Artikelen bij COM(1998)753 - Bijstand aan de Nieuwe Onafhankelijke Staten en Mongolië bij de economische hervormingen en het economisch herstel - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1998)753 - Bijstand aan de Nieuwe Onafhankelijke Staten en Mongolië bij de economische hervormingen en het economisch herstel. |
---|---|
document | COM(1998)753 ![]() ![]() |
datum | 29 december 1999 |
Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 2
2. Het programma is gebaseerd op de beginselen en doelstellingen die zijn neergelegd in de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten en de overeenkomsten inzake handel en economische samenwerking, in het kader waarvan de Europese Gemeenschap, haar lidstaten en de partnerstaten samenwerken ter ondersteuning van initiatieven van gemeenschappelijk belang.
3. In het kader van het programma wordt gestreefd naar maximale impact door concentratie op een beperkt aantal grootschalige initiatieven. De hierna genoemde indicatieve programma's en actieprogramma's hebben daarom betrekking op ten hoogste drie van de in bijlage II opgesomde in aanmerking komende samenwerkingsgebieden. Waar van toepassing wordt behalve aan deze drie gebieden tevens ondersteuning geboden voor nucleaire veiligheid. Bij de keuze van gebieden waarop de bijstand wordt geconcentreerd, worden de uiteenlopende behoeften en prioriteiten, als bedoeld in lid 4, in aanmerking genomen.
4. Bij de bijstand worden de uiteenlopende behoeften en prioriteiten van de voornaamste regio's waarop deze verordening van toepassing is in aanmerking genomen, met name de noodzaak om de democratie en de rechtsstaat te bevorderen. In de westelijke Nieuwe Onafhankelijke Staten en in de Kaukasus wordt bijzondere aandacht geschonken aan de totstandbrenging van een gunstig investeringsklimaat, de bevordering van regionale samenwerking en verbreding van de samenwerking in geheel Europa. Wat Rusland betreft wordt bijzondere aandacht geschonken aan versterking van de rechtsstaat, versterking van het economisch en financieel kader en bevordering van industriële samenwerking en partnerschap. Wat Centraal-Azië en Mongolië betreft wordt bijzondere aandacht geschonken aan versterking van de democratie en aan behoorlijk bestuur, ondersteuning van de opbouw van netwerken en stimulering van duurzame fundamentele economische hervormingen.
5. Het programma stimuleert de interstatelijke, interregionale en grensoverschrijdende samenwerking tussen partnerstaten onderling, tussen de partnerstaten en de Unie en tussen de partnerstaten en de Midden- en Oost-Europese landen.
De interstatelijke en interregionale samenwerking is in de eerste plaats bedoeld om de partnerstaten te helpen bij de identificatie en uitvoering van maatregelen die het best kunnen worden ondernomen op meerlandenbasis in plaats van op nationaal niveau, zoals het stiumuleren van netwerken, samenwerking op milieugebied en maatregelen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken.
De grensoverschrijdende samenwerking is in de eerste plaats bedoeld om: i) grensregio's te helpen hun specifieke ontwikkelingsproblemen op te lossen die het gevolg zijn van hun relatief isolement, ii) de koppeling van netwerken aan beide zijden van de grens, bijvoorbeeld grensovergangsfaciliteiten, te bevorderen, iii) het overgangsproces in de partnerstaten te versnellen door middel van samenwerking met grensregio's in de Europese Unie of in de Midden- en Oost-Europese landen, en iv) grensoverschrijdende milieurisico's en verontreiniging te verminderen.
6. Wat nucleaire veiligheid betreft concentreert het programma zich op drie prioriteiten: i) ondersteuning van de versterking van de nucleaire veiligheidscultuur en de toepassing van doeltreffende veiligheidsconrolemaatregelen, in het bijzonder door ondersteuning van de toezichthoudende autoriteiten; ii) bijdragen tot internationale initiatieven, zoals die welke in G7-verband tot stand komen; en iii) ondersteuning voor het beheer van afgewerkte splijtstof en kernafval, in het bijzonder in het noordwesten van Rusland. Ter plaatse uit te voeren bijstand aan veiligheidscultuur en know-how op het niveau van de installatie zelf, wordt waar nodig op korte termijn ten uitvoer gelegd.
7. Bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen wordt het oogmerk van bevordering van de stabiliteit door steun voor duurzame economische en sociale ontwikkeling en duurzame ontwikkeling op milieugebied in aanmerking genomen, en wordt rekening gehouden met de zich ontwikkelende behoeften, de absorptiecapaciteit en de vooruitgang in de richting van democratische en marktgerichte hervormingen in de partnerstaten.
TITEL I INDICATIEVE PROGRAMMA'S EN ACTIEPROGRAMMA'S
Artikel 3
2. De nationale programma's en meerlandenprogramma's omvatten indicatieve programma's en actieprogramma's.
3. Volgens de procedure van artikel 10 worden indicatieve programma's met een looptijd van drie tot vier jaar opgesteld. In deze programma's worden de belangrijkste doelstellingen en richtsnoeren van de communautaire bijstand op de in bijlage II opgesomde samenwerkingsgebieden omschreven; in de programma's kunnen tevens financiële ramingen zijn opgenomen. Voor de indicatieve programma's worden vastgesteld, bespreekt de Commissie met het in artikel 10 bedoelde comité de prioriteiten die in overleg met de partnerstaten zijn bepaald.
