Artikelen bij COM(1994)345 - Regeling voor de onderlinge uitwisseling van informatie over en gegevens van meetnetten en meetstations voor luchtverontreiniging in de lidstaten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1994)345 - Regeling voor de onderlinge uitwisseling van informatie over en gegevens van meetnetten en meetstations voor ... |
---|---|
document | COM(1994)345 ![]() ![]() |
datum | 27 januari 1997 |
Inhoudsopgave
Artikel 1
- meetnetten en -stations: de uitwisseling heeft betrekking op gedetailleerde informatie over de meetnetten en -stations die in de Lid-Staten de luchtverontreiniging bewaken;
- meetresultaten: de uitwisseling heeft betrekking op de statistieken en afzonderlijke resultaten die worden verkregen door de meting van de luchtverontreiniging door de stations in de Lid-Staten.
De Commissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de onderlinge uitwisseling; voor vraagstukken die onder de bevoegdheid van het Europees Milieu-agentschap vallen, doet zij een beroep op deze instantie.
Artikel 2
Artikel 3
a) alle stations die worden ingeschakeld voor de tenuitvoerlegging van de richtlijnen betreffende de normen voor luchtkwaliteit;
b) door de Lid-Staten geselecteerde extra stations die een schatting van de plaatselijke verontreinigingsniveaus mogelijk maken voor de in bijlage I vermelde verontreinigende stoffen die niet onder de richtlijnen betreffende de normen voor luchtkwaliteit vallen;
c) door de Lid-Staten geselecteerde extra stations die een representatieve schatting van de regionale verontreinigingsniveaus mogelijk maken voor alle in bijlage I vermelde verontreinigende stoffen;
d) indien mogelijk, de stations die hebben deelgenomen aan de bij Beschikking 82/459/EEG ingevoerde onderlinge uitwisseling van informatie.
Artikel 4 - Meetnetten en -stations
2. De Commissie stelt de Lid-Staten de computerbestanden met de reeds door haar diensten verzamelde informatie, alsmede de nodige programmatuur voor het beheer en de bijwerking daarvan, ter beschikking.
3. De Lid-Staten zorgen voor correctie, wijziging en/of aanvulling van deze informatie. De bijgewerkte computerbestanden worden de Commissie uiterlijk op 1 oktober van elk jaar toegezonden, voor het eerst in 1994.
4. De technische voorschriften voor de verstrekking van de informatie zullen worden vastgesteld in een gedetailleerde technische notitie die zal worden opgesteld door het in artikel 8 bedoelde comité.
5. De Commissie neemt de verstrekte informatie op in haar databank.
6. De Commissie stelt jaarlijks een technisch verslag over de verzamelde informatie op en verstrekt de Lid-Staten een bijgewerkte versie van de databank 'meetnetten en -stations'.
Artikel 5 - Meetresultaten
a) de ruwe en statistische gegevens over de voor de berekening van de gemiddelden aanbevolen perioden, vermeld in bijlage I, voor ten minste 30 % van de in artikel 3, onder a), bedoelde stations; deze stations moeten verspreid zijn over het hele grondgebied van elke Lid-Staat;
b) de ruwe en statistische gegevens over de voor de berekening van de gemiddelden aanbevolen perioden, vermeld in bijlage I, voor alle in artikel 3, onder d), bedoelde stations;
c) ten minste de in bijlage I vermelde statistische gegevens, voor alle overige in artikel 3 bedoelde stations.
De resultaten worden uitgedrukt volgens de in bijlage I opgenomen specificaties.
2. De Lid-Staten zijn verantwoordelijk voor de validering, overeenkomstig de in bijlage III opgenomen algemene regels, van de ruwe gegevens die worden verstrekt of worden gebruikt voor de berekening van de verstrekte statistische waarden. De eventuele berekening van afgeleide gegevens en de berekening van de statistische gegevens door de Lid-Staat dienen te beantwoorden aan criteria die ten minste even stringent zijn als die welke in bijlage IV zijn vermeld. Elk gegeven dient voorzien te worden van een van de in bijlage V vermelde kwaliteitscodes.
3. De Lid-staten verstrekken de resultaten over elk kalenderjaar uiterlijk op 1 oktober van het daaropvolgende jaar, te beginnen met de resultaten over het kalenderjaar 1992.
4. De technische voorschriften voor de verstrekking van resultaten zullen worden vastgesteld in een gedetailleerde technische notitie die zal worden opgesteld door het in artikel 8 bedoelde comité.
5. De Commissie neemt de verstrekte gegevens op in haar databank.
6. De Commissie stelt jaarlijks een technisch verslag over de verzamelde resultaten op en verstrekt de Lid-Staten een bijgewerkte versie van de databank 'resultaten'.
