Artikelen bij COM(2003)234 - Wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft de BTW op postale dienstverlening

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

Richtlijn 77/388/EEG wordt als volgt gewijzigd:

(1) In artikel 9 wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd:

"In afwijking van lid 2, onder b), wordt de plaats van dienstverlening voor standaardpostdiensten met betrekking tot geadresseerde enveloppen of pakjes die gewone correspondentie, direct mail, boeken, catalogi en kranten bevatten, met een stuksgewicht van niet meer dan 2 kg, geacht te zijn gelegen in het land van vertrek van het vervoer, behalve wanneer de collectie en de bezorging door de ontvanger worden betaald, in welk geval de plaats van bezorging als plaats van dienstverlening wordt aangemerkt.

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt onder 'standaardpostdiensten' verstaan de traditionele basisdienst die wordt verricht ten behoeve van de afzender van een poststuk, met inbegrip van de bezorging in de snelste standaardcategorie indien er meer dan één categorie bestaat, en de bezorging van aangetekende zendingen, maar met uitsluiting van expressbezorging of door subcontractanten verrichte diensten of diensten die verband houden met eindkosten in de zin van artikel 2, punt 15, van Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad . Een geadresseerde enveloppe of geadresseerd pakje is een zending waarop een bij naam genoemde persoon op een bepaald adres is vermeld."

PB L 15 van 21.1.1998, blz. 14.

(2) Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a) In onderdeel A wordt lid 1, onder a), geschrapt;

b) In onderdeel B wordt punt e) door het volgende vervangen:

"e) leveringen, tegen de nominale waarde, van fiscale zegels en andere soortgelijke zegels, andere dan postzegels;"

(3) Artikel 15, punt 13, wordt door het volgende vervangen:

"13. Het verrichten van diensten, met inbegrip van vervoer en aanverwante verrichtingen, met uitzondering van de overeenkomstig artikel 13 vrijgestelde diensten en standaardpostdiensten met betrekking tot geadresseerde enveloppen of pakjes die gewone correspondentie, direct mail, boeken, catalogi en kranten bevatten, met een stuksgewicht van niet meer dan 2 kg, wanneer deze rechtstreeks verband houden met de uitvoer van goederen of de invoer van goederen die onder de bepalingen van artikel 7, lid 3, of van artikel 16, lid 1, A, vallen;"

(4) In hoofdstuk XIV wordt het volgende artikel 26 quinquies toegevoegd:

"Artikel 26 - quinquies Bijzondere regeling voor postale dienstverleners

Wanneer lidstaten overeenkomstig artikel 12, lid 3, onder a), en bijlage H, categorie 18, een verlaagd tarief voor postdiensten toepassen, mogen zij, onverminderd andere communautaire bepalingen en onder de voorwaarden die zij vaststellen om alle fraude, ontwijking of misbruik te voorkomen, toestaan dat het verschuldigde BTW-bedrag wordt bepaald op basis van het aantal vervoerde stuks.

Teneinde dubbele belastingheffing te voorkomen, kunnen de lidstaten die een dergelijke regeling instellen, de behandeling van postzegels differentiëren in de mate die zij nodig achten om te garanderen dat uitsluitend de postdiensten worden belast.

Waar een dergelijke regeling wordt ingesteld, zorgen de lidstaten voor passende bepalingen ten behoeve van belastingplichtige personen die, als klant van de postale dienstverlener, recht op aftrek krachtens artikel 17 hebben."

(5) In bijlage F wordt categorie 5 geschrapt.

(6) In bijlage H wordt de volgende categorie toegevoegd:

"18. Standaardpostdiensten met betrekking tot geadresseerde enveloppen of pakjes die gewone correspondentie, direct mail, boeken, catalogi en kranten bevatten, met een stuksgewicht van niet meer dan 2 kg, het voor de toepassing van deze mogelijkheid vastgelegde maximumgewicht."

Artikel 2

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk ............... aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.