Artikelen bij COM(1994)232 - Gevallen waarin vrijstelling van rechten bij invoer of bij uitvoer wordt verleend - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1994)232 - Gevallen waarin vrijstelling van rechten bij invoer of bij uitvoer wordt verleend. |
---|---|
document | COM(1994)232 ![]() ![]() |
datum | 8 juni 1994 |
Inhoudsopgave
- Artikel 1
- DEEL I - VRIJSTELLING VAN RECHTEN BIJ INVOER
- TITEL I - DEFINITIES
- Artikel 2
- TITEL II - GOEDEREN MET TE VERWAARLOZEN WAARDE
- Artikel 3
- TITEL III - INVOER VAN PERSOONLIJKE GOEDEREN DOOR PARTICULIEREN
- Hoofdstuk I - Gebruikte persoonlijke goederen toebehorend aan natuurlijke personen die hun normale verblijfplaats van een derde land naar het douanegebied van de Gemeenschap overbrengen
- Artikel 4
- Artikel 5
- Artikel 6
- Artikel 7
- Artikel 8
- Artikel 9
- Artikel 10
- Artikel 11
- Hoofdstuk II - Goederen die worden ingevoerd ter gelegenheid van een huwelijk
- Artikel 12
- Artikel 13
- Artikel 14
- Hoofdstuk III - Persoonlijke goederen verkregen in het kader van een erfopvolging
- Artikel 15
- Artikel 16
- Artikel 17
- Artikel 18
- Hoofdstuk IV - Gebruikte huishoudelijke voorwerpen bestemd voor de inrichting van een tweede woning
- Artikel 19
- Artikel 20
- Artikel 21
- Artikel 22
- Hoofdstuk V - Studiebenodigdheden en andere benodigdheden voor scholieren en studenten
- Artikel 23
- Artikel 24
- Hoofdstuk VI - Gebruikte huishoudelijke voorwerpen die worden ingevoerd na een tijdelijk verblijf buiten het douanegebied van de Gemeenschap
- Artikel 25
- Artikel 26
- Artikel 27
- TITEL IV - ANDERE INVOER DOOR PARTICULIEREN
- Hoofdstuk I - Zendingen van particulieren aan particulieren en goederen die door reizigers worden ingevoerd
- Artikel 28
- Artikel 29
- Artikel 30
- Artikel 31
- Artikel 32
- Artikel 33
- Artikel 34
- Artikel 35
- Hoofdstuk II - Als eerbewijs verleende onderscheidingen en beloningen
- Artikel 36
- Hoofdstuk III - Geschenken ontvangen in het kader van internationale betrekkingen
- Artikel 37
- Artikel 38
- Artikel 39
- Hoofdstuk IV - Goederen bestemd om door vorsten of staatshoofden te worden gebruikt
- Artikel 40
- Artikel 41
- Artikel 42
- Artikel 43
- Artikel 44
- Artikel 45
- Artikel 46
- Artikel 47
- Artikel 48
- Artikel 49
- Artikel 50
- Hoofdstuk II - Instrumenten en apparaten bestemd voor medisch onderzoek, medische diagnose of behandeling
- Artikel 51
- Artikel 52
- Hoofdstuk III - Proefdieren en voor onderzoek bestemde biologische of chemische stoffen
- Artikel 53
- Hoofdstuk IV - Therapeutische stoffen van menselijke oorsprong en testsera voor de vaststelling van bloed- en weefselgroepen
- Artikel 54
- Artikel 55
- Artikel 56
- Hoofdstuk V - Referentiestoffen voor de kwaliteitscontrole van geneesmiddelen
- Artikel 57
- Hoofdstuk VI - Farmaceutische produkten gebruikt ter gelegenheid van internationale sportevenementen
- Artikel 58
- Hoofdstuk VII - Goederen die voor algemene doeleinden worden ingevoerd
- Artikel 59
- Artikel 60
- Artikel 61
- Artikel 62
- Hoofdstuk VIII - Artikelen voor gehandicapten
- Artikel 63
- Artikel 64
- Artikel 65
- Hoofdstuk IX - Artikelen bestemd voor de slachtoffers van rampen
- Artikel 66
- Artikel 67
- Artikel 68
- Artikel 69
- Artikel 70
- Artikel 71
- TITEL VI - INVOER IN VERBAND MET DE UITOEFENING VAN EEN COMMERCIËLE ACTIVITEIT
- Hoofdstuk I - Investeringsgoederen en andere uitrusting die bij een overbrenging van activiteiten worden ingevoerd
- Artikel 72
- Artikel 73
- Artikel 74
- Artikel 75
- Artikel 76
- Artikel 77
- Artikel 78
- Hoofdstuk II - Produkten die door landbouwers uit de Gemeenschap zijn verkregen op in een derde land gelegen landerijen
- Artikel 79
- Artikel 80
- Artikel 81
- Artikel 82
- Hoofdstuk III - Zaaigoed, meststoffen en produkten voor de behandeling van bodem en gewassen die door landbouwers uit derde landen worden ingevoerd om te worden gebruikt op aan deze landen grenzende landerijen
- Artikel 83
- Artikel 84
- Hoofdstuk IV - Voor handelsbevordering ingevoerde goederen
- Artikel 85
- Artikel 86
- Artikel 87
- Artikel 88
- Artikel 89
- Artikel 90
- Artikel 91
- Artikel 92
- Artikel 93
- Hoofdstuk V - Goederen die worden ingevoerd met het oog op onderzoek, analyses of proefnemingen
- Artikel 94
- Artikel 95
- Artikel 96
- Artikel 97
- TITEL VII - INVOER VAN GOEDEREN DIE NOODZAKELIJK ZIJN BIJ HET VERVOER
- Hoofdstuk I - Hulpmateriaal voor de stuwing en bescherming van goederen tijdens het vervoer
- Artikel 98
- Hoofdstuk II - Strooisel, foerage en voedermiddelen voor dieren tijdens hun transport
- Artikel 99
- Hoofdstuk III - Brandstoffen en smeermiddelen in voertuigen en in containers voor speciale doeleinden
- Artikel 100
- Artikel 101
- Artikel 102
- TITEL VIII - INVOER VAN DOCUMENTATIEMATERIAAL
- Hoofdstuk I - Zendingen voor instellingen die bevoegd zijn ter zake van de bescherming van auteursrechten of de industriële of commerciële eigendom
- Artikel 103
- Hoofdstuk II - Toeristisch reclamemateriaal
- Artikel 104
- Hoofdstuk III - Diverse bescheiden en voorwerpen zonder handelswaarde
- Artikel 105
- TITEL IX - INVOER VAN ROUWARTIKELEN
- Hoofdstuk I - Materiaal voor aanleg, onderhoud of versiering van gedenktekens of begraafplaatsen van oorlogsslachtoffers
- Artikel 106
- Hoofdstuk II - Lijkkisten, lijkurnen en grafornamenten
- Artikel 107
- DEEL II - VRIJSTELLING VAN RECHTEN BIJ UITVOER
- TITEL I - GOEDEREN MET TE VERWAARLOZEN WAARDE
- Artikel 108
- TITEL II - UITVOER IN VERBAND MET DE UITOEFENING VAN EEN COMMERCIËLE ACTIVITEIT
- Hoofdstuk I - Huisdieren uitgevoerd ter gelegenheid van de overbrenging van een landbouwbedrijf van het douanegebied van de Gemeenschap naar een derde land
- Artikel 109
- Hoofdstuk II - Produkten die door landbouwers zijn verkregen op in het douanegebied van de Gemeenschap gelegen landerijen
- Artikel 110
- Artikel 111
- Artikel 112
- Hoofdstuk III - Zaaigoed dat door landbouwers wordt uitgevoerd om te worden gebruikt op in derde landen gelegen landerijen
- Artikel 113
- Artikel 114
- TITEL III - FOERAGE EN VOEDERMIDDELEN VOOR DIEREN TIJDENS DE UITVOER
- Artikel 115
- DEEL III - ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN
- TITEL I - ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR HET VERKRIJGEN VAN VRIJSTELLING
- Artikel 116
- Artikel 117
- Artikel 118
- TITEL II - ANDERE ALGEMENE BEPALINGEN
- Artikel 119
- Artikel 120
- Artikel 121
- Artikel 122
- TITEL III - SLOTBEPALINGEN
- Artikel 123
- Artikel 124
Artikel 1
DEEL I - VRIJSTELLING VAN RECHTEN BIJ INVOER
TITEL I - DEFINITIES
Artikel 2
a) 'persoonlijke goederen': goederen bestemd voor persoonlijk gebruik door de betrokkenen of voor hun huishouding.
Persoonlijke goederen zijn met name:
- huishoudelijke voorwerpen;
- vervoermiddelen voor particulier gebruik, d.w.z. fietsen en motorfietsen, personenwagens en aanhangwagens, kampeerwagens, pleziervaartuigen en sportvliegtuigen;
- huishoudelijke voorraden die overeenkomen met een normaal gezinsverbruik;
- kleine huisdieren en rijdieren en draagbare instrumenten voor kunsten en ambachten die de betrokkene nodig heeft voor de uitoefening van zijn beroep.
