Artikelen bij COM(1994)674 - Geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(1994)674 - Geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen.
document COM(1994)674 NLEN
datum 23 oktober 1995


Artikel 1 - Doel

Het doel van deze verordening is de opstelling, op onderstaande wijze, van communautaire statistieken van de consumptieprijzen.

1. Iedere Lid-Staat produceert een vergelijkbaar indexcijfer van de consumptieprijzen, hierna geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen van de Lid-Staat (GICP) genoemd.

2. De Commissie (het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen - hierna Eurostat genoemd) produceert een indexcijfer van de consumptieprijzen voor de Europese Gemeenschap, dat is gebaseerd op de GICP's van de Lid-Staten, hierna het Europese indexcijfer van de consumptieprijzen (EICP) genoemd.

3. De Commissie (Eurostat) produceert een indexcijfer van de consumptieprijzen voor de Europese Monetaire Unie, dat is gebaseerd op de GICP's van de Lid-Staten zonder derogatie ingevolge artikel 109 K van het Verdrag, hierna het indexcijfer van de consumptieprijzen voor de Monetaire Unie (MUICP) genoemd, zolang er nog dergelijke derogaties zijn.

Artikel 2 - Waarnemingsgebied

Het waarnemingsgebied van deze verordening bestrijkt de feitelijke prijzen van goederen en diensten die in het economisch gebied van de Lid-Staat gekocht kunnen worden voor de rechtstreekse bevrediging van de individuele behoeften en wensen van de consumenten en de hoeveelheden die hiervan feitelijk voor dit doel worden gekocht.

Artikel 3 - Vergelijkbaarheidsvereiste

GICP's worden geacht vergelijkbaar te zijn wanneer zij alleen verschillen in prijswijzigingen of consumptiepatronen tussen landen weergeven. GICP's die verschillen als gevolg van het gebruik van uiteenlopende begrippen, methoden of procedures bij hun definitie en vaststelling, worden niet als vergelijkbaar aangemerkt. De Commissie (Eurostat) zal volgens de procedure van artikel 14 regels vaststellen die ter verkrijging van vergelijkbare GICP's moeten worden aangehouden, met name wanneer het verschil tussen de gevolgen van een bepaald begrip, methode of procedure voor de jaarlijkse wijziging van het globale GICP en de gevolgen van de alternatieven hiervoor meer dan een tiende procentpunt bedraagt.

Artikel 4 - Tijdschema en derogatie daarvan

1. De voor het verkrijgen van vergelijkbare indexcijfers van de consumptieprijzen nodige maatregelen worden overeenkomstig onderstaand programma gefaseerd uitgevoerd:

a) Fase I

Uiterlijk in maart 1996 produceert de Commissie (Eurostat) in samenwerking met de Lid-Staten ten behoeve van het in artikel 109 J van het Verdrag bedoelde verslag ("convergentiecriteria") een voorlopige reeks indexcijfers van de consumptieprijzen voor iedere Lid-Staat. Deze indexcijfers worden volledig gebaseerd op gegevens die ten grondslag liggen aan de bestaande nationale indexcijfers van de consumptieprijzen, maar worden als volgt gecorrigeerd:

i) bewoning van een woning door de eigenaar zelf blijft buiten beschouwing;

ii) diensten op het gebied van gezondheidszorg en onderwijs blijven buiten beschouwing;

iii) bepaalde andere posten die door een aantal Lid-Staten niet worden bestreken of op verschillende wijze worden behandeld, blijven buiten beschouwing.

b) Fase II

Het GICP begint met het indexcijfer voor januari 1997 en geeft schattingen voor prijswijzigingen ten opzichte van een gemeenschappelijke referentieperiode. Er worden ook schattingen van de prijswijzigingen voor de twaalf maanden voorafgaande aan januari 1997 en voor de daaropvolgende maanden verstrekt.

c) Fase III

Vanaf januari 1998 voeren de Lid-Staten alle in artikel 13 genoemde maatregelen uit.

2. Zo nodig kan de Commissie (Eurostat) op verzoek van een Lid-Staat en na overleg met het Europees Monetair Instituut voor een periode van niet meer dan een jaar afwijking van de bepalingen van lid 1 toestaan wanneer het statistische stelsel van de betrokken Lid-Staat op het punt van de consumptieprijzen in verband met deze verordening grote aanpassingen behoeft.

