Artikelen bij COM(2025)570 - Dynamische EU-begroting voor de prioriteiten van de toekomst - het meerjarig financieel kader 2028-2034

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 16.7.2025

COM(2025) 570 final/2


Corrigendum
This document corrects COM(2025) 570 final of 16.7.2025
Concerns all the linguistic versions
It includes a number of technical corrections to tables and graphics
The text shall read as follows:

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

Een dynamische EU-begroting voor de prioriteiten van de toekomst – het meerjarig financieel kader 2028-2034

{SWD(2025) 570 final} - {SWD(2025) 571 final}


1.INLEIDING

Het meerjarig financieel kader 2028-2034 wordt veel meer dan louter een financieel plan. Het wordt een strategische verklaring van de collectieve politieke ambitie van de Unie om haar prioriteiten te verwezenlijken en de komende tien jaar krachtig en eensgezind op te treden op het wereldtoneel. De EU-begroting is de motor van de Unie, die meermaals haar transformerende impact heeft bewezen als aanjager van investeringen en groei, en blijk geeft van krachtige Europese solidariteit. De afgelopen vijf jaar alleen al heeft het kader tijdens de pandemie levens en bestaansmiddelen helpen redden, de Unie in staat gesteld energie- en toeleveringscrises te doorstaan en de onwrikbare steun van de Unie aan Oekraïne geschraagd.

Het is tijd om een onafhankelijker Europa op te bouwen, omdat de Unie niet alleen op anderen kan rekenen om haar veiligheid en welvaart op lange termijn te waarborgen. De Russische aanvalsoorlog aan de grenzen van de Unie, de bredere geopolitieke instabiliteit en de verstoring van de mondiale handelsbetrekkingen hebben Europa ruw wakker geschud. Hierdoor zijn wij gedwongen onze strategische prioriteiten te heroverwegen en dringend actie te ondernemen om onze afhankelijkheid en kwetsbaarheid voor een breed scala aan bedreigingen voor onze veiligheid en onze manier van leven te verkleinen. Dat vereist een hernieuwde focus op concurrentievermogen, veiligheid, defensie, migratie, voedselzekerheid en strategische autonomie en op onze voorbereidingen voor toekomstige uitbreidingen van de Unie. Door het MFK zijn we ons sterker gaan hechten aan de beginselen en waarden die Europa verenigen en die van de Unie een baken van stabiliteit en vooruitgang in een turbulente wereld maken.

Om onze gemeenschappelijke toekomst in eigen handen te nemen, moet de Unie worden uitgerust met een in omvang en ontwerp ambitieuze begroting. Om kansen te creëren voor de huidige en toekomstige generaties Europeanen en mensen in nood te helpen. Om onze strategische belangen en waarden verdedigen. Om voort te bouwen op het potentieel van de eengemaakte markt en gebruik te maken van nieuwe technologie ter bevordering van groei en innovatie. Om onze klimaatdoelstellingen te verwezenlijken en bedrijven, vooral kleine bedrijven, en burgers te ondersteunen bij de transitie naar een emissievrije economie. Om ons milieu te beschermen, onze natuurlijke hulpbronnen in stand te houden, circulariteit te bevorderen en het concurrentievermogen en de weerbaarheid van Europa, met inbegrip van waterweerbaarheid, te versterken. Om onze collectieve veiligheid te waarborgen, de Europese concurrentievoorsprong te herstellen, de economische, sociale en territoriale cohesie te versterken en de gevolgen van demografische trends te beheersen. Om de buitengrenzen van de EU te versterken, migratie te beheren en de goede werking van het Schengengebied te waarborgen. Om de historische kans voor uitbreiding aan te grijpen om de Unie verder te versterken. En om strategische mondiale partnerschappen op te bouwen die van de Unie een sterke en betrouwbare speler op het wereldtoneel maken, stevig verankerd in de beginselen van op regels gebaseerde internationale handel.

Europa moet de zaken nu anders aanpakken, en de EU-begroting is geen uitzondering. In deze tijd van grotere geopolitieke en economische onzekerheid zijn er hooggespannen verwachtingen bij de Unie om antwoorden te formuleren op een aantal generationele uitdagingen. De eisen zijn hoger dan ooit en de omvang van de EU-begroting moet in verhouding staan tot de toenemende verantwoordelijkheden van de Unie. De middelen zijn evenwel beperkt. Nationale begrotingen staan onder druk en kunnen grensoverschrijdende uitdagingen niet alleen aanpakken. De gezamenlijke leningen ter ondersteuning van NextGenerationEU moeten de komende jaren worden terugbetaald. Dat betekent dat we elke euro in de EU-begroting optimaal moeten benutten om in gebieden te investeren waar de meerwaarde van de EU het grootst is en om particuliere en publieke investeringen aan te trekken.

De Unie heeft een ambitieuzere begroting nodig die eenvoudiger, flexibeler en strategischer is. En bovenal moet de EU-begroting resultaat opleveren. Dat is de klinkende boodschap van de brede openbare raadplegingen van de Commissie over het toekomstige meerjarig financieel kader 1 , van aanbevelingen van een specifiek Europees burgerpanel 2 en van uitgebreide contacten op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau. Nu is het tijd om deze lessen in de praktijk te brengen en de Unie te voorzien van een moderne begroting voor een snel veranderende wereld.

De ervaring leert dat flexibiliteit van cruciaal belang is. Het meerjarig financieel kader zorgt voor stabiliteit en voorspelbaarheid waardoor de EU-begroting zo’n krachtige aanjager van langetermijninvesteringen is. Maar in een onzekere en onstabiele wereld moet de Unie ook over een veel sterkere structurele capaciteit beschikken om zich aan onverwachte omstandigheden aan te passen. De budgettaire respons op crises en veranderende behoeften is nu vaak ad hoc en geïmproviseerd. Dat is geen solide basis voor langetermijnbeleid. Daarom stelt de Commissie een veel flexibelere begroting voor, die beter is toegerust voor het bekende én het onbekende. De rol van het Europees Parlement en de Raad bij de uitvoering van de begroting waarborgt steeds een hoog niveau van politiek toezicht, transparantie en democratische verantwoording.

De Commissie is bezig met een ongeëvenaarde inspanning om Europa te vereenvoudigen, en dat moet ook de EU-begroting omvatten. Uit de openbare raadplegingen blijkt dat de financiële programma’s van de EU te versnipperd zijn geworden, met overlappingen, lacunes en uiteenlopende regels. Dat leidt tot verwarring en vermindert de toegankelijkheid, flexibiliteit en impact. De Commissie stelt voor de financiële programma’s van de EU te stroomlijnen en te harmoniseren, zodat het veel gemakkelijker wordt om financieringsmogelijkheden in kaart te brengen, voor synergie te zorgen en een soepele, transparante en coherente begroting te creëren ten dienste van alle Europeanen.

De volgende langetermijnbegroting van de EU is een kans om de inzet van Europa voor onze gemeenschappelijke doelstellingen en waarden te bevestigen. Het is de bedoeling van de voorstellen van de Commissie dat de investeringen van de EU worden gestuurd door onze politieke prioriteiten, wat leidt tot betere resultaten dan als de lidstaten alleen optreden. De eerbiediging van de rechtsstaat vormt hiervoor de kern, en uit de voorstellen blijkt een sterke gehechtheid aan een goede besteding van EU-middelen volgens de hoogste normen van goed financieel beheer.

De Commissie stelt een ambitieuze begroting voor van 1,98 biljoen EUR voor de periode 2028-2034, wat overeenkomt met 1,26 % van het bni van de EU. De Unie kan haar ambities alleen verwezenlijken met een bijpassend budget. Met deze begroting kan de Unie voortbouwen op het momentum van NextGenerationEU en de haar toevertrouwde taken en verantwoordelijkheden waarmaken.

De modernisering van de financiering van de EU-begroting is een essentieel onderdeel van dit pakket, zodat de nationale bijdragen stabiel kunnen blijven, ondanks de toename van de begroting. Een ambitieuze begroting die gericht is op Europese prioriteiten moet op een moderner en Europeser inkomstenstelsel gebaseerd zijn. Daartoe stelt de Commissie een uitgebreid nieuw pakket eigen middelen voor, met aanpassingen van het voorstel van 2023 betreffende nieuwe eigen middelen en andere mogelijkheden. De inkomsten hieruit maken een EU-begroting mogelijk die in overeenstemming is met de ambities en waarmee aan de verplichtingen van de Unie kan worden voldaan om de leningen in het kader van NextGenerationEU terug te betalen.

Het meerjarig financieel kader 2028-2034 biedt een unieke kans om onze langetermijnbegroting te vernieuwen voor een wereld in voortdurende verandering. De EU-begroting en het gemeenschappelijk beleid dat erdoor wordt ondersteund, maken deel uit van het weefsel van onze Unie. De fundamentele beginselen en doelstellingen die de EU-begroting vanaf het begin hebben gevormd, blijven onveranderd. Maar de uitdagingen voor de Unie zijn zo groot dat stilstand onmogelijk is. Door de EU-begroting en de programma’s eenvoudiger en flexibeler te maken en strategisch af te stemmen op de prioriteiten van vandaag en morgen, geven we de Unie de moderne begroting die nodig is om de Europese burgers te beschermen, het Europese bedrijfsleven succesvol te maken en het Europese sociale model te versterken. En burgers, onderzoekers en bedrijven uit de EU en daarbuiten aan te moedigen voor Europa te kiezen.

Kortom, om een onafhankelijk Europa te bouwen, dat zijn eigen lot in handen kan nemen.


2.DE EU-BEGROTING: VAN EU-PRIORITEIT TOT ACTIE

De nieuwe EU-begroting wordt een beleidsmatige begroting. De volgende generatie financiële programma’s van de EU moet een samenhangend geheel vormen en samenwerken om de Europese samenwerking op prioritaire gebieden zoals concurrentievermogen, veiligheid, decarbonisatie, duurzaamheid en economische, sociale en territoriale cohesie naar een hoger niveau te tillen. De programma’s van de vernieuwde EU-begroting zijn ontworpen om elkaar aan te vullen, zodat middelen kunnen worden gecombineerd ter ondersteuning van Europese prioriteiten, zowel binnen de Unie als wereldwijd.


I.Welvaart, duurzaamheid en veiligheid voor iedereen — investeringen en hervormingen op maat door middel van plannen voor nationaal en regionaal partnerschap


In de plannen voor nationaal en regionaal partnerschap worden de door de lidstaten en regio’s uitgevoerde EU-fondsen gecombineerd tot een samenhangend en aangepast planningsproces, dat volledig is afgestemd op de gemeenschappelijke prioriteiten van de Unie. De plannen optimaliseren het nut van elke euro in de EU-begroting, bieden meer flexibiliteit voor aanpassing aan de regionale en lokale behoeften, en vereenvoudigen de regels voor de lidstaten en de regio’s.

