Artikelen bij COM(1994)135 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen alsmede op hun gezinsleden die zich binnen de EG verplaatsen en van Verordening (EEG) nr. 574/72 tot vaststelling van de wijze van toepassing van de Verordening (EEG) nr. 1408/71 en van Verordening (EEG) nr. 1247/92 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en van Verordening (EEG) nr. 1945/93 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1247/92 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1994)135 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en ... |
---|---|
document | COM(1994)135 ![]() ![]() |
datum | 22 december 1995 |
Artikel 1
1. Artikel 25 bis wordt ingevoegd na artikel 25:
"Artikel 25 - bis Bijdragen of premies ten laste van volledig werkloze werknemers
Het orgaan van een Lid-Staat dat verstrekkingen of uitkeringen verschuldigd is aan de in artikel 25, lid 2, bedoelde werklozen en dat een wettelijke regeling toepast waarin is bepaald dat voor rekening van een werkloze bijdragen of premies worden ingehouden om de kosten van de prestaties bij ziekte en moederschap te dekken, is gemachtigd deze inhoudingen te verrichten in overeenstemming met de bepalingen van zijn wettelijke regeling.".2. Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:
Na de eerste alinea van artikel 39, lid 6, wordt de volgende alinea ingevoegd:
"Indien dit orgaan een wettelijke regeling toepast waarin is bepaald dat voor rekening van een werkloze bijdragen of premies worden ingehouden om de kosten van de prestaties bij invaliditeit te dekken, is het genoemde orgaan gemachtigd deze inhoudingen te verrichten in overeenstemming met de bepalingen van zijn wettelijke regeling.".
3. Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:
Na de eerste zin van artikel 45, lid 6, wordt de volgende alinea toegevoegd:
"Indien dit orgaan een wettelijke regeling toepast waarin is bepaald dat voor rekening van een werkloze bijdragen of premies worden ingehouden om de kosten van de pensioenen bij ouderdom en overlijden te dekken, is het genoemde orgaan gemachtigd deze inhoudingen te verrichten in overeenstemming met de bepalingen van zijn wettelijke regeling.".
4. Artikel 72 bis wordt als volgt gewijzigd:
De volgende alinea wordt toegevoegd:
"Indien dit orgaan een wettelijke regeling toepast waarin is bepaald dat voor rekening van een werkloze bijdragen of premies worden ingehouden om de kosten van de gezinsbijslagen te dekken, is het genoemde orgaan gemachtigd deze inhoudingen te verrichten in overeenstemming met de bepalingen van zijn wettelijke regeling.".
5. Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:
De bestaande tekst wordt lid 1, en het volgende lid 2 wordt ingevoegd:
"2. Indien een verzoek om gezinsbijslagen is ingediend in een Lid-Staat die niet de bij voorrang bevoegde Lid-Staat is, wordt het tijdstip van deze eerste aanvraag beschouwd als de datum van indiening bij de bevoegde autoriteit, het bevoegde orgaan of de bevoegde rechterlijke instantie, op voorwaarde dat in de bij voorrang bevoegde staat een nieuwe aanvraag wordt ingediend. Deze tweede aanvraag moet binnen de termijn van één jaar na kennisgeving van de weigering van de eerste aanvraag worden ingediend.
De eerste zin is enkel van toepassing als de persoon die de eerste aanvraag heeft ingediend behoort tot de potentiële rechthebbenden.".
6. Het volgende artikel 90 wordt ingevoegd:
"Artikel 90 - Huisvestingstoelagen
Huisvestingstoelagen worden slechts toegekend krachtens de wetgeving van de Lid-Staat waar de betrokken persoon woont. De prestaties worden door en voor rekening van het orgaan van de woonplaats verleend.".7. Het volgende artikel 95 ter wordt toegevoegd:
"Artikel 95ter
1. Verordening (EEG) nr. 1247/92 opent geen rechten ten aanzien van tijdvakken vóór 1 juni 1992.2. Tijdvakken van wonen of van beroepsbezigheden als werknemer of zelfstandige, die vóór 1 juni 1992 op het grondgebied van een andere Lid-Staat zijn vervuld, worden in aanmerking genomen voor de vaststelling van de aanspraken overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1247/92.
