Artikelen bij COM(2007)100 - Gelijke kansen voor vrouwen en mannen en versterking van de positie van vrouwen binnen de ontwikkelingssamenwerking [SEC(2007) 332]

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52007DC0100

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Gelijke kansen voor vrouwen en mannen en versterking van de positie van vrouwen binnen de ontwikkelingssamenwerking [SEC(2007) 332] /* COM/2007/0100 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 8.3.2007

COM(2007) 100 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Gelijke kansen voor vrouwen en mannen en versterking van de positie van vrouwen binnen de ontwikkelingssamenwerking [SEC(2007) 332]

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Gelijke kansen voor vrouwen en mannen en versterking van de positie van vrouwen binnen de ontwikkelingssamenwerking

In LEIDING

Het is algemeen aanvaard dat de gelijkheid van vrouwen en mannen niet alleen een cruciale doelstelling op zich is, maar ook een fundamenteel mensenrecht en een pijler van de sociale rechtvaardigheid vormt. Bovendien is de gelijkheid van vrouwen en mannen essentieel voor groei en armoedebestrijding en voor het bereiken van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling. Toch is de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen in vele landen nog steeds in het culturele, sociale en politieke stelsel ingeworteld.

De Europese Commissie en de lidstaten van de EU spelen een cruciale rol bij het streven om de kloof tussen vrouwen en mannen in de ontwikkelingslanden te dichten. In internationaal verband hebben zij overeenkomsten en verklaringen ter ondersteuning van de gendergelijkheid ondertekend (1) (voor alle eindnoten zie Bijlage I ). Het ontwikkelingsbeleid dat de EU vandaag voert, omvat dan ook een sterk engagement om de vorderingen op dit belangrijke gebied te versnellen.

Zo legt de Europese consensus (2) de nadruk op het belang van gendergelijkheid in de context van de nieuwe steuninstrumenten. Terwijl de gelijkheid van vrouwen en mannen al langer een gemeenschappelijke doelstelling en een gemeenschappelijke waarde van de EU is, wordt gendergelijkheid in de consensus als een doel op zich erkend. Bovendien wordt gendergelijkheid in het beleidsdocument als een van de vijf gemeenschappelijke beginselen (3) van de EU-ontwikkelingssamenwerking aangemerkt.

Voorts gaat de EU in haar overeenkomsten inzake ontwikkelingssamenwerking met alle geografische regio's een engagement aan voor de gelijkheid tussen vrouwen en mannen en tussen meisjes en jongens (4) . Bovendien worden in de 'routekaart voor de gelijkheid van vrouwen en mannen' (5) de bevordering van vrouwenrechten en de zelfbeschikking van vrouwen buiten de EU als een van de zes prioritaire terreinen genoemd (6) .

Om te komen tot een grotere gelijkheid van vrouwen en mannen hebben de meeste lidstaten en de Europese Commissie tot nog toe een tweesporenbeleid gevoerd. Dit omvat aan de ene kant het integreren van gendergelijkheid in alle beleidslijnen, strategieën en acties en aan de andere, de financiering van maatregelen die de versterking van de positie van vrouwen direct ondersteunen (7) .

Om deze aanpak aan te passen aan de nieuwe steuninstrumenten en de eisen van de Verklaring van Parijs over de doeltreffendheid van de ontwikkelingshulp heeft de Commissie in november 2005 samen met UNIFEM (8) een grote conferentie georganiseerd over het thema 'Verantwoordelijkheid en ontwikkeling: bevordering van gendergelijkheid in nieuwe steuninstrumenten en partnerschappen'. Op deze conferentie is nagegaan welke vorderingen zijn gemaakt bij het wegwerken van de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen in de ontwikkelingslanden en is opnieuw bekeken welke rol de EU kan spelen bij het versneld wegwerken van de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen in het kader van de wijzigende structuur van de EU-ontwikkelingssamenwerking.

Deze mededeling bouwt voort op de resultaten van die conferentie, het beleidskader van de Europese consensus en de praktische ervaring die tot nog toe is opgedaan. Uitgaande van de verbintenissen in de routekaart voor de gelijkheid van vrouwen en mannen wordt in de mededeling een EU-strategie voor het bereiken van de volgende doelstellingen uitgestippeld:

- gelijke rechten (politieke rechten, burgerrechten, economische, arbeids-, sociale en culturele rechten) voor vrouwen en mannen en voor meisjes en jongens;

- gelijke toegang tot en controle over middelen voor vrouwen en mannen;

- gelijke kansen voor vrouwen en mannen om druk op politiek en economie te kunnen uitoefenen.

