Artikelen bij COM(2006)399 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 2201/2003 wat de bevoegdheid betreft en tot invoeging van regels inzake toepasselijk recht in huwelijkszaken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

2. Verordening (EG) nr. 2201/2003 wordt als volgt gewijzigd:

(1) de titel komt als volgt te luiden:

“Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid alsook betreffende het toepasselijk recht in huwelijkszaken”

(2) het volgende artikel 3 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 3 bis

Aanwijzing van de rechter door de partijen in procedures betreffende echtscheiding en scheiding van tafel en bed

1. Echtgenoten kunnen overeenkomen dat een of meer rechterlijke instanties van een lidstaat bevoegd moeten zijn in procedures betreffende echtscheiding en scheiding van tafel en bed, op voorwaarde dat zij een nauwe band met die lidstaat hebben omdat

3. een van de in artikel 3 opgenomen bevoegdheidscriteria van toepassing is, of

4. het gaat om de lidstaat waar de echtgenoten gedurende minimaal drie jaar hun laatste gemeenschappelijke verblijfplaats hadden, of

5. een van de echtgenoten onderdaan van die lidstaat is of, in het geval van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, zijn 'domicile' (woonplaats) op het grondgebied van een van die lidstaten heeft.

2. Een aanwijzing van een bevoegde rechter geschiedt bij een schriftelijke overeenkomst en wordt door beide echtgenoten ondertekend, ten laatste wanneer de zaak bij de rechter aanhangig wordt gemaakt.”

(3) In de artikelen 4 en 5 wordt “artikel 3” vervangen door “de artikelen 3 en 3 bis”.

(4) Artikel 6 wordt geschrapt.

(5) Artikel 7 komt als volgt te luiden:

“Artikel 7

Residuele bevoegdheid

Wanneer geen van beide echtgenoten zijn of haar gewone verblijfplaats in een lidstaat heeft en zij niet beiden onderdaan zijn van eenzelfde lidstaat, of, in het geval van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, niet hun 'domicile' (woonplaats) hebben in een van die lidstaten, zijn de rechterlijke instanties van een lidstaat bevoegd omdat:

6. de echtgenoten hun vorige gemeenschappelijke gewone verblijfplaats ten minste drie jaar hadden in die lidstaat, of

7. een van echtgenoten onderdaan van die lidstaat is of, in het geval van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, zijn 'domicile' (woonplaats) in een van die lidstaten heeft.

(6) In artikel 12, lid 1, wordt “artikel 3” vervangen door “de artikelen 3 en 3 bis”.

(7) Het volgende Hoofdstuk II bis wordt ingevoegd:

“HOOFDSTUK II bis

Toepasselijk recht in echtscheidingszaken en in zaken van scheiding van tafel en bed

Artikel 20 - bis Rechtskeuze van partijen

1. Echtgenoten kunnen het op echtscheiding en scheiding van tafel en bed toepasselijke recht aanwijzen. Zij kunnen daarbij kiezen tussen:

8. het recht van de staat van de laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats van de echtgenoten, voorzover een van hen daar nog verblijft;

9. het recht van de staat waarvan beide echtgenoten onderdaan zijn of, in het geval van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, waar beide echtgenoten hun 'domicile' (woonplaats) hebben;

10. het recht van de staat waar de echtgenoten ten minste vijf jaar hebben verbleven;

11. het recht van de lidstaat waar het verzoek aanhangig is gemaakt.

2. Een aanwijzing van het toepasselijke recht geschiedt bij een schriftelijke overeenkomst en wordt door beide echtgenoten ondertekend, ten laatste wanneer de zaak bij de rechter aanhangig wordt gemaakt.

Artikel 20 - ter Het bij gebreke van een rechtskeuze door partijen toepasselijke recht

Wanneer geen rechtskeuze heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 20 bis, worden echtscheiding en scheiding van tafel en bed beheerst door het recht van de staat:

12. waar de echtgenoten hun gemeenschappelijke gewone verblijfplaats hebben, of bij gebrek daaraan;

13. waar de echtgenoten hun laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats hadden, voorzover een van hen daar nog verblijft, of bij gebrek daaraan;

14. waarvan beide echtgenoten onderdaan zijn, of, in het geval van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, waar beide echtgenoten hun 'domicile' (woonplaats) hebben, of bij gebrek daaraan;

15. waar het verzoek aanhangig is gemaakt.

Artikel 20 - quater Toepassing van vreemd recht

Wanneer het recht van een andere lidstaat van toepassing is, kan de rechterlijke instantie gebruik maken van het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken om informatie te verzamelen.

Artikel 20 - quinquies Uitsluiting van renvoi

Wanneer deze verordening de toepassing van het recht van een land voorschrijft, worden daaronder verstaan de rechtsregels die in dat land gelden met uitsluiting van de regels van internationaal privaatrecht.

Artikel 20 - sexies Openbare orde

De toepassing van een bepaling van het door deze verordening aangewezen recht kan slechts terzijde worden gesteld, indien deze toepassing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde van het land van de rechter.

Artikel 2 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 maart 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.