Artikel 5 - Verlangde informatie

In de praktijk wordt alleen informatie verlangd ten aanzien van prijzen en waarden van de goederen en diensten binnen het waarnemingsgebied, die in aanmerking moeten worden genomen om te komen tot vergelijkbare GICP's als omschreven in artikel 3.

Artikel 6 - Waarnemingsmethoden

De prijs- en wegingsgegevens die worden gebruikt om het GICP vast te stellen worden rechtstreeks verzameld in het kader van enquêtes bij de statistische eenheden (Verordening (EEG) nr. 696/93 van de Raad (1), dan wel indirect uit andere bronnen afgeleid, op voorwaarde evenwel dat de aldus verkregen GICP's voldoen aan het in artikel 3 genoemde vergelijkbaarheidsvereiste.

Artikel 7 - Bronnen

De statistische eenheden die door de Lid-Staten worden aangezocht om mee te werken bij het verzamelen of verstrekken van prijsgegevens, zijn verplicht waarneming van de werkelijk in rekening gebrachte prijzen toe te staan en eerlijke en volledige informatie te verschaffen op het tijdstip dat dit wordt verlangd.

Artikel 8 - Frequentie

1. Het GICP wordt maandelijks vastgesteld.

2. De prijzen moeten eens per maand worden verzameld. Wanneer bij een geringere frequentie toch een GICP kan worden geproduceerd die aan het vergelijkbaarheidsvereiste voldoet, kan de Commissie (Eurostat) een uitzondering op het maandelijks verzamelen van de prijzen maken.

3. De gewichten van het GICP worden met een zodanige regelmaat bijgewerkt dat aan de verlangde vergelijkbaarheid wordt voldaan.

Artikel 9 - Produktie van resultaten

De Lid-Staten verwerken de verzamelde gegevens, ten einde het GICP voor de in bijlage I genoemde gedetailleerde categorieën (zo nodig aangepast ten behoeve van de constructie van vergelijkbare GICP's) te produceren aan de hand van methoden, procedures en formules die volgens de procedure van artikel 14 zijn ontworpen om te voldoen aan het vergelijkbaarheidsvereiste.

Artikel 10 - Indiening van resultaten

De Lid-Staten dienen de resultaten (artikel 9) bij de Commissie (Eurostat) in binnen een periode die niet langer is dan dertig kalenderdagen na het eind van de maand waarop de indexcijfers betrekking hebben.

Artikel 11 - Publikatie

Het GICP, het EICP en het MUICP alsmede overeenkomstige subindexcijfers voor een reeks van de ingevolge artikel 9 vastgestelde categorieën worden verspreid in onderling overleg tussen de nationale autoriteiten en de Commissie (Eurostat); zij worden gepubliceerd binnen een periode die vijf werkdagen na afloop van de in artikel 10 bedoelde periode niet overschrijdt.

Artikel 12 - Kwaliteitscontrole

De Lid-Staten verschaffen de Commissie (Eurostat) op haar verzoek de informatie, ingevolge artikel 5 verzamelde gegevens die vertrouwelijk zijn daaronder begrepen, die nodig is om de naleving van het vergelijkbaarheidsvereiste en de kwaliteit van de GICP's te beoordelen.

Artikel 13 - Overleg

1. De maatregelen voor de tenuitvoerlegging van deze verordening, met inbegrip van de maatregelen voor de aanpassing ervan aan de economische en technische ontwikkelingen, worden door de Commissie (Eurostat) vastgesteld nadat er volgens de procedure van artikel 14 overleg is geweest met het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom opgerichte Comité statistisch programma (hierna het comité genoemd) en het Europees Monetair Instituut.

2. De in lid 1 bedoelde maatregelen moeten beperkt blijven tot maatregelen die in geen der Lid-Staten omvangrijke nieuwe middelen met zich brengen, tenzij de betrokken Lid-Staten hiermee instemmen of de Commissie (Eurostat) twee derde van de extra kosten tot het eind van de eerste twee jaren van de uitvoering van dergelijke regelingen op zich neemt.

Artikel 14 - Procedure

1. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

2. De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies dat het comité heeft uitgebracht, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. In dat geval stelt de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten uit voor een termijn van drie maanden na de datum van kennisgeving.

3. De Raad kan binnen de in lid 2 genoemde termijn met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

Artikel 15 - Herziening

De Commissie (Eurostat) legt, na overleg met het comité, binnen twee jaar na de inwerkingtreding en vervolgens nogmaals binnen twee jaar een rapport aan de Raad voor over de ingevolge deze verordening berekende GICP's, met name ten aanzien van hun betrouwbaarheid en de toepassing van het vergelijkbaarheidsvereiste.