Terwijl in het vorige actieprogramma voor de 'Horizontale integratie van het gendergelijkheidsaspect in de ontwikkelingssamenwerking van de Gemeenschap' (2001 – 2006) de basis is gelegd voor capaciteitsopbouw binnen de Europese Commissie, wordt in het huidige document de gelijkheid van vrouwen en mannen en de zelfbeschikking van vrouwen duidelijk in een EU-context geplaatst, met als doel een krachtig signaal te geven betreffende het belang van gendergelijkheid bij alle toekomstige ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie.

GRONDBEGINSELEN VAN GENDERGELIJKHEID EN VERSTERKING VAN DE POSITIE VAN VROUWEN

Vrouwen bekleden een centrale plaats binnen de sociale en economische ontwikkeling, armoedebestrijding en milieubescherming. Desondanks maakt de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen deel uit van het dagelijkse leven van vele vrouwen in de wereld. Ondanks het complexe karakter van die ongelijkheid heeft de ervaring aangetoond dat de hierna beschreven terreinen bijzonder belangrijk zijn om een inzicht te verwerven in het verband tussen de status van vrouwen en duurzame armoedebestrijding.

De rol van vrouwen in werkgelegenheid en economische activiteiten wordt dikwijls onderschat omdat de meeste vrouwen werkzaam zijn in informele sectoren, waardoor zij vaak te kampen hebben met lage productiviteit, geringe inkomsten, slechte arbeidsomstandigheden en weinig of geen sociale bescherming. Afrikaanse vrouwen vormen bijvoorbeeld 52% van de totale bevolking, nemen 75% van de landarbeid voor hun rekening en vertegenwoordigen 60 à 80% van de levensmiddelenproductie en -afzet. In 2005 bedroeg de vrouwelijke actieve bevolking in Afrika bezuiden de Sahara circa 73 miljoen en vertegenwoordigde zij 34% van de werknemers in de formele sector, terwijl zij slechts 10% van de totale inkomsten ontving en 1% van de activa bezat (9) .

Hoewel de handelsliberalisering op lange termijn een positief effect op de meeste economieën heeft gehad, kan zij op korte termijn ook leiden tot negatieve gevolgen voor kwetsbare groepen, waarbij arme vrouwen het hardst worden getroffen (10) . Verschillende aspecten van de economie kunnen een cruciaal effect op de gelijkheid van vrouwen en mannen hebben: zo kan gebrekkige infrastructuur tot gevolg hebben dat meisjes niet naar school gaan als gevolg van onveilig vervoer of doordat ouders zich wegens het ontbreken van nabijgelegen bronnen 'gedwongen' zien de meisjes voor huishoudelijke taken in te zetten.

De zelfbeschikking van vrouwen is een cruciaal aspect van het bestuur , maar in vele landen worden vrouwen nog vaak buiten de besluitvorming gehouden. Wetgeving betreffende gelijke rechten (11) voor alle vrouwen en mannen is essentieel en moet niet alleen worden vastgesteld maar ook daadwerkelijk uitgevoerd teneinde de fundamentele mensenrechten van vrouwen te beschermen, armoede te bestrijden en economische groei te verhogen. Vrouwen spelen een cruciale rol in conflictsituaties en moeten overeenkomstig resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad volledig bij het proces van vredesopbouw worden betrokken (12) .

De ongelijkheid tussen vrouwen en mannen blijft bestaan op het gebied van onderwijs (13) . Van de kinderen in de schoolleeftijd die geen onderwijs volgen, zijn 57% meisjes (14) , en bijna twee derde van de ongeletterden in de wereld zijn vrouwen (15) . Het vermogen van vrouwen en meisjes om hun economische en sociale positie te verbeteren door naar school te gaan of productieve en maatschappelijke activiteiten buitenshuis te verrichten, wordt beperkt door hun verantwoordelijkheid voor de dagelijkse huishoudelijke taken.

Op gezondheidsgebied vormt de beperkte toegang van vrouwen tot de eerstelijnsgezondheidszorg een probleem. Vooral inzake seksuele en reproductieve gezondheid en rechten laat de situatie met betrekking tot gendergelijkheid veel te wensen over. Meer middelen voor seksuele en reproductieve gezondheid betekent niet alleen een ondersteuning van een fundamenteel mensenrecht, maar verbetering van de gezondheid van vrouwen heeft ook een positief effect op de economie in het algemeen. Vele van de bescheiden vorderingen inzake de gezondheid van vrouwen die in de afgelopen decennia zijn gemaakt, worden thans bedreigd door de hiv/aids-pandemie. Bovendien geeft het toenemende aantal hiv-infecties onder vrouwen en meisjes aanleiding tot diepe bezorgdheid (16) .

