Artikelen bij COM(1996)21 - Wijziging van Richtlijn 91/629/EEG tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Richtlijn 91/629/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 3, lid 3, komt als volgt te luiden:

"3. Met ingang van 1 januari 1998 gelden de volgende voorschriften voor alle nieuw gebouwde of verbouwde bedrijven en voor alle bedrijven die na die datum in gebruik worden genomen:

a) kalveren van meer dan acht weken mogen niet in een individueel hok worden opgesloten, tenzij een dierenarts heeft verklaard dat het dier in verband met zijn gezondheid of zijn gedrag moet worden geïsoleerd om te worden behandeld. De breedte van een individueel hok moet ten minste gelijk zijn aan de schofthoogte van het kalf, gemeten terwijl het dier rechtop staat, en de lengte moet ten minste gelijk zijn aan de lengte van het kalf, gemeten van de neuspunt tot aan de achterkant van de zitbeenknobbel (tuber ischii) en vermenigvuldigd met 1,1;

b) in groepen gehouden kalveren moeten elk over een vrije ruimte kunnen beschikken die ten minste gelijk is aan de schofthoogte van het kalf, gemeten terwijl het dier rechtop staat, maal de lichaamslengte van het kalf, gemeten van de neuspunt tot aan de achterkant van de zitbeenknobbel (tuber ischii) en vermenigvuldigd met 1,1.

Vanaf 1 januari 2008 geldt de eerste alinea voor alle bedrijven.".

2. Artikel 3, lid 4, tweede streepje, wordt geschrapt;

3. Artikel 4, lid 2, wordt geschrapt.

4. In artikel 6 wordt '1 oktober 1997' vervangen door '1 januari 2006'.

Artikel 2

1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, inclusief eventuele sancties, in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1997 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

2. Wat de bescherming van kalveren betreft, kunnen de Lid-Staten evenwel met ingang van de in lid 1 vermelde datum en met inachtneming van de algemene bepalingen van het Verdrag op hun grondgebied bepalingen handhaven of toepassen welke strenger zijn dan die welke in deze richtlijn zijn vastgesteld. Zij stellen de Commissie van de maatregelen in kennis.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.


(1) PB nr. L 340 van 11. 12. 1991, blz. 28.