan de betreffende AI-gigafabriek verstrekken. Onverminderd de autonomie inzake beheer en exploitatie van het AI-gigafabrieksconsortium en ter waarborging van de afstemming op de doelstellingen van openbaar belang die ten grondslag liggen aan de overheidsfinanciering, moet het aangewezen openbaarbestuursorgaan van tevoren uitdrukkelijk goedkeuring verlenen ten aanzien van:
(a)alle voorgestelde toegangsovereenkomsten met entiteiten uit derde landen die aanleiding kunnen geven tot bezorgdheid over de strategische activa, de belangen, de autonomie of de veiligheid van de Unie;
(b)wezenlijke wijzigingen in de juridische en financiële structuur of de zeggenschap die van invloed zijn op de belangen van de Unie of van de deelnemende staten, zoals een wijziging aan de uiteindelijke eigendom van of de zeggenschap over de AI-gigafabriek, elke verplaatsing van kritieke activa buiten de Unie of belangrijke besluiten inzake een financiële herstructurering;
(c)een significante wijziging van de strategische doelstelling van de AI-gigafabrieken.
14. Na een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling wordt het AI-gigafabrieksconsortium geselecteerd door de raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming door middel van een eerlijk en transparant proces, met de ondersteuning van een panel van onafhankelijke deskundigen en een door de raad van bestuur aangewezen erkende financiële instelling, ten behoeve van een evaluatie van onder meer de onderstaande criteria:
(a)Technische beoordeling:
(1) de doelstellingen en technische kwaliteit van het voorstel,
(2) de kwaliteit van het werkplan,
(3) de kwaliteit van de fysieke, IT- en netwerkinfrastructuur,
(4) de duurzaamheid en de energie-efficiëntie,
(5) de ervaring en de knowhow van het consortium ten aanzien van het oprichten van soortgelijke grootschalige faciliteiten;
(b)Mogelijke gevolgen:
(1) de kwaliteit van de dienstverlening, met inbegrip van de veiligheid en de betrouwbaarheid,
(2) de impact op het Europese AI-ecosysteem,
(3) de toegevoegde waarde op het niveau van de Unie;
(c)Financiële haalbaarheid:
(1) de investeringsverplichtingen van de deelnemende staten en van het AI-gigafabrieksconsortium,
(2) de kwaliteit en de financiële haalbaarheid van het voorgestelde bedrijfsmodel (met inbegrip van een zorgvuldigheidsbeoordeling, die wordt uitgevoerd door de aangewezen erkende financiële instelling).
15. Indien het consortium geen leveranciers van technologische infrastructuur omvat, worden de leveranciers van de AI-gigafabriek door het AI-gigafabrieksconsortium geselecteerd op basis van een eerlijk en transparant bestek, waarbij rekening wordt gehouden met de algemene systeemspecificaties en met name de gebruikersvereisten van de publieke sector, die door de Unie in de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling zijn verstrekt en die nader zijn gespecificeerd in de vestigingsovereenkomst voor de AI-gigafabriek. De selectie berust op eerlijke, open en transparante criteria en waarborgt tevens de toegevoegde waarde van de EU. Bij de selectie wordt tevens rekening gehouden met de veiligheid en veerkracht van de toeleveringsketen. De geselecteerde inschrijvers voldoen aan de subsidiabiliteitsvoorwaarden van lid 2.
16. De gemeenschappelijke onderneming kan raamovereenkomsten sluiten voor de levering van essentiële en veelgevraagde componenten, zoals geavanceerde AI-processoren. De AI-gigafabrieksconsortia kunnen voor hun aanbestedingen gebruikmaken van de in dit lid bedoelde raamovereenkomsten.”.
(26) Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
(27) lid 1 wordt vervangen door:
“Onverminderd artikel 17, lid 9, staat het gebruik van EuroHPC-supercomputers open voor gebruikers van toepassingen uit de openbare en de particuliere sector. Met uitzondering van de industriële EuroHPC-supercomputers is het gebruik ervan hoofdzakelijk bedoeld voor onderzoeks- en innovatiedoeleinden in het kader van overheidsfinancieringsprogramma’s, voor overheidstoepassingen en voor particuliere innovatieactiviteiten van kleine en middelgrote ondernemingen, waar passend.”.