Specifiek geweld tegen vrouwen is zowel een schending van de mensenrechten van vrouwen als een ernstige hinderpaal voor het bereiken van gelijkheid, ontwikkeling en vrede. Vaak gaat seksueel geweld gepaard met de verspreiding van hiv/aids. Vrouwenhandel is een misdaad die haar oorsprong vindt in wijdverbreide armoede, ongelijkheid, slecht bestuur, gewapende conflicten en onvoldoende bescherming tegen discriminatie.

Bijlage II bevat een nadere analyse van de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen.

VORDERINGEN EN UITDAGINGEN

De Europese Unie heeft veel werk verzet om de gelijkheid tussen vrouwen en mannen te verbeteren, zowel in als buiten de Unie. De gelijkheid tussen vrouwen en mannen wordt een vast onderdeel van de dialoog met een toenemend aantal partnerlanden en wordt geïntegreerd in het overleg tussen de EU en het maatschappelijk middenveld. Dit proces heeft onze ontwikkelingspartners beter bewustgemaakt van het belang van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen en de zelfbeschikking van vrouwen, en hen in het bijzonder gesensibiliseerd voor het verband tussen grotere gelijkheid en armoedebestrijding (17) . Het proces vormt een aanvulling op de belangrijke vorderingen die op nationaal niveau zijn gemaakt bij het bereiken van gendergelijkheid via diverse projecten en programma's met de steun van de Europese Commissie en de EU-lidstaten (18) . Tijdens de hele programmeringsperiode van het tiende EOF heeft de EG bijzondere nadruk gelegd op bewustmaking van de genderproblematiek in de landenstrategieën. Er is ook belangrijke vooruitgang geboekt op het gebied van de capaciteitsopbouw, zowel in de lidstaten als bij de Commissie. (19)

Ondanks deze vooruitgang blijven er nog belangrijke problemen bestaan. Ten eerste zijn de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling nog absoluut niet bereikt. Meer in het bijzonder is de eerste termijn voor het wegwerken van genderverschillen in het basis- en middelbaar onderwijs tegen 2005 niet gehaald. Het inschrijvingscijfer voor meisjes in middelbare scholen in de ontwikkelingslanden bedroeg gemiddeld 89% van dat van jongens. Vrouwen hebben nog steeds slechtere arbeidsomstandigheden dan mannen, en een op drie vrouwen zal gedurende haar leven te maken hebben met een of andere vorm van gendergerelateerd geweld. Bovendien zijn de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling inzake gendergelijkheid toegespitst op de aspecten gezondheid en onderwijs, en houden zij geen rekening met een groot aantal andere dimensies van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen (20) .

Ten tweede bestaan er op sociaal en cultureel gebied belangrijke factoren die de vooruitgang bij het bereiken van gendergelijkheid afremmen. Traditionele sociale structuren bieden bijvoorbeeld beperkte stimulansen om de bestaande machtsverdeling tussen vrouwen en mannen te wijzigen, vooral wanneer er een gevestigd belang bij de handhaving van de status quo bestaat. Dit kan tot op zekere hoogte verklaren waarom specifieke gendergerelateerde activiteiten niet altijd prioritair worden geacht en waarom gender in de meeste landenstrategieën als een ondergeschikte kwestie wordt beschouwd (21) .

Ondanks de aanzienlijke vooruitgang is het dus ook hier duidelijk dat een daadwerkelijke integratie van de gelijkstelling tussen vrouwen en mannen in de landenstrategieën of in de praktijk van de EU-ontwikkelingssamenwerking niet volledig is gerealiseerd. Wat de Europese Commissie betreft, is in een thematische evaluatie van de integratie van de genderdimensie in de EG-ontwikkelingssamenwerking met derde landen (2003) erkend dat de Commissie constructief werk heeft geleverd. Tegelijk wordt geconcludeerd dat de specifieke beleidsdoelstellingen inzake gendergelijkheid en de integratie van de genderdimensie in de EG-ontwikkelingssamenwerking beperkt zijn gebleven. Bovendien komt het verslag tot de conclusie dat de specifieke financiële middelen voor de integratie van de genderdimensie in ontwikkelingssamenwerking verwaarloosbaar zijn gebleven vergeleken met de middelen die voor andere horizontale maatregelen zijn uitgetrokken. Het ziet ernaar uit dat vele aanbevelingen in deze evaluatie nog steeds geldig zijn, zowel voor de Commissie als voor sommige EU-lidstaten. (Zie de negen aanbevelingen van het verslag in Bijlage IV ). (22)