De nieuwe plannen voor nationaal en regionaal partnerschap voor investeringen en hervormingen bouwen voort op de buitengewone staat van dienst van het gemeenschappelijk beleid van Europa en maken het beleid sterker en doeltreffender. De partnerschappen vergroten de samenhang tussen de huidige beleidsmaatregelen ter ondersteuning van Europese prioriteiten en versterken daarmee de economische, sociale en territoriale cohesie. Verder stimuleren ze EU-optreden om belemmeringen voor de interne markt weg te nemen. Met een budget van 865 miljard EUR (waarvan 50 miljard EUR uit het Sociaal Klimaatfonds) zorgen de plannen voor blijvende steun voor gemeenschappelijk Europees beleid met een gemoderniseerde aanpak.

Het budget voor de plannen voor nationaal en regionaal partnerschap 2028-2034


De partnerschapsplannen zullen worden verankerd in de Europese prioriteiten, maar worden afgestemd op de specifieke behoeften van de lidstaten en de regio’s. De plannen komen tegemoet aan de belangrijkste prioriteiten en uitdagingen, onder meer via het Europees Semester. Ze worden in partnerschap met de nationale en regionale autoriteiten beheerd en ontworpen. Het nieuwe uitvoeringssysteem neemt de diversiteit van de lidstaten in aanmerking en biedt de flexibiliteit om nationale, sectorale en, in voorkomend geval, regionale en territoriale hoofdstukken te ontwikkelen, zoals in de huidige regels, afhankelijk van de grondwettelijke structuren en tradities van elke lidstaat. De plannen verstrekken gerichte steun voor dringende behoeften binnen het volledige beleid van de Unie, waaronder de uitdagingen van de oostelijke grensregio’s die het zwaarst onder de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne te lijden hebben. In het algemeen gaan de partnerschappen minder voorschrijven hoe de gemeenschappelijke doelstellingen moeten worden verwezenlijkt, maar meer opleggen wat moet worden bereikt, met volledige inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

De plannen voor nationaal en regionaal partnerschap zullen 14 bestaande fondsen samenbrengen en zorgen voor samenhang en gezamenlijke programmering tussen deze fondsen, met inachtneming van hun specifieke kenmerken. Dit zal complexe programmeringsprocessen stroomlijnen, langdurige valideringsprocedures verkorten en nieuwe mogelijkheden voor synergie creëren.

ØLandbouw en plattelandsgebieden blijven een prioriteit om de strategische autonomie, de voedselzekerheid en de duurzaamheid van de EU te versterken. De partnerschappen bieden het gemeenschappelijk landbouwbeleid de kans om te evolueren naar een eenvoudiger, gerichter en doeltreffender beleidskader, om het juiste evenwicht tussen stimulansen, investeringen en regels te vinden. Landbouwers behouden voorspelbare en stabiele inkomenssteun uit de EU-begroting en krijgen extra mogelijkheden voor investeringen en gezamenlijke acties voor plattelandsgebieden. De lidstaten kunnen synergie tot stand brengen om de uitdagingen voor landbouwers en plattelandsgemeenschappen beter aan te pakken, om zo kansen voor jonge landbouwers te creëren en generatievernieuwing te bevorderen en voedselzekerheid op lange termijn te waarborgen. De EU zal landbouwproducten uit de EU meer gaan promoten om nieuwe marktkansen te scheppen. In het licht van de toenemende onzekerheid op de landbouwmarkten zal de EU tijdens marktverstoringen met het Eendrachtsvangnet (“Unity Safety Net”) de landbouwers beschermen en de markten stabiliseren.


ØHet cohesiebeleid wordt versterkt en gemoderniseerd, waarbij de regio’s centraal staan, en blijft vasthouden aan de fundamentele beginselen van partnerschap, multi-level governance en plaatsgebonden actie. Het cohesiebeleid werkt in samenhang met andere beleidsmaatregelen, het heeft een grotere impact vanwege gerichte investeringen en hervormingen en blijft een hechter Europa bevorderen, zodat alle Europeanen, ongeacht waar zij wonen, toegang hebben tot economische kansen en een hogere levenskwaliteit. Het zal minder ontwikkelde regio’s helpen hun achterstand in te lopen en rechtvaardigetransitiegebieden helpen om niemand achter te laten. In het beleid wordt bijzondere aandacht besteed aan de ultraperifere gebieden en worden hun unieke uitdagingen en potentieel onderkend.


ØEuropa is slechts zo sterk als zijn burgers, en daarom staat het ondersteunen van mensen en het Europese sociale model centraal in de plannen. Er geldt een sociaal streefcijfer van 14 % voor plannen voor nationaal en regionaal partnerschap om aanzienlijke investeringen naar de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten te leiden, ter ondersteuning van hoogwaardige werkgelegenheid, vaardigheden, sociale inclusie en huisvesting in alle lidstaten, regio’s en sectoren. 


ØDe partnerschappen waarborgen dat de steun van de EU voor uitdagingen op het gebied van migratie, grensbeheer en veiligheid wordt afgestemd op de behoeften per lidstaat en per regio. Het verband tussen hervormingen en investeringen zal de lidstaten er meer toe aanzetten om het migratie- en asielpact en de Europese strategie voor interne veiligheid uit te voeren. De EU-faciliteit zorgt voor een flexibele, gemeenschappelijke EU-respons op dringende behoeften en nieuwe uitdagingen.


ØDe visserij blijft van vitaal belang voor onze kustgemeenschappen en -economieën. De partnerschappen zorgen voor een nauwere koppeling tussen het visserij- en maritiem beleid van de EU, het cohesiebeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid, om onze vissers beter te ondersteunen en zodoende economische activiteiten zoals aquacultuur, toerisme en scheepvaart te stimuleren, banen te scheppen en de bestaansmiddelen in de kustgebieden te verbeteren. 

De plannen voor nationaal en regionaal partnerschap zullen, samen met andere EU-programma’s, de Unie helpen koers te houden voor onze verbintenis om Europa uiterlijk in 2050 koolstofvrij te maken. De door het plan ondersteunde investeringen en hervormingen stimuleren innovatie, vergroten de weerbaarheid tegen de gevolgen van de klimaatverandering, verbeteren de connectiviteit en helpen Europa energie-onafhankelijker te worden. Ze ondersteunen bedrijven en burgers in alle delen van de Unie bij het aanpakken van de uitdagingen en het grijpen van de kansen van de transitie naar een schone economie, en zorgen ervoor dat niemand achterblijft.

Financiering voor migratie en grensbeheer in de begroting 2028-2034


Betaling op basis van resultaten en de combinatie van elkaar versterkende investeringen en hervormingen leveren meer effect en rendement op. Betalingen worden afhankelijk gesteld van de verwezenlijking van investeringsmijlpalen en -streefdoelen en van aan overeengekomen prioriteiten verbonden hervormingen. Dit zal de financiering en de resultaten naar verwachting sneller en efficiënter maken. Het legt de nadruk waar die hoort: bij de resultaten van de EU-uitgaven. Solide audit- en controleregelingen verzekeren dat de partnerschapsplannen worden uitgevoerd volgens de hoogste normen van goed financieel beheer.

Over de beginselen van de rechtsstaat en het Handvest van de grondrechten kan niet worden onderhandeld. De conditionaliteitsverordening 3 blijft van toepassing op de gehele EU-begroting (zie punt 5). De plannen voor nationaal en regionaal partnerschap zullen ook het verband versterken tussen de aanbevelingen in het rechtsstaatverslag en de verlening van financiële steun. Indien middelen voor een lidstaat verloren gaan vanwege aanhoudende schendingen van de rechtsstaat of het Handvest van de grondrechten, blijven zij beschikbaar voor gebruik in programma’s in direct of indirect beheer, met name programma’s die bijdragen tot de ondersteuning van de Europese democratie, het maatschappelijk middenveld, de waarden van de Unie of de bestrijding van corruptie.

Een EU-faciliteit zal de uitvoering op nationaal en regionaal niveau ondersteunen. De faciliteit zal acties ondersteunen die efficiënter op het niveau van de Unie kunnen worden uitgevoerd, in aanvulling op projecten die door de lidstaten en regio’s worden uitgevoerd. Dit omvat de uitvoering van de exclusieve bevoegdheden van de Unie op gebieden zoals de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid, het ondersteunen van het oceaanbeleid, het bevorderen van sociale acties en investeringen in de sociale infrastructuur en de sociale economie op Unieniveau, onder meer middels garantie-instrumenten, en het bevorderen van interregionale of interstedelijke samenwerking. De faciliteit zal helpen bij de reactie op natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen door middel van synergie met andere beleidsterreinen binnen de partnerschappen, zoals landbouw. Een niet-toegewezen buffer biedt de mogelijkheid om nader te reageren op onverwachte gebeurtenissen en rampen in de lidstaten als andere vormen van flexibiliteit binnen de nationale en regionale toewijzingen niet volstaan.

De EU blijft ook krachtige steun verlenen aan de Turks-Cypriotische gemeenschap via een specifiek instrument.


II.Versterking van het Europees concurrentievermogen: het Europees Fonds voor concurrentievermogen en Horizon Europa


(*) Samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie conform de activiteiten in het kader van het Fonds voor concurrentievermogen.

Het nieuwe Europees Fonds voor concurrentievermogen zal, in synergie met Horizon Europa, Europese innovatoren ononderbroken ondersteunen, van onderzoek tot implementatie, van ideeën tot start-ups en scale-ups. Het ondersteunt de uitvoering van het kompas voor concurrentievermogen en helpt de Unie een concurrentievoorsprong op te bouwen in strategische sectoren, onder meer door meerlanden- en grensoverschrijdende projecten met een hoge meerwaarde voor de EU te faciliteren. Zodoende stimuleert het de welvaart en hoogwaardige banen.

De volgende langetermijnbegroting van de EU moet een grote verandering in de Europese steun voor het concurrentievermogen teweegbrengen. Europa is de wieg van innovatie, wetenschappelijke vooruitgang en ondernemerschap, met een industriële sector van wereldklasse. Het concurrentievermogen en de economische zekerheid van Europa ondervinden echter hindernissen in de vorm van obstakels voor de eengemaakte markt, gefragmenteerde kapitaalmarkten, onvoldoende digitalisering, oneerlijke internationale concurrentie, hoge energieprijzen, tekorten aan vaardigheden en arbeidskrachten, een zwakke conversie van onderzoek naar marktklare resultaten en belemmeringen voor de koppeling van projecten aan financiering.

Europa moet veel betere voorwaarden scheppen om zijn beste projecten en bedrijven succesvol te maken en te laten opschalen, zoals benadrukt in de rapporten van Draghi 4 en Letta 5 en in het kompas voor concurrentievermogen 6 . Op grond van de Clean Industrial Deal wordt het van essentieel belang om decarbonisatie en economische groei te combineren door middel van betaalbare energieprijzen, steun voor in de EU vervaardigde schone producten (via de wetgeving inzake een versnelling van industriële decarbonisatie), hoogwaardige banen en sterkere financiering, onder meer via de bank voor decarbonisatie van de industrie. Het versterken van de economische veiligheid van Europa moet ook een kerndoel zijn, zodat belangrijke sectoren veerkrachtig en concurrerend blijven in het licht van geopolitieke en technologische verschuivingen. De EU moet ook voorrang geven aan investeringen in grensverleggende en toekomstgerichte technologie, zoals ruimtevaart, artificiële intelligentie en kwantumtechnologie. Voor onze concurrentiepositie, autonomie en veiligheid moet Europa digitale infrastructuur van wereldklasse opbouwen en veiligstellen, zoals netwerken met hoge capaciteit en AI-gigafabrieken.

Het Europees Fonds voor concurrentievermogen zal, met een totale begroting van 409 miljard EUR, inclusief Horizon Europa, een ongekende impuls geven aan de begrotingssteun van de EU voor onderzoek, innovatie, ontwikkeling en implementatie 7 .

Het nieuwe Europees Fonds voor concurrentievermogen gaat de slagkracht voor investeringen op EU-niveau bundelen om de opschaling, de productie en de toepassing van strategische technologie in Europa te versnellen. Het wordt een belangrijk instrument om het concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven en de industriële basis van de EU te versterken, onder meer door steun voor “made in Europe”-technologieën, -producten en -diensten. Het fonds beoogt de bestaande versnipperde en overlappende programma’s te vervangen en op basis van één rulebook de EU-financiering aanzienlijk te vereenvoudigen en te versnellen, ook voor kleine bedrijven. Hierdoor kan de EU gericht investeren waar dat de meeste impact heeft. Het fonds kent vereenvoudigde en versnelde selectie-, evaluatie- en gunningsprocedures, en bevat vereenvoudigde rapportagevereisten voor ontvangers van EU-financiering, waardoor projectontwikkelaars sneller worden betaald.

Conform de aanbeveling in het Draghi-rapport zal het Europees Fonds voor concurrentievermogen zich toespitsen op collectieve goederen van de EU. Het fonds zal gebieden ondersteunen die van cruciaal belang zijn voor het concurrentievermogen van de EU: schone transitie en decarbonisatie, digitaal leiderschap, weerbaarheid en veiligheid, defensie-industrie en ruimtevaart en volksgezondheid, biotechnologie, landbouw en bio-economie. Het fonds levert ook adviesdiensten aan projectontwikkelaars.

Overheidsinvesteringen op Europees niveau spelen een cruciale rol als katalysator voor particuliere investeringen. Het Europees Fonds voor concurrentievermogen biedt een uitgebreid scala aan financieringsmogelijkheden om particuliere investeringen aan te trekken. Hierdoor kan ieder geselecteerd project toegang krijgen tot de geschiktste vorm van steun, zoals subsidies of leningen, aanbestedingen of financieringsinstrumenten, inclusief investeringen in eigen vermogen. Van cruciaal belang is dat de bewezen slagkracht van InvestEU als hefboom fungeert voor publieke en particuliere investeringen in prioritaire sectoren van de EU, in nauwe samenwerking met zijn uitvoerende partners — de Europese Investeringsbank en andere nationale stimuleringsbanken. Het fonds ondersteunt verder publiek-private partnerschappen, zoals belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang.


Het wereldberoemde onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon Europa blijft investeren in grensverleggend fundamenteel en collaboratief onderzoek en in disruptieve innovatie op strategische gebieden. Het zal functioneren als een zelfstandig programma dat middels geïntegreerde werkprogramma’s voor collaboratief onderzoek en een gemeenschappelijk rulebook nauw met het Europees Fonds voor concurrentievermogen verbonden is. Het nieuwe Horizon Europa wordt vereenvoudigd en versterkt, zodat EU-uitgaven sneller en strategischer kunnen worden gedaan aan de hand van duidelijkere regels en transparantere procedures voor aanvragers en belanghebbenden. Het programma zal sectoroverschrijdend fundamenteel onderzoek ondersteunen middels een gevestigde aanpak op basis van excellentie, ter voorbereiding van de toekomstige motoren van groei en technologisch leiderschap. Horizon Europa berust op vier pijlers: wetenschap op topniveau, concurrentievermogen en samenleving, innovatie en de Europese onderzoeksruimte. Een uitgebreide Europese Onderzoeksraad zal fundamenteel onderzoek bevorderen en de Europese Innovatieraad wordt versterkt om start-ups te ondersteunen. Het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding zal financiering verstrekken voor onderzoek en opleiding op nucleair gebied en zal bijdragen aan het ITER-fusieproject.


III.Een Europese defensie-unie opzetten


De nieuwe langetermijnbegroting van de EU zal de Europese defensie-unie naar een hoger niveau tillen, wat hoge prioriteit heeft in deze tijd van toenemende dreigingen en onzekerheid. Financiering uit het Europees Fonds voor concurrentievermogen, gecombineerd met plannen voor nationaal en regionaal partnerschap, de Connecting Europe Facility en externe financiering bieden een ongekende Europese meerwaarde voor de nationale defensie-uitgaven.

De toekomstige EU-begroting moet een nieuwe impuls geven aan de totstandbrenging van een echte Europese defensie-unie. Nu er met de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne weer oorlog op Europees grondgebied woedt, is binnen de huidige langetermijnbegroting van de EU al de capaciteit van de Unie verhoogd om defensiegereedheid te financieren. Dit omvatte de nieuwe verordening betreffende de ondersteuning van de productie van munitie en het instrument voor gemeenschappelijke aanbestedingen op defensiegebied, alsook een versterking van de Europese Vredesfaciliteit.

In het witboek over de gereedheid van de Europese defensie 2030 staat omschreven wat de Unie kan doen om de inspanningen van de lidstaten ter versterking van de industriële defensiebasis en de algemene gereedheid van de EU op defensiegebied te ondersteunen en te coördineren. Binnen dit kader hebben de lidstaten meer budgettaire ruimte om de defensie-uitgaven te verhogen, onder meer via aanvullende leningen die door gemeenschappelijke leningen worden gefinancierd (het instrument “Optreden voor de veiligheid van Europa” 8 ). Maar daarmee zijn we er nog niet. De volgende begroting moet een nieuw tijdperk van strategische investeringen in Europese defensievermogens en -gereedheid inluiden, met inbegrip van de gezamenlijke ontwikkeling van Europese kritieke defensievermogens. Bijzondere prioriteit wordt gegeven aan de aanpak van de uitdagingen van de lidstaten die het meest aan conventionele militaire dreigingen blootstaan, door middel van gezamenlijke projecten zoals het oostelijke grensschild (“Eastern Border Shield”).

Het Europees Fonds voor concurrentievermogen zal aanzienlijke steun voor investeringen in defensie, veiligheid en ruimtevaart verlenen. De Commissie stelt voor de financiering aanzienlijk te verhogen in vergelijking met het huidige financiële kader. Het is ook een sprong voorwaarts in aanpak, door steun te verlenen bij de investeringen tijdens onderzoek en ontwikkeling, productie en implementatie binnen één instrument, en door de risico’s van gemeenschappelijke defensieprojecten te helpen verkleinen. Dit versterkt de coördinatie door middel van steun voor toepassingen voor tweeërlei gebruik en cyberbeveiliging. De EU zal haar ruimtesystemen, met name Galileo, Egnos, Copernicus en IRIS², blijven moderniseren en nieuwe capaciteit ontwikkelen met het oog op uitdagingen op het gebied van tweeërlei gebruik, zoals een dienst voor aardobservatie, en plaatsbepaling, navigatie en tijdsbepaling in een lage baan om de aarde.

De integratie van de financiering van defensie en ruimtevaart in het Europees Fonds voor concurrentievermogen kent verscheidene voordelen. Ten eerste zorgt het voor consistente regels voor begunstigden, waardoor financiering gemakkelijker toegankelijk wordt. Ten tweede benut het de synergie tussen de steun aan de defensie-industrie en aan de ruimtevaartindustrie, aangezien er mogelijkheden tot kruisbestuiving bestaan, en zorgt het voor niet-aflatende en krachtige steun voor EU-investeringen in de ruimte-infrastructuur en belangrijke Europese ruimteactiva. Ten derde biedt het toegang tot alle financiële instrumenten die binnen het Europees Fonds voor concurrentievermogen beschikbaar komen, om een beter afgestemde aanpak te bieden.

De lidstaten en de regio’s kunnen ook investeringen en hervormingen op het gebied van defensievermogens en veiligheidsprojecten van de Unie ondersteunen via hun financiering in het kader van de plannen voor nationaal en regionaal partnerschap, in overeenstemming met de prioriteiten van de EU en in symbiose met financiering op EU-niveau. Dergelijke maatregelen verhogen het concurrentievermogen van de Europese technologische, veiligheids- en industriële defensiebasis en ondersteunen de paraatheid, de dreigingsdetectie en de crisisrespons van de Unie, onder meer door de cyberbeveiliging te versterken en te waarborgen dat kritieke infrastructuur veerkrachtig is. De lidstaten kunnen ook de nationale delen van trans-Europese vervoersnetwerken, nationale energietransmissie- en -distributienetten en belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (ook op defensiegebied) financieren op grond van de plannen voor nationaal en regionaal partnerschap.  


De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft het belang aangetoond van investeringen in militaire mobiliteit, om te waarborgen dat de strijdkrachten van de lidstaten snel en op voldoende grote schaal op crises aan de buitengrenzen van de EU en daarbuiten kunnen reageren. Een versterkte Connecting Europe Facility legt daarom meer nadruk op militaire mobiliteitscorridors en optimaliseert de synergie met andere investeringen in het vervoersnetwerk. Investeringen ondersteunen het vervoer van troepen en materieel via spoorwegen, wegen, luchthavens, zeehavens, binnenwateren en multimodale terminals.

De Europese Vredesfaciliteit blijft functioneren als instrument buiten de begroting en ondersteunt de inspanningen van de Unie om de vrede te bewaren, conflicten te voorkomen en de internationale veiligheid te versterken. De faciliteit zal acties financieren waartoe de Raad heeft besloten, op basis van twee pijlers: de gemeenschappelijke kosten van militaire operaties en missies, en steunmaatregelen 9 . In het licht van de snel veranderende geopolitieke omstandigheden moet de faciliteit gedurende de looptijd van het volgende financiële kader steun kunnen blijven geven aan partners wereldwijd, waaronder Oekraïne, en worden verhoogd tot 30,5 miljard EUR.


IV.De Europese eengemaakte markt versterken


De eengemaakte markt is een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de Unie. Uit de recente strategie voor de eengemaakte markt 10 is echter eens te meer gebleken dat de eengemaakte markt nog lang niet voltooid is. Investeringen uit de EU-begroting hebben de grootste meerwaarde wanneer ze helpen belemmeringen weg te nemen en verbindingen tot stand te brengen. Daarmee is rekening gehouden bij het ontwerp van de nieuwe EU-begroting.