Bijlage
De bijlage wordt als volgt gewijzigd:
(28) Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
(29) lid 2 wordt als volgt gewijzigd:
“Elke aanvraag tot lidmaatschap van de gemeenschappelijke onderneming van een lidstaat of een met Horizon Europa of Digitaal Europa geassocieerd derde land wordt gericht aan de raad van bestuur. De kandidaat-lidstaten verstrekken een schriftelijke aanvaarding van deze statuten en van alle andere bepalingen die het functioneren van de gemeenschappelijke onderneming regelen. De kandidaten motiveren ook waarom ze lid willen worden van de gemeenschappelijke onderneming en geven aan hoe hun nationale supercomputing- of kwantumtechnologiestrategie is afgestemd op de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming. De raad van bestuur beoordeelt de aanvraag, rekening houdend met de relevantie en de potentiële meerwaarde van de kandidaat voor het verwezenlijken van de opdracht en de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming, en kan om verduidelijkingen met betrekking tot de kandidatuur vragen alvorens een besluit over de aanvraag te nemen.”.
(30) Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
(31) aan lid 1 wordt het volgende punt d) toegevoegd:
“d)de adviesgroep voor de kwantumstrategie.”.
(32) Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
(33) het volgende lid 3 wordt toegevoegd:
“3. Voor de activiteitenpijler Kwantum wijzen de deelnemende staten een vertegenwoordiger aan die afkomstig is van hun bevoegde autoriteiten op het gebied van kwantumtechnologieën.”.
(34) Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
(35) het volgende lid 5 bis wordt toegevoegd:
“5 bis. Voor de in artikel 7, lid 4 bis, van deze statuten bedoelde taken en voor elke AI-gigafabriek worden de stemrechten van de deelnemende staten verdeeld in verhouding tot hun toegezegde financiële bijdragen en tot hun bijdragen in natura aan die AI-gigafabriek tot aan het einde van de looptijd van de vestigingsovereenkomst voor die AI-gigafabriek; de bijdragen in natura worden slechts in aanmerking genomen indien zij vooraf zijn gecertificeerd door een onafhankelijke deskundige of controleur.
Voor de toepassing van dit lid neemt de raad van bestuur besluiten met een meerderheid die ten minste 75 % van alle stemmen uitmaakt, met inbegrip van de stemmen van de niet-aanwezige leden.”;
(36) lid 6 wordt als volgt gewijzigd:
“6. Voor de in artikel 7, leden 5, 5 bis, 6 en 7, van deze statuten vermelde taken worden besluiten van de raad van bestuur in twee fasen genomen.”.
(37) Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
(38) het volgende lid 4 bis wordt toegevoegd:
“4 bis. De raad van bestuur voert de volgende taken uit met betrekking tot de in artikel 12 ter van deze verordening bedoelde AI-gigafabrieken:
a) het bespreken en goedkeuren van het gedeelte van het strategisch meerjarenprogramma dat verband houdt met de oprichting van AI-gigafabrieken in de zin van artikel 18, lid 1, van deze statuten;
b) het bespreken en goedkeuren van het gedeelte van het jaarlijkse werkprogramma dat verband houdt met de oprichting van AI-gigafabrieken en de selectie van AI-gigafabrieksconsortia en de daarmee verband houdende uitgavenramingen;
c) het uitschrijven van oproepen tot het indienen van blijken van belangstelling goedkeuren, overeenkomstig het jaarlijkse werkprogramma;
d) het goedkeuren van de selectie van de AI-gigafabrieksconsortia die de AI-gigafabrieken zullen oprichten en exploiteren;
e) het vaststellen van de voorwaarden voor de toegangstijd van de Unie tot de AI-gigafabrieken;
f) het goedkeuren van aanbestedingen in verband met de oprichting van een voor financiering geselecteerde AI-gigafabriek;
g) het goedkeuren van de door de gemeenschappelijke onderneming EuroHPC gesloten raamovereenkomsten voor de levering van essentiële en veelgevraagde componenten van AI-gigafabrieken.”;
(39) het volgende lid 5 bis wordt toegevoegd:
“5 bis. Voor de activiteitenpijler Kwantum zijn de bepalingen van artikel 7, lid 5, van deze statuten van toepassing, met uitzondering van activiteiten die verband houden met de verwerving en exploitatie van kwantumcomputers, waarvoor de bepalingen van artikel 7, lid 4, van deze statuten van toepassing zijn.”.