De invoer van persoonlijke goederen mag, door aard of hoeveelheid, niet op commerciële oogmerken wijzen;
b) 'huishoudelijke voorwerpen': persoonlijke voorwerpen, huishoudlinnen en voorwerpen voor meubilering of uitrusting bestemd voor persoonlijk gebruik door de betrokkenen of voor hun huishouding;
c) 'bedrijfsvoertuigen': alle motorvoertuigen voor wegvervoer (met inbegrip van trekkers, al dan niet met aanhangwagens) die door bouwtype en uitrusting geschikt zijn voor het vervoer, onder bezwarende titel of om niet, hetzij van goederen, hetzij van tien of meer personen (met inbegrip van de bestuurder), alsmede alle wegvoertuigen voor bijzondere doeleinden, andere dan die welke in hoofdzaak bestemd zijn voor het vervoer van personen of goederen;
d) 'personenvoertuigen': personenwagens en andere voertuigen die in hoofdzaak bestemd zijn voor het vervoer van minder dan tien personen (met inbegrip van de bestuurder), alsmede automobielen van het type 'break' en wedstrijdautomobielen;
e) 'alcohol en alcoholhoudende dranken en tabaksprodukten': produkten die onder de posten 2203 tot en met 2208 respectievelijk 2401 tot en met 2403 van de gecombineerde nomenclatuur worden ingedeeld;
f) 'draagbare instrumenten en apparaten': instrumenten en apparaten die zo zijn gebouwd dat zij met de hand kunnen worden vervoerd of die voorzien zijn van mechanismen waardoor zij gemakkelijk met de hand kunnen worden vervoerd;
g) 'persoonlijk en particulier gebruik': gebruik voor andere dan beroepsdoeleinden of commerciële doeleinden, hoofdzakelijk om te voldoen aan de behoeften van het huishouden of van het privéleven;
h) 'normale verblijfplaats': de plaats waar een persoon gewoonlijk verblijft, dat wil zeggen gedurende ten minste 185 dagen per kalenderjaar, hetzij wegens persoonlijke en beroepsmatige banden, hetzij, wanneer het een persoon zonder beroepsmatige banden betreft, wegens nauwe banden tussen die persoon en de plaats waar hij woont.
De normale verblijfplaats van een persoon die beroepsmatige banden heeft in een andere plaats dan die waar hij zijn persoonlijke banden heeft en die, uit dien hoofde, beurtelings in verschillende plaatsen verblijft waarvan de een binnen en de ander buiten het douanegebied van de Gemeenschap is gelegen, wordt evenwel geacht de plaats te zijn waar hij zijn persoonlijke banden heeft, mits hij regelmatig naar deze plaats terugkeert. Deze laatste voorwaarde behoeft niet te zijn vervuld wanneer de betrokkene in het douanegebied van de Gemeenschap verblijf houdt voor het uitvoeren van een opdracht van bepaalde duur. Het volgen van de lessen aan een universiteit of school houdt geen overbrenging van de normale verblijfsplaats in;
i) 'douanewaarde': de waarde van de goederen als bedoeld in de artikelen 28 tot en met 36 van het Wetboek;
j) 'intrinsieke waarde': de waarde van de goederen als zodanig, met uitsluiting van de kosten van vervoer en verzekering, zoals deze door de douane-autoriteiten kan worden vastgesteld, hetzij aan de hand van enig bescheid of document, hetzij op grond van hun ervaring.
Tenzij anders vermeld, wordt in deze verordening steeds de intrinsieke waarde bedoeld;
k) 'wetenschappelijk onderzoek': experimenten en observaties ter verbetering van de kennis op alle gebieden van wetenschap (wiskunde, natuurkunde, geneeskunde, scheikunde, biologie, geologie, meteorologie enz.);
l) 'invoer voor niet-commerciële doeleinden': invoer van goederen voor onderwijs of wetenschappelijk onderzoek waarbij door de betrokken instelling geen enkel winstoogmerk wordt nagestreefd.
2. Behoudends andersluidende bepalingen worden voor de toepassing van het eerste deel van deze verordening onder derde landen eveneens de delen van het grondgebied van de Lid-Staten verstaan die op grond van artikel 3, lid 1, van het Wetboek van het douanegebied van de Gemeenschap zijn uitgesloten.
TITEL II - GOEDEREN MET TE VERWAARLOZEN WAARDE
Artikel 3
Onder 'goederen met te verwaarlozen waarde' wordt verstaan goederen waarvan de intrinsieke waarde niet meer dan 45 ecu per zending bedraagt.
2. De vrijstelling is niet van toepassing op:
a) alcohol en alcoholhoudende dranken;
b) tabaksprodukten.
TITEL III - INVOER VAN PERSOONLIJKE GOEDEREN DOOR PARTICULIEREN
Hoofdstuk I - Gebruikte persoonlijke goederen toebehorend aan natuurlijke personen die hun normale verblijfplaats van een derde land naar het douanegebied van de Gemeenschap overbrengen
Artikel 4
Artikel 5
a) behoudens in door de omstandigheden gerechtvaardigde bijzondere gevallen, in het derde land van herkomst in het bezit waren van de betrokkene en door hem persoonlijk zijn gebruikt.
Vervoermiddelen voor persoonlijk gebruik moeten door de betrokkene in zijn voormalige normale verblijfplaats ten minste zes maanden zijn gebruikt vóór de datum waarop hij zijn verblijfplaats overbrengt;
b) bestemd zijn om in de nieuwe verblijfplaats binnen het douanegebied van de Gemeenschap voor hetzelfde doel te worden gebruikt.
2. a) Motorvoertuigen die met vrijstelling van rechten zijn ingevoerd, mogen gedurende een periode van twaalf maanden nadat de desbetreffende aangifte voor het vrije verkeer is aanvaard, niet worden uitgeleend, verpand, verhuurd of overgedragen, noch onder bezwarende titel noch om niet, zonder dat de douane-autoriteiten hiervan vooraf in kennis worden gesteld.
b) Wordt het betrokken motorvoertuig voor het verstrijken van de onder a) genoemde termijn uitgeleend, verpand, verhuurd of overgedragen, dan zijn de rechten bij invoer verschuldigd die op de dag van deze uitlening, verpanding, verhuring of overdracht van toepassing zijn, volgens de tariefindeling en de douanewaarde die op die dag door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
Artikel 6
2. De douane-autoriteiten kunnen evenwel afwijkingen van het bepaalde in lid 1 toestaan, mits
a) de betrokkene klaarblijkelijk voornemens was gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden buiten het douanegebied van de Gemeenschap te verblijven;
b) de betrokkene zijn verblijfplaats naar de Gemeenschap overbrengt gedurende of na een voorlopig verblijf in de Gemeenschap, mits hij vóór dit voorlopige verblijf gedurende ten minste twaalf opeenvolgende maanden buiten het douanegebied van de Gemeenschap heeft verbleven.
Artikel 7
a) alcohol en alcoholhoudende dranken;
b) tabaksprodukten;
c) bedrijfsvoertuigen en andere commerciële vervoermiddelen;
d) materieel voor beroepsdoeleinden, ander dan draagbare instrumenten en apparaten.
Artikel 8
Persoonlijke goederen mogen binnen de in de vorige alinea bedoelde termijn in gedeelten in het vrije verkeer worden gebracht.
Artikel 9
2. Indien lid 1 toepassing vindt, wordt de in artikel 5, lid 1, onder a), bedoelde termijn berekend vanaf de datum waarop de persoonlijke goederen het douanegebied van de Gemeenschap zijn binnengebracht.
Artikel 10
2. Bij de invoer met vrijstelling van rechten van de in lid 1 bedoelde persoonlijke goederen zijn de in de artikelen 4 tot en met 8 genoemde voorwaarden van toepassing, met dien verstande dat de in artikel 5, lid 1, onder a), genoemde termijn wordt berekend vanaf de datum waarop de persoonlijke goederen het douanegebied van de Gemeenschap zijn binnengebracht.
3. De invoer met vrijstelling van rechten is bovendien afhankelijk van de voorwaarde dat de betrokkene zich ertoe verbindt zijn normale verblijfplaats daadwerkelijk in het douanegebied van de Gemeenschap te vestigen binnen een periode die met inachtneming van de omstandigheden door de douane-autoriteiten wordt vastgesteld. Deze kunnen eisen dat in verband met deze verbintenis zekerheid wordt gesteld, waarvan zij de vorm en het bedrag vaststellen.
Artikel 11
Hoofdstuk II - Goederen die worden ingevoerd ter gelegenheid van een huwelijk
Artikel 12
1. huishoudelijke voorwerpen, ook indien nieuw, welke toebehoren aan een persoon die zijn normale verblijfplaats van een derde land naar het douanegebied van de Gemeenschap overbrengt ter gelegenheid van zijn huwelijk;
2. geschenken die gewoonlijk ter gelegenheid van een huwelijk worden aangeboden aan een persoon die aan de voorwaarden van lid 1 voldoet door personen die hun normale verblijfplaats in een derde land hebben. De waarde van elk geschenk dat met vrijstelling van rechten kan worden ingevoerd, mag evenwel niet meer dan 1 400 ecu bedragen.
Artikel 13
a) sedert ten minste twaalf opeenvolgende maanden vóór het overbrengen van hun normale verblijfplaats deze verblijfplaats buiten het douanegebied van de Gemeenschap hebben gehad. Afwijkingen van deze regel kunnen worden toegestaan op voorwaarde dat de betrokkene klaarblijkelijk voornemens was
- gedurende ten minste twaalf maanden buiten het douanegebied van de Gemeenschap te verblijven;
- vóór het besluit te trouwen slechts tijdelijk in het douanegebied van de Gemeenschap te verblijven, mits hij vóór dit tijdelijke verblijf gedurende ten minste twaalf opeenvolgende maanden buiten het douanegebied van de Gemeenschap heeft verbleven;
b) het bewijs van het huwelijk leveren.