3. Behoudens het in lid 1 bepaalde ontstaan krachtens Verordening (EEG) nr. 1247/92 ook dan rechten, wanneer zij in verband staan met een gebeurtenis welke vóór 1 juni 1992 heeft plaatsgevonden.
4. Alle bijzondere, niet op premies of bijdragen berustende prestaties die op grond van de nationaliteit van de belanghebbende geweigerd dan wel geschorst zijn, worden op diens verzoek met ingang van 1 juni 1992 toegekend of hervat, mits de vroegere rechten niet in de vorm van een afkoopsom zijn vereffend.
5. De rechten van personen wier pensioen vóór 1 juni 1992 is vastgesteld, kunnen op hun verzoek worden herzien om rekening te houden met Verordening (EEG) nr. 1247/92.
6. Indien het in lid 4 of lid 5 bedoelde verzoek wordt ingediend binnen twee jaar te rekenen vanaf 1 juni 1992, worden de uit Verordening (EEG) nr. 1247/92 voortvloeiende rechten met ingang van die datum verkregen, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van enige Lid-Staat met betrekking tot het verval of de verjaring van de rechten aan de betrokkene kunnen worden tegengeworpen.
7. Indien het in lid 4 of lid 5 bedoelde verzoek na afloop van twee jaar te rekenen vanaf 1 juni 1992 wordt ingediend, worden de rechten die niet vervallen of verjaard zijn, verkregen met ingang van de datum waarop het verzoek is ingediend, tenzij er gunstiger bepalingen van de wetgeving van enige Lid-Staat van toepassing zijn.
8. De toepassing van Verordening (EEG) nr. 1247/92 mag niet tot gevolg hebben dat prestaties die vóór 1 juni 1992 door de bevoegde organen van de Lid-Staten toegekend waren uit hoofde van titel III van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en waarop artikel 10 van de verordening van toepassing is, worden ingetrokken.
9. De toepassing van Verordening (EEG) nr. 1247/92 mag niet tot gevolg hebben dat de aanvraag voor een bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie ter aanvulling van een pensioen, die is ingediend door een belanghebbende die vóór 1 juni 1992 voldeed aan de voorwaarden voor verlening van deze prestatie, wordt afgewezen, ook al heeft de betrokkene zijn woonplaats op het grondgebied van een andere dan de bevoegde Lid-Staat, op voorwaarde dat de aanvraag voor die prestatie wordt ingediend binnen vijf jaar te rekenen vanaf 1 juni 1992.
10. Onverminderd de bepalingen van lid 1 wordt een bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie ter aanvulling van een pensioen, die niet is vastgesteld dan wel is geschorst op grond van de omstandigheid dat de belanghebbende zijn woonplaats heeft op het grondgebied van een andere dan de bevoegde Lid-Staat, op verzoek van de belanghebbende vanaf 1 juni 1992 vastgesteld of hervat, in het eerste geval vanaf de datum waarop de prestatie diende te worden vastgesteld, en in het tweede geval vanaf de datum van de schorsing van de prestatie.
11. Indien de bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties als bedoeld in artikel 4, lid 2 bis, voor eenzelfde tijdvak en voor dezelfde persoon kunnen worden toegekend uit hoofde van artikel 10 bis door het bevoegde orgaan van de Lid-Staat waar de betrokkene woont, en uit hoofde van de leden 1 tot en met 10 van dit artikel door het bevoegde orgaan van een andere Lid-Staat, mag het bedrag dat ontstaat uit de samenloop van deze prestaties niet hoger zijn dan het bedrag van de hoogste bijzondere prestatie waarop de betrokkene recht zou hebben in toepassing van een van deze wettelijke regelingen.
