Artikelen bij COM(1999)124 - Ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1999)124 - Ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika. |
---|---|
document | COM(1999)124 ![]() ![]() |
datum | 29 juni 2000 |
Inhoudsopgave
- Artikel 1 - Doelstellingen
- Artikel 2 - Samenwerkingsterreinen
- Artikel 3 - In aanmerking komende samenwerkingspartners
- Artikel 4 - Middelen, aard van de uitgaven, informatie over het programma en coördinatie
- Artikel 5 - Vorm van financiële steun
- Artikel 6 - Programmering
- Artikel 7 - Procedures
- Artikel 8 - Comitology
- Artikel 9 - Toezicht en evaluatie
- Artikel 10 - Jaarlijkse kredieten
- Artikel 11 - Duur
Artikel 1 - Doelstellingen
Het communautaire samenwerkingsprogramma, getiteld 'Europees programma voor de wederopbouw en ontwikkeling in Zuid-Afrika', heeft ten doel bij te dragen tot de duurzame en harmonische economische en sociale ontwikkeling en de integratie in de wereldeconomie van dat land en de grondslagen voor een democratische samenleving en een rechtsstaat waar de mensenrechten en de fundamentele vrijheden volledig geëerbiedigd worden, te consolideren.
In dit kader geeft de Gemeenschap prioriteit aan steun voor activiteiten die een bijdrage leveren aan de bestrijding van de armoede.
Artikel 2 - Samenwerkingsterreinen
- steun voor beleid, instrumenten en programma's die gericht zijn op de geleidelijke integratie van de Zuid-Afrikaanse economie in de wereldeconomie en -handel, het creëren van werkgelegenheid, de ontwikkeling van de particuliere sector, regionale samenwerking en integratie. In laatstgenoemde context wordt bijzondere aandacht geschonken aan ondersteuning van de inspanningen met het oog op aanpassing aan de in de regio ingestelde vrijhandelszone in het kader van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking, met name in de SACU. Ook kan de bevordering van samenwerking tussen bedrijven uit de Europese Unie en Zuid-Afrika op basis van wederzijds algemeen belang worden overwogen;
- verbetering van de levensomstandigheden en sociale basisdienstverlening;
- steun voor democratisering, bescherming van mensenrechten, goed openbaar bestuur, versterking van lokale overheden en maatschappelijke betrokkenheid bij het ontwikkelingsproces.
Dialoog en partnerschap tussen de overheid en de niet-gouvernementele ontwikkelingspartners en -actoren wordt bevorderd.
De programma's zijn gericht op armoedebestrijding, houden rekening met de behoeften van voorheen achtergestelde gemeenschappen, en weerspiegelen de gender- en milieudimensies van ontwikkeling.
Artikel 3 - In aanmerking komende samenwerkingspartners
Artikel 4 - Middelen, aard van de uitgaven, informatie over het programma en coördinatie
2. De communautaire financiering, in deviezen of plaatselijke valuta, afhankelijk van de aard en van hetgeen voor de uitvoering van de samenwerking nodig is, kan betrekking hebben op:
- begrotingsuitgaven van de regering ter ondersteuning van hervormingen en beleidsuitvoering in de in een beleidsdialoog vastgestelde prioritaire sectoren, in de vorm van directe sectoriële begrotingssteun;
- investeringen en uitrusting;
- in bepaalde gevallen, en met name wanneer een programma wordt uitgevoerd door een NGO, terugkerende uitgaven (waaronder huishoudelijke, operationele en onderhoudskosten), rekening houdend met het feit dat het programma zo veel mogelijk gericht moet zijn op duurzaamheid op de lange termijn.
Een deel van de financiering kan op een gerichte manier (bijv. beginnende ondernemers) worden gekanaliseerd in de vorm van risicokapitaal of rentesubsidie op leningen van de Europese Investeringsbank.
3. In principe is voor elke samenwerkingsactie een financiële bijdrage van de in artikel 3 bedoelde partners vereist. Deze bijdrage wordt gevraagd binnen de grenzen van de mogelijkheden van de betrokken partners en naar gelang van de aard van elke actie. De bijdrage kan in natura zijn. In specifieke gevallen en wanneer de partner een niet-gouvernementele organisatie is of een organisatie op gemeenschapsbasis, is de bijdrage mogelijk niet vereist.
4. De Commissie treft alle nodige maatregelen om bekendheid te geven aan de communautaire herkomst van de steun die uit hoofde van deze verordening wordt gegeven.
5. Er kan gezocht worden naar mogelijkheden voor eventuele co-financiering met andere geldverschaffers, met name de lidstaten.