Artikel 14
- ten vroegste twee maanden voor de datum die voor het huwelijk is vastgesteld. In dit geval kan aan de vrijstelling de voorwaarde worden verbonden dat een passende zekerheid wordt gesteld, waarvan de vorm en het bedrag door de douane-autoriteiten worden vastgesteld, en
- uiterlijk vier maanden na de datum van het huwelijk.
2. De in artikel 12 bedoelde goederen mogen, binnen de in lid 1 van dit artikel bedoelde termijn, in gedeelten in het vrije verkeer worden gebracht.
Hoofdstuk III - Persoonlijke goederen verkregen in het kader van een erfopvolging
Artikel 15
2. In de zin van lid 1 worden onder 'persoonlijke goederen' verstaan alle in artikel 2, lid 1, onder a), bedoelde goederen die de erfenis van de overledene vormen.
Artikel 16
a) bedrijfsvoertuigen;
b) materieel voor beroepsdoeleinden, ander dan de draagbare instrumenten en apparaten die de overledene bij de uitoefening van zijn beroep heeft gebruikt;
c) voorraden grondstoffen, eindprodukten of halffabrikaten;
d) vee en voorraden landbouwprodukten die de met een normaal gezinsgebruik overeenkomende hoeveelheden overschrijden.
Artikel 17
De douane-autoriteiten kunnen evenwel op grond van bijzondere omstandigheden een verlenging van deze termijn toestaan.
2. Persoonlijke goederen mogen binnen de in lid 1 bedoelde termijn in gedeelten worden ingevoerd.
Artikel 18
Hoofdstuk IV - Gebruikte huishoudelijke voorwerpen bestemd voor de inrichting van een tweede woning
Artikel 19
Artikel 20
a) behoudens in door de omstandigheden gerechtvaardigde bijzondere gevallen, daadwerkelijk in het bezit waren van betrokkene en bestemd zijn voor zijn persoonlijke en particuliere gebruik;
b) wat aard en hoeveelheid betreft in overeenstemming zijn met de normale inrichting van de tweede woning.
Artikel 21
a) sederte ten minste twaalf opeenvolgende maanden vóórdat zij de tweede woning betrekken, hun normale verblijfplaats buiten het douanegebied van de Gemeenschap hebben gehad;
b) eigenaar zijn van de betrokken tweede woning of deze voor ten minste twee jaar hebben gehuurd.
De vrijstelling kan voor eenzelfde tweede woning tot éénmal worden beperkt.
Artikel 22
Hoofdstuk V - Studiebenodigdheden en andere benodigdheden voor scholieren en studenten
Artikel 23
2. Voor de toepassing van lid 1 wordt verstaan onder:
a) 'scholier of student': elke persoon die is ingeschreven bij een onderwijsinstelling en aldaar het volledige onderwijs volgt;
b) 'studiebenodigdheden': de voorwerpen en instrumenten, ook indien nieuw, die normaliter door een scholier of student worden gebruikt bij de studie die hij onderneemt.
Artikel 24
Hoofdstuk VI - Gebruikte huishoudelijke voorwerpen die worden ingevoerd na een tijdelijk verblijf buiten het douanegebied van de Gemeenschap
Artikel 25
Artikel 26
a) die daadwerkelijk in het bezit waren van betrokkene en bestemd waren voor zijn persoonlijke en particuliere gebruik gedurende zijn tijdelijk verblijf buiten het douanegebied van de Gemeenschap;
b) die, wat aard en hoeveelheid betreft, beantwoorden aan de duur en de reden van het tijdelijk verblijf.
Artikel 27
TITEL IV - ANDERE INVOER DOOR PARTICULIEREN
Hoofdstuk I - Zendingen van particulieren aan particulieren en goederen die door reizigers worden ingevoerd
Artikel 28
De in dit artikel bedoelde vrijstelling geldt niet voor goederen die vanuit het eiland Helgoland worden verzonden.
Artikel 29
2. Indien de totale waarde van een zending die uit twee of meer artikelen bestaat meer is dan het in lid 1 bedoelde bedrag, wordt vrijstelling toegestaan voor die artikelen waarvan de gezamenlijke waarde dit bedrag niet overschrijdt.
Artikel 30
Artikel 31
2. Goederen zonder handelskarakter worden beschouwd als door reizigers op persoonlijke titel ingevoerd, wanneer ze:
- door de reizigers zelf worden vervoerd,
- zich in de handbagage van de reizigers bevinden,
- zich in de begeleide bagage van reizigers bevinden, ongeacht het tijdstip waarop zij bij de douane worden aangebracht, voor zover kan worden aangetoond dat deze bagage bij vertrek van de reiziger als begeleide bagage werd geregistreerd door de maatschappij die ze van het derde land van herkomst naar de Gemeenschap heeft vervoerd, of
- door de reizigers zelf worden vervoerd in het vervoermiddel waarmee zij het douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen.
Artikel 32
2. De waarde van afzonderlijke goederen kan niet worden gesplitst. Evenmin kunnen twee of meer reizigers de vrijstelling cumuleren of delen.
3. Indien de totale waarde per reiziger van goederen die uit twee of meer artikelen bestan de in lid 1 genoemde bedragen overschrijdt, wordt vrijstelling toegestaan voor die artikelen waarvan de gezamenlijke waarde genoemde bedragen niet overschrijdt.
4. In afwijking van lid 1 is het Spanje toegestaan tot en met 31 december 2000 een vrijstelling van 600 ecu toe te passen op de invoer van bedoelde goederen uit Ceuta en Melilla in het douanegebied, zoals ten aanzien van Spanje omschreven in het vierde streepje van artikel 3, lid 1, van het Wetboek.
Spanje kan dit bedrag tot 150 ecu verminderen voor reizigers die de leeftijd van 15 jaar nog niet hebben bereikt.
5. De Bondsrepubliek Duitsland kan, tot en met 31 december 1997, de in lid 1 genoemde bedragen tot respectievelijk 45 ecu en 22 ecu beperken voor goederen die worden ingevoerd door reizigers die haar grondgebied binnenkomen over een landgrens met een derde land dat geen lid is van de Europese Vrijhandelsassociatie of met gebruikmaking van een kustscheepvaartlijn die haar grondgebied met een dergelijk derde land verbindt.
Artikel 33
Artikel 34
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
2. Voor reizigers die de leeftijd van 17 jaar nog niet hebben bereikt geldt geen vrijstelling voor de produkten die in de tabel onder de punten 1a) en 1b) zijn vermeld.
Artikel 35
- personen die hun normale verblijfplaats in het grensgebied hebben;
- grensarbeiders;
- de bemanning van vervoermiddelen die in het verkeer tussen derde landen en de Gemeenschap worden ingezet.
2. De in lid 1 vastgestelde beperkingen zijn niet van toepassing wanneer personen die hun normale verblijfplaats in het grensgebied hebben, aantonen dat zij niet terugkeren uit het gedeelte van het grensgebied dat in het aangrenzende derde land is gelegen. Zij blijven evenwel van toepassing op grensarbeiders en de bemanning van vervoermiddelen die in het verkeer tussen derde landen en de Gemeenschap worden ingezet, wanneer deze personen goederen invoeren bij een verplaatsing in het kader van hun beroepsbezigheden.
3. Voor de toepassing van de leden 1 en 2 wordt verstaan onder:
- 'grensgebied': onverminderd overeenkomsten ter zake, een cirkelvormig gebied met een straal van 15 kilometer aan weerszijden van de landgrens van de Gemeenschap met een derde land en waarvan het middelpunt wordt gevormd door de plaats van binnenkomst in het douanegebied van de Gemeenschap. Gemeenten waarvan het grondgebied gedeeltelijk binnen dit grensgebied valt, worden tot dit gebied gerekend. De Lid-Staten kunnen ter zake afwijkingen vaststellen;
- 'grensarbeider': eenieder die zich voor zijn gewone werkzaamheden, op de dagen dat hij deze werkzaamheden uitoefent, naar de andere zijde van de grens dient te begeven.
Hoofdstuk II - Als eerbewijs verleende onderscheidingen en beloningen
Artikel 36
a) onderscheidingen die door regeringen van derde landen zijn toegekend aan personen die hun normale verblijfplaats in het douanegebied van de Gemeenschap hebben;
b) prijzen, trofeeën, bekers, medailles en soortgelijke voorwerpen met een overwegend symbolisch karakter en die in een derde land zijn uitgereikt aan personen die hun normale verblijfplaats in het douanegebied van de Gemeenschap hebben, als eerbewijs voor de activiteiten die zij op een bepaald gebied hebben ontplooid, als bewijs van erkentelijkheid voor hun verdiensten ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis of als beloning voor een daad van moed en zelfopoffering, en die door de betrokkene zelf in de Gemeenschap worden ingevoerd;
c) prijzen, trofeeën, bekers, medailles en soortgelijke voorwerpen met een overwegend symbolisch karakter die gratis door in een derde land gevestigde autoriteiten of personen worden aangeboden om in het douanegebied van de Gemeenschap voor dezelfde doeleinden als bedoeld onder b) te worden uitgereikt;
d) prijzen, cups, medailles, trofeeën en souvenirs met een overwegend symbolisch karakter en van beperkte waarde bestemd om gratis te worden uitgereikt aan personen wier normale verblijfplaats in een derde land is gelegen en die deelnemen aan zakenconferenties of soortgelijke internationale evenementen, mits de aard, de waarde per stuk of andere kenmerken van deze voorwerpen er niet op wijzen dat deze met commerciële oogmerken worden ingevoerd.
