Artikelen bij COM(1995)201 - Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.




HOOFDSTUK I Humanitaire hulp: doelstellingen en algemene richtlijnen

Artikel 1

De Gemeenschap voert in het kader van haar humanitaire hulp op niet discriminerende wijze maatregelen uit van de volgende aard: bijstand, hulpverlening en bescherming ten behoeve van bevolkingsgroepen, met name de meest kwestbare, in derde landen die getroffen zijn door natuurrampen, door gebeurtenissen die door menselijk toedoen zijn veroorzaakt, zoals oorlogen en conflicten, of door buitengewone omstandigheden vergelijkbaar met natuurrampen of door menselijk toedoen veroorzaakte gebeurtenissen; een en ander zolang als nodig is om aan de uit deze situaties voortvloeiende humanitaire behoeften te voldoen. In dit verband voert de Gemeenschap tevens maatregelen uit die gericht zijn op voorbereiding op gevaren, evenals op het voorkómen van rampen of vergelijkbare uitzonderlijke omstandigheden.

Artikel 2

De in artikel 1 van deze verordening bedoelde humanitaire hulp heeft met name de volgende doelstellingen:

a) het redden en behouden van mensenlevens tijdens en na acute noodsituaties en bij natuurrampen die geleid hebben tot verlies van mensenlevens, tot lichamelijk, geestelijk of moreel lijden of tot aanzienlijke materiële schade;

b) het verlenen, door middel van gerichte acties of algemene programma's, van de noodzakelijke bijstand of hulp aan bevolkingsgroepen die getroffen zijn door langdurige crisissituaties die ontstaan zijn als gevolg van met name conflicten of oorlogen, en geleid hebben tot dezelfde effecten als onder a) genoemd, in het bijzonder wanneer blijkt dat deze bevolkingsgroepen niet geholpen kunnen worden door hun eigen autoriteiten of wanneer er sprake is van afwezigheid van enig gezag;

c) het uitvoeren van maatregelen die gericht zijn op het vergemakkelijken of mogelijk maken van vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is of van vrije doorgang voor de hulpgoederen;

d) het uitvoeren van spoedherstel- en wederopbouwmaatregelen die ten doel hebben te vergemakkelijken dat de hulp de plaats van bestemming bereikt, te voorkomen dat de gevolgen van de crisis verergeren, en de getroffen bevolkingsgroepen te helpen opnieuw een minimum aan zelfvoorziening op te bouwen;

e) een oplossing te vinden voor verplaatsingen van bevolkingsgroepen (vluchtelingen, ontheemden in eigen land, gerepatrieerden) die het gevolg zijn van natuurrampen of door menselijk toedoen ontstane rampen, alsmede het uitvoeren van repatriëringsmaatregelen en het verlenen van hulp aan ontheemden bij het opbouwen van een bestaan in hun land van herkomst;

f) het bewerkstelligen van een goede voorbereiding op dreigende rampen of vergelijkbare uitzonderlijke omstandigheden, alsmede het opzetten van een geschikt systeem voor tijdige waarschuwing en interventie;

g) het uitvoeren van maatregelen ter bescherming van de slachtoffers van conflicten of vergelijkbare uitzonderlijke omstandigheden.

Artikel 3

De in deze verordening bedoelde hulp van de Gemeenschap kan bestemd zijn voor de financiering van aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van humanitaire maatregelen noodzakelijk zijn; de kosten van plaatselijk of uit het buitenland afkomstig personeel dat zich met deze maatregelen bezighoudt; opslag, verzending, logistieke ondersteuning en distributie van hulpgoederen alsmede alle andere maatregelen die ten doel hebben de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp is bestemd te vergemakkelijken of mogelijk te maken.

Voorts kunnen uitgaven worden gefinancierd die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de humanitaire maatregelen, met inbegrip van uitgaven in verband met de zichtbaarheid van de hulp.

Artikel 4

Voorts kan met de hulp het volgende worden gefinancierd:

- voorbereidend onderzoek in verband met haalbaarheid, toezicht en evaluatie van de humanitaire maatregelen;

- opleiding en onderzoek van algemene aard in verband met humanitaire hulp;

- maatregelen ter versterking van de cooerdinatie met de Lid-Staten, andere als donor optredende derde landen, internationale humanitaire organisaties en instellingen en niet-gouvernementele organisaties;

- technische bijstand die noodzakelijk is voor de tenuitvoerlegging van humanitaire projecten, met inbegrip van uitwisseling van technische kennis en ervaring tussen Europese humanitaire organisaties en instanties onderling en tussen deze organisaties en instellingen en die uit derde landen;

- op het Europese publiek en dat van derde landen gerichte voorlichting en bewustmaking om de bekendheid met humanitaire problemen te vergroten.

Artikel 5

De communautaire financiering uit hoofde van deze verordening geschiedt in de vorm van giften.

HOOFDSTUK II - Wijze van uitvoering van humanitaire-bijstandsmaatregelen


Artikel 6

Door de Gemeenschap gefinancierde humanitaire-bijstandsmaatregelen kunnen worden uitgevoerd op verzoek van internationale of niet-gouvernementele instanties of organisaties, dan wel op initiatief van de Commissie.

Artikel 7

1. Niet-gouvernementele organisaties (NGO's) kunnen als humanitaire partners voor financiering uit hoofde van deze verordening in aanmerking komen wanneer zij aan de volgende voorwaarden voldoen:

a) zij hebben in hun land van oorsprong een juridisch erkende status als zelfstandige organisatie zonder winstoogmerk;

b) zij hebben hun hoofdkantoor in een Lid-Staat van de Gemeenschap; bij wijze van uitzondering kan het hoofdkantoor ook in een derde land gevestigd zijn.

2. Om vast te stellen of een NGO voor communautaire financiering in aanmerking komt, wordt gelet op de volgende punten:

a) haar capaciteiten op het gebied van administratief en financieel beheer;

b) haar technische en logistieke mogelijkheden met betrekking tot de beoogde actie;

c) haar ervaring op het terrein van humanitaire hulp;

d) de resultaten van door de betrokken NGO uitgevoerde acties, met name die welke met communautaire financiering tot stand zijn gekomen;

e) haar bereidheid om indien nodig deel te nemen aan het cooerdinatiesysteem dat in het kader van een humanitaire hulpactie is opgezet;

f) haar vermogen tot samenwerking met op humanitair gebied actieve organisaties in de betrokken derde landen;

g) of zij met de Gemeenschap een kader-partnerschapsovereenkomst voor humanitaire hulp heeft gesloten.

Artikel 8

De Gemeenschap kan tevens humanitaire acties financieren die door internationale instellingen en organisaties uitgevoerd worden, met name wanneer deze met de Gemeenschap een kader-partnerschapsovereenkomst voor humanitaire hulp hebben gesloten.

Artikel 9

De Gemeenschap kan voorts humanitaire acties financieren die worden uitgevoerd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen of door humanitaire instellingen van de Lid-Staten. Hiertoe kan de Commissie, overeenkomstig de geldende financiële voorschriften, middelen beheren die haar door de Lid-Staten ter beschikking zijn gesteld, overeenkomstig tevoren door de Commissie en de desbetreffende Lid-Staat overeengekomen administratieve bepalingen.

Artikel 10

De Europese Gemeenschap streeft bij haar humanitaire maatregelen naar intensievere samenwerking met derde landen.

Artikel 11

1. De administratieve bepalingen met betrekking tot het beheer en de tenuitvoerlegging van de in deze verordening bedoelde maatregelen worden vastgesteld door de Commissie.

2. Hulp wordt slechts verleend aan de in de artikelen 7, 8 en 9 bedoelde organisaties indien deze zich ertoe verbinden de voorwaarden voor toewijzing en tenuitvoerlegging die hun door de Commissie worden medegedeeld na te leven.

Artikel 12

In alle uit hoofde van deze verordening gesloten financieringsovereenkomsten wordt onder meer vastgelegd dat de Commissie en de Rekenkamer ter plaatse en ten kantore van de humanitaire partners controle kunnen uitoefenen, overeenkomstig de gebruikelijke bepalingen die door de Commissie in het kader van de geldende wetgeving zijn vastgesteld, in het bijzonder de bepalingen van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen.

Artikel 13

1. Met het oog op een grotere doelmatigheid en samenhang tussen de communautaire en nationale regelingen voor humanitaire hulp neemt de Commissie alle nodige maatregelen voor nauwe cooerdinatie tussen de Lid-Staten en de Commissie, zowel op het niveau van de besluitvorming als in het veld.

2. Hiertoe verlenen de Lid-Staten de Commissie alle nodige bijstand en verstrekken zij haar onder meer alle noodzakelijke inlichtingen.

HOOFDSTUK III - Procedures voor de tenuitvoerlegging van humanitaire maatregelen


Artikel 14

1. De Commissie wordt belast met de uitwerking, de goedkeuring en het beheer van de in deze verordening bedoelde maatregelen overeenkomstig de geldende budgettaire en andere procedures, met name die waarin in het Financieel Regelement van de Gemeenschap wordt voorzien.

2. Besluiten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van algemene humanitaire-hulpprogramma's worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 15.

Artikel 15

1. De Commissie wordt bijgestaan door een raadgevend comité, hierna 'het comité' te noemen, bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

2. Met betrekking tot de besluiten bedoeld in artikel 14, lid 2, dient de vertegenwoordiger van de Commissie bij het comité een ontwerp in voor de vast te stellen maatregelen. Het comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter, rekening houdende met de urgentie van de materie, kan vaststellen; indien noodzakelijk wordt tot stemming overgegaan.

Het advies wordt in de notulen opgenomen; iedere Lid-Staat kan bovendien verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen. De Commissie houdt met het advies van het comité zoveel mogelijk rekening. Zij licht het comité in over de wijze waarop zij het advies in aanmerking heeft genomen.

3. Eenmal per jaar wordt aan de hand van een presentatie van de vertegenwoordiger van de Commissie van gedachten gewisseld over de grote lijnen van de in het komende jaar te voeren humanitaire actie.

Onderwerp van de besprekingen tussen de Commissie en de Lid-Staten in dit kader zijn de toe te kennen prioriteiten voor de humanitaire actie van de Gemeenschap, de algemene problematiek met betrekking tot de cooerdinatie van humanitaire hulpacties van de Gemeenschap en de Lid-Staten alsmede alle algemene of specifieke vraagstukken met betrekking tot de bijstand van de Gemeenschap op dit gebied.

4. De Commissie stelt het comité op de hoogte van door haar goedgekeurde humanitaire maatregelen en projecten; zij vermeldt hierbij het bedrag, de aard, het begunstigde land en de met de tenuitvoerlegging belaste partner.

Artikel 16

De humanitaire-hulpacties van de Gemeenschap worden door de Commissie regelmatig geëvalueerd teneinde vast te stellen of de doelstellingen van die acties zijn bereikt en richtlijnen op te stellen om de effectiviteit van toekomstige acties te vergroten. De Commissie doet deze evaluatierapporten aan het comité toekomen.

Artikel 17

Na afloop van elk begrotingsjaar dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag in over de gedurende het begrotingsjaar uitgevoerde maatregelen.

Artikel 18

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.


Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Saat.