Een van de belangrijkste troeven waarover de EU beschikt om de gelijkheid van vrouwen en mannen bij haar buitenlandse betrekkingen te bevorderen, is de ervaring met beste praktijken binnen de Unie. De gelijkheid van vrouwen en mannen wordt door de EU erkend als een fundamenteel mensenrecht en een noodzakelijke voorwaarde voor het bereiken van de doelstellingen van de EU inzake groei, volledige werkgelegenheid en sociale cohesie. Daarom heeft de EU uitgebreide middelen ingezet voor de gelijkheid van vrouwen en mannen via wetgeving (23) , integratie van de genderdimensie in alle programma's, specifieke maatregelen voor de bevordering van de positie van vrouwen, actieprogramma's, sociale dialoog en dialoog met het maatschappelijk middenveld.

Er moet een werkelijke Europese aanpak worden uitgewerkt op basis van deze langjarige ervaring en van het unieke karakter van Europa als multiculturele en sterk gediversifieerde groep landen die – ondanks belangrijke verschillen qua cultuur en tradities – één front vormen wanneer het erom gaat de nodige aandacht te besteden aan de gelijkheid van vrouwen en mannen. Het is een fundamentele Europese doelstelling dat de EU derde landen steunt bij het onderschrijven en uitvoeren van internationale verbintenissen zoals het actieprogramma van Beijing.

EEN EU-STRATEGIE VOOR DE SNELLERE VERWEZENLIJKING VAN DE GELIJKHEID VAN VROUWEN EN MANNEN

De Europese Unie bevindt zich thans op een keerpunt wat betreft de gendergelijkheid binnen de ontwikkelingssamenwerking. Het kader en de beleidslijnen bestaan al: de belangrijkste vraag is nu hoe te komen tot daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de strategieën en praktijken in het kader van de nieuwe steuninstrumenten die daadwerkelijke resultaten voor vrouwen opleveren. Het moet duidelijk zichtbaar zijn dat maatregelen om de gelijkheid van vrouwen en mannen te versterken niet alleen de sociale cohesie verhogen en de mensenrechten van vrouwen beter beschermen maar ook een diepgaand effect op economische groei, werkgelegenheid en armoedebestrijding hebben.

Doelstellingen

De nieuwe EU-strategie moet inspelen op twee doelstellingen : ten eerste, de integratie van de genderdimensie efficiënter laten verlopen en ten tweede, de specifieke maatregelen voor de zelfbeschikking van vrouwen in onze partnerlanden een nieuwe focus geven. Om deze doelstellingen te bereiken zullen de samenwerkingsstrategieën inzake gendergelijkheid en zelfbeschikking van vrouwen moeten worden aangepast aan de nieuwe steunverleningsstructuur, die in de eerste plaats op begrotingssteun is gebaseerd.

Effici ënte integratie van de genderdimensie

Om de integratie van de dimensie gendergelijkheid en zelfbeschikking van vrouwen doeltreffender te maken zullen veranderingen op de volgende drie terreinen noodzakelijk zijn:

1. Politiek optreden:

2. Gendergelijkheid en zelfbeschikking van vrouwen moeten op de agenda worden geplaatst van de politieke dialoog met de partnerlanden op het hoogste niveau (24) ;

3. Ontwikkelingssamenwerking

4. Bij de uitwerking en uitvoering van samenwerkingsstrategieën moet rekening worden gehouden met de cruciale rol van vrouwen in groei en ontwikkeling. Zo moeten in de landbouw- en voedselzekerheidsstrategieën duidelijke maatregelen worden opgenomen voor het wegwerken van de verschillende knelpunten voor vrouwen op het platteland, die in sommige ontwikkelingslanden tot 80% van de basisvoedselproductie voor hun rekening nemen (25) ;

5. Samen met de betrokken actoren (onder meer regeringen, onderzoekcentra, universiteiten, het maatschappelijk middenveld en internationale organisaties) moeten bij de uitwerking van landenstrategieën en hulpprogramma's daadwerkelijk partnerschap, dialoog en overleg tot stand worden gebracht;

6. Er moeten wederzijdse verantwoordingsmechanismen worden ingesteld, die ook gendergelijkheid en zelfbeschikking van vrouwen omvatten, en de verantwoordingