Artikelen bij COM(1999)551 - Financiële bijdrage van de EG in de uitgaven van de lidstaten voor het verzamelen van gegevens, alsmede in de financiering van studies en modelprojecten ter ondersteuning van het gemeenschappelijk visserijbeleid - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1999)551 - Financiële bijdrage van de EG in de uitgaven van de lidstaten voor het verzamelen van gegevens, alsmede in de financiering ... |
---|---|
document | COM(1999)551 ![]() ![]() |
datum | 29 juni 2000 |
Inhoudsopgave
- Artikel 1
- TITEL I - Uitgaven op grond van het communautair kader voor het verzamelen en beheren van de essentiële gegevens voor het gemeenschappelijk visserijbeleid
- Artikel 2
- Artikel 3
- Artikel 4
- Artikel 5
- Artikel 6
- Artikel 7
- TITEL II - Studies en modelprojecten
- Artikel 8
- Titel III - Algemene bepalingen
- Artikel 9
- Artikel 10
- Artikel 11
Artikel 1
2. Met betrekking tot de acties waarvoor een financiële bijdrage wordt verleend, wordt een indicatieve financiële programmering voor de Gemeenschap voor de periode 2000-2005 vastgesteld. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit goedgekeurd met inachtneming van de financiële vooruitzichten.
TITEL I - Uitgaven op grond van het communautair kader voor het verzamelen en beheren van de essentiële gegevens voor het gemeenschappelijk visserijbeleid
Artikel 2
2. De bijstand van de Gemeenschap geldt voor subsidiabele uitgaven van de lidstaten tussen 1 januari 2000 en 31 december 2005. Alleen de in de bijlage genoemde uitgaven zijn subsidiabel.
Artikel 3
- 50 % van de subsidiabele overheidsuitgaven voor de communautaire minimumprogramma's als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. ../99 (Communautair kader voor het verzamelen en beheren van de essentiële gegevens voor het gemeenschappelijk visserijbeleid);
- 35 % van de subsidiabele extra overheidsuitgaven voor de uitgebreide communautaire programma's als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. ../99 (Communautair kader voor het verzamelen en beheren van de essentiële gegevens). Er kan echter alleen een financiële bijdrage voor de acties in het kader van het uitgebreide communautaire programma worden verleend voor zover de lidstaat aan alle voorwaarden betreffende het communautaire minimumprogramma voldoet, en de in het kader van deze beschikking beschikbaar gestelde jaarlijkse communautaire kredieten niet volledig zijn opgebruikt voor de financiële bijdrage voor het communautaire minimumprogramma.
Artikel 4
- een nationaal programma als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. ./99 (Communautair kader voor het verzamelen en beheren van de essentiële gegevens),
- een raming van de jaarlijkse uitgaven in de in artikel 2, lid 2, bedoelde periode waarvoor een financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt gevraagd.
2. Met ingang van het jaar 2001 dient iedere lidstaat jaarlijks en telkens uiterlijk op 31 mei bij de Commissie de volgende documenten in:
- een financieel verslag met enerzijds de geplande en anderzijds de feitelijke uitgaven in het vorige kalenderjaar,
- indien nodig, een bijgewerkte versie van het nationale programma als bedoeld in artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. ./99 (Communautair kader voor het verzamelen en beheren van de essentiële gegevens voor het gemeenschappelijk visserijbeleid) voor het lopende jaar en voor de volgende jaren.
3. Ieder jaar neemt de Commissie op basis van de door de lidstaten verstrekte gegevens een besluit over:
a. de subsidiabiliteit van de geplande uitgaven,
b. de hoogte van de financiële bijdrage van de Gemeenschap.
4. Een besluit van de Commissie tot toekenning van een financiële bijdrage geldt als een budgettaire betalingsverplichting.
Artikel 5
a. 50 % bij de goedkeuring van de steunaanvraag,
b. het saldo na toezending aan de Commissie van de jaarlijkse aanvraag om vergoeding van de uitgaven van de lidstaat en na aanvaarding door de Commissie van het in artikel 4, lid 2, bedoelde financieel verslag en het in lid 2 bedoelde technisch verslag .
2. De lidstaten presenteren voor ieder programmajaar uiterlijk op 31 mei volgend op dat jaar
- een voortgangsverslag waarin nauwkeurig wordt aangegeven in hoeverre de doelstellingen die bij het vaststellen van het minimumprogramma en het uitgebreide programma van de Gemeenschap zijn bepaald, zijn gerealiseerd,
- hun vergoedingsaanvraag met betrekking tot de in het vorige kalenderjaar gedane uitgaven, gestaafd met de nodige bewijsstukken.
3. Bij de indiening van een vergoedingsaanvraag doen de lidstaten het nodige om na te gaan en te certificeren dat,
- de acties en uitgaven in het kader van het in artikel 4, lid 3, bedoelde besluit van de Commissie corresponderen met het door de Commissie goedgekeurde programma,
- deze acties en uitgaven in overeenstemming zijn met de bij deze beschikking, in de bijlage, vastgestelde bepalingen,
- de regelgeving op het gebied van overheidsopdrachten bij het sluiten van de contracten in acht is genomen.
Artikel 6
2. De Commissie kan alle controles uitvoeren die zij nodig acht om te kunnen toezien op de inachtneming van de voorwaarden en de uitvoering van de taken die bij deze beschikking zijn opgelegd aan de lidstaten, die de door de Commissie voor die controles aangewezen vertegenwoordigers hun medewerking moeten verlenen.
Artikel 7
2. Aan de hand van dit verslag gaat de Commissie na of het nodig is deze beschikking aan te passen, dan wel de toepassing ervan te verbeteren.
TITEL II - Studies en modelprojecten
Artikel 8
2. Het kan gaan om :
a. studies en modelprojecten om de methodes voor het verzamelen van de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. .../99 (Communautair kader voor het verzamelen en beheren van de essentiële gegevens) bedoelde gegevens te optimaliseren en te standaardiseren,
b. proefprojecten voor het verzamelen van gegevens over de in artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. .../99 (Communautair kader voor het verzamelen en beheren van de essentiële gegevens) genoemde gebieden,
c. economische en bio-economische analyses en simulaties die verband houden met beslissingen die worden overwogen in het kader van het GVB en met de evaluatie van de effecten van het GVB,
d. analyse van het verband tussen vangstcapaciteit, visserij-inspanning en visserijmortaliteit,
e. verbetering van de controle op de toepassing van het GVB, met name uit het oogpunt van de kosten-batenverhouding;
f. evaluatie en regulering van de relatie tussen visserij en aquacultuur enerzijds en de aquatische ecosystemen anderzijds.
3. De studies en modelprojecten mogen geen betrekking hebben op acties die:
a. subsidiabel zijn op grond van het Vijfde Kaderprogramma voor Onderzoek,
b. binnen de werkingssfeer van titel I van deze beschikking vallen,
c. onder de artikelen 21 en 22 van Verordening (EG) nr. 1260/99 van de Raad houdende algemene bepalingen betreffende de Structuurfondsen vallen.
4. De Commissie publiceert jaarlijks de lijst van prioritaire thema's voor deze studies en modelprojecten.
5. Voor de financiële bijdrage van de Gemeenschap in de kosten van deze acties gelden de volgende maxima:
a. tot 50 % van de totale subsidiabele uitgaven voor de acties die na een oproep tot het indienen van voorstellen op gang worden gebracht. Universitaire instellingen en openbare onderzoeksinstellingen die volgens het nationaal recht waaronder zij vallen alleen marginale kosten in rekening kunnen brengen, kunnen voorstellen indienen die voorzien in financiering van maximaal 100 % van de marginale kosten van het project,
b. 100 % van de subsidiabele uitgaven voor de studies en modelprojecten die op initiatief van de Commissie en op een andere manier dan via een oproep tot het indienen van voorstellen op gang worden gebracht.
6. De totale financiële bijdrage voor de op grond van lid 2, onder c) tot en met f), uitgevoerde studies en modelprojecten mag niet meer bedragen dan [15 %] van de goedgekeurde jaarlijkse begrotingsmiddelen voor de in het kader van deze beschikking te financieren acties.
Titel III - Algemene bepalingen
Artikel 9
1. de uitgaven voor technische en administratieve bijstand die zowel in het belang is van de Commissie als van de begunstigden van de actie en die niet tot de gewone overheidstaken behoort, en welke uitgaven verband houden met de bepaling, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van de in de titels I en II van deze verordening bedoelde programma's en projecten;
2. de kosten van bekendmaking van de resultaten van de in de titels I en II van deze beschikking bedoelde nationale programma's, studies en modelprojecten.