7. In overleg met de Lid-Staten verstrekt de Commissie geselecteerde gegevens aan de internationale organisaties ten behoeve van de diverse programma's die op internationaal niveau worden uitgevoerd.
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
- de opstelling en bijwerking van gedetailleerde technische notities voor de verstrekking van de gegevens en informatie;
- het gebruik van nieuwe technische middelen voor de verstrekking van de gegevens en informatie;
- de coördinatie met de door de Commissie en het Europees Milieu-agentschap ondernomen activiteiten op het gebied van de inventarisatie van emissies;
- de wijziging van de lijst van verontreinigende stoffen in bijlage I;
- de integratie van nieuwe inzichten op het gebied van meettechnieken in de procedure voor onderlinge uitwisseling;
- de uitbreiding van de procedure tot gegevens en informatie afkomstig uit derde landen.
Artikel 9
Artikel 10
(1) PB nr. L 120 van 11. 5. 1990, blz. 1.
BIJLAGE I
Lijst van verontreinigende stoffen, aanbevolen periode voor de berekening van de gemiddelden, statistische parameters en meeteenheden
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
De aan de Commissie toe te zenden statistische gegevens, berekend over elk kalenderjaar, zijn:
- voor de verontreinigende stoffen 1 tot en met 32:
het rekenkundig gemiddelde, de mediaan, het 98-percentiel (evenals het 99,9-percentiel voor de verontreinigende stoffen waarvoor het gemiddelde over 1 uur wordt berekend) alsmede het maximum, berekend op basis van de ruwe gegevens die werden gemeten in de voor de berekening van de gemiddelden aanbevolen periodes (zie bovenstaande tabel); voor stof 6 (ozon) worden de statistische parameters ook berekend op basis van de gemiddelden over een periode van 8 uur;
- voor de verontreinigende stoffen 33 en 34:
het rekenkundig gemiddelde, berekend op basis van de ruwe gegevens die werden gemeten in de voor de berekening van de gemiddelden aanbevolen periodes (zie bovenstaande tabel).
Het x-percentiel moet worden berekend op basis van de gemeten waarden. Alle waarden worden in stijgende volgorde gerangschikt:
x1≤x2≤x3≤ . . . . . . ≤xk≤ . . . . . . ≤xn-1≤xn
Het x-percentiel is de waarde met rangnummer k, waarbij k wordt berekend aan de hand van de volgende formule:
k = (q * n)
waarin q gelijk is aan x/100 en n het aantal gemeten waarden is. De waarde van (q * n) wordt afgerond op het naaste gehele getal.
Alle resultaten worden uitgedrukt in ìg/m3 (bij 293 K en 101,3 kPa) met uitzondering van de stoffen 33 en 34 die worden uitgedrukt in g/m2/jaar.
BIJLAGE II
Gegevens over de meetnetten, meetstations en meettechnieken
Zoveel mogelijk gegevens mededelen over de volgende onderwerpen:
I. Gegevens over de meetnetten
- naam
- afkorting
- meetgebied (plaatselijke industrie, stad, agglomeratie, provincie, regio, land)
- voor het beheer verantwoordelijke instelling
- naam
- naam van de verantwoordelijke persoon
- adres
- telefoon- en telefaxnummer
- rechtspersoon (particulier, semi-overheid, overheid)
- voor het onderhoud verantwoordelijke technische dienst
- naam
- naam van de verantwoordelijke persoon
- adres
- telefoon- en telefaxnummer
- tijd (GMT, lokaal)
- algemene informatie over:
- speciaal beschermde zones en alarmprocedures in de geografische zone waar het meetnet zich bevindt
- procedure voor de validering van de gegevens
- statistische verwerking
- voorlichting van de bevolking (brochures, rapporten, radio, televisie)
- aansluiting op gegevensbanken die informatie over het meetnet bevatten
- andere relevante informatie
II. Gegevens over de meetstations
II.1. Algemene gegevens
- naam
- referentienummer of code
- naam van de voor het meetstation verantwoordelijke technische dienst (indien een andere dan voor het meetnet verantwoordelijke instelling)
- werkgebied van het meetstation (lokaal, regionaal, EEG-richtlijnen voor 'luchtkwaliteit', GEMS, OESO, EMEP, nz.)