De EU-begroting heeft altijd de verbreding en verdieping van de Europese eengemaakte markt ondersteund. Dit geschiedt door middel van gemeenschappelijk beleid, zoals het cohesiebeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Dit geschiedt ook door middel van investeringen in de fysieke infrastructuur die trans-Europese netwerken tot stand brengen, en investeringen in administratieve infrastructuur die de voorwaarden scheppen voor het welslagen van de eengemaakte markt.

De nieuwe Connecting Europe Facility zal de voltooiing van trans-Europese netwerken financieren en de schone transitie van de EU op het gebied van energie en vervoer bevorderen. De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en de noodzaak om te ontkoppelen van Russische fossiele brandstoffen, hebben onderstreept dat een echte energie-unie en goed geïntegreerde EU-infrastructuurnetwerken van cruciaal belang zijn. De vooruitgang op het gebied van belangrijke infrastructuur, zoals grensoverschrijdende spoorverbindingen en interconnectoren, verloopt echter te traag. De faciliteit zal een nieuwe impuls geven aan deze essentiële investeringen in de veerkracht en veiligheid van Europa, onder meer door steun aan projecten in de minst verbonden delen van de Unie, zoals eilanden en de ultraperifere gebieden. Zij zal investeren in grensoverschrijdende interconnectoren en netwerken, grensoverschrijdende vervoersverbindingen, offshorenetwerken, hernieuwbare energiebronnen en infrastructuur voor opslag en alternatieve brandstoffen, ter ondersteuning van de klimaatambities van de Unie. De faciliteit zal civiel-militaire vervoersprojecten voor tweeërlei gebruik financieren om de militaire mobiliteit in de hele EU nauw op elkaar te laten aansluiten, een voorwaarde voor een sterkere en beter voorbereide Europese defensie-unie.


In het nieuwe programma Eengemaakte markt worden door de EU-begroting ondersteunde maatregelen gebundeld om grensoverschrijdende belemmeringen weg te nemen en de samenwerking tussen nationale overheden te bevorderen. Het zal bijdragen tot de uitvoering van de EU-wetgeving inzake de eengemaakte markt en van het mededingingsbeleid, normalisatiemaatregelen, consumentenbescherming en samenwerking tussen statistische instanties op het gebied van hoogwaardige statistieken ter ondersteuning van het ontwerp, de monitoring en de evaluatie van al het beleid van de Unie. Bovendien zal het een einde maken aan de resterende versnippering van de EU-financiering op dit gebied en zo de samenwerking ondersteunen tussen nationale overheden en de administratieve lasten beperken op het gebied van douane, belastingen en fraudebestrijding. Al deze gebieden zijn van cruciaal belang zijn voor de efficiënte werking van de eengemaakte markt. Het programma draagt ook bij tot de uitvoering van de EU-douanehervorming nadat die is aangenomen en tot de uitvoering van de spaar- en investeringsunie.


V.Een sterk Europa in een onzekere wereld: het “Europa in de wereld”-instrument


“Europa in de wereld” zal EU-middelen strategischer kanaliseren naar belangrijke prioriteiten, waarbij de steun wordt afgestemd op de behoeften van de partners van Europa en de belangen van de Unie, en flexibel wordt aangepast naarmate de lokale, regionale en mondiale omstandigheden zich ontwikkelen. Het zal de kandidaat-lidstaten op hun Europese traject krachtig ondersteunen en de stabiliteit in de directe buurlanden van de Unie bevorderen. “Europa in de wereld” zal de onaflatende steun van de Unie aan Oekraïne voortzetten en de respons van de Unie op uitdagingen zoals conflicten in het Midden-Oosten en de nasleep daarvan ondersteunen.

Het mondiale politieke en economische landschap is steeds volatieler en onvoorspelbaarder. Er is sprake van aanhoudende en opkomende conflicten, oneerlijke concurrentie en een assertiever economisch en geopolitiek standpunt van internationale actoren. Andere factoren zoals klimaatverandering, migratiedruk en veiligheidsdreigingen vormen nog steeds aanzienlijke uitdagingen voor de EU en haar partners over de hele wereld.

Tegen deze achtergrond moet de EU haar financiering voor extern optreden in het volgende financiële kader herzien en versterken. Het externe optreden van de EU moet beter worden afgestemd op onze partners en tegemoet komen aan dringende behoeften op het terrein. Het moet de strategische belangen van de Unie op het wereldtoneel ondersteunen door middelen te kanaliseren naar belangrijke politieke prioriteiten en door zich flexibel aan te passen aan veranderende omstandigheden. Een versterkt “Europa in de wereld”-instrument van 200 miljard EUR zal de basis vormen van dit optreden. Van dit bedrag moet een indicatieve 25 miljard EUR worden bestemd voor humanitaire hulp.


Het nieuwe “Europa in de wereld”-instrument zal de financiering van het externe optreden van de EU in het kader van de volgende langetermijnbegroting optimaliseren, consolideren en stroomlijnen. Elke macroregio zal beschikken over een indicatieve financiële toewijzing om de voorspelbaarheid voor de partners van de Unie te waarborgen, in combinatie met de flexibiliteit om middelen tussen doelstellingen te herverdelen en een algemene niet-toegewezen reserve vrij te maken om tegemoet te komen aan nieuwe behoeften en prioriteiten. “Europa in de wereld” zal ook een mondiale pijler omvatten voor acties die inherent mondiaal in bereik zijn, bijvoorbeeld de financiering voor initiatieven via internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en voor kwesties als terrorismebestrijding, mondiale volksgezondheid, cyberbeveiliging, buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging en internationale klimaat- en oceaangovernance. Daarnaast zal de financiering van sommige acties in verband met behoeften op het gebied van crises, vrede en buitenlands beleid voor specifieke geografische doelstellingen worden uitgevoerd via de desbetreffende geografische gebieden, rekening houdend met de mondiale dimensie.

Alle beleidsinstrumenten voor extern optreden worden beschikbaar om de EU-steun op elke macroregio af te stemmen. “Europa in de wereld” zal meerjarige samenwerkingsprogramma’s met partners omvatten, evenals acties die niet programmeerbaar zijn, zoals humanitaire hulp 11 en behoeften op het gebied van crises, vrede en buitenlands beleid. Daarnaast zal het instrument bijstand verlenen op basis van beleidsvoorwaarden, waaronder hervormingen en investeringen. “Europa in de wereld” zal de EU in staat stellen de juiste combinatie van beleidsinstrumenten in te zetten om zo doeltreffend mogelijk in te spelen op de veranderende doelstellingen van het buitenlands beleid en de specifieke behoeften van de EU-partners.

De EU zal alomvattende partnerschapspakketten tot wederzijds nut aanbieden om tot een doeltreffendere en meer gerichte financiering van het externe optreden te komen. De partnerschapspakketten worden toegesneden op partners of regio’s, waarbij de passende beleidsinstrumenten worden ingezet om de impact van de EU op het terrein te maximaliseren, de strategische belangen van de EU te verdedigen en de zichtbaarheid en het begrip van het externe optreden van de EU te verbeteren. De pakketten zullen een nieuw Europees economisch buitenlands beleid bevorderen door het beter af te stemmen op de interne prioriteiten van de EU, zoals economische veiligheid, handel en concurrentievermogen, energiezekerheid en decarbonisatie, voedselzekerheid, migratiebeheer, vervoersverbindingen, klimaat- en milieubescherming, productie van hernieuwbare energie, connectiviteit afkomstig van betrouwbare verkopers, en toegang tot kritieke grondstoffen.

Uitbreiding is een politieke en geostrategische noodzaak. Twintig jaar na de grootste uitbreiding in de geschiedenis van de EU blijft uitbreiding een belangrijke investering in veiligheid, vrede, stabiliteit en duurzame welvaart op lange termijn in Europa. De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft aangetoond hoe belangrijk de Europese integratie is en dat een grotere en sterkere Unie nodig is om mondiale uitdagingen aan te gaan. De Unie is vastbesloten met kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten samen te werken om ze voor te bereiden op toetreding, met volledige inachtneming van het op verdiensten gebaseerde proces en in de vaste overtuiging dat hun toekomst in de Europese Unie ligt. “Europa in de wereld” zal essentiële financiële en beleidsmatige steun verlenen om kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten op dit traject vooruitgang te laten boeken.

De EU zal Oekraïne steunen zolang dat nodig is. Van steun in het toetredingsproces tot wederopbouw op langere termijn: de EU zal er zijn voor Oekraïne. Deze steun omvat via gemeenschappelijke EU-leningen gefinancierde leningen die worden gedekt door de beschikbare marge van de EU-begroting. De steun voor Oekraïne wordt verleend in het kader van de geografische pijler van “Europa in de wereld” en is afkomstig van een speciale reserve die buiten de begrotingsmaxima valt, gezien de omvang en de onzekerheid van de behoeften.

“Europa in de wereld” zal worden aangevuld met andere vormen van extern optreden van de EU, die om juridische redenen in het kader van afzonderlijke programma’s moeten worden gefinancierd. De volgende langetermijnbegroting van de EU zal de steun aan de landen en gebieden overzee 12 opvoeren en de financiering van acties in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid voortzetten.


VI.Investeren in onderwijs, democratie en Europese waarden


De nieuwe langetermijnbegroting wordt een begroting voor alle Europeanen. Hierin wordt meer geïnvesteerd in onderwijs en vaardigheden om studenten en werknemers uit de EU te helpen overal in de Unie kansen te benutten. Zij zal verder de rijke culturele diversiteit, democratische waarden en vrijheden van Europa blijven bevorderen, en wortelen in de eerbiediging van de rechten en de waarden die aan onze Unie ten grondslag liggen.

Het ondersteunen van onderwijs, cultuur, media en democratische waarden is een investering in onze gemeenschappelijke toekomst. De EU-begroting heeft met haar programma’s een voortrekkersrol gespeeld bij deze steun. De begroting draagt bij tot transnationale samenwerking voor de ontwikkeling van vaardigheden, waarbij wordt ingezet op een gevoel van EU-burgerschap en wederzijds begrip , door de waarden van de EU te bevorderen en democratische en maatschappelijke veerkracht, culturele uitwisseling, financiële geletterdheid en een betrouwbare informatieruimte te ondersteunen.


Het Erasmus+-programma, dat het huidige Erasmus+-programma en het Europees Solidariteitskorps combineert en een van de bekendste EU-programma’s is, zal worden versterkt. Erasmus+ zal hoogwaardig onderwijs en hoogwaardige opleiding blijven ondersteunen, en zo de leermobiliteit van jongeren stimuleren zodat zij vaardigheden kunnen ontwikkelen en gedeelde ervaringen kunnen opdoen. Door te investeren in jongeren, vrijwilligerswerk en sport zal Erasmus+ bijdragen tot sterkere, meer verbonden samenlevingen, en maatschappelijke en democratische betrokkenheid en sociale cohesie op alle niveaus bevorderen. De nationale en regionale partnerschapsplannen zullen ook krachtige steun bieden voor hervormingen en investeringen ter ondersteuning van de ontwikkeling van vaardigheden en de bijbehorende sociale infrastructuur, volledig in overeenstemming met de landspecifieke aanbevelingen.

