Artikelen bij COM(1999)142 - Garantie van de EG voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de EG (Midden- en Oost-Europa en Westelijke Balkan, Middellandse-Zeegebied, Latijns- Amerika en Azië en Zuid-Afrika)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

1. De Gemeenschap verleent de Europese Investeringsbank een globale garantie voor gevallen waarin de EIB betalingen niet ontvangt die haar verschuldigd zijn uit hoofde van leningen welke overeenkomstig de gebruikelijke criteria van de EIB zijn verstrekt voor investeringsprojecten in landen van Midden- en Oost-Europa en de Westelijke Balkan, het Middellandse-Zeegebied, Azië en Latijns-Amerika, en in de Republiek Zuid-Afrika.

Deze garantie is beperkt tot 60 % van het totale bedrag van de uitstaande kredieten, plus alle daarmee verband houdende bedragen. Voor het totaal van de uitstaande kredieten geldt een maximum van 9475 miljoen EUR, dat als volgt is onderverdeeld:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Dit maximum heeft betrekking op een periode van 3,5 jaar die ingaat op 31 januari 2000 voor de landen in Midden- en Oost-Europa en de Westelijke Balkan, het Middellandse-Zeegebied en Azië en Latijns-Amerika, en een periode van 1 juli 2000 tot 31 juli 2003 voor de Republiek Zuid-Afrika.

Aan het einde van deze periode wordt de garantie automatisch verlengd voor weer eenzelfde maximum van 9475 miljoen EUR met dezelfde regionale verdeling tot 31 december 2006, tenzij de Raad anders besluit op voorstel van de Commissie voor het begin van de tweede periode van kredietverlening op 31 juli 2003.

Indien bij het verstrijken van de twee perioden van kredietverlening die respectievelijk in de tweede en derde alinea van dit lid worden genoemd, het bedrag van de door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt heeft, wordt elke periode van gegarandeerde kredietverlening automatisch één keer met zes maanden verlengd.

2. Tot de bovengenoemde landen behoren:

- in Midden- en Oost-Europa/Westelijke Balkan: Albanië, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Tsjechische Republiek, Estland, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slowaakse Republiek en Slovenië;

- in het Middellandse-Zeegebied: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Gazastrook en Westelijke Jordaanoever;

- in Latijns-Amerika: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela;

- in Azië: Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Laos, Macau, Maleisië, Mongolië, Nepal, Pakistan, Filipijnen, Singapore, Zuid-Korea, Sri Lanka, Thailand, Vietnam en Jemen;

- Republiek Zuid-Afrika.

3. De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven om het commerciële risico van haar totale kredietverlening uit hoofde van dit besluit voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties, welk percentage, waar mogelijk en voorzover de marktomstandigheden dat toelaten, moet worden opgevoerd in het kader van individuele regionale mandaten.

Artikel 2

Eenmaal per jaar stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad op de hoogte van de verstrekte leningen en van de vooruitgang die geboekt is bij de in artikel 1, lid 3, bedoelde risicodeling; tegelijkertijd legt zij een beoordeling over van de werking van de regeling en van de coördinatie tussen de financiële instellingen die in het betrokken gebied werkzaam zijn. Hiertoe dient de EIB de dienstige informatie aan de Commissie toekomen.

Artikel 3

De EIB en de Commissie stellen de voorwaarden vast waarop de garantie wordt verleend.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.


(1) PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33.

(2) PB L 155 van 19.5.1998, blz. 53.

(3) PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54.

(4) SEC(96) 1131 van 26.6.1996.