Artikel 16 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.


Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.


(1) PB nr. L 181 van 28. 6. 1989.

(1) PB nr. L 76 van 30. 3. 1993, blz. 1.


BIJLAGE I


CLASSIFICATIE VAN DE INDIVIDUELE CONSUMPTIE NAAR DOEL AAN DE HAND WAARVAN DE SAMENSTELLENDE INDEXCIJFERS VOOR HET TE BEREKENEN GICP ZULLEN WORDEN VASTGESTELD

1. VOEDINGS- EN GENOTMIDDELEN

1.1. Voedingsmiddelen

1.1.1. Brood en graanprodukten

1.1.2. Vlees

1.1.3. Vis

1.1.4. Melk, kaas en eieren

1.1.5. Oliën en vetten

1.1.6. Fruit

1.1.7. Groenten, m.u.v. aardappelen en andere knolvruchten

1.1.8. Aardappelen, maniok en andere knolvruchten

1.1.9. Suiker

1.1.10. Jam, honing, chocolade en suikerwaren

1.1.11. Zout, kruiden, sausen en voedingsmiddelen n.e.g.

1.2. Dranken (1)

1.2.1. Koffie, thee, cacao

1.2.2. Andere niet-alcoholische dranken

1.2.3. Alcoholische dranken

1.3. Tabak

2. KLEDING EN SCHOEISEL

2.1. Kleding

2.1.1. Kledingstoffen

2.1.2. Kledingstukken

2.1.3. Andere kledingartikelen en kledingtoebehoren

2.1.4. Reparatie en huur van kleding

2.2. Schoeisel

2.2.1. Schoenen en ander schoeisel

2.2.2. Reparatie van schoeisel

3. HUISVESTING, WATER, ELEKTRICITEIT, GAS EN ANDERE BRANDSTOFFEN

3.1. Brutohuur (2)

3.1.1. Werkelijk door huurders betaalde huur (3)

3.1.2. Huurwaarde voor bewoners van een eigen huis

3.1.3. Andere werkelijke of toegerekende huren

3.2. Regelmatig onderhoud en reparatie van de woning

3.2.1. Produkten voor regelmatig onderhoud en reparatie van de woning

3.2.2. Diensten in verband met regelmatig onderhoud en reparatie van de woning

3.3. Andere diensten in verband met de woning

3.3.1. Afvalverwijdering en hygiënische diensten

3.3.2. Verzekering in verband met de woning

3.3.3. Watervoorziening

3.4. Elektriciteit, gas en andere brandstoffen

3.4.1. Elektriciteit

3.4.2. Gas

3.4.3. Vloeibare brandstoffen

3.4.4. Andere brandstoffen

4. MEUBELEN, HUISHOUDELIJKE ARTIKELEN

EN DAGELIJKS ONDERHOUD VAN DE

WONING

4.1. Meubelen, stoffering, siervoorwerpen, vloerbedekking en reparaties

4.1.1. Meubelen, stoffering en siervoorwerpen

4.1.2. Vloerbedekking

4.1.3. Reparatie van meubelen, stoffering, siervoorwerpen en vloerbedekking

4.2. Huishoudtextiel

4.3. Verwarmings- en kookapparatuur, koelkasten, wasmachines en dergelijke grote huishoudapparaten, incl. aansluiting en reparatie