Hoofdstuk III - Geschenken ontvangen in het kader van internationale betrekkingen
Artikel 37
a) die in het douanegebied van de Gemeenschap worden ingevoerd door personen die een officieel bezoek hebben afgelegd in een derde land en die deze voorwerpen bij die gelegenheid ten geschenke hebben gekregen van de autoriteiten die hen hebben ontvangen;
b) die worden ingevoerd door personen die een officieel bezoek afleggen in het douanegebied van de Gemeenschap en die voornemens zijn deze voorwerpen bij die gelegenheid ten geschenke te geven aan de autoriteiten die hen ontvangen;
c) die bij wijze van geschenk, als blijk van vriendschap, door een in een derde land gevestigde officiële autoriteit, openbare instantie of activiteiten van openbaar belang verrichtende organisatie worden gezonden aan een officiële autoriteit, openbare instantie of activiteiten van openbaar belang verrichtende organisatie, gevestigd in de Gemeenschap, welke van de douane-autoriteiten toestemming heeft verkregen om dergelijke voorwerpen met vrijstelling van rechten te ontvangen.
Artikel 38
Artikel 39
- voor zover de voorwerpen bedoeld zijn als eenmalig geschenk;
- voor zover deze voorwerpen, gezien hun aard, waarde of hoeveelheid geen handelsbelang hebben;
- voor zover de voorwerpen niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt.
Hoofdstuk IV - Goederen bestemd om door vorsten of staatshoofden te worden gebruikt
Artikel 40
a) giften aangeboden aan regerende vorsten en staatshoofden;
b) goederen bestemd om te worden gebruikt of verbruikt door regerende vorsten en staatshoofden van derde landen, alsmede door de persoonlijkheden die hen officieel vertegenwoordigen, gedurende hun officieel verblijf in het douanegebied van de Gemeenschap.
Het bepaalde in de eerste alinea is ook van toepassing op personen die op internationaal vlak voorrechten genieten die overeenkomen met die van een regerend vorst of een staatshoofd.
TITEL V INVOER VAN VOORWERPEN BESTEMD VOOR ACTIVITEITEN VAN ALGEMEEN BELANG Hoofdstuk I Voorwerpen van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard; wetenschappelijke instrumenten en apparaten
Artikel 41
Artikel 42
- hetzij voor openbare instellingen en organisaties of instellingen en organisaties van openbaar nut van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard;
- hetzij voor instellingen en organisaties die behoren tot de categorieën die naast ieder voorwerp in kolom 3 van genoemde bijlage zijn vermeld, voor zover deze van de douane-autoriteiten van de Lid-Staten toestemming hebben verkregen om de betreffende goederen met vrijstelling van rechten te ontvangen.
Artikel 43
2. De in lid 1 bedoelde vrijstelling is beperkt tot wetenschappelijke instrumenten en apparaten die bestemd zijn:
a) hetzij voor openbare instellingen of instellingen van openbaar nut waarvan de voornaamste bezigheid het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek is, en voor diensten die onder een openbare instelling of een instelling van openbaar nut ressorteren en waarvan de voornaamste bezigheid het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek is;
b) hetzij voor particuliere instellingen waarvan de voornaamste bezigheid het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek is en die van de douane-autoriteiten van de Lid-Staten toestemming hebben verkregen om deze goederen met vrijstelling van rechten te ontvangen.
Artikel 44
Artikel 45
Artikel 46
Artikel 47
2. Worden bedoelde goederen, binnen de vijf jaar nadat ze in het vrije verkeer zijn gebracht, uitgeleend, verhuurd of overgedragen aan een instelling of organisatie die krachtens artikel 42 of artikel 43, lid 2, voor vrijstelling in aanmerking komt, dan blijft deze vrijstelling van kracht voor zover deze instelling of organisatie deze goederen gebruikt voor doeleinden die recht geven op vrijstelling.
3. In de overige gevallen mag de uitlening, verhuring of overdracht, binnen de vijf jaar na het in het vrije verkeer brengen, eerst plaatsvinden na betaling van de rechten bij invoer die op de datum van uitlening, verhuring of overdracht van toepassing zijn, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die datum door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
Artikel 48
2. Instellingen of organisaties die niet langer voor vrijstelling in aanmerking komen, maar die in het bezit blijven van de goederen die met vrijstelling zijn ingevoerd, zijn gehouden de rechten bij invoer te betalen die van toepassing zijn op de datum waarop niet meer aan de voorwaarden wordt voldaan, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die datum door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
3. Over goederen die door de vrijstelling genietende instelling of organisatie worden gebruikt voor andere doeleinden dan die bedoeld in de artikelen 42 en 43, zijn de rechten bij invoer verschuldigd die van toepassing zijn op de datum waarop zij voor een ander gebruik worden bestemd, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die datum door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
Artikel 49
2. De vrijstelling wordt verleend voor uitrusting:
- die voor niet-commerciële doeleinden wordt ingevoerd door of voor rekening van buiten de Gemeenschap gevestigde instellingen of organisaties voor wetenschappelijk onderzoek;
- die bestemd is om door de leden of vertegenwoordigers van de onder het eerste streepje bedoelde instellingen of organisaties of met hun toestemming te worden gebruikt binnen de grenzen van de betreffende samenwerkingsovereenkomsten, in instellingen voor wetenschappelijk onderzoek die in de Gemeenschap gevestigd zijn en daartoe van de douane-autoriteiten van de Lid-Staten toestemming hebben verkregen.
3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder 'uitrusting' verstaan de voor wetenschappelijk onderzoek gebruikte instrumenten, apparaten, machines en hun toebehoren, met inbegrip van de reserveonderdelen en het speciaal voor het onderhoud, de controle, het ijken of herstellen ontworpen gereedschap.
Artikel 50
2. Wordt de uitrusting, binnen de vijf jaar nadat ze in het vrije verkeer is gebracht, uitgeleend, verhuurd of overgedragen aan een instelling of organisatie die krachtens artikel 49 voor de vrijstelling in aanmerking komt, dan blijft de vrijstelling van kracht voor zover bedoelde instelling of organisatie de uitrusting gebruikt voor doeleinden die recht geven op deze vrijstelling.
In andere gevallen en onverminderd de artikelen 43 en 44, mag de uitlening, verhuring of overdracht, binnen de vijf jaar na het in het vrije verkeer brengen, eerst plaatsvinden na betaling van de rechten bij invoer die op de datum van uitlening, verhuring of overdracht van toepassing zijn, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die datum door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
3. Indien de in artikel 49, lid 2, bedoelde instellingen en organisaties, binnen de vijf jaar nadat de met vrijstelling ingevoerde uitrusting in het vrije verkeer is gebracht, niet meer aan de voorwaarden voor vrijstelling voldoen of deze uitrusting voor andere doeleinden willen gebruiken dan in genoemd artikel bedoeld, dienen zij de douane-autoriteiten daarvan in kennis te stellen.
4. Over uitrusting die gebruikt wordt door instellingen of organisaties die niet langer voor vrijstelling in aanmerking komen, zijn de rechten bij invoer verschuldigd die van toepassing zijn op de dag waarop niet langer aan de voorwaarden wordt voldaan, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die dag door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
Behoudens het bepaalde in de artikelen 43 en 44, is de instelling of organisatie die de met vrijstelling ingevoerde uitrusting voor andere dan de in artikel 49 bedoelde doeleinden gebruikt, gehouden de rechten bij invoer te betalen die van toepassing zijn op de datum waarop zij voor een ander gebruik wordt bestemd, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die datum door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
Hoofdstuk II - Instrumenten en apparaten bestemd voor medisch onderzoek, medische diagnose of behandeling
Artikel 51
a) de schenking van de betrokken instrumenten of apparaten zonder enig commercieel oogmerk van de zijde van de schenker geschiedt; en
b) de schenker op geen enkele wijze is verbonden met de fabrikant van de instrumenten of apparaten waarvoor de vrijstelling wordt gevraagd.
2. De vrijstelling is eveneens van toepassing, op dezelfde voorwaarden, op reserveonderdelen, onderdelen en hulpstukken voor de instrumenten en apparaten, evenals op het gereedschap voor het onderhoud, de controle, het ijken of herstellen van de instrumenten of apparaten, voor zover deze voorwerpen gelijktijdig met de instrumenten of apparaten wordt ingevoerd of, indien ze op een later tijdstip worden ingevoerd, herkenbaar zijn als bestemd voor instrumenten of apparaten die reeds eerder met vrijstelling zijn ingevoerd.
Artikel 52
Hoofdstuk III - Proefdieren en voor onderzoek bestemde biologische of chemische stoffen
Artikel 53
a) speciaal voor wetenschappelijk onderzoek gefokte of geprepareerde dieren;
b) biologische of chemische stoffen die voorkomen op een lijst die is opgesteld volgens de procedure bedoeld in artikel 249, leden 2 en 3, van het Wetboek en die voor niet-commerciële doeleinden worden ingevoerd.
2. De in lid 1 bedoelde vrijstelling is beperkt tot dieren en biologische of chemische stoffen die bestemd zijn:
- hetzij voor openbare instellingen of instellingen van openbaar nut waarvan de voornaamste bezigheid het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek is, en voor diensten die onder een openbare instelling of een instelling van openbaar nut ressorteren en waarvan de voornaamste bezigheid het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek is;
- hetzij voor particuliere instellingen waarvan de voornaamste bezigheid het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek is en die van de douane-autoriteiten van de Lid-Staten toestemming hebben verkregen om deze goederen met vrijstelling van rechten te ontvangen.
3. Op de in lid 1, onder b), bedoelde lijst mogen uitsluitend biologische of chemische stoffen voorkomen die gezien hun specificiteit of zuiverheidsgraad het karakter hebben van stoffen die uitsluitend of in hoofdzaak geschikt zijn voor wetenschappelijk onderzoek.