6. Om de doelstellingen van cohesie en complementariteit, als bedoeld in het Verdrag, te verwezenlijken en om optimale doeltreffendheid van de steun te garanderen, kan de Commissie alle noodzakelijke coördinatiemaatregelen nemen, met name: a) het instellen van een systeem van regelmatige informatie-uitwisseling over de acties waarvan financiering door de Gemeenschap en de lidstaten plaatsvindt of wordt overwogen; b) coördinatie daar waar de acties worden uitgevoerd, door middel van regelmatige bijeenkomsten en informatie-uitwisseling tussen de vertegenwoordigers van de Commissie en de lidstaten in het begunstigde land.
7. De Commissie kan in contact met de lidstaten alle nodige initiatieven nemen om te zorgen voor een goede coördinatie met de andere betrokken donoren.
Artikel 5 - Vorm van financiële steun
Artikel 6 - Programmering
2. Om de programmering voor te bereiden stelt de Commissie in het kader van een geïntensiveerde coördinatie met de lidstaten, met inbegrip van coördinatie ter plaatse, een overzichtsdocument over de samenwerkingsstrategie (Strategiedocument) op dat door het in artikel 8 bedoeld comité, hierna 'het comité' te noemen, zal worden behandeld. Dit strategiedocument incorporeert de meest recente evaluaties van in het kader van Verordening 2259/96 gefinancierde operaties en andere regelmatige evaluaties van operaties in het kader van van deze verordening. Dit document wordt op verzoek van de Commissie of van een of meer leden van het Comité besproken. In dat geval geeft het Comité, wanneer het niet mogelijk zou blijken de wenselijke consensus over het strategiedocument te bereiken, zijn advies volgens de in artikel 8 bedoelde procedure.
3. De Commissie zendt het Comité ter informatie een door de Commissie en de Zuid-Afrikaanse regering te ondertekenen driejaarlijks indicatiefprogramma dat is opgesteld op basis van dat onderzoek. Eens per jaar wordt van gedachten gewisseld op basis van een uiteenzetting door een vertegenwoordiger van de Commissie betreffende de algemene richtsnoeren voor de in het komende jaar uit te voeren activiteiten.
Artikel 7 - Procedures
2. In het specifieke geval van de bijdrage van het EPRD aan door het EOF gefinancierde regionale programma's in het SADC-gebied, kan deze bijdrage worden gebruikt overeenkomstig de modaliteiten van de overeenkomst van Lomé, mits de bepalingen van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen gerespecteerd wordt.
3. Om te zorgen voor transparantie en de verwezenlijking van de in artikel 4, lid 6, genoemde doelstellingen, doet de Commissie de lidstaten en hun vertegenwoordigers ter plaatse korte beschrijvingen van de projecten toekomen zodra het besluit is genomen een bepaald project te onderzoeken. Vervolgens werkt de Commissie deze beschrijvingen bij en zendt deze aan de lidstaten.
4. Elke krachtens deze verordening gesloten financieringsovereenkomst of elk krachtens deze verordening gesloten financieringscontract voorziet er met name in dat de Commissie en de Rekenkamer controles ter plaatse kunnen uitvoeren op de gebruikelijke wijzen, vastgesteld door de Commissie in het kader van de geldende bepalingen, met name die van de Financiële Reglementen van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.
Daarnaast kan de Commissie controles en inspecties ter plaatse uitvoeren overeenkomstig Verordening nr. 2185/96.
De maatregelen van de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 8 zorgen voor adequate bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschap overeenkomstig Verordening nr. 2988/95.
5. Voor zover de acties leiden tot financieringsovereenkomsten tussen de Gemeenschap en Zuid-Afrika, wordt daarin bepaald dat de betaling van belastingen, rechten en lasten niet door de Gemeenschap wordt gefinancierd.
6. De deelneming aan aanbestedingen en opdrachten staat onder gelijke voorwaarden open voor alle natuurlijke en rechtspersonen van de lidstaten, Zuid-Afrika en de ACS-Staten. Zij kan in naar behoren gemotiveerde gevallen en om de beste kosten/baten-verhouding tot stand te brengen, worden uitgebreid tot derde landen.
7. De leveringen zijn van oorsprong uit de lidstaten van de Europese Gemeenschap, Zuid-Afrika, of de andere ACS-Staten. In naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke gevallen kunnen de leveringen hun oorsprong in andere landen vinden.