- datum waarop het station in bedrijf is genomen
- datum waarop het station uit bedrijf wordt genomen
- meetperiode in de loop van het jaar
- geografische ligging
- hoogte
- NUTS-indeling III
- gemeten verontreinigingen
- gemeten meteorologische parameters
- heersende windrichting
- verhouding afstand/hoogte van de meest nabij gelegen obstakels
- overige relevante informatie
II.2. Representativiteit
II.2.1. Onmiddellijke omgeving (straal van 100 m)
- algemene beschrijving: maximaal vier van de volgende indicatoren:
- brede straat met
- druk verkeer (meer dan 10 000 voertuigen per dag)
- gemiddeld verkeer (2 000 tot 10 000 voertuigen per dag)
- weinig verkeer (minder dan 2 000 voertuigen per dag)
- voetgangerszone
- smalle straat met
- druk verkeer (meer dan 10 000 voertuigen per dag)
- gemiddeld verkeer (2 000 tot 10 000 voertuigen per dag)
- weinig verkeer (minder dan 2 000 voertuigen per dag)
- voetgangerszone
- canyonstraat met
- druk verkeer (meer dan 10 000 voertuigen per dag)
- gemiddeld verkeer (2 000 tot 10 000 voertuigen per dag)
- weinig verkeer (minder dan 2 000 voertuigen per dag)
- voetgangerszone
- plein
- voetgangersweg
- gevel van een opbouw
- toren, terras
- binnenplaats, school, ziekenhuis
- bomen
- grote open ruimte
- industrieterrein
- tunnel
- veld, wei
II.2.2. Lokale omgeving (straal van 5 km)
- morfologie van het landschap: de zone rond het meetstation wordt verdeeld in vier sectoren. Vermeld de percentages van de volgende morfologische kenmerken voor elk van deze sectoren:
- stedelijk - winkels/kantoren
- stedelijk - industrie
- stedelijk - woningen
- gemengd winkels/kantoren, industrie en woningen
- hoge concentratie industrie
- gemiddelde concentratie industrie
- lage concentratie industrie
- winkels/kantoren
- woningen (vrijstaand)
- haven
- luchthaven
- bos
- park, natuurgebied
- landbouwgebied
- veeteeltgebied
- bergen, valleien
- kust of oever van meer
- kassen
Als de informatie per sector niet beschikbaar is wordt de zone beschreven als een geheel met behulp van maximaal vier van de bovengenoemde parameters.
- totale bevolking in de zone
II.2.3. Parameters voor in verkeerszones gelegen meetstations
- totaal aantal voertuigen per dag
- afstand van de meetinstallatie tot de as van de verkeersweg
- gemiddelde snelheid van hetverkeer
- karakteristieken van het verkeer
- regelmatig voorkomende files waarbij minstens 50 % van de voertuigen die de verkeersweg gebruiken, betrokken is
- normale verkeersweg met een maximumsnelheid van 50 km/uur zonder regelmatig optredende files
- verkeersweg met een maximumsnelheid van meer dan 50 km/uur, maar geen autoweg
- autoweg
- aandeel (%) van bussen en vrachtwagens in het verkeer
- verhouding tussen de afstand tot de as van de weg en de hoogte van de gebouwen
- type verkeersweg
- verkeersweg op open terrein. Geen gebouwen of bomen op minder dan 100 m (of zo weinig dat zij geen invloed hebben op het profiel)
- verkeersweg met aan beide kanten bebouwing met een hoogte van minstens 3 m; geen open stukken die meer dan 25 m breed zijn, en minstens 75 m bebouwing per 100 m verkeersweg. De verhouding tussen de hoogte van de bebouwing en de afstand ervan tot de as van de weg bedraagt 1,5 tot 3 aan een kant en lager dan 3 aan de andere kant
- speciaal geval van het bovenstaande type verkeersweg: de verhouding is lager dan 1,5 voor beide kanten van de verkeersweg
- verkeersweg met aan een kant bebouwing met een hoogte van minstens 3 m, met een verhouding tussen de hoogte van de bebouwing en de afstand tot de as van de weg die lager is dan 3; geen bebouwing aan de andere kant of een verhouding die veel hoger is dan 3, bij voorkeur hoger dan 10
- basistype verkeersweg: elke verkeersweg die niet bij een van de bovenstaande categorieën kan worden ingedeeld
- datum waarop meting van de verontreinigende stof begint
- datum waarop meting van de verontreinigende stof eindigt
- apparatuur
- naam
- analysemethode
- datum ingebruikneming
- datum buitengebruikstelling
- karakteristieken van de monsterneming
- hoogte van het bemonsteringspunt
- lengte van de bemonsteringsbuis
- integratietijd van het resultaat (voor meettoestellen met continumeting)
- bemonsteringstijd (voor meettoestellen met analyse van het monster in het laboratorium of zonder continumeting)
- kalibratie
- type: automatisch, manueel, automatisch en manueel
- methode
- frequentie
- controle van de nulstand
- type: automatisch, manueel, automatisch en manueel
- methode
- frequentie
- onderhoud
- frequentie van het onderhoud
- frequentie van de controle van het kalibratiesysteem
BIJLAGE III
Procedure voor de validering van de ruwe gegevens
De procedure voor de validering van de ruwe gegevens heeft tot doel onjuiste of twijfelachtige gegevens uit te filteren vooraleer de gegevens te verzenden naar de definitieve gegevensbank of externe gebruiker.
De valideringsprocedure bestaat minimaal uit de twee volgende fasen:
- In de eerste fase worden de gegevens gemerkt; de gegevens worden nog niet gecorrigeerd of verworpen en blijven beschikbaar. In dit stadium wordt de aandacht onder meer gericht op: door onderhoud, kalibratie of technische problemen veroorzaakte storingen, meetwaarden buiten het bereik en gegevens die snel fluctueren, bijvoorbeeld overdreven stijgen of dalen. De gegevens worden ook opnieuw bekeken in het licht van criteria die gebaseerd zijn op tijdens de meetperiode heersende specifieke klimatologische en meteorologische omstandigheden.
- De tweede, hierop volgende fase heeft tot doel foutieve metingen te ontdekken door vergelijking met de resultaten van voorgaande maanden en voor andere verontreinigende stoffen, door analyse van de standaardafwijking, enz. Ook de resultaten van de eerste fase worden nader bekeken en geverifieerd.
Na deze twee fasen kunnen de foutieve gegevens worden verworpen en verwijderd. De reden van hun verwerping wordt bij de verzending echter aangegeven met behulp van een van de in bijlage V vermelde kwaliteitscodes.
BIJLAGE IV
Criteria voor de berekening van afgeleide gegevens en voor de berekening van de statistische parameters
a) Berekening van afgeleide gegevens
De criteria voor de berekening van de uur- en dagwaarden op basis van waarnemingen over een kortere tijdspanne zijn:
- voor de uurwaarden:
minstens 75 % van de gegevens moet goedgekeurd zijn (de in bijlage V gedefinieerde codes V, O of R)
- voor de dagwaarden:
meer dan 50 % van de uurwaarden moet goedgekeurd zijn (de in bijlage V gedefinieerde codes V, O en R) en een reeks opeenvolgende afgekeurde gegevens (de in bijlage V gedefinieerde codes C, Z, M, D, N of T) mag niet meer dan 25 % beslaan.
b) Berekening van de statistische parameters
- voor het gemiddelde en de mediaan:
meer dan 50 % van de gegevens moet goedgekeurd zijn (de in bijlage V gedefinieerde codes V, O of R)
- voor de 98- en 99,9-percentielen en het maximum:
meer dan 75 % van de gegevens moet goedgekeurd zijn (de in bijlage V gedefinieerde codes V, O en R)
De verhouding tussen het aantal goedgekeurde gegevens (de in bijlage V gedefinieerde codes V, O en R) van de twee seizoenen van het beschouwde jaar mag niet groter zijn dan 2; de twee seizoenen zijn: de winter (van januari tot en met maart en van oktober tot en met december) en de zomer (van april tot en met september).
BIJLAGE V
Kwaliteitscodes
a) Kwaliteitscodes voor de ruwe gegevens
Deze codes kenmerken de juistheid en de kwaliteit van de ruwe gegevens:
goedgekeurde gegevens:
V = correct
O = gecorrigeerd
R = gereconstrueerd
afgekeurde gegevens:
C = gestoord door de kalibratieprocedure
Z = gestoord door de procedure voor de controle van de nulstand
M = gestoord door de onderhoudsprocedures
D = onjuist door een technisch defect
N = onjuist door een onbekende oorzaak
voorlopige gegevens:
T = niet afdoende gevalideerd
b) Kwaliteitscodes voor afgeleide gegevens
Deze codes kenmerken de juistheid en de kwaliteit van de afgeleide gegevens. Zij zijn analoog aan de voor de ruwe gegevens gedefinieerde codes. De code die het vaakst aan de ruwe gegevens is toegekend, wordt ook aan het afgeleide gegeven toegekend.
goedgekeurde gegevens:
V = correct
O = gecorrigeerd
R = gereconstrueerd
afgekeurde gegevens:
C = gestoord door de kalibratieprocedure
Z = gestoord door de procedure voor de controle van de nulstand
M = gestoord door de onderhoudsprocedures
D = onjuist door een technisch defect
N = onjuist door een onbekende oorzaak
voorlopige gegevens:
T = niet afdoende gevalideerd
c) Kwaliteitscodes voor de statistische gegevens
Deze codes kenmerken de juistheid en de kwaliteit van de statistische gegevens:
goedgekeurde gegevens:
afgekeurde gegevens:
R = verdeling van de ruwe gegevens over de beschouwde periode niet regelmatig genoeg
voorlopige gegevens:
T = berekend op basis van ruwe gegevens die niet afdoende gevalideerd zijn.