Hoofdstuk IV - Therapeutische stoffen van menselijke oorsprong en testsera voor de vaststelling van bloed- en weefselgroepen
Artikel 54
a) therapeutische stoffen van menselijke oorsprong;
b) testsera voor de vaststelling van bloedgroepen;
c) testsera voor de vaststelling van weefselgroepen.
2. Voor de toepassing van lid 1 wordt verstaan onder:
- 'therapeutische stoffen van menselijke oorsprong': menselijk bloed en derivaten daarvan (menselijk bloed in zijn natuurljke samenstelling, gedroogd menselijk plasma, menselijke albumine en stabiele oplossingen van menselijke plasmaproteïnen, menselijke immoglobuline, menselijk fibrinogeen);
- 'testsera voor de vaststelling van bloedgroepen': alle testsera van menselijke, dierlijke, plantaardige of andere oorsprong voor de vaststelling van menselijke bloedgroepen en de opsporing van bloedincompatibiliteit;
- 'testsera voor de vaststelling van weefselgroepen': alle testsera van menselijke, dierlijke, plantaardige of andere oorsprong voor de vaststelling van menselijke weefselgroepen.
Artikel 55
a) bestemd zijn voor door de douane-autoriteiten erkende instellingen of laboratoria, en die uitsluitend voor niet-commerciële medische of wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt;
b) vergezeld gaan van een certificaat van overeenstemming dat in het derde land van herkomst door een daartoe bevoegde instantie is afgegeven;
c) vervat zijn in bergingsmiddelen die voorzien zijn van een speciaal identificeringsetiket.
Artikel 56
Hoofdstuk V - Referentiestoffen voor de kwaliteitscontrole van geneesmiddelen
Artikel 57
Hoofdstuk VI - Farmaceutische produkten gebruikt ter gelegenheid van internationale sportevenementen
Artikel 58
Hoofdstuk VII - Goederen die voor algemene doeleinden worden ingevoerd
Artikel 59
a) goederen die in primaire levensbehoeften voorzien en worden ingevoerd door overheidsinstanties of instellingen met een liefdadig of filantropisch karakter die door de douane-autoriteiten zijn erkend, ten einde gratis aan behoeftigen te worden uitgereikt;
b) goederen van ongeacht welke aard die door een buiten het douanegebied van de Gemeenschap gevestigde persoon of organisatie gratis, en zonder enig commercieel oogmerk van de zijde van de gever, worden toegezonden aan overheidsinstanties of door de douane-autoriteiten erkende instellingen met een liefdadig of filantropisch karakter, met het doel financiële middelen in te zamelen tijdens incidentele liefdadigheidsevenementen ten bate van behoeftigen;
c) uitrusting en kantoormaterieel die door een buiten het douanegebied van de Gemeenschap gevestigde persoon of organisatie gratis, en zonder enig commercieel oogmerk van de zijde van de gever, worden toegezonden aan door de douane-autoriteiten erkende instellingen met een liefdadig of filantropisch karakter, ten einde uitsluitend te worden gebruikt voor hun eigen werking en voor de verwezenlijking van het door hen nagestreefde liefdadige of filantropische doel.
2. In lid 1, onder a), wordt verstaan onder 'goederen die in primaire levensbehoeften voorzien', goederen die absoluut noodzakelijk zijn om te voorzien in de onmiddellijke behoeften van personen, zoals levensmiddelen, geneesmiddelen, kleding en dekens.
3. Van de vrijstelling zijn uitgesloten:
a) alcohol en alcoholhoudende dranken,
b) tabaksprodukten;
c) motorvoertuigen, behalve ziekenwagens.
Artikel 60
Artikel 61
2. Indien de goederen, binnen de vijf jaar nadat zij in het verkeer zijn gebracht, worden uitgeleend, verhuurd of overgedragen aan een instelling die krachtens de artikelen 59 en 60 voor vrijstelling in aanmerking komt, blijft de vrijstelling van kracht voor zover de instelling waaraan de betrokken goederen worden uitgeleend, verhuurd of overgedragen, deze gebruikt voor doeleinden die recht geven op vrijstelling.
In de overige gevallen mag de uitlening, verhuring of overdracht, binnen de vijf jaar na het in het vrije verkeer brengen, eerst plaatsvinden na de betaling van de rechten bij invoer die op de datum van uitlening, verhuring of overdracht van toepassing zijn, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die datum door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
Artikel 62
2. Organisaties die niet langer voor vrijstelling in aanmerking komen, maar die in het bezit blijven van de goederen die met vrijstelling zijn ingevoerd, zijn gehouden daarover de rechten bij invoer te betalen die van toepassing zijn op die dag waarop niet langer aan de voorwaarden wordt voldaan, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die dag door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
Over goederen die door de organisatie die de vrijstelling geniet, worden gebruikt voor andere dan de in artikel 59 bedoelde doeleinden, zijn de rechten bij invoer verschuldigd die van toepassing zijn op de dag waarop zij voor een ander gebruik worden bestemd, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die dag door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
Hoofdstuk VIII - Artikelen voor gehandicapten
Artikel 63
- hetzij door gehandicapten zelf voor eigen gebruik,
- hetzij door instellingen of organisaties waarvan de belangrijkste bezigheid bestaat in de opleiding van en het verlenen van bijstand aan gehandicapten en die van de douane-autoriteiten van de Lid-Staten toestemming hebben verkregen om deze artikelen met vrijstelling van rechten te ontvangen.
2. De in lid 1 bedoelde vrijstelling is van toepassing op reserveonderdelen, onderdelen en hulpstukken die speciaal voor bedoelde artikelen zijn bestemd en op het gereedschap voor het onderhoud, de controle, het ijken of het herstellen van deze artikelen. Deze reserveonderdelen, onderdelen, hulpstukken en gereedschappen moeten te zamen met bedoelde artikelen worden ingevoerd. Zij mogen later worden ingevoerd mits zij herkenbaar zijn als bestemd voor:
- de eerder met vrijstelling van rechten ingevoerde artikelen, of
- artikelen die voor vrijstelling in aanmerking zouden komen indien zij, op het moment dat voor de reserveonderdelen, onderdelen, hulpstukken en gereedschappen vrijstelling wordt aangevraagd, zouden worden ingevoerd.
3. De in lid 1, tweede streepje, bedoelde instellingen of organisaties mogen artikelen met vrijstelling van rechten invoeren indien deze bestemd zijn om te worden omgebouwd tot artikelen voor de vorming, opleiding, tewerkstelling, sociale integratie of culturele ontwikkeling van gehandicapten, mits het omgebouwde artikel zelf op grond van lid 1 voor vrijstelling in aanmerking zou komen. Bij de invoer van dergelijke artikelen is steeds de toestemming van de douane-autoriteiten vereist, die aan deze invoer de voorwaarden kunnen verbinden die naar hun oordeel noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat de betrokken produktiesector in de Gemeenschap geen schade lijdt.
Artikel 64
- 'gehandicapten': personen met ernstige stoornissen, beperkingen of handicaps die het gevolg zijn van lichamelijke (waaronder zintuiglijke), geestelijke of psychische aandoeningen en die het verrichten van een voor de mens als normaal beschouwde activiteit of functie belemmeren of beletten;
- 'artikelen die speciaal zijn ontworpen voor de vorming, de opleiding, de tewerkstelling, de integratie in de maatschappij en de culturele ontwikkeling van gehandicapten': artikelen die gehandicapten in staat stellen een beperking van een van hun lichamelijke of geestelijke vermogens te compenseren en/of passief dan wel actief contact te hebben met de maatschappij;
- 'speciaal ontworpen': het feit dat een artikel, door zijn constructie of door de ingrijpende aanpassingen dat het achteraf ten opzichte van een courant artikel heeft ondergaan, technische kenmerken bezit waardoor het normaliter uitsluitend door een gehandicapte kan worden gebruikt.
Artikel 65
Hoofdstuk IX - Artikelen bestemd voor de slachtoffers van rampen
Artikel 66
a) hetzij gratis te worden verstrekt aan slachtoffers van rampen die het grondgebied van een of meer Lid-Staten hebben getroffen;
b) hetzij gratis ter beschikking te worden gesteld van de slachtoffers van dergelijke rampen, terwijl ze het eigendom blijven van de betrokken instellingen.
2. De in lid 1 bedoelde vrijstelling geldt onder dezelfde voorwaarden ook voor goederen die door hulpverlenende instanties in het vrije verkeer worden gebracht om voor de duur van de bijstand in hun behoeften te voorzien.
Artikel 67
2. De vrijstelling geldt uitsluitend voor goederen die binnen twee jaar na de ramp in het vrije verkeer worden gebracht.
Artikel 68
Artikel 69
Artikel 70
In de overige gevallen mag de uitlening, verhuring of overdracht van de goederen, binnen de vijf jaar nadat zij in het vrije verkeer zijn gebracht, eerst plaatsvinden na betaling van de rechten bij invoer die op het tijdstip van uitlening, verhuring of overdracht van toepassing zijn, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die datum door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
Artikel 71
2. Wanneer goederen die in het bezit blijven van organisaties die niet langer voor vrijstelling in aanmerking komen, worden overgedragen aan een organisatie die krachtens artikel 66 voor vrijstelling in aanmerking komt of aan een organisatie die krachtens artikel 59, lid 1, onder a), voor vrijstelling in aanmerking komt, blijft de vrijstelling van kracht voor zover deze organisatie de goederen gebruikt voor doeleinden die recht geven op vrijstelling. In de overige gevallen zijn over deze goederen die rechten bij invoer verschuldigd die van toepassing zijn op de datum waarop niet langer aan de voorwaarden wordt voldaan, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die datum door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
3. Over goederen die door de vrijstelling genietende organisatie worden gebruikt voor andere dan de in artikel 66 genoemde doeleinden, zijn de rechten bij invoer verschuldigd die van toepassing zijn op de datum waarop zij voor een ander gebruik worden bestemd, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die datum door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
TITEL VI - INVOER IN VERBAND MET DE UITOEFENING VAN EEN COMMERCIËLE ACTIVITEIT
Hoofdstuk I - Investeringsgoederen en andere uitrusting die bij een overbrenging van activiteiten worden ingevoerd
Artikel 72
De vrijstelling wordt eveneens verleend wanneer bij de overbrenging van activiteiten de juridische vorm of de samenstelling van de beheersorganen van de onderneming wijzigingen ondergaan.