Het nieuwe AgoraEU-programma ondersteunt de pijlers van een sterke democratie, waaronder cultuur, media en het maatschappelijk middenveld. De culturele, creatieve, audiovisuele en mediasectoren van de EU zijn belangrijke pijlers van de economie en de samenleving van de EU. De audiovisuele sector heeft te kampen met sterke concurrentie uit het buitenland en problemen in verband met de grotere rol van platforms. Op het gebied van nieuwsmedia worden de afnemende pluriformiteit van de media en desinformatie een bedreiging voor het Europese project en de democratie. Europa wordt ook geconfronteerd met uitdagingen in verband met democratische participatie, gelijkheid, culturele diversiteit en bedreigingen voor de artistieke vrijheid. Om deze trends tegen te gaan, speelt goed opgezette en grotere financiële steun op Europees niveau een belangrijke rol. Culturele en taalkundige diversiteit, ons cultureel erfgoed en onze gedeelde waarden van gelijkheid en democratie bepalen de Europese identiteit en worden verder ondersteund in de volgende langetermijnbegroting. Door de steun voor cultuur, media en het maatschappelijk middenveld in het kader van AgoraEU samen te brengen, wordt de toegang voor begunstigden vereenvoudigd door middel van gemeenschappelijke regels en financieringsregelingen.

Het programma Justitie zal bijdragen tot de ontwikkeling van een efficiënte, inclusieve en veerkrachtige Europese rechtsruimte. Het zal ook de digitalisering van justitie op EU-niveau ondersteunen.


VII.Mensen beschermen en paraatheid en weerbaarheid opbouwen 


De nieuwe langetermijnbegroting van de EU zal de instrumenten bieden om de strategie voor een paraatheidsunie en de strategie ProtectEU te ondersteunen 13 , 14 . Bij recente rampen en crises, waaronder de pandemie, de oorlog in Oekraïne en energiecrises, en de vele veiligheidsbedreigingen is gebleken dat een gecoördineerd optreden van de EU en de lidstaten een meerwaarde heeft om de paraatheid te verhogen en onze interne veiligheid te waarborgen. De volgende langetermijnbegroting van de EU zal de preventie-, paraatheids- en responscapaciteit van de EU versterken en in een veilig Europa investeren.

In het Niinistö-verslag 15 werd gewezen op de vele dreigingen waarmee de Unie wordt geconfronteerd en zijn concrete aanbevelingen gedaan over de wijze waarop grote crises die de EU of een aantal van haar lidstaten treffen, kunnen worden voorkomen en aangepakt. De toekomstige langetermijnbegroting heeft betrekking op alle aspecten van crisisbeheersing: preventie, paraatheid, respons en het herstel en de modernisering van het EU-instrumentarium voor paraatheid, met aanzienlijke financiële steun uit de EU-begroting.

Het nieuwe Uniemechanisme voor civiele bescherming en de steun van de Unie voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied zullen de synergie tussen het optreden van de EU op het gebied van civiele bescherming en de paraatheid en respons bij noodsituaties op gezondheidsgebied benutten. Voor een MFK dat gebaseerd is op het beginsel van “paraatheid door ontwerp” stelt de Commissie voor de financiering op dit gebied te vervijfvoudigen tot 10,7 miljard EUR. Het Uniemechanisme voor civiele bescherming zal ervoor zorgen dat de responscapaciteiten, met inbegrip van voorraden, in alle relevante sectoren op EU-niveau worden ontwikkeld en gehandhaafd, in aanvulling op de nationale inspanningen. Een aanzienlijk versterkt Uniemechanisme voor civiele bescherming zal, samen met de paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied, zorgen voor een betere sectoroverschrijdende coördinatie en zal capaciteitstekorten aanpakken voor noodsituaties die bijvoorbeeld ontstaan door de klimaatverandering, het veranderende veiligheidslandschap, onder meer voor kritieke infrastructuur, en het veranderende mondiale gezondheidslandschap.


In de structuur van het volgende financiële kader zal de doelstelling van “paraatheid door ontwerp” tot uiting komen. Naast de centrale EU-capaciteit uit het Uniemechanisme voor civiele bescherming zullen nationale en regionale partnerschapsplannen investeringen en hervormingen ondersteunen met het oog op een betere crisispreventie, klimaatbestendigheid en paraatheid op nationaal en regionaal niveau. De EU-faciliteit zal de respons op rampen en onverwachte gebeurtenissen financieren, ter aanvulling van nationale financiële toewijzingen of ter rechtstreekse financiering van maatregelen op EU-niveau. Het Europees Fonds voor concurrentievermogen zal de paraatheid en de strategische autonomie van de EU in belangrijke sectoren, technologieën en infrastructuur vergroten. Het zal de opbouw van industriële capaciteit en geavanceerde technologieën ondersteunen (bv. de instrumenten voor crisisondersteuning Copernicus, Galileo en IRIS², gezondheidsinnovatie en productie), en zo bijdragen tot het versterken van de veerkracht van de EU, onder meer door te investeren in de bescherming van kritieke infrastructuur. “Europa in de wereld” zal een uitgebreid instrumentarium voor actie in derde landen bieden.

Veiligheid is het fundament waarop al onze vrijheden zijn gebaseerd. Het vermogen van de EU-lidstaten om de veiligheid van hun burgers te waarborgen, is afhankelijk van een uniforme, Europese aanpak van de bescherming van onze interne veiligheid. Via de nieuwe langetermijnbegroting kan de EU Europa helpen zijn blijvende belofte van vrede en stabiliteit waar te maken. In de strategie ProtectEU wordt uiteengezet dat de EU vastbesloten is zich in te zetten voor een veiliger en zekerder Europa voor al zijn burgers.

De toekomstige langetermijnbegroting zal het streven naar een veiliger en zekerder Europa ondersteunen. Zij doet dit door de veerkracht van kritieke infrastructuur te ondersteunen, samenwerking tussen de noodhulpdiensten van de lidstaten mogelijk te maken bij bedreigingen voor de interne veiligheid van de EU, de systemen voor informatie-uitwisseling en samenwerking te verbeteren en een gemeenschappelijke respons op ernstige misdrijven, waaronder terrorisme en georganiseerde criminaliteit, te bevorderen. De nieuwe langetermijnbegroting van de EU zal ook nauwere samenwerking met derde landen mogelijk maken ter ondersteuning van de interne veiligheid van de Unie, via “Europa in de wereld”.

De Unie zal steun blijven verlenen aan nucleaire veiligheid. Dit omvat internationale samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid en de ontmanteling van nucleaire activiteiten in Litouwen en van de eigen nucleaire installaties van de EU. De bijdrage van de EU aan de ontmanteling van nucleaire installaties in Bulgarije en Slowakije zal naar verwachting in 2027 zijn voltooid. De financiering uit de EU-begroting zal bijdragen aan de steun voor de gezondheid van werknemers en het grote publiek, nucleaire veiligheid en het voorkomen van aantasting van het milieu.


VIII.Een modern en efficiënt openbaar bestuur voor Europa

Een personeelsinkrimping met 5 % in de jaren 2013 tot en met 2017, gevolgd door een langdurige periode van stabiele personeelsbezetting, heeft aanzienlijke besparingen op de administratieve uitgaven opgeleverd, maar heeft ook een aanzienlijk capaciteitstekort bij de Commissie doen ontstaan en risico’s voor de bedrijfscontinuïteit van de Commissie doen ontstaan. Het snel veranderende economische en mondiale landschap heeft geleid tot nieuwe beleidsbehoeften en de Commissie is belast met nieuwe initiatieven en taken waarvoor extra middelen nodig zijn. Met het oog op deze nieuwe taken moet de Commissie over de juiste personeelsbezetting beschikken, met de juiste profielen. Dit houdt ook in dat de Commissie in staat moet zijn het beste talent aan te trekken en het geografische evenwicht in haar personeelsbestand te verbeteren.

Bij de tussentijdse herziening van het financieel kader 2021-2027 16 heeft de Commissie de behoeften van de EU-instellingen als gevolg van nieuwe taken en de behoefte aan deskundigheid op het gebied van cyberbeveiliging beoordeeld. Sinds de indiening van het voorstel voor een tussentijdse herziening zijn verdere wetgevingsinitiatieven aangenomen, zonder overeenkomstige uitbreiding. Andere EU-instellingen zijn ook geconfronteerd met nieuwe uitdagingen, niet in de laatste plaats op het gebied van veiligheid, AI en nieuwe wettelijke verplichtingen, waardoor hun capaciteiten tot het uiterste worden opgerekt. De kloof is ook aanzienlijk op het gebied van cyberbeveiliging, gezien het toegenomen aantal aanvallen en de ernst ervan.

Daarom wordt voorgesteld om een personeelsuitbreiding van 2500 posten op te nemen in de administratieve rubriek gedurende de eerste drie jaar van de nieuwe periode, om tegemoet te komen aan de vastgestelde behoeften en rekening te houden met mogelijke ontwikkelingen tot 2027, in overeenstemming met de wetgevingsvoorstellen. Door deze verhoging in de eerste jaren van de volgende periode geleidelijk in te voeren, zou de Commissie over de nodige middelen beschikken om de huidige programma’s naar behoren uit te voeren en af te sluiten, de start van de nieuwe generatie programma’s te versnellen en de Unie voor te bereiden op toekomstige uitbreidingen. De voorgestelde vereenvoudiging en de vermindering van het aantal programma’s zullen naar verwachting leiden tot efficiëntiewinsten, wat zal helpen om tijdens de volgende langetermijnbegroting mogelijke nieuwe taken op te nemen. Dit moet, in combinatie met de grootschalige herziening van de organisatie en de werkzaamheden van de Commissie, leiden tot een situatie waarin de instelling toekomstige uitdagingen kan aangaan, met de best mogelijke personeelsstructuur en flexibiliteit om op te treden.

Wat de niet-salarisgerelateerde uitgaven betreft, blijft een jaarlijkse verhoging van 2 % tijdens het volgende financiële kader haalbaar, mits het uitgangspunt rekening houdt met de werkelijke behoeften. Verscheidene instellingen plannen de komende jaren grote bouwwerkzaamheden. Passende investeringen in IT, ook voor cyberbeveiliging, zijn nodig, wat uiteindelijk zal bijdragen tot het rationaliseren van de toekomstige kosten. Tot slot moet de Europese Dienst voor extern optreden de veiligheid van de delegaties kunnen waarborgen. De volgende langetermijnbegroting moet rekening houden met onzekerheid over prijsontwikkelingen die met name van invloed zijn op de vaste kosten en andere wettelijke verplichtingen (zie punt 3).