(40) Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
(41) lid 1 wordt als volgt gewijzigd:
“Het industrieel en wetenschappelijk adviescomité bestaat uit een adviesgroep inzake onderzoek en innovatie, een adviesgroep inzake infrastructuur en een adviesgroep inzake de kwantumstrategie.”;
(42) het volgende lid 7 wordt toegevoegd:
“7. De adviesgroep inzake de kwantumstrategie bestaat uit maximaal twaalf leden, waarvan er ten hoogste zes worden benoemd door de particuliere leden, rekening houdend met hun toezeggingen aan de gemeenschappelijke onderneming, en ten hoogste zes door de raad van bestuur, in overeenstemming met artikel 7, lid 3, punt k), van deze statuten.”.
(43) Het volgende artikel 12 bis wordt toegevoegd:
“Artikel 12 bis
Werking van de adviesgroep inzake de kwantumstrategie
1. De adviesgroep inzake de kwantumstrategie komt ten minste tweemaal per jaar bijeen.
2. De adviesgroep inzake de kwantumstrategie kan zo nodig werkgroepen instellen die algemeen worden gecoördineerd door een of meer leden.
3. De adviesgroep inzake de kwantumstrategie kiest haar voorzitter.
4. De adviesgroep inzake de kwantumstrategie stelt haar reglement van orde vast, met daarin onder meer de benoeming van de samenstellende entiteiten die de adviesgroep vertegenwoordigen, alsook de duur van hun benoeming.”.
(44) Het volgende artikel 14 bis wordt toegevoegd:
“Artikel 14 bis
Taken van de adviesgroep inzake de kwantumstrategie
1. De adviesgroep inzake de kwantumstrategie:
(a)stelt haar bijdrage aan het in artikel 20, van deze statuten bedoelde ontwerp van strategisch meerjarenprogramma met betrekking tot activiteiten op het gebied van kwantumtechnologieën op en herziet die bijdrage geregeld in overeenstemming met de ontwikkeling van de wetenschappelijke, industriële en beleidsmatige vraag;
(b)organiseert openbare raadplegingen die openstaan voor alle publieke en particuliere belanghebbenden op het gebied van kwantumtechnologieën om hen te informeren en feedback in te winnen over het ontwerp van strategisch meerjarenprogramma en de daarmee verband houdende ontwerpactiviteiten van het werkprogramma inzake kwantumtechnologieën voor een bepaald jaar.
(c)De in lid 1 bedoelde bijdrage aan het ontwerp van strategisch meerjarenprogramma omvat:
(d)de strategische prioriteiten op het gebied van onderzoek, innovatie, toepassing en infrastructuur voor de ontwikkeling en acceptatie van kwantumtechnologieën en de integratie ervan in het Europese digitale ecosysteem, ter ondersteuning van de veerkracht, de technologische soevereiniteit en de strategische autonomie van de Unie, rekening houdend met het potentieel voor tweeërlei gebruik van dergelijke technologieën;
(e)mogelijke internationale samenwerkingsactiviteiten op het gebied van kwantumtechnologieën die een meerwaarde bieden en die van wederzijds belang zijn, waarbij wordt gezorgd voor afstemming van deze activiteiten op de waarden en veiligheidsbelangen van de Unie;
(f)prioriteiten inzake opleiding, onderwijs en de ontwikkeling van het personeelsbestand om de belangrijkste competenties en de vaardigheidskloof op het gebied van kwantumtechnologieën aan te pakken, met inbegrip van bewustwording ten aanzien van veiligheidsgevoelige toepassingen;
(g)de verwerving, implementatie en exploitatie van kwantuminfrastructuur, met inbegrip van de onderlinge verbondenheid en federatie met HPC-infrastructuur en andere digitale infrastructuur, zoals kwantumcommunicatie en kwantumdetectie;
(h)maatregelen inzake capaciteitsopbouw, interoperabiliteit, normalisatie en beveiliging op het gebied van kwantumtechnologieën, met specifieke aandacht voor risico’s in het kader van tweeërlei gebruik en de bescherming van de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de Unie.”.
(45) Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
“De begrotingsvastleggingen van de gemeenschappelijke onderneming kunnen worden opgedeeld in jaarlijkse tranches. Vanaf januari 2025 wordt ten minste 20 % van de totale begroting voor de resterende jaren niet langer gedekt door jaarlijkse termijnbedragen.”.
Artikel 40
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.