2. Voor de toepassing van lid 1 wordt verstaan onder:
- 'activiteiten': alle economische activiteiten van fabrikanten, handelaren of dienstverleners, met inbegrip van mijn- en landbouwactiviteiten, en de uitoefening van vrije en daarmee gelijkgestelde beroepen;
- 'investeringsgoederen en andere uitrusting': zowel het kantoor- en winkelmaterieel als het technische materieel dat noodzakelijk is voor de werking van de onderneming. In geval van een landbouwbedrijf, wordt onder goederen en uitrusting tevens het vee verstaan;
- 'onderneming': een autonome economische eenheid, ongeacht of het een volkomen zelfstandige eenheid dan wel een op autonome wijze functionerende afdeling van deze eenheid betreft.
Artikel 73
a) behoudens in door de omstandigheden gerechtvaardigde bijzondere gevallen, daadwerkelijk door het bedrijf zijn gebruikt in het derde land waaruit het is overgebracht, vóór het zijn activiteiten staakte;
b) bestemd zijn om na deze overbrenging voor dezelfde doeleinden te worden gebruikt;
c) in overeenstemming zijn met de aard en de omvang van het betrokken bedrijf.
Artikel 74
2. Van de vrijstelling zijn uitgesloten de bedrijven waarvan de overbrenging naar het douanegebied van de Gemeenschap als oorzaak dan wel ten doel heeft een fusie met, een overname door of enige andere relatie met een bedrijf dat in het douanegebied van de Gemeenschap is gevestigd, zonder dat nieuwe activiteiten worden ondernomen.
Artikel 75
a) vervoermiddelen die niet het karakter bezitten van produktiemiddelen of van middelen van dienstverlening, zoals mobiele laboratoria of externe zendinstallaties;
b) voorraden van ongeacht welke aard, bestemd voor menselijke consumptie of voor de voeding van dieren;
c) brandstoffen en voorraden grondstoffen, eindprodukten of halffabrikaten;
d) vee dat in het bezit is van veehandelaren.
Artikel 76
Artikel 77
De beperking op verhuring of overdracht kan tot zesendertig maanden worden verlengd wanneer er gevaar voor misbruik bestaat.
2. Bij uitlening, verpanding, verhuring of overdracht vóór het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn worden de rechten bij invoer verschuldigd die op de betrokken goederen op de datum van uitlening, verpanding, verhuring of overdracht van toepassing zijn, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die datum door de douane-autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard.
Artikel 78
2. Personen die een vrij of daarmee gelijkgesteld beroep uitoefenen verkrijgen uitsluitend vrijstelling indien zij gerechtigd zijn hun beroep in de Gemeenschap uit te oefenen.
Hoofdstuk II - Produkten die door landbouwers uit de Gemeenschap zijn verkregen op in een derde land gelegen landerijen
Artikel 79
2. Om voor het bepaalde in lid 1 in aanmerking te komen, moeten veeteeltprodukten afkomstig zijn van dieren die van oorsprong zijn uit de Gemeenschap of aldaar in het vrije verkeer zijn gebracht.
Artikel 80
Artikel 81
Artikel 82
Hoofdstuk III - Zaaigoed, meststoffen en produkten voor de behandeling van bodem en gewassen die door landbouwers uit derde landen worden ingevoerd om te worden gebruikt op aan deze landen grenzende landerijen
Artikel 83
Artikel 84
2. De vrijstelling wordt slechts verleend voor zaaigoed, meststoffen of andere produkten die rechtstreeks door de landbouwer of voor diens rekening in het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht.
De Lid-Staten kunnen hieraan de voorwaarde van wederkerigheid verbinden.
Hoofdstuk IV - Voor handelsbevordering ingevoerde goederen
A. Stalen en monsters van goederen met een te verwaarlozen waarde
Artikel 85
2. De douane-autoriteiten zien erop toe dat stalen en monsters die op zich bruikbaar zijn, definitief onbruikbaar worden gemaakt door versnijding, doorboring, het aanbrengen van een duidelijk zichtbaar en onuitwisbaar merkteken of enig ander procédé, evenwel zonder dat hun hoedanigheid van staal of monster daardoor verloren gaat.
3. Voor de toepassing van lid 1 worden onder 'stalen en monsters van goederen' voorwerpen verstaan die representatief zijn voor goederen van een bepaalde soort of kwaliteit en die door opmaak en hoeveelheid ongeschikt zijn om voor andere doeleinden dan klantenwerving te worden gebruikt.
B. Drukwerk en voorwerpen voor reclamedoeleinden
Artikel 86
a) het te koop of te huur aanbieden van goederen;
b) het aanbieden van diensten door een buiten het douanegebied van de Gemeenschap gevestigde persoon.
Artikel 87
a) op het drukwerk moet duidelijk zichtbaar de naam van het bedrijf zijn aangebracht dat de goederen vervaardigt, verkoopt of verhuurt, of dat de diensten verleent waarop het drukwerk betrekking heeft;
b) elke zending mag slechts één bescheid bevatten of, indien zij uit meerdere bescheiden bestaat, slechts één exemplaar van elk bescheid. Zendingen die verscheidene exemplaren van een zelfde bescheid bevatten, komen niettemin voor vrijstelling in aanmerking, indien het totale brutogewicht niet meer dan 1 kg bedraagt;
c) het drukwerk mag niet als groepagezending door een zelfde afzender aan een zelfde geadresseerde worden gezonden.
Artikel 88
- deze geen intrinsieke handelswaarde bezitten;
- en ze voor geen ander doel dan reclame kunnen worden gebruikt.
C. Produkten die op beurzen en dergelijke worden gebruikt of verbruikt
Artikel 89
a) kleine stalen en monsters die representatief zijn voor buiten het douanegebied van de Gemeenschap vervaardigde goederen en die bestemd zijn voor beurzen en dergelijke;
b) goederen die uitsluitend worden ingevoerd om te worden gedemonstreerd of om buiten het douanegebied van de Gemeenschap vervaardigde machines en apparaten te demonstreren tijdens beurzen en dergelijke;
c) diverse materialen van geringe waarde, zoals verf, lak, behangselpapier, enz. die worden gebruikt voor de bouw, de inrichting en de decoratie van tijdelijke stands van vertegenwoordigers van derde landen of beurzen en dergelijke en die door gebruik teloor gaan;
d) drukwerk, catalogi, prospectussen, prijscouranten, aanplakbiljetten, al dan niet geïllustreerde kalenders, niet-ingelijste foto's en andere voorwerpen die gratis worden verstrekt als reclamemateriaal voor buiten het douanegebied van de Gemeenschap vervaardigde goederen die op beurzen en dergelijke worden tentoongesteld.
2. In lid 1 wordt onder 'beurzen en dergelijke' verstaan:
a) tentoonstellingen, beurzen, shows en dergelijke evenementen op het gebied van handel, industrie, landbouw en ambachtelijke nijverheid;
594PC0232.1
b) tentoonstellingen of evenementen die voornamelijk voor liefdadige doeleinden worden georganiseerd;
c) tentoonstellingen of evenementen die voornamelijk worden georganiseerd met een wetenschappelijk, technisch, ambachtelijk, artistiek, opvoedkundig, cultureel, sportief, religieus, vakverenigings- of toeristisch doel of ter bevordering van het begrip tussen de volkeren;
d) vergaderingen van vertegenwoordigers van internationale organisaties of groeperingen;
e) plechtigheden en evenementen met een officieel karakter of met het karakter van een herdenking,
met uitzondering van tentoonstellingen die voor particuliere doeleinden in winkels of handelsruimten worden georganiseerd met het oog op de verkoop van goederen uit derde landen.
Artikel 90
a) die als zodanig gratis uit derde landen worden ingevoerd of tijdens het evenement worden verkregen uit goederen die in bulk uit deze landen werden ingevoerd;
b) die uitsluitend dienen om tijdens het evenement gratis aan bezoekers voor hun persoonlijk gebruik of verbruik te worden uitgereikt;
c) die kunnen worden onderkend als reclamemateriaal waarvan de waarde per eenheid gering is;
d) die niet geschikt zijn om te worden verhandeld en, indien verpakt, worden aangeboden in verpakkingen die een kleinere hoeveelheid bevatten dan de kleinste in de handel verkrijgbare hoeveelheid van hetzelfde produkt;
e) die tijdens het evenement ter plaatse worden verbruikt, indien het levensmiddelen en dranken betreft waarvan de verpakking niet beantwoordt aan het bepaalde onder d);
f) waarvan de totale waarde en hoeveelheid in verhouding staan tot de aard van het evenement, het bezoekersaantal en het belang van de deelneming van de exposant.