12. De toepassingsvoorwaarden van voorgaand lid en met name de toepassing van de in de wettelijke regeling van een of meer Lid-Staten opgenomen bepalingen in verband met de vermindering, de schorsing of de intrekking van deze prestaties, alsmede de regels ten aanzien van de toekenning van aanvullende bijdragen, worden door de betrokken Lid-Staten op door hun bevoegde organen gemeenschappelijk vastgesteld, of worden vastgesteld door een besluit van de Administratieve Commissie.".
8. In bijlage I, deel II, wordt de rubriek 'G. IERLAND' door de volgende tekst vervangen:
"G. IERLAND:
Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen bij ziekte en moederschap op grond van de verordening wordt met de term 'gezinslid` een ieder bedoeld die ingevolge de bepalingen van de wetten op de volksgezondheid (Health Acts van 1947 tot en met 1970) wordt aangemerkt als persoon ten laste van de werknemer of de zelfstandige.".
9. In bijlage I, deel II, wordt de rubriek 'L. VERENIGD KONINKRIJK' vervangen door de volgende tekst:
"L. VERENIGD KONINKRIJK:
Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen wordt onder 'gezinslid` verstaan:
1. in de zin van de wettelijke regelingen van Groot-Brittannië en van Noord-Ierland,
1. de echtgeno(o)t(e), op voorwaarde dat
a) de werknemer of zelfstandige
i) met deze echtgeno(o)t(e) samenwoont, of
ii) bijdraagt in het levensonderhoud van deze echtgeno(o)t(e), en
b) deze echtgeno(o)t(e) geen
i) loon uit arbeid ontvangt, noch
ii) prestaties van de sociale zekerheid of een pensioen uit hoofde van zijn/haar eigen verzekering ontvangt;
2. een persoon die een kind verzorgt, op voorwaarde dat
a) de werknemer of zelfstandige
i) met die persoon als man en vrouw samenleeft, of
ii) bijdraagt in het onderhoud van die persoon, en
b) de betrokken persoon geen
i) loon uit arbeid ontvangt, noch
ii) prestaties van de sociale zekerheid of een pensioen uit hoofde van zijn/haar eigen verzekering ontvangt;
3. een kind waarvoor de werknemer of zelfstandige kinderbijslag ontvangt of zou kunnen ontvangen;
2. in de zin van de wettelijke regeling van Gibraltar, iedere persoon die ingevolge de regeling betreffende het geneeskundige stelsel van 1987 (Medical (Group Practice Scheme) Ordinance, 1987) als gezinslid wordt beschouwd.".
10. Bijlage II bis wordt als volgt gewijzigd:
a) in de rubriek 'B. DENEMARKEN' wordt de volgende vermelding opgenomen: 'De vaste revalidatie-uitkering uit hoofde van de wet op de sociale bijstand, voor het levensonderhoud van de revaliderenden.';
b) in de rubriek 'I. LUXEMBURG' wordt punt 'a) Uitkering ter compensatie van de gestegen kosten van levensonderhoud (wet van 13 juni 1975)' geschrapt. De punten b) en c) worden respectievelijk de punten a) en b).
11. In bijlage III, deel B, punt 24, wordt het woord 'geen' vervangen door:
"24. DUITSLAND - GRIEKENLAND
Protocol van 7 oktober 1991 juncto de overeenkomst tussen de Regering van de Duitse Democratische Republiek en de Griekse Republiek over de regeling van pensioenkwesties van 6 juli 1984.".
12. Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:
a) in de rubriek 'F. GRIEKENLAND' wordt punt 3 geschrapt. Het bepaalde in punt 4 wordt geplaatst in punt 3. De volgende twee nieuwe punten worden toegevoegd:
"4. In gevallen waarin de wettelijke bepalingen van de Griekse hulpfondsen voor pensioenen de mogelijkheid bieden de bij de Griekse hoofdverzekeringsorganen vervulde tijdvakken van verplichte verzekering in de categorie pensioenen te erkennen, worden deze bepalingen ook toegepast ten aanzien van de tijdvakken van de verplichte pensioenverzekering die vervuld zijn onder de wettelijke regeling van elke andere Lid-Staat en die valt onder de materiële werkingssfeer van de verordening.
5. a) Werknemers die tot en met 31 december 1992 onderworpen waren aan een verplichte pensioenverzekering van een andere Lid-Staat en die voor de eerste maal na 1 januari 1993 vielen onder de Griekse verplichte pensioenverzekering worden als 'oude verzekerden` beschouwd in de zin van de bepalingen van deel IV van Wet nr. 2084/92 betreffende de bijdragen (artikelen 44 tot 46).
b) Op werknemers die tot en met 31 december 1992 onder de verplichte pensioenverzekering van een andere Lid-Staat vielen en na 1 januari 1993 voor de eerste maal vielen onder de Griekse verplichte pensioenverzekering, worden de bepalingen toegepast van deel IV van Wet nr. 2084/92 betreffende de grondslag voor de aanspraak op pensioen en de vaststelling van de prestaties (artikelen 47 tot 51), op voorwaarde dat het in aanmerking nemen van de in de andere Lid-Staat vervulde verzekeringstijdvakken voor de grondslag van de aanspraak volgens de Griekse wettelijke bepalingen noodzakelijk is.".
Artikel 2
1. De tweede zin van artikel 17, lid 2, en de laatste zin van artikel 30, lid 1, dienen te worden vervangen door:
"Wanneer genoemde verklaring evenwel door een Duits of door een Frans orgaan wordt afgegeven, is zij slechts geldig gedurende één jaar na de datum van afgifte en moet zij jaarlijks worden vernieuwd.".
2. Na artikel 86 wordt een artikel 87 ingevoegd waarvan de tekst luidt als volgt:
"Artikel 87 - Toepassing van artikel 86, lid 2, van de verordening
Indien de gezinsbijslagen gedurende een zekere tijd door de ene instelling zijn betaald terwijl ze door een andere instelling verschuldigd waren, dienen ze tussen die instellingen te worden verrekend. De bevoegde instelling dient de kinderbijslagen die zij krachtens de nationale wetgeving en eventueel in toepassing van de artikelen 73 en 74 van de verordening verschuldigd is, terug te betalen ten belope van het bedrag dat door de niet bevoegde instelling voor dat bepaalde tijdvak en voor die bepaalde persoon is betaald.".3. Artikel 95 wordt als volgt gewijzigd:
Na lid 4 komt een nieuw lid 4 bis:
"4 bis. Voor de toepassing van dit artikel worden twee echtgenoten die beiden krachtens de wetgeving van een Lid-Staat een ouderdomspensioen of -rente ontvangen en die onder hetzelfde dak wonen op het grondgebied van een andere Lid-Staat, beschouwd als één pensioen- of rentetrekker. Deze bepaling is evenwel niet van toepassing als beide echtgenoten, tot de datum van de toekenning van bovengenoemd pensioen of rente, recht hadden op prestaties in hun hoedanigheid van werknemer in loondienst.".
4. In artikel 107 wordt lid 1 vervangen door de volgende tekst:
"1. Voor de toepassing van de volgende bepalingen:
a) verordening: artikel 12, leden 2, 3 en 4, artikel 14 quinquies, lid 1, artikel 19, lid 1, onder b), laatste zin, artikel 22, lid 1, onder ii), laatste zin, artikel 25, lid 1, onder b), voorlaatste zin, artikel 41, lid 1, onder c) en d), artikel 46, lid 4, artikel 46 bis, lid 3, artikel 50, artikel 52, onder b), laatste zin, artikel 55, lid 1, onder ii), laatste zin, artikel 70, lid 1, eerste alinea, artikel 71, lid 1, onder a) ii) en b) ii), voorlaatste zin;
b) toepassingsverordening: artikel 34, leden 1, 4 en 5,
is de koers voor de omrekening in een nationale munteenheid van bedragen die in een andere nationale munteenheid luiden, de door de Commissie berekende koers op basis van het maandgemiddelde gedurende de in lid 2 vermelde referentieperiode van de wisselkoersen van deze munteenheden die voor de toepassing van het Europees monetair stelsel ter kennis van de Commissie zijn gebracht.".
5. Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:
a) in de rubriek 'B. DENEMARKEN' ,
i) in punt 2, onder a), wordt 'Socialministeriet (Ministerie van Sociale Zaken), København' vervangen door 'Direktoratet for Social Sikring og Bistand (Directoraat Sociale Zekerheid en Bijstand), København';
ii) in punt 3, onder a), wordt 'Socialministeriet (Ministerie van Sociale Zaken), København' vervangen door 'Direktoratet for Social Sikring og Bistand (Directoraat Sociale Zekerheid en Bijstand), København';
b) de punten 1 en 6 van de rubriek 'I. LUXEMBURG' worden als volgt gewijzigd:
"1. Ziekte en moederschap:
a) Verstrekkingen: Bevoegd ziekenfonds en/of verbond van ziekenfondsen
b) Uitkeringen: Bevoegd ziekenfonds
6. Uitkeringen bij overlijden:
Voor de toepassing van
Union des caisses de maladie (Verbond van
artikel 66 van de verordening:
ziekenfondsen), Luxembourg";
c) in punt 5, onder a) en b), van de rubriek 'J. NEDERLAND' wordt de vermelding 'Raad van Arbeid' telkens vervangen door 'districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank'.
6. Bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:
a) in de rubriek 'B. DENEMARKEN', punt 'I. Organen van de woonplaats' worden onder b) en c) i) de woorden 'Socialministeriet (Ministerie van Sociale Zaken), København' vervangen door 'Direktoratet for Social Sikring og Bistand (Directoraat Sociale Zekerheid en Bijstand), København';
b) in de rubriek 'I. LUXEMBURG' wordt punt '1. Ziekte - moederschap' als volgt gewijzigd:
De tekst rechts tegenover punt a) wordt vervangen door 'Caisse de maladie des ouvriers et/ou union des caisses de maladie (Ziekenfonds voor arbeiders en/of verbond van ziekenfondsen)'.
De tekst rechts tegenover punt b) wordt vervangen door 'Het volgens de Luxemburgse wetgeving voor het Luxemburgse gedeelte van het pensioen bevoegde ziekenfonds en/of verbond van ziekenfondsen';
c) in de rubriek 'J. NEDERLAND', wordt in punt 3, onder c), de vermelding 'Bureau voor Duitse Zaken van de Vereniging van Raden van Arbeid, Nijmegen' vervangen door 'Bureau voor Duitse Zaken, Nijmegen'.
In punt 5 wordt 'Raad van Arbeid' vervangen door 'districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank'.
7. Bijlage 4 wordt als volgt gewijzigd:
a) in de rubriek 'B. DENEMARKEN' wordt in de punten 1, 2, 3 en 5 'Socialministeriet (Ministerie van Sociale Zaken), København' vervangen door 'Direktoratet for Social Sikring og Bistand (Directoraat Sociale Zekerheid en Bijstand), København';
b) in de rubriek 'I. LUXEMBURG' worden de punten 1 en 6 als volgt gewijzigd:
"1. Ziekte en moederschap: Union des caisses de maladie (Verbond van ziekenfondsen), Luxembourg
6. Uitkeringen bij overlijden:
a) Voor de toepassing van
Union des caisses de maladie (Verbond van
artikel 66 van de verordening:
ziekenfondsen), Luxembourg
b) in andere gevallen: Naar gelang van de verzekeringstak waarin de uitkering verschuldigd is, de in punt 1 of 3 bedoelde organen.";
c) in de rubriek 'J. NEDERLAND' wordt in punt 2, onder c), 'Bureau voor Duitse Zaken van de Vereniging van Raden van Arbeid, Nijmegen' vervangen door 'Bureau voor Duitse Zaken, Nijmegen'.