3.EEN FLEXIBELERE EU-BEGROTING

De volgende langetermijnbegroting van de EU is een flexibelere begroting, die stabiliteit en voorspelbaarheid laat samengaan met de meer structurele mogelijkheid voor aanpassingen aan veranderende behoeften en prioriteiten. De volgende langetermijnbegroting van de EU moet niet alleen op 1 januari 2028 de juiste begroting zijn, maar ook gedurende de hele uitvoeringsperiode ervan, tot 2034, en zelfs daarna: de begroting moet toekomstbestendig zijn.

Flexibiliteit is een belangrijk kenmerk van de volgende langetermijnbegroting. Flexibiliteit is essentieel om ervoor te zorgen dat de EU-begroting tijdens de gehele looptijd toekomstbestendig, responsief en relevant is. Bij de volgende langetermijnbegroting moet er een beter evenwicht zijn tussen aan de ene kant voorspelbaarheid voor investeringen en aan de andere kant flexibiliteit om de focus van de uitgaven aan te passen en te reageren op onverwachte behoeften en crises. Er zal altijd worden gezorgd voor voorspelbaarheid voor onze begunstigden, projectontwikkelaars en beheersautoriteiten voor investeringen die een langetermijnplanning vereisen, zoals grote energie- en vervoersinvesteringen en investeringen in onderzoek en innovatie. Tegelijkertijd zal een vermindering van het aantal rubrieken en programma’s het gemakkelijker maken om middelen die niet vooraf geprogrammeerd zijn te herschikken binnen en tussen programma’s. Er zullen meer mogelijkheden zijn om met middelen te schuiven tussen de onderdelen of beleidsvensters van EU-begrotingsprogramma’s. Daarnaast zullen de tools en instrumenten die specifiek op flexibiliteit zijn gericht, worden versterkt.


Het volgende financiële kader heeft een eenvoudigere opzet met minder programma’s, een groter aandeel niet-geprogrammeerde bedragen, en mechanismen en ingebouwde reserves die een betere, snellere en minder verstorende respons op veranderende behoeften mogelijk maken. Herschikkingen binnen en tussen programma’s worden vergemakkelijkt door de begroting minder rigide van aard te maken. Tegelijkertijd zal de begroting stabiele voorwaarden voor langetermijninvesteringen blijven scheppen. De respons op rampen wordt gestroomlijnd door de huidige instrumenten binnen de maxima van het financiële kader en binnen de programma’s op te nemen in de vorm van reserves en buffers, en door vereenvoudigde procedures voor het herbestemmen van financiering. De speciale instrumenten boven de maxima worden gerationaliseerd. Het flexibiliteitsinstrument biedt daarbij ondersteuning als er nieuwe of onverwachte behoeften ontstaan en er geen andere vormen van flexibiliteit aangewend kunnen worden. Het flexibiliteitsinstrument zal, naast een vast jaarlijks bedrag, bedragen omvatten die gelijk zijn aan de vrijmakingen in het voorgaande jaar en de nettoboeten die in het voorgaande jaar in de begroting zijn opgenomen 17 .

De afgelopen jaren is ook duidelijk geworden dat de frequentie, de zwaarte en de hevigheid van ernstige crises, problemen en bedreigingen zijn toegenomen. De rigiditeit van de huidige begrotingsstructuur is beperkend voor de respons van de Unie op dergelijke crises. Dit heeft duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is ervoor te zorgen dat de Unie structureel wordt uitgerust met flexibele en passende instrumenten om op zulke situaties te kunnen reageren.

Er wordt een nieuw buitengewoon en tijdelijk mechanisme ingesteld om te reageren op de gevolgen van ernstige crises, ernstige problemen of ernstige dreigingen daarvan voor de Unie of haar lidstaten. Met dit buitengewone crisisinstrument kunnen, enkel voor de periode waarop de aanstaande langetermijnbegroting betrekking heeft, leningen aan de lidstaten worden verstrekt die door EU-leningen worden ondersteund, indien zich een ernstige crisis voordoet. De Raad neemt, na goedkeuring van het Europees Parlement, het besluit tot activering van dit buitengewone en gerichte crisisresponsinstrument, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de crisis en de behoeften die daarbij komen kijken. De Raad verleent toestemming aan de Commissie om het bedrag van de leningen aan de lidstaten op te nemen op de kapitaalmarkten, indien nodig en afhankelijk van de omstandigheden. De volgende langetermijnbegroting moet snel en efficiënt kunnen inspelen op een eventuele grote crisis. De uitvoering van dit crisisresponsinstrument zal zorgen voor een institutioneel evenwicht, onder meer door een passende betrokkenheid van het Europees Parlement.

Een nieuw politiek sturingsmechanisme zorgt voor een sterk interinstitutioneel beheer van de toewijzing van flexibele middelen. De flexibiliteit zal berusten op een robuust bestuur en een transparant proces, en het Europees Parlement en de Raad zullen de investeringsprioriteiten voor EU-programma’s aansturen. De grotere flexibiliteit in de begroting betekent dat de EU-instellingen de belangrijkste te financieren prioriteiten moeten vaststellen. Deze worden vervolgens meegenomen in de jaarlijkse begrotingsprocedure. Het sturingsmechanisme zal de EU-begroting beter afstemmen op de prioriteiten van de Unie en de EU in staat stellen flexibeler in te spelen op een snel veranderende realiteit. Het mechanisme wordt onderbouwd door een geïntegreerd strategieverslag, dat voortbouwt op bestaande sectorale processen en verslagen, zoals het Europees Semester, het nieuwe instrument voor de coördinatie van het concurrentievermogen, het verslag over de stand van de energie-unie, de nationale energie- en klimaatplannen, de evaluatie van de uitvoering van het milieubeleid en het verslag over de eengemaakte markt en het concurrentievermogen. In het strategieverslag worden per groot beleidsterrein de prioriteiten op EU-niveau vastgesteld die door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie moeten worden besproken en goedgekeurd.

De capaciteit van de begroting mag niet afhangen van onverwachte inflatieschokken. De afgelopen jaren heeft de hoge inflatie een aanzienlijke invloed gehad op de koopkracht van de EU-begroting 18 . Dit leidde tot een lager budget voor regionale autoriteiten, landbouwers of onderzoekers. Voor de volgende langetermijnbegroting stelt de Commissie voor dat de plafonds gebaseerd blijven op een vaste deflator van 2 % wanneer de inflatie in de EU tussen 1 % en 3 % ligt. Wanneer de reële inflatie minder dan 1 % of meer dan 3 % bedraagt, wordt een aanpassing gedaan op basis van de reële inflatie, om ervoor te zorgen dat de haalbaarheid van de EU-begroting niet onnodig wordt aangetast.

Hoewel flexibiliteit de aanpassing aan veranderende omstandigheden mogelijk maakt, is voorspelbaarheid noodzakelijk voor begunstigden en voor de financiële planning van de lidstaten. Verschillende aspecten van de voorstellen van de Commissie zullen de voorspelbaarheid binnen de volgende langetermijnbegroting verbeteren, te beginnen met een vermindering en rationalisering van de instrumenten die de maxima overschrijden. De terugbetaling van NextGenerationEU zal voorspelbaarder zijn dan in de huidige periode, aangezien er geen nieuwe netto-uitgifte van obligaties plaatsvindt. De resterende volatiliteit als gevolg van herfinancieringstransacties zal volledig worden gedekt door een vast jaarlijks budget voor de terugbetaling van NextGenerationEU, zowel de rente als de hoofdsom.


4.EEN EENVOUDIGERE EU-BEGROTING MET EEN GROTERE IMPACT

De EU-begroting wordt in de eerste plaats ontworpen met de eindontvangers in gedachten. Het vereenvoudigen en harmoniseren van de regels en processen voor de toegang tot EU-financiering vermindert de lasten voor ontvangers en begunstigden van EU-middelen, met name kleine ondernemingen. Met vereenvoudigde regels en auditregelingen kunnen projectontwikkelaars hun aandacht richten op het behalen van resultaten.

De toegang tot EU-middelen voor begunstigden wordt vergemakkelijkt. De informatie over financieringsmogelijkheden wordt samengevoegd in één portaal dat EU-projectontwikkelaars één punt biedt voor vereenvoudigde toegang tot informatie, voortbouwend op de ervaringen met het financierings- en aanbestedingsportaal en het STEP-portaal. Advies- en bedrijfsondersteunende diensten worden gestroomlijnd. Op deze manier kan relevante informatie over financieringsmogelijkheden sneller worden gevonden.

Het volgende financiële kader heeft een eenvoudigere opzet, met minder programma’s, waardoor de administratieve lasten worden verminderd. Dit leidt tot minder overlap, maximale synergie en schaalvoordelen, en een betere leesbaarheid van de begroting voor zowel burgers als belanghebbenden. Bovendien vermindert het opzetten van stabiele regelgevingskaders onder gedeeld/direct en indirect beheer de administratieve lasten. Met de plannen voor nationaal en regionaal partnerschap zullen we zorgen voor een aanzienlijke daling van het aantal programmeringsdocumenten ten opzichte van de huidige veelvoud aan plannen en werkprogramma’s die onder verschillende fondsen vallen, waardoor de lasten voor nationale en regionale overheden worden verminderd.

Voor een grotere impact maakt de nieuwe langetermijnbegroting van de EU in grote mate gebruik van resultaatgerichte financiering. Dit zal de aandacht verleggen naar de hoofdzaak: ervoor zorgen dat investeringen de gewenste resultaten opleveren. Resultaatgerichte financiering, waarbij financiering kan worden uitbetaald voor de voltooiing van tussenstappen, zal ervoor zorgen dat EU-financiering de reële economie sneller bereikt. Een groter gebruik van vereenvoudigde kostenopties en financiering die niet gekoppeld is aan kosten, zal de rapportageverplichtingen voor ontvangers van financiering aanzienlijk verminderen door de controles en verificaties te richten op de resultaten van de projecten, in plaats van op de kosten.

Een uitgebreider gebruik van financieringsinstrumenten en begrotingsgaranties vergroot het hefboomeffect en laat de EU-begroting een grotere rol spelen bij het verminderen van de risico’s van particuliere investeringen en het vrijmaken van financiering van institutionele beleggers. Particuliere partners en investeringen uit de particuliere sector zijn steeds relevanter voor een breed scala aan beleidsmaatregelen en programma’s. Daarom zullen begrotingsgaranties, financieringsinstrumenten en blendingverrichtingen (waarbij terugbetaalbare steun wordt gecombineerd met een subsidiecomponent) integraal deel gaan uitmaken van het financieringsinstrumentarium, ter ondersteuning van producten zoals venture debt, leningen en investeringen in eigen vermogen.