Artikel 91
a) die tijdens het evenement worden verbruikt of tenietgaan,
en
b) waarvan de totale waarde en hoeveelheid in verhouding staan tot de aard van het evenement, het bezoekersaantal en het belang van de deelneming van de exposant.
Artikel 92
a) die uitsluitend bestemd zijn om op de plaats van het evenement gratis aan het publiek te worden uitgereikt;
b) waarvan de totale waarde en hoeveelheid in verhouding staan tot de aard van het evenement, het bezoekersaantal en het belang van de deelneming van de exposant.
Artikel 93
a) alcohol en alcoholhoudende dranken,
b) tabaksprodukten,
c) vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen.
Hoofdstuk V - Goederen die worden ingevoerd met het oog op onderzoek, analyses of proefnemingen
Artikel 94
- het onderzoek, de analyses of proefnemingen op zich geen activiteiten ter bevordering van de verkoop vormen;
- niet meer goederen worden ingevoerd dan strikt noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor ze worden ingevoerd. Deze hoeveelheden worden in elk afzonderlijk geval door de douane-autoriteiten met inachtneming van deze doeleinden vastgesteld.
Artikel 95
a) 'technische kenmerken': zowel de intrinsieke kenmerken van de onderzochte goederen als de externe kenmerken daarvan, met inbegrip van de reacties van de goederen op een bepaalde omgeving (vochtigheidsgraad, temperatuur enz.);
b) onderzoek, analyses of proefnemingen 'voor het verkrijgen van informatie': alle handelingen die erop gericht zijn objectieve kennis over de goederen te verkrijgen of deze kennis te verbeteren, onafhankelijk van enige industriële of commerciële activiteit, met inbegrip van kwaliteitsanalyse, controle op de naleving van normen, expertise, homologatie, enz.;
c) onderzoek, analyses of proefnemingen 'voor industrieel of commercieel onderzoek': alle handelingen die er op gericht zijn objectieve kennis over de goederen te verkrijgen of deze kennis te verbeteren, mogelijkerwijze in het voorbereidende stadium van een industriële of commerciële activiteit (onderzoek op proefbanken, tests met voertuigen op specifieke terreinen, klinisch onderzoek van geneesmiddelen, enz.), voor zover deze handelingen als zodanig geen deel uitmaken van een economische produktiecylus.
Artikel 96
2. a) De douane-autoriteiten kunnen toestaan dat de eventueel overblijvende goederen, onder hun toezicht:
- na het onderzoek, de analyses of proefnemingen, volledig worden vernietigd of voor de handel ongeschikt worden gemaakt,
- kosteloos aan de schatkist worden overgedragen indien dit volgens de nationale wetgeving mogelijk is, of
- indien de omstandigheden dit rechtvaardigen, uit het douanegebied van de Gemeenschap worden uitgevoerd.
b) Indien het bepaalde onder a) niet van toepassing is:
- zijn over de eventueel overblijvende goederen de rechten van invoer verschuldigd die op de dag van de voltooiing van het onderzoek, de analyses of de proefnemingen van toepassing waren, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die dag door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard; of
- mag de betrokkene, met toestemming en onder toezicht van de douane-autoriteiten, de overblijvende produkten tot resten of afvallen verwerken. In dit geval zijn de rechten bij invoer verschuldigd die op de dag van de verwerking op die resten of afvallen van toepassing waren.
3. Voor de toepassing van lid 2 worden onder 'overblijvende goederen' de goederen verstaan die na het onderzoek, de analyses of proefnemingen overblijven of bij het onderzoek, de analyses of proefnemingen ontstaan, dan wel goederen die niet daadwerkelijk zijn gebruikt.
Artikel 97
TITEL VII - INVOER VAN GOEDEREN DIE NOODZAKELIJK ZIJN BIJ HET VERVOER
Hoofdstuk I - Hulpmateriaal voor de stuwing en bescherming van goederen tijdens het vervoer
Artikel 98
Hoofdstuk II - Strooisel, foerage en voedermiddelen voor dieren tijdens hun transport
Artikel 99
Hoofdstuk III - Brandstoffen en smeermiddelen in voertuigen en in containers voor speciale doeleinden
Artikel 100
a) de brandstof in de normale reservoirs van:
- particuliere voertuigen en bedrijfsvoertuigen,
- containers voor speciale doeleinden,
die het douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen;
b) de brandstof in draagbare reservoirs van particuliere motorvoertuigen en motorrijwielen en die voor gebruik door dat voertuig is bestemd, tot een maximum van 10 liter per voertuig.
Voor de toepassing van lid 1 wordt verstaan onder:
a) 'containers voor speciale doeleinden': alle containers die zijn uitgerust met aangepaste koelsystemen, systemen voor zuurstoftoevoer, thermische isolatiesystemen of andere systemen.
b) 'normale reservoirs':
- de door de fabrikant blijvend in of aan alle voertuigen van hetzelfde type als het betrokken voertuig aangebrachte reservoirs, waarvan de blijvende inrichting het rechtstreeks verbruik van brandstof mogelijk maakt, zowel voor de voortbeweging van het voertuig als, in voorkomend geval, de werking van koelsystemen en andere systemen tijdens het vervoer.
Als normale reservoirs gelden ook gasreservoirs die zijn aangepast voor gebruik in voertuigen en die het rechtstreeks verbruik van gas als brandstof mogelijk maken, alsmede de reservoirs die zijn aangesloten op andere systemen waarmee die voertuigen eventueel zijn uitgerust;
- de door de fabrikant blijvend in of aan alle containers van hetzelfde type als de betrokken container aangebrachte reservoirs, waarvan de blijvende inrichting het rechtstreeks verbruik van brandstof mogelijk maakt voor de werking, tijdens het vervoer, van koelsystemen en andere systemen waarmee containers voor bijzondere doeleinden zijn uitgerust.
Artikel 101
Bij niet-naleving van het bepaalde in de eerste alinea worden de rechten bij invoer verschuldigd die op de betrokken produkten van toepassing zijn op de dag waarop deze bepalingen niet meer werden nageleefd, volgens de tariefindeling en op basis van de douanewaarde die op die dag door de douane-autoriteiten zijn erkend of aanvaard.
Artikel 102
TITEL VIII - INVOER VAN DOCUMENTATIEMATERIAAL
Hoofdstuk I - Zendingen voor instellingen die bevoegd zijn ter zake van de bescherming van auteursrechten of de industriële of commerciële eigendom
Artikel 103
Hoofdstuk II - Toeristisch reclamemateriaal
Artikel 104
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder 'toeristisch reclamemateriaal' onder meer de hierna volgende goederen verstaan:
a) bescheiden (folders, brochures, boeken, tijdschriften, gidsen, al dan niet ingelijste aanplakbiljetten, niet ingelijste foto's en fotografische vergrotingen, al dan niet geïllustreerde landkaarten, vitrofanies, geïllustreerde kalenders) en audiovisueel materiaal bestemd om gratis te worden uitgereikt en die voornamelijk tot doel hebben het publiek ertoe te bewegen vreemde landen te bezoeken, met name om aldaar bijeenkomsten of evenementen bij te wonen die een cultureel, toeristisch, sportief of godsdienstig karakter bezitten dan wel verband houden met de uitoefening van een beroep, mits deze bescheiden niet meer dan 25 % handelsreclame bevatten en duidelijk blijkt dat het om reclame met een algemeen karakter gaat;
b) lijsten en jaarboeken van buitenlandse hotels, gepubliceerd door officiële organisaties voor toerisme of onder auspiciën daarvan, alsmede dienstregelingen van in het buitenland geëxploiteerde vervoerdiensten, wanneer deze bescheiden bestemd zijn om gratis te worden uitgereikt en niet meer dan 25 % handelsreclame bevatten;
c) technisch materiaal dat wordt toegezonden aan erkende vertegenwoordigers of aan correspondenten die zijn aangesteld door officiële nationale toeristenorganisaties, en dat niet bestemd is om te worden uitgereikt, dat wil zeggen jaarboeken, lijsten van telefoon- of telexabonnees, hotellijsten, catalogi van beurzen, stalen en monsters van ambachtelijke produkten met een te verwaarlozen waarde, audiovisueel materiaal en documentatiemateriaal betreffende musea, universiteiten, kuurorden of andere soortgelijke instellingen.