4. Ieder jaar of iedere twee jaar worden op basis van de in lid 3 bedoelde indicatieve programma's actieprogramma's vastgesteld volgens de procedure van artikel 10. Deze aciteprogramma's bevatten een lijst van de binnen de in bijlage II opgesomde samenwerkingsgebieden te financieren projecten. De inhoud van de programma's is zodanig gedetailleerd dat het in artikel 10 bedoelde comité in staat wordt gesteld advies uit te brengen.
5. Ten behoeve van in de nationale actieprogramma's opgenomen maatregelen wordt door de Commissie en iedere partnerstaat een financieringsmemorandum gesloten. Ten behoeve van dit memorandum wordt tussen de Gemeenschap en de partnerstaat een dialoog gevoerd waarin hun gemeenschappelijke belangen besproken worden, met name in het kader van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst.
6. Indien de omstandigheden zulks vereisen, kunnen de indicatieve programma's en actieprogramma's gedurende de toepassingsperiode volgens de procedure van artikel 10 worden gewijzigd.
7. In geval van een daadwerkelijke of dreigende ernstige politieke of economische crisis in een van de partnerstaten kan overeenkomstig de procedure van artikel 10 een speciaal steunprogramma worden vastgesteld.
Artikel 4
TITEL II - TE ONDERSTEUNEN MAATREGELEN
Artikel 5
- technische bijstand;
- samenwerkingsverbanden en industriële samenwerking op basis van partnerschap tussen openbare en particuliere organisaties in de Europese Unie en de partnerlanden;
- redelijke kosten voor te leveren goederen die voor de bijstand noodzakelijk zijn, per geval te besluiten. In bijzondere gevallen, zoals met betrekking tot nucleaire veiligheid, justitie en binnenlandse zaken en grensoverschrijdende samenwerking, kunnen leveringen een significant onderdeel van een programma vormen;
- investeringen en met investeringen verband houdende activiteiten. Technische bijstand om investeringen te stimuleren en te ondersteunen kan deel uitmaken van de bijstand. Ook financiering van investeringen is mogelijk, met name op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking, stimulering van het midden- en kleinbedrijf, milieu-infrastructuur en netwerken die voor de Gemeenschap van strategisch belang zijn, zoals omschreven in bijlage III.
2. In uitzonderlijke omstandigheden als omschreven in artikel 3, lid 7, zijn bijzondere steunprogramma's mogelijk ter dekking van uitgaven voor in te voeren goederen en plaatselijke uitgaven die voor de uitvoering van de projecten en programma's noodzakelijk zijn.
3. Onder de bijstand vallen ook kosten voor voorbereiding en uitvoering, audit en controle en evaluatie van het programma, alsmede kosten in verband met voorlichting.
4. De maatregelen kunnen waar dat nuttig is gedecentraliseerd worden uitgevoerd. De uiteindelijke begunstigden van de communautaire bijstand worden nauw betrokken bij de voorbereiding en de uitvoering van de projecten. Waar mogelijk geschieden identificatie en voorbereiding van de projecten rechtstreeks op regionaal en plaatselijk niveau.
5. Waar nuttig worden projecten gefaseerd uitgevoerd. Steun voor volgende fasen wordt uitsluitend verleend bij succes van de eerdere fasen.
6. Betrokkenheid van plaatselijke deskundigen bij de uitvoering van projecten wordt bevorderd.
TITEL III - FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 6
2. Ten hoogste 25 % van de jaarbegroting kan worden bestemd voor investeringsgerelateerde activiteiten als bedoeld in bijlage III. Ten hoogste 25 % van de jaarbegroting kan worden bestemd voor de in artikel 4 omschreven stimuleringsregeling.
Artikel 7
2. De Commissie houdt zich aan de beginselen van goed financieel beheer, met name de in het Financieel Reglement genoemde 'zuinigheid en kosteneffectiviteit'.
Artikel 8
2. In de financieringsbesluiten alsmede in alle daaruit voortvloeiende contracten wordt uitdrukkelijk voorzien in een zo nodig ter plaatse uit te oefenen controlebevoegdheid van de Commissie en de Rekenkamer.
Artikel 9
2. Cofinanciering van projecten door de partnerlanden wordt aangemoedigd.
3. Belastingen, rechten, heffingen en de aankoop van onroerende goederen zijn van communautaire financiering uitgesloten.
TITEL IV - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 10
2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp van de te nemen maatregelen voor. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité brengt advies uit met de in artikel 148, lid 2, van het EG-Verdrag bedoelde meerderheid. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.
3. De Commissie stelt maatregelen vast, die onmiddellijk van toepassing zijn. Zijn deze maatregelen echter niet in overeenstemming met het advies van het comité, dan worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. In dat geval kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten, tot ten hoogste één maand na deze kennisgeving uitstellen.
4. De Raad kan binnen de in lid 3 genoemde termijn met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een ander besluit nemen.
5. Het comité stelt zijn reglement van orde vast met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
6. De Commissie stelt het comité regelmatig op de hoogte door het verstrekken van specifieke, gedetailleerde informatie over de voor de tenuitvoerlegging van de projecten en programma's gesloten contracten.
7. Het Europees Parlement wordt van de tenuitvoerlegging van de programma's regelmatig op de hoogte gesteld.
8. De Commissie licht de Raad en het Europees Parlement in over alle speciale steunprogramma's die zij voorstelt overeenkomstig artikel 3, lid 7.
Artikel 11
Bovendien ziet de Commissie toe op coördinatie en samenwerking met de internationale financiële instellingen en andere donoren.
Artikel 12
Artikel 13
Dezelfde procedure is van toepassing in geval van niet-nakoming van de verplichtingen van de partnerstaten zoals die zijn neergelegd in de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten, indien de procedures voor de beslechting van geschillen waarin die overeenkomsten voorzien niet tot bevredigende resultaten leiden.
Artikel 14
Artikel 15
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
(1) PB L 154 van 4.7.1996, blz. 1
BIJLAGE I
PARTNERSTATEN BEDOELD IN ARTIKEL 1
Armenië
Azerbeidzjan
Wit-Rusland
Georgië
Kazachstan
Kirgizstan
Moldavië
Russische Federatie
Tadzjikistan
Turkmenistan
Oekraïne
Oezbekistan
Mongolië
BIJLAGE II
SAMENWERKINGSGEBIEDEN BEDOELD IN ARTIKEL 3, LID 3
1. Bevordering van democratie en rechtsstaat
- ontwikkeling van de rechtsstaat
- steun voor effectieve beleidsvorming
- hervorming van het openbaar bestuur op landelijk, regionaal en plaatselijk niveau
- steun voor uitvoerende en wetgevende lichamen (landelijk, regionaal en plaatselijk)
- steun voor justitie en binnenlandse zaken
- versterking van het juridische en regelgevingskader
- steun voor de tenuitvoerlegging van internationale verplichtingen
- steun voor de civiele samenleving
2. Steun voor de particuliere sector en bijstand voor economische ontwikkeling
- stimulering van het midden- en kleinbedrijf
- ontwikkeling van het bankwezen en financiële dienstverlening
- bevordering van het particulier ondernemerschap en van joint ventures
- industriële samenwerking, onder meer op het gebied van onderzoek
- privatisering
- herstructurering van ondernemingen
- bevordering van particuliere handel en investeringen
3. Steun voor het aanpakken van de sociale gevolgen van het overgangsproces
- hervorming van de stelsels voor gezondheidszorg, pensioenen, sociale bescherming en verzekering
- bijstand ter leniging van de sociale gevolgen van de herstructurering van het bedrijfsleven
- bijstand voor sociaal herstel
- ontwikkeling van dienstverlening voor werkzoekenden, onder meer herscholing
4. Ontwikkeling van infrastructuurnetwerken
- vervoersnetwerken
- telecommunicatienetwerken
- energiepijpleidingen en transmissienetwerken
- grensovergangen
5. Bevordering van milieubescherming
- ontwikkeling van duurzaam energiebeleid en duurzaam energiegebruik
- bevordering van de harmonisatie van milieunormen met die van de EU
- bevordering van het duurzaam gebruik en beheer van natuurlijke hulpbronnen, wat mede efficiënt energiegebruik en verbetering van de milieu-infrastructuur inhoudt
6. Ontwikkeling van de plattelandseconomie
- juridisch en regelgevingskader voor onder meer grondprivatisering
- verbetering van de toegang tot financiering; stimulering van opleiding
- verbetering van de distributie en de markttoegang
Waar van toepassing wordt ondersteuning geboden voor nucleaire veiligheid overeenkomstig de prioriteiten in artikel 2, lid 6.
BIJLAGE III
STIMULERING VAN INVESTERINGEN
Een aanzienlijk deel van het jaarbudget wordt gebruikt voor het stimuleren van investeringen. Deze bijstand wordt verleend in de vorm van:
- technische bijstand voor de totstandbrenging van de vereiste randvoorwaarden;
- technische bijstand ter stimulering en ondersteuning van investeringen, vóór of tijdens de investering;
- cofinanciering met andere investeringsbronnen, of bij uitzondering financiering alleen.
De financiering van investeringen moet beperkt blijven en is alleen mogelijk wanneer aan de volgende criteria wordt voldaan:
- er is sprake van een multiplicatoreffect, d.w.z. dat de bijstand van de Gemeenschap wordt aangevuld met investeringen uit andere bronnen;
- de bijstand van de Gemeenschap stimuleert investeringen die anders niet zouden zijn gedaan;
- het betreft een terrein dat voor de Gemeenschap van strategisch belang is.
Prioritaire sectoren voor de financiering van investeringen zijn onder meer: grensoverschrijdende samenwerking, grensinfrastructuur, stimulering van het midden- en kleinbedrijf, milieu-infrastructuur en netwerken.