Artikelen bij COM(2004)826 - Ervaring opgedaan bij de statistische enquête naar het met bepaalde soorten fruitbomen beplante areaal, die de lidstaten in 2002 uit hoofde van Richtlijn 2001/109/EG hebben gehouden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52004DC0826

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de ervaring opgedaan bij de statistische enquête naar het met bepaalde soorten fruitbomen beplante areaal, die de lidstaten in 2002 uit hoofde van Richtlijn 2001/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2001 hebben gehouden /* COM/2004/0826 def. */


Brussel, 22.12.2004

COM(2004) 826 definitief

.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de ervaring opgedaan bij de statistische enquête naar het met bepaalde soorten fruitbomen beplante areaal, die de lidstaten in 2002 uit hoofde van Richtlijn 2001/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2001 hebben gehouden

1. De basisenquête 2002 naar het met bepaalde soorten fruitbomen beplante areaal werd in de 15 EU-lidstaten gehouden uit hoofde van Richtlijn 2001/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2001 en overeenkomstig Beschikking 2002/38/EG van de Commissie van 27 december 2001 tot vaststelling van de enquêteparameters en van typecodes en -regels voor de transcriptie in machineleesbare vorm van de enquêtegegevens over bepaalde soorten fruitbomen.

Dit verslag over de met de enquête van 2002 opgedane ervaring wordt voorgelegd overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2001/109/EG.

Het vorige verslag (over de met de enquête van 1997 opgedane ervaring) werd door de Commissie als document COM(2000) 362 definitief van 14 juni 2000 aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd.

2. De basisenquête van 2002 had betrekking op de volgende soorten:

tafelappelen (in de EU-15);

tafelperen (in de EU-15, met uitzondering van Ierland en Finland);

perziken (uitsluitend in Frankrijk, Griekenland, Italië, Portugal, Spanje en Oostenrijk);

abrikozen (uitsluitend in Frankrijk, Griekenland, Italië, Portugal, Spanje en Oostenrijk);

sinaasappelen (uitsluitend in Frankrijk, Griekenland, Italië, Portugal en Spanje);

citroenen (uitsluitend in Frankrijk, Griekenland, Italië, Portugal en Spanje);

kleine citrusvruchten (uitsluitend in Frankrijk, Griekenland, Italië, Portugal en Spanje).

Duitsland, Spanje, Ierland, Luxemburg, Portugal en het Verenigd Koninkrijk hebben op facultatieve basis gegevens verstrekt over het areaal fruitbomen met andere appelen dan tafelappelen.

Duitsland, Spanje, Luxemburg en Nederland hebben op facultatieve basis gegevens verstrekt over het areaal fruitbomen met andere peren dan tafelperen.

3. Overeenkomstig artikel 4, lid 4, van Richtlijn 2001/109/EG hebben de lidstaten bij de Commissie een methodologisch verslag over de uitvoering van de enquête ingediend. In bijlage 1 bij dit verslag van de Commissie is een overzichtstabel van de nationale enquêtemethoden opgenomen.

De enquête van 2002:

- was een volledige telling in België, Denemarken, Duitsland, Ierland, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk (voor grote bedrijven);

- vond in Spanje door middel van area frame sampling plaats;

- was een steekproefenquête bij de fruitteeltbedrijven in de overige lidstaten.

4. Alle lidstaten hebben hun gegevens overeenkomstig de regels en technische parameters van Beschikking 2002/38/EG van de Commissie ingediend.

In artikel 4 van Richtlijn 2001/109/EG is bepaald dat de lidstaten de resultaten van de basisenquête uiterlijk op 1 oktober van het jaar volgend op dat waarin de enquête is gehouden, bij de Commissie indienen. De data van indiening zijn opgenomen in bijlage 2.

Alle lidstaten hebben gegevens verstrekt voor elke variëteit die ten minste 3% van het met de desbetreffende fruitsoort beplante areaal beslaat.

Bij de 'onderzochte oppervlakte' was er vooruitgang ten opzichte van de enquête van 1997. Alle lidstaten hebben de enquêteresultaten voor 2002 voor de netto beplante oppervlakte (dat wil zeggen de oppervlakte die uitsluitend met bomen is beplant) ingezonden.

Volgens artikel 1, lid 3, van Richtlijn 2001/109/EG omvat het waarnemingsgebied van de enquête 'alle bedrijven met een fruitbomenareaal, voorzover de productie daarvan volledig of in hoofdzaak voor de markt bestemd is'. In de praktijk verschilt de situatie per lidstaat; zij loopt uiteen van 'geen minimumomvang' (waarbij dus alle bedrijven worden onderzocht) tot 'minimumomvang 50 are'. Bovendien passen sommige lidstaten in twee opeenvolgende enquêtes niet altijd dezelfde minimumomvang toe.

Met bovengenoemde wijzigingen, te weten het algemeen gebruik van de netto beplante oppervlakte, kan de enquête van 2002 over het geheel genomen als bevredigend worden beschouwd. Met het oog op de toekomst moet aandacht worden geschonken aan de bijwerking van de lijst van variëteiten en codes en aan de onderlinge afstemming van de toegepaste minimumomvang. Voorts moet worden onderzocht of het wenselijk is deze enquête met andere enquêtes te integreren, bijvoorbeeld met de enquête naar de structuur van de landbouwbedrijven.

5. De voornaamste resultaten van de enquête 2002 zijn opgenomen in bijlage 3 en zijn beschikbaar via de databanken van Eurostat.

Van het totale fruitbomenareaal van de EU lag 87,5% in Spanje, Italië, Griekenland en Frankrijk.

Het EU-fruitbomenareaal is van 1997 tot 2002 met circa 161 000 ha afgenomen (d.w.z. met 13%). Deze trend was bijzonder duidelijk bij appel- en perzikbomen (zowel in absolute cijfers als in % van het totale areaal voor deze soorten). Anderzijds is het areaal voor kleine citrusvruchten toegenomen (hoofdzakelijk door een aanzienlijke toename in Spanje). Behalve in Griekenland, Ierland en Finland is het fruitbomenareaal overal in de EU verminderd.

Als men het relatieve aandeel van de afzonderlijke variëteiten binnen een bepaalde soort bekijkt, blijkt een belangrijke verschuiving te hebben plaatsgevonden, die met de veranderende smaak van de consument verband houdt.

BIJLAGE 1

DOOR DE LIDSTATEN GEBRUIKTE ENQUÊTEMETHODEN – BASISENQUÊTE 2002

+++++ TABLE +++++

+++++ TABLE +++++

+++++ TABLE +++++

+++++ TABLE +++++

BIJLAGE 2 Basisenquête naar fruitbomen 2002

+++++ TABLE +++++

BIJLAGE 3

Tabel A: Uitsplitsing van de verschillende fruitsoorten per land en voor EU-15, 2002

+++++ TABLE +++++

Tabel B: Uitsplitsing van de verschillende fruitsoorten per land en voor EU-15, 1997(

+++++ TABLE +++++

Tabel C: EU-15, 2002 (EU-15, 1997( = 100%)

+++++ TABLE +++++

PB L 13 van 16.1.2002, blz. 21.

PB L 16 van 18.1.2002, blz. 35.

( 1997: voor Finland, Frankrijk en Spanje werden de gegevens van bruto naar netto beplante oppervlakte omgezet.

( 1997: voor Finland, Frankrijk en Spanje werden de gegevens van bruto naar netto beplante oppervlakte omgezet.