Hoofdstuk III - Diverse bescheiden en voorwerpen zonder handelswaarde
Artikel 105
a) publikaties van overheidsorganen, openbare instanties of publiekrechtelijke lichamen van derde landen, evenals de publikaties van in derde landen gevestigde internationale overheidsdiensten, mits deze publikaties bestemd zijn om gratis te worden verspreid;
b) stembiljetten die bestemd zijn voor verkiezingen georganiseerd door in derde landen gevestigde instanties;
c) bescheiden die gratis aan openbare diensten van de Lid-Staten worden gezonden;
d) voorwerpen bestemd om te dienen als bewijs of voor soortgelijke doeleinden voor rechtbanken of andere overheidsinstanties van de Lid-Staten;
e) specimens van handtekeningen en gedrukte circulaires betreffende handtekeningen die worden verzonden in het kader van de gebruikelijke uitwisseling van inlichtingen tussen openbare diensten of bankinstellingen;
f) drukwerk van officiële aard dat aan de Centrale Banken van de Lid-Staten wordt gezonden;
g) rapporten, verslagen, inlichtingenbladen, prospectussen, inschrijvingsformulieren en andere documenten die zijn opgesteld door maatschappijen die in een derde land zijn gevestigd en bestemd zijn voor houders van of inschrijvers op door deze maatschappijen uitgegeven effecten;
h) informatiedragers waarop gegevens zijn opgenomen, zoals ponskaarten, magneetbanden, microfiches, microfilms, magneetplaten, video- en geluidsbanden bestemd voor de uitwisseling van informatie op internationaal niveau en die gratis aan de geadresseerde worden toegezonden;
i) dossiers, archieven, formulieren en andere bescheiden, of het equivalent daarvan op andere informatiedragers, bestemd om te worden gebruikt tijdens internationale vergaderingen, conferenties of congressen, alsmede de notulen van dergelijke bijeenkomsten;
j) ontwerpen, technische tekeningen, afbeeldingen, beschrijvingen en andere soortgelijke bescheiden die worden ingevoerd ter verkrijging of uitvoering van bestellingen in derde landen of met het oog op deelneming aan prijsvragen of aanbestedingen die in het douanegebied van de Gemeenschap worden georganiseerd;
k) bescheiden bestemd om te worden gebruikt bij examens die in het douanegebied van de Gemeenschap worden georganiseerd door een in een derde land gevestigde instelling;
l) formulieren bestemd om te worden gebruikt als officiële bescheiden voor het internationale weg- of goederenverkeer in het kader van internationale overeenkomsten;
m) formulieren, etiketten, vervoerbewijzen en soortgelijke bescheiden die door in een derde land gevestigde vervoer- en reisondernemingen of ondernemingen in het hotelwezen worden verzonden naar hun agenten of naar reisbureaus die in het douanegebied van de Gemeenschap gevestigd zijn;
n) gebruikte formulieren en vervoerbewijzen, cognossementen, vrachtbrieven en andere handelsbescheiden;
o) officieel drukwerk, uitgegeven door internationale autoriteiten of autoriteiten van derde landen en drukwerk conform internationale modellen dat door organisaties van derde landen aan overeenkomstige organisaties in het douanegebied van de Gemeenschap wordt verzonden met het doel te worden verspreid;
p) foto's, diapositieven, kartonnen matrijzen voor foto's, of equivalent materiaal met gebruikmaking van andere technologieën, met of zonder onderschrift, gericht aan persagentschappen of aan uitgevers van dagbladen of tijdschriften;
q) belastingzegels en dergelijke, die gelden als bewijs dat een bepaalde belasting in een derde land is voldaan.
TITEL IX - INVOER VAN ROUWARTIKELEN
Hoofdstuk I - Materiaal voor aanleg, onderhoud of versiering van gedenktekens of begraafplaatsen van oorlogsslachtoffers
Artikel 106
Hoofdstuk II - Lijkkisten, lijkurnen en grafornamenten
Artikel 107
a) lijkkisten die het stoffelijk overschot en urnen die de as van overledenen bevatten, alsmede bloemen, kransen en andere ornamenten die deze gewoonlijk vergezellen;
b) bloemen, kransen en andere ornamenten die worden meegebracht door personen die in een derde land woonachtig zijn en zich naar een begrafenis begeven of graven bezoeken die zich in het douanegebied van de Gemeenschap bevinden.
DEEL II - VRIJSTELLING VAN RECHTEN BIJ UITVOER
TITEL I - GOEDEREN MET TE VERWAARLOZEN WAARDE
Artikel 108
Onder 'goederen met een te verwaarlozen waarde' worden verstaan goederen waarvan de totale intrinsieke waarde niet meer dan 45 ecu per zending bedraagt.
TITEL II - UITVOER IN VERBAND MET DE UITOEFENING VAN EEN COMMERCIËLE ACTIVITEIT
Hoofdstuk I - Huisdieren uitgevoerd ter gelegenheid van de overbrenging van een landbouwbedrijf van het douanegebied van de Gemeenschap naar een derde land
Artikel 109
2. De in lid 1 bedoelde vrijstelling is beperkt tot het aantal huisdieren dat overeenstemt met de aard en de omvang van het landbouwbedrijf.
Hoofdstuk II - Produkten die door landbouwers zijn verkregen op in het douanegebied van de Gemeenschap gelegen landerijen
Artikel 110
2. Om voor het bepaalde in lid 1 in aanmerking te komen, moeten de produkten van de veehouderij afkomstig zijn van dieren die van oorsprong zijn uit het betrokken derde land of voldoen aan de voorwaarden voor het vrije verkeer aldaar.
Artikel 111
Artikel 112
Hoofdstuk III - Zaaigoed dat door landbouwers wordt uitgevoerd om te worden gebruikt op in derde landen gelegen landerijen
Artikel 113
Artikel 114
De vrijstelling wordt slechts verleend voor zaaigoed dat rechtstreeks door de landbouwer of voor diens rekening uit het douanegebied van de Gemeenschap wordt uitgevoerd.
TITEL III - FOERAGE EN VOEDERMIDDELEN VOOR DIEREN TIJDENS DE UITVOER
Artikel 115
DEEL III - ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN
TITEL I - ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR HET VERKRIJGEN VAN VRIJSTELLING
Artikel 116
2. Deze autoriteiten nemen alle maatregelen om ervoor te zorgen dat deze goederen niet voor andere doeleinden worden gebruikt zonder dat de daarvoor geldende rechten bij invoer worden voldaan, tenzij deze wijziging van bestemming plaatsvindt overeenkomstig het bepaalde in deze verordening.
Artikel 117
Artikel 118
2. De Lid-Staten mogen de bedragen in nationale valuta, voortvloeiende uit de omrekening van de in ecu's luidende bedragen opwaarts afronden. Het afgeronde bedrag mag niet meer dan 5 % afwijken van het oorspronkelijk verkregen cijfer.
TITEL II - ANDERE ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 119
a) vrijstellingen voortvloeiend uit de toepassing van hetzij het Verdrag van Wenen van 18 april 1961 inzake diplomatiek verkeer, hetzij het Verdrag van Wenen van 24 april 1963 inzake consulaire betrekkingen of andere consulaire overeenkomsten, hetzij het Verdrag van New York van 16 december 1969 inzake bijzondere missies;
b) vrijstellingen uit hoofde van gebruikelijke voorrechten op grond van internationale overeenkomsten of vestigingsovereenkomsten waarbij een derde land dan wel een internationale organisatie partij is, met inbegrip van vrijstellingen die ter gelegenheid van internationale vergaderingen worden verleend;
c) vrijstellingen uit hoofde van de gebruikelijke voorrechten op grond van door alle Lid-Staten gezamenlijk gesloten internationale overeenkomsten tot oprichting van een culturele of wetenschappelijke instelling of organisatie naar internationaal recht;
d) vrijstellingen uit hoofde van de gebruikelijke voorrechten en immuniteiten in het kader van overeenkomsten voor culturele, wetenschappelijke of technische samenwerking met derde landen;
e) bijzondere vrijstellingen in het kader van overeenkomsten met derde landen betreffende gemeenschappelijke acties voor de bescherming van personen of van het milieu;
f) bijzondere vrijstellingen in het kader van overeenkomsten met aangrenzende derde landen die voortvloeien uit de aard van het grensverkeer met die landen;
g) vrijstellingen in het kader van overeenkomsten die op basis van wederkerigheid zijn gesloten met derde landen die partij zijn bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Chicago 1944) voor de tenuitvoerlegging van de aanbevolen werkwijzen 4.44 en 4.45 van bijlage 9 bij dit Verdrag (negende editie - juli 1990);
h) bijzondere vrijstellingen ten behoeve van de strijdkrachten van derde landen en andere Lid-Staten die krachtens internationale overeenkomsten op hun grondgebied gelegerd zijn, tot de Gemeenschap wetgeving ter zake heeft vastgesteld.
2. De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de douanebepalingen in verdragen en internationale overeenkomsten als bedoeld in artikel 1, onder b), c), d), e), f), g) en h), die na de inwerkingtreding van deze verordening worden gesloten.
De Commissie doet de andere Lid-Staten de tekst toekomen van de bepalingen waarvan zij aldus in kennis is gesteld.
Artikel 120
De Commissie beschikt rechtstreeks op dit verzoek, met de spoed en de vertrouwelijkheid welke de onderhandelingen over het betreffende instrument vereisen.
Artikel 121
Artikel 122
a) de nationale bepalingen betreffende de bevoorrading van schepen, luchtvaartuigen en internationale treinen, tot de Gemeenschap wetgeving ter zake heeft vastgesteld;
b) bepalingen inzake vrijstellingen in overeenkomsten die de Gemeenschap met sommige derde landen heeft gesloten.
TITEL III - SLOTBEPALINGEN
Artikel 123
a) Verordening (EEG) nr. 918/83 van de Raad, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. . . ./94;
b) Verordening (EEG) nr. 3301/74 van de Raad.
2. Alle verwijzingen in communautaire besluiten naar Verordening (EEG) nr. 918/83 worden geacht verwijzingen naar de onderhavige verordening te zijn.
Artikel 124
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1995.
Artikel 32, lid 4, is vanaf 1 januari 2001 niet meer van toepassing en artikel 32, lid 5, niet meer vanaf 1 januari 1998.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
(1) PB nr. L 302 van 19. 10. 1992, blz. 1.
(2) PB nr. L 105 van 23. 4. 1983, blz. 1.
(3) PB nr. L 46 van 18. 2. 1994, blz. 5.
(4) PB nr. L 354 van 30. 12. 1974, blz. 55.
(5) PB nr. L 253 van 11. 10. 1993, blz. 1.
BIJLAGE I
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
B. Visueel en auditief materiaal van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard
Artikelen als bedoeld in bijlage II A, geproduceerd door de organisatie van de Verenigde Naties of door een van haar gespecialiseerde instellingen.
BIJLAGE II
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>