Het grotere gebruik van financieringsinstrumenten en begrotingsgaranties gaat gepaard met een vereenvoudigde governance. Een geharmoniseerde reeks technische voorschriften voor zowel interne als externe programma’s zal de samenhang van de begroting bevorderen en de administratieve lasten voor de uitvoerende partners verminderen. Er zal één enkele begrotingsgarantie voor intern beleid worden ingesteld. Deze zal in het kader van het Europees Fonds voor concurrentievermogen worden ingesteld, maar toegankelijk zijn voor andere programma’s. De begrotingsgarantie zal vergezeld gaan van een afzonderlijke garantie voor het externe beleid, die in het kader van “Europa in de wereld” wordt vastgesteld. Een belangrijk onderdeel van de langetermijnbegroting van de EU blijft open architectuur, die samenwerking mogelijk maakt met diverse internationale financiële instellingen zoals de Europese Investeringsbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, nationale stimuleringsbanken en instellingen voor ontwikkelingsfinanciering.

De impact van de volgende langetermijnbegroting van de EU wordt verder vergroot door het gebruik van beleidsleningen aan de lidstaten en, in het kader van “Europa in de wereld”, aan derde landen, waardoor de financiële architectuur van de EU verder wordt benut. Dit zal de impact van de EU-begroting vergroten, doordat er meer financiële middelen ter beschikking worden gesteld om de beleidsdoelstellingen van de EU te ondersteunen via de opname van leningen voor de verstrekking van leningen (“borrowing for lending”) en tegelijkertijd landspecifieke uitdagingen worden aangepakt. Deze aanvullende steun zal beschikbaar zijn voor de lidstaten wanneer zij hun oorspronkelijke plan opstellen, zodat zij toegang kunnen krijgen tot een bedrag aan financiering dat past bij hun behoeften en ambities.

Een grotere samenhang tussen de investeringsprioriteiten van de EU en die van de lidstaten maximaliseert het effect en de doeltreffendheid van de financiering. De toekomstige plannen voor nationaal en regionaal partnerschap zullen de EU, de lidstaten en de regio’s helpen om investerings- en hervormingsprioriteiten op elkaar af te stemmen. Deze partnerschappen zullen medefinanciering door de EU en de lidstaten combineren om initiatieven te financieren die de prioriteiten van de EU ondersteunen en tegelijkertijd voorzien in lokale behoeften.

Een uitgebreid prestatiekader zal de uitvoering van de beleidsprioriteiten van de EU ondersteunen en de transparantie vergroten. Het zal ervoor zorgen dat horizontale prioriteiten op consistente wijze worden meegenomen in de hele EU-begroting, onder meer op het gebied van klimaat en biodiversiteit, het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”, sociaal beleid en gendergelijkheid.

Een algemene uitgavendoelstelling voor klimaat en milieu van ten minste 35 % van het totale bedrag van de begroting zal helpen steun naar de doelstellingen van de Europese Green Deal te leiden. Het prestatiekader zal ook voorzien in één enkel en evenredig pakket regels voor de toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in EU-programma’s.

Dit prestatiekader houdt een grote vereenvoudiging in en vermindert de administratieve lasten in verband met monitoring en rapportage. Er zal één enkel systeem voor toezicht op de uitgaven en prestaties van toepassing zijn op alle relevante programma’s, voor een volledig overzicht van de toewijzing van EU-middelen en de resultaten die zij opleveren. Het kader vervangt meer dan 5 000 indicatoren door een gestroomlijnde reeks van ongeveer 900 output- en resultaatindicatoren, bundelt 32 programmaspecifieke verslagen in één jaarlijks beheers- en prestatieverslag en voegt meer dan 30 onlineportalen met begrotingsinformatie samen tot één gebruikersvriendelijk portaal (“één toegangspoort”), wat de lasten voor begunstigden vermindert en de toegang van het publiek tot begrotingsinformatie verbetert. De regels zullen ervoor zorgen dat de doeltreffendheid en doelmatigheid van de EU-begroting consequent kunnen worden beoordeeld, zoals aanbevolen door de Europese Rekenkamer 19


5.RECHTSSTAAT, GRONDRECHTEN EN BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE UNIE

De eerbiediging van de rechtsstaat is een absolute voorwaarde voor alle financiering. Het is van essentieel belang dat de uitgaven van de EU gepaard gaan met sterke waarborgen voor de rechtsstaat, ter bescherming van de financiële belangen van de EU. Tegelijkertijd blijkt uit de ervaring met de huidige financieringsinstrumenten dat financiële steun van de EU voor investeringen en hervormingen die de rechtsstaat versterken, een reële meerwaarde kan bieden. De plannen voor nationaal en regionaal partnerschap zullen zorgen voor een nauw verband tussen de aanbevelingen in het verslag over de rechtsstaat en financiële steun voor gerichte hervormingen en maatregelen die instanties en het maatschappelijk middenveld beter in staat stellen de rechtsstaat te handhaven. De combinatie van financiële steun voor hervormingen ten behoeve van de rechtsstaat en strikt gebruik van waarborgen en voorwaarden zal ervoor zorgen dat de EU-begroting wordt beschermd en wordt ingezet voor een Unie die gebaseerd is op democratie, de rechtsstaat en grondrechten.

De nationale en regionale partnerschappen vereisen dat de lidstaten de beginselen van de rechtsstaat en het Handvest van de grondrechten eerbiedigen. Naar het voorbeeld van bepaalde aspecten van de verordening gemeenschappelijke bepalingen en de herstel- en veerkrachtfaciliteit, betekent dit dat er geld kan stromen wanneer is voldaan aan de belangrijkste voorwaarden voor de naleving van de beginselen van de rechtsstaat en het Handvest van de grondrechten. In het volgende financiële kader moet, net als nu bij NextGenerationEU, de mogelijkheid bestaan om betalingen te blokkeren in geval van systemische tekortkomingen met betrekking tot de rechtsstaat — bijvoorbeeld door de financiering in verband met onderwijsinstellingen op te schorten indien er een probleem is met het grondrecht inzake de academische vrijheid.

De EU-begroting ondersteunt ook hervormingen die de rechtsstaat in de lidstaten versterken, in overeenstemming met de aanbevelingen in het jaarlijkse verslag over de rechtsstaat. Dit zal alle lidstaten positieve stimulansen bieden om de handhaving van de rechtsstaat te verbeteren door open, op rechten gebaseerde, democratische, gelijke en inclusieve samenlevingen te ondersteunen en verder te ontwikkelen, de rechtsstaat te bevorderen en te handhaven door rechtsstelsels, kaders voor corruptiebestrijding, pluralisme van de media en doeltreffende checks-and-balances te versterken, en de efficiëntie van het openbaar bestuur en institutionele capaciteit te vergroten.

Het Financieel Reglement waarborgt de bescherming van de financiële belangen van de Unie en verplicht de lidstaten erop toe te zien dat het Handvest van de grondrechten wordt nageleefd en de in artikel 2 VEU verankerde waarden van de Unie die relevant zijn voor de uitvoering van de begroting te eerbiedigen.  Daarnaast blijft de conditionaliteitsverordening, die niet tijdgebonden is, de EU-begroting beschermen tegen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat. Ze is onze laatste verdedigingslinie en is van toepassing op alle EU-programma’s.

De transparantie over de begunstigden van de EU-begroting wordt verbeterd. Vanaf 2028 zal informatie over de ontvangers van EU-middelen worden gepubliceerd in een centrale databank op de website van de Commissie. Om de EU-begroting te beschermen, met name tegen misbruik waarbij radicale of extremistische standpunten in de lidstaten worden bevorderd, is de Commissie bovendien bereid om nieuwe processen of maatregelen te verkennen voor een grondige screening op basis van risicocriteria van begunstigden van EU-financiering, waarbij gekeken wordt naar veiligheidsrisico’s en onverenigbaarheid met de waarden van de EU. Overeenkomstig het Financieel Reglement, zoals gewijzigd in 2024, is veroordeling wegens het aanzetten tot discriminatie, haat of geweld een nieuwe grond voor uitsluiting van EU-financiering, die strikt zal worden toegepast. Het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting, dat de EU-begroting beschermt tegen fraude en onregelmatigheden, zal worden uitgebreid tot middelen die onder gedeeld beheer worden uitgevoerd.

De EU-begroting moet berusten op een solide audit- en controlestrategie, waarbij ook nauwe samenwerking tussen de Commissie en de Europese Rekenkamer hoort, om ervoor te zorgen dat de EU-middelen overeenkomstig de toepasselijke regels worden besteed. Wat de nationale en regionale partnerschappen betreft, zal de Commissie zich baseren op de door de lidstaten uitgevoerde controles en deze aanvullen met haar eigen controles, gericht op de systemen die de lidstaten hebben ingevoerd om een strikte bescherming van de financiële belangen van de EU te waarborgen. Ze zal ook controles vooraf en achteraf combineren met betrekking tot de wettigheid en regelmatigheid van betalingen, d.w.z. de bevredigende verwezenlijking van de mijlpalen en streefdoelen. Eerst zal ze de door de lidstaten ingediende plannen analyseren, vervolgens controles uitvoeren van de ingediende betalingsverzoeken en ten slotte controles achteraf uitvoeren.

De lopende herziening van de structuur voor fraudebestrijding zal ervoor zorgen dat alle betrokken actoren — waaronder OLAF, het Europees Openbaar Ministerie en Europol — nauwer samenwerken bij de bestrijding van onregelmatigheden, fraude en corruptie die de EU-begroting schaden. Deze uitgebreide herziening, waarbij alle relevante actoren binnen de fraudebestrijdingsstructuur van de EU worden betrokken, zal leiden tot meer synergie en efficiëntie en voorkomt dubbel werk in elke fase van de fraudebestrijdingscyclus: preventie, opsporing, onderzoek, correctie van fraude en terugvordering van de desbetreffende bedragen, inclusief bedragen voor de EU-begroting.


6.EEN AMBITIEUZE EU-BEGROTING, GEFINANCIERD MET MODERNE INKOMSTEN

De financiële slagkracht van de EU-begroting moet even groot zijn als de ambities van de Unie. Gezien de omvang van de interne uitdagingen waarmee de Unie wordt geconfronteerd, met daarbovenop de toegenomen geopolitieke onzekerheid en de intensievere concurrentie, moet de EU beschikken over een begroting die groot genoeg is om een echt verschil te maken op de prioritaire gebieden die in deze mededeling worden genoemd. Tegelijkertijd bestaat ook de verplichting om vanaf 2028 leningen in het kader van NextGenerationEU terug te betalen.

De Commissie stelt een langetermijnbegroting van de EU voor van 1,98 biljoen EUR, wat neerkomt op 1,26 % van het bni van de EU. De uitgaven- en ontvangstenzijden van de EU-begroting zijn twee kanten van dezelfde medaille. De unieke combinatie van urgente uitdagingen en grote financiële beperkingen biedt een unieke kans om de uitgaven- en ontvangstenzijden van de begroting te moderniseren, wat dringend nodig is.

Om een ambitieuzer meerjarig financieel kader te ondersteunen dat doeltreffend inspeelt op de strategische prioriteiten van de Unie en om de terugbetaling van NextGenerationEU mogelijk te maken, zijn nieuwe eigen middelen essentieel. De Unie moet een collectieve financiële inspanning leveren die niet alleen door nationale bijdragen kan worden gedekt. De invoering van nieuwe eigen middelen vermindert de lasten voor de lidstaten en waarborgt de duurzame financiering van gemeenschappelijk EU-beleid, terwijl de nationale bijdragen over het geheel genomen stabiel blijven. De EU-begroting draait om het creëren van Europese meerwaarde voor iedereen, wat ook vraagt om gezamenlijke financiering van gemeenschappelijke prioriteiten.

Daarom stelt de Commissie als onderdeel van het voorstel voor de nieuwe langetermijnbegroting een nieuw eigenmiddelenbesluit voor. Met dit voorstel worden de inkomstenbronnen voor de EU-begroting gemoderniseerd en gediversifieerd. Tegelijkertijd stelt de Commissie voor de maxima van de eigen middelen voor betalingen te verhogen tot 1,75 % van het bruto nationaal inkomen van de EU-27 om rekening te houden met grotere financieringsbehoeften en de noodzakelijke marge, die groot genoeg moet zijn om ervoor te zorgen dat de Unie onder alle omstandigheden haar financiële verplichtingen kan nakomen.

Met het Interinstitutioneel Akkoord werd beoogd de onderhandelingen over nieuwe eigen middelen na 2020 vorm te geven en te sturen. Deze onderhandelingen zijn gestaakt. Om de onderhandelingen een nieuwe impuls te geven, heeft de Commissie de volledige ontvangstenzijde van de EU-begroting herzien. Deze herziening omvat het invoeren van nieuwe categorieën eigen middelen en het voorstellen van gerichte aanpassingen van bestaande eigen middelen. De EU-begroting kan ook worden aangevuld door de invoering van andere inkomstenbronnen. Het voorgestelde pakket is in overeenstemming met de politieke prioriteiten van de EU, is gebaseerd op de bestaande wetgeving of het eigenmiddelenbesluit zelf, en kan met redelijke administratieve lasten worden uitgevoerd.

Nieuwe eigen middelen voor de financiering van EU-prioriteiten

De eigen middelen op basis van het emissiehandelssysteem zijn nauw verbonden met de klimaatdoelstellingen van de Unie en kunnen voor aanzienlijke inkomsten zorgen. Eventuele eigen middelen op basis van het emissiehandelssysteem hebben unieke voordelen, nl. onmiddellijke beschikbaarheid en een voldoende grote omvang. Hoewel 30 % van de inkomsten naar de EU-begroting zou gaan, zouden de meeste opbrengsten uit de veiling van emissierechten naar de nationale begrotingen blijven vloeien.

Het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie kan worden beschouwd als de “externe dimensie” van het emissiehandelssysteem, en de bijbehorende eigen middelen blijven derhalve een integraal onderdeel van het pakket. Het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie zorgt ervoor dat op invoer in de EU een koolstofprijs wordt toegepast die gelijk is aan die van de productie van dezelfde goederen in de EU.

Nieuwe eigen middelen op basis van de hoeveelheid niet-ingezameld e-afval zouden positieve resultaten opleveren voor het milieu en tegelijkertijd de strategische autonomie van de Unie op het gebied van kritieke grondstoffen ondersteunen. Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, oftewel e-afval, is een van de snelst groeiende afvalstromen. Aangezien e-afval belangrijke kritieke grondstoffen bevat, spelen de recycling en het hergebruik ervan een belangrijke rol bij het verminderen van de afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers. Ondanks opvallende vooruitgang op het gebied van recycling blijft het inzamelingspercentage ver onder de streefcijfers van de Unie liggen. De invoering van een nationale bijdrage op basis van het niet-ingezamelde afval dat door de lidstaten is gemeld, zal een stimulans zijn voor het verminderen van afval en voor gescheiden afvalinzameling.

In het kader van de voorgestelde eigen middelen uit het bedrijfsleven voor Europa dragen ondernemingen bij aan de financiering van de EU-begroting. Verschillende financieringsprogramma’s van de EU ondersteunen bedrijven bij modernisering, innovatie en uitbreiding. De nieuwe langetermijnbegroting van de EU zal het concurrentievermogen en de economische groei stimuleren en het ondernemingsklimaat verbeteren door middel van langetermijninvesteringen, met name via het Europees Fonds voor concurrentievermogen. De eigen middelen zijn in beginsel niet van toepassing op kmo’s.

Eigen middelen uit tabaksaccijnzen zouden de doelstellingen van het gezondheidsbeleid van de EU ondersteunen en tegelijkertijd ontvangsten genereren voor de EU-begroting. De uiteenlopende belastingstelsels in de Unie zijn nadelig voor het beleid van de lidstaten om tabaksgebruik te ontmoedigen door middel van belastingen. Het voorstel voor eigen middelen uit tabaksaccijnzen vormt een aanvulling op de komende herschikking van de richtlijn tabaksaccijnzen, die tot doel heeft de minimumaccijnzen in de EU en bepaalde categorieën traditionele tabaksproducten aan te passen voor een gelijk speelveld op de eengemaakte markt.

Aanpassingen van bestaande eigen middelen

Er worden gerichte aanpassingen van de bestaande eigen middelen voorgesteld om de ontvangstenbasis van de EU-begroting te behouden. De traditionele eigen middelen, die voornamelijk bestaan uit douanerechten, worden door de lidstaten geïnd namens de Unie. Daarnaast wordt voorgesteld het afdrachtpercentage voor de eigen middelen op basis van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval, dat aan het begin van het huidige financiële kader is ingevoerd, te verhogen om rekening te houden met de inflatieontwikkelingen.

Overige ontvangsten

De EU-begroting kan ook uit overige ontvangsten worden gefinancierd. Overige ontvangsten vormen een aanvulling op de eigen middelen. Zij vloeien rechtstreeks naar de EU-begroting, waardoor de druk op de nationale bijdragen van de lidstaten afneemt. Aanvullende overige ontvangsten zullen bijvoorbeeld worden gegenereerd door het niveau van de bestaande Etias-vergoeding te verhogen, om deze in overeenstemming te brengen met andere rechtsgebieden. De Commissie zal ook blijven werken aan de invoering van nieuwe vergoedingen in verband met het beleid van de Unie.

7.CONCLUSIE

De onderhandelingen over het meerjarig financieel kader 2028-2034 bieden de Unie de gelegenheid om te laten zien dat ze een gemeenschappelijk doel nastreeft, en zijn een kans om de Unie de middelen te geven voor het waarmaken van haar collectieve ambities.

De Commissie stelt een ambitieuze, flexibele en toekomstgerichte langetermijnbegroting van de EU voor. Deze bouwt voort op de sterke punten en grondbeginselen van het huidige kader, maar maakt het eenvoudiger, flexibeler en doeltreffender. Stapsgewijze veranderingen zullen niet volstaan om een complexe begrotingspuzzel op te lossen, waarbij er veel van de Unie wordt verwacht en zij tegelijkertijd moet voldoen aan haar financiële verplichtingen in het kader van NextGenerationEU. Dit betekent dat we niet bang moeten zijn voor een andere aanpak en ervoor moeten zorgen dat elke euro Europa vooruit helpt.

Robuuste governance, transparantie en strikt politiek toezicht staan centraal in elk onderdeel van deze voorstellen. De Commissie zal nauw samenwerken met het Europees Parlement en de Raad om tot een ambitieus, evenwichtig en tijdig akkoord te komen over het volgende meerjarig financieel kader en over de sectorale programma’s. Als begrotingsautoriteit zullen het Europees Parlement en de Raad de koers van de langetermijnbegroting bepalen en ervoor zorgen dat deze gedurende de gehele looptijd volledig in overeenstemming blijft met onze gedeelde prioriteiten.

Een onafhankelijker Europa moet klaar zijn om zijn lot in eigen handen te nemen. De Unie kan niet uitsluitend op anderen zijn aangewezen voor de verdediging van haar belangen en waarden. Dit betekent dat we alle beschikbare instrumenten moeten gebruiken om onze gezamenlijke agenda uit te voeren en ambities waar te maken. De EU-begroting heeft de potentie om de investeringen aan te trekken en hervormingen mogelijk te maken die van cruciaal belang zijn voor de toekomstige welvaart, cohesie, veiligheid en duurzaamheid van de Unie.

Het is tijd om de handen ineen te slaan en dit tot een realiteit te maken.


Bijlage. Het meerjarig financieel kader 2028-2034 – Tabellen


(1)

  Komende langetermijnbegroting van de EU (MFK) – EU-financiering uitvoeren met lidstaten en regio’s .

(2)

  Europees burgerpanel over een nieuwe Europese begroting - Europese Commissie .

(3)

Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting.

(4)

Draghi, M. (2024) “ A competitiveness strategy for Europe ”.

(5)

Letta, E. (2024) Much more than a market ” More than a market ”.

(6)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Het EU-kompas voor concurrentievermogen” (COM(2025) 30 final).

(7)

Met de extra steun uit het Innovatiefonds bedragen het Europees Fonds voor concurrentievermogen en Horizon Europa samen 450,8 miljard EUR.

(8)

Verordening (EU) 2025/1106 van de Raad van 27 mei 2025 tot vaststelling van het instrument “Optreden voor de veiligheid van Europa (SAFE) door middel van versterking van de Europese defensie-industrie”.

(9)

Overeenkomstig Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad.

(10)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's – De eengemaakte markt: onze Europese thuismarkt in een onzekere wereld, COM(2025)500

(11)

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp.

(12)

Besluit (EU) 2021/1764 van de Raad van 5 oktober 2021 inzake de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie, met inbegrip van de betrekkingen tussen de Europese Unie enerzijds en Groenland en het Koninkrijk Denemarken anderzijds (Besluit betreffende de LGO-associatie, met inbegrip van Groenland) (PB L 355 van 7.10.2021, blz. 6, ELI:  http://data.europa.eu/eli/dec/2021/1764/oj ). 2021/1764

(13)

Gezamenlijke mededeling van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de strategie voor een paraatheidsunie (JOIN(2025) 130 final).

(14)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over ProtectEU: een Europese strategie voor interne veiligheid, COM(2025) 148 final

(15)

Niinistö, S. (2024) Safer together – Strengthening Europe’s civilian and military preparedness and readiness.

(16)

SWD(2023) 336 final.

(17)

De Commissie zal te zijner tijd een wijziging van het Financieel Reglement voorstellen om de behandeling van negatieve ontvangsten als omschreven in artikel 48, lid 2, te verlengen tot na 2027.

(18)

 Dit werd benadrukt door de Europese Rekenkamer in haar  Jaarverslagen 2022 over de uitvoering van de EU-begroting voor het begrotingsjaar 2022 en over de activiteiten gefinancierd uit het negende, tiende en elfde Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) betreffende het begrotingsjaar 2022 .

(19)

Analyse 03/2025 van de ERK: Kansen voor het meerjarig financieel kader voor de periode na 2027.