4.3.1. Elektrische huishoudapparaten

4.3.2. Niet-elektrische huishoudapparaten

4.3.3. Reparatie van huishoudapparaten

4.4. Glaswerk, serviesgoed en huishoudelijke artikelen

4.5. Gereedschappen e.d. voor gebruik in huis en tuin

4.5.1. Grote gereedschappen e.d.

4.5.2. Kleine gereedschappen en diverse accessoires

4.6. Goederen en diensten voor dagelijks onderhoud van de woning

4.6.1. Niet-duurzame huishoudgoederen

4.6.2. Huishoudelijke diensten

4.6.3. Diensten in verband met de woningverzorging m.u.v. huishoudelijke diensten

5. GEZONDHEID

5.1. Medische en farmaceutische produkten, therapeutische apparaten en toestellen

5.1.1. Medicijnen

5.1.2. Andere farmaceutische produkten

5.1.3. Therapeutische apparaten en toestellen

5.2. Extramurale medische en paramedische diensten

5.2.1. Artsen

5.2.2. Tandartsen

5.2.3. Medische analyses

5.2.4. Ondersteunende medische diensten

5.2.5. Andere extramurale diensten

5.3. Intramurale diensten

5.3.1. Ziekenhuisverblijf

5.3.2. Medische diensten voor ziekenhuispatiënten

5.3.3. Medische analyses voor ziekenhuispatiënten

5.3.4. Ondersteunende medische diensten voor ziekenhuispatiënten

5.3.5. Maaltijden en dranken voor ziekenhuispatiënten

5.4. Ziekte- en ongevallenverzekeringen

5.4.1. Particuliere ziekte- en ongevallenverzekeringen

5.4.2. Wettelijke ziekte- en ongevallenverzekeringen

6. VERVOER

6.1. Aanschaf van voertuigen

6.1.1. Auto's

6.1.2. Rijwielen en motorrijwielen

6.2. Privévervoer

6.2.1. Onderdelen en toebehoren

6.2.2. Motorbrandstoffen en smeermiddelen

6.2.3. Onderhoud en reparaties

6.2.4. Andere diensten i.v.m. privévervoer

6.3. Vervoerdiensten

6.3.1. Lokaal vervoer

6.3.2. Interlokaal en internationaal vervoer

6.3.3. Verhuizingen en meubelopslag

7. RECREATIE, AMUSEMENT EN CULTUUR (1)

7.1. Uitrusting en toebehoren, incl. reparaties

7.1.1. Apparatuur voor het ontvangen, opnemen en weergeven van geluid en beeld

7.1.2. Foto- en filmapparatuur, optische instrumenten

7.1.3. Gegevensverwerkende apparatuur

7.1.4. Andere grote duurzame artikelen voor recreatie en amusement

7.1.5. Spellen en speelgoed; sport- en kampeerartikelen, artikelen voor openluchtrecreatie

7.1.6. Opname-apparatuur voor beeld en geluid

7.1.7. Tuinieren en huisdieren

7.1.8. Reparatie van uitrusting en toebehoren voor recreatie en amusement

7.2. Recreatie en cultuur

7.2.1. Recreatie en cultuur in groepsverband

7.2.2. Overige recreatie en cultuur

7.3. Kranten, boeken en kantoorartikelen

7.3.1. Boeken

7.3.2. Kranten en diverse drukwerken

7.3.3. Kantoor- en tekenartikelen

8. ONDERWIJS

8.1. Onderwijs

8.1.1. Kleuter- en basisonderwijs

8.1.2. Middelbaar onderwijs

8.1.3. Hoger onderwijs

8.1.4. Onderwijs, niveau niet bepaald

8.2. Onderwijsmateriaal

8.3. Ondersteunende onderwijsdiensten

8.3.1. School- en universiteitskantines

8.3.2. Accommodatie

8.3.3. Gezondheidszorg

8.3.4. Andere ondersteunende onderwijsdiensten

9. HOTELS, CAFÉS EN RESTAURANTS

9.1. Restaurants, cafés en kantines

9.1.1. Restaurants en cafés (2)

9.1.2. Kantines

9.2. Accommodatie

10. DIVERSE GOEDEREN EN DIENSTEN

10.1. Lichaamsverzorging

10.1.1. Kapsalons en inrichtingen voor lichaamsverzorging

10.1.2. Elektrische apparaten voor lichaamsverzorging

10.1.3. Andere artikelen voor lichaamsverzorging; toiletartikelen

10.2. Persoonlijke artikelen n.e.g.

10.2.1. Sieraden, klokken en horloges

10.2.2. Andere persoonlijke artikelen n.e.g.

10.3. Communicatie

10.3.1. Post

10.3.2. Telefoon en telegraaf

10.4. Maatschappelijke dienstverlening

10.4.1. Maatschappelijke dienstverlening waarbij onderdak wordt verschaft

10.4.2. Maatschappelijke dienstverlening waarbij geen onderdak wordt verschaft

10.5. Financiële dienstverlening n.e.g.

10.6. Overige dienstverlening n.e.g.

(1) Voor thuisconsumptie.

(2) Zonder de huurwaarde voor bewoners van een eigen huis.

(3) Met een onderscheid tussen huur betaald aan particulieren of aan de plaatselijke autoriteiten.

(1) Over de indeling van uitgaven van georganiseerde vakantiereizen is nog geen besluit genomen.

(2) Met een onderscheid tussen verstrekte maaltijden en verstrekte dranken.