8. Tenzij in deze verordening anders is bepaald worden contracten door de Zuid-Afrikaanse regering ondertekend. Daarnaast worden contracten die niet onder een financieringsovereenkomst vallen gesloten door de Commissie.
Overeenkomstig artikel 111 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen worden betalingen gedaan via een plaatselijke betalingsgemachtigde die in overleg tussen de Zuid-Afrikaanse autoriteiten en de Commissie zal worden aangesteld, en die bankrekeningen in plaatselijke valuta en in Euro zal openen. De betalingsgemachtigde dient een volledige boekhouding bij te houden van de verrichtingen op deze rekeningen en deze beschikbaar te stellen voor controle door de Commissie en de Rekenkamer.
Overeenkomstig artikel 109 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen kan een nationale ordonnateur worden aangesteld.
Artikel 8 - Comitology
2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij de stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.
De Commissie neemt maatregelen die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité, worden zij terstond door de Commissie aan de Raad meegedeeld. In dat geval kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij had besloten uitstellen met een periode van niet langer een maand na de datum van deze mededeling.
De Raad kan met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen binnen de in voorgaande alinea genoemde termijn een andersluidend besluit nemen.
3. In afwijking van het bepaalde in bovenstaand lid 2 brengt het comité voor financieringsbesluiten betreffende een actie waarvan de kosten meer dan 5 miljoen Euro en minder dan 25 miljoen Euro bedragen, of een wijziging van een dergelijke actie die leidt tot een overschrijding van het oorspronkelijk overeengekomen bedrag met meer dan 20 %, en voorstellen voor ingrijpende wijzigingen in de uitvoering van een project waarvoor reeds een betalingsverplichting is aangegaan, binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie, advies uit over dit ontwerp, zo nodig door middel van een stemming. Het advies wordt in de notulen opgenomen; bovendien kan elke Lidstaat verzoeken zijn standpunt in de notulen te vermelden.
De Commissie houdt terdege rekening met het advies dat het comité heeft uitgebracht. Zij stelt het comité in kennis van de wijze waarop zij dit advies in acht heeft genomen.
4. De Commissie stelt het comité op beknopte wijze in kennis van de financieringsbesluiten die zij voornemens is te nemen betreffende projecten en programma's met een waarde van minder dan 5 miljoen Euro. Deze inkennisstelling vindt uiterlijk een week voordat het besluit wordt genomen plaats.
5. Wanneer de in de bovenstaand lid 3 bedoelde overschrijding groter is dan 5 miljoen Euro, maar minder bedraagt dan 20 % van het oorspronkelijk uitgetrokken bedrag, wordt het comité volgens vereenvoudigde en versnelde procedures om een advies verzocht.
6. Met betrekking tot programma's die door het comité zijn goedgekeurd en die worden gefinancierd in tranches die betrekking hebben op meer dan een financieel jaar, neemt de Commissie jaarlijks opeenvolgende financieringsbesluiten, zonder overschrijding van de vastgestelde maximale uitgave voor het goedgekeurde programma en binnen de beperkingen van de door de begrotingsautoriteit beschikbaar gestelde financiële middelen, zonder verdere kennisgeving aan het comité.
Artikel 9 - Toezicht en evaluatie
Daarnaast bewaakt de Commissie de voortgang aan de hand van de doelstellingen van elke actie in termen van resultaten en uitkomsten met gebruik van objectief verifieerbare indicatoren.
De Commissie evalueert regelmatig de door de Gemeenschap gefinancierde acties om vast te stellen of de met deze acties beoogde doelstellingen verwezenlijkt zijn en om richtsnoeren te kunnen geven voor de verbetering van de doeltreffendheid van toekomstige acties. Samenvattingen van de evaluatieverslagen worden aan de lidstaten toegezonden. De volledige verslagen worden desgevraagd ter beschikking van de lidstaten gesteld.
Uiterlijk 31 oktober 2003 en achttien maanden voor het verstrijken van deze verordening legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een algemene evaluatie voor van de door de Gemeenschap krachtens deze verordening gefinancierde acties die het driejarig programma 2000-2002 vormen, eventueel vergezeld van voorstellen voor wijzigingen, en in dit laatste geval van suggesties voor de toekomst van de verordening.
Artikel 10 - Jaarlijkse kredieten
Elk jaar stelt de begrotingsautoriteit een bovengrens vast binnen de jaarlijkse kredieten voor door de Commissie te sluiten contracten voor technische bijstand voor de uitvoering van gemeenschappelijke acties tot wederzijds voordeel van de Europese Gemeenschappen en de begunstigde.
Artikel 11 - Duur
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lidstaat.