8. Bijlage 5 wordt als volgt gewijzigd:
a) in punt '13. DENEMARKEN - SPANJE' wordt de bestaande tekst door de volgende tekst vervangen:
"Overeenkomst van 1 juli 1990 betreffende het gedeeltelijk afzien van de vergoeding van kosten als bedoeld in de artikelen 36, lid 3, en 63, lid 3, van de verordening, en het wederzijds afzien van vergoeding van kosten als bedoeld in artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening.
(Gedeeltelijk afzien van vergoeding van de kosten voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongeval en beroepsziekte en het afzien van vergoeding van kosten voor administratieve en medische controles)";
b) in punt 'DENEMARKEN - GRIEKENLAND' wordt de bestaande tekst vervangen door de volgende tekst:
"Overeenkomst van 8 mei 1986 betreffende het gedeeltelijk afzien van de vergoeding van kosten als bedoeld in artikelen 36, lid 3, en 63, lid 3, van de verordening en het wederzijds afzien van vergoeding als bedoeld in artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening.
(Gedeeltelijk afzien van vergoeding van de kosten voor verstrekkingen bij ziekte, møderschap, arbeidsongeval en beroepsziekte en het afzien van vergoeding van kosten voor administratieve en medische controles)";
c) in punt '49. GRIEKENLAND - NEDERLAND' wordt het woord 'geen' vervangen door de volgende tekst:
"Briefwisseling van 8 september 1992 en 30 juni 1993 betreffende de wijze van vergoeding tussen instellingen.".
9. Bijlage 9 wordt als volgt gewijzigd:
in de rubriek 'I. LUXEMBURG', wordt de tekst als volgt gewijzigd:
"Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen worden alle ziekenfondsen en het verbond van ziekenfondsen in aanmerking genomen.".
10. Bijlage 10 wordt als volgt gewijzigd:
a) in de rubriek 'A. BELGIË' wordt het volgende punt toegevoegd:
"1. Voor de toepassing van artikel 10 ter van de toepassingsverordening:
Werknemers: De verzekeringsinstelling waarbij de verzekerde aangesloten of ingeschreven is
Zelfstandigen: Rijksinstituut voor sociale verzekering der zelfstandigen, Brussel".
Het huidige punt 1 wordt punt 2, enzovoort;
b) in de rubriek 'B. DENEMARKEN':
i) 'Socialministeriet (Ministerie van Sociale Zaken), København' wordt in de punten 1, 2 en 3 vervangen door 'Direktoratet for Social Sikring og Bistand (Directoraat Sociale Zekerheid en Bijstand), København'.
ii) punt 7, onder b), wordt als volgt gewijzigd:
"b) Verstrekkingen uit hoofde van titel III, hoofdstuk I, van de verordening en prestaties uit hoofde van titel III, hoofdstukken 2, 3, 7 en 8, van de verordening:
'Direktoratet for Social Sikring og Bistand (Directoraat Sociale Zekerheid en Bijstand), København`.";
c) in de rubriek 'I. LUXEMBURG' wordt in de punten 8 en 9 de tekst rechts tegenover punt 'a) ziekte, moederschap' vervangen door 'Union des caisses de maladie (Verbond van ziekenfondsen), Luxembourg'.
Artikel 3
Artikel 4
punt 10 wordt geschrapt.
Artikel 5
(1) PB nr. L 149 van 5. 7. 1971, blz. 2.
(2) PB nr. L 74 van 27. 3. 1972, blz. 1.
(3) PB nr. L 181 van 23. 7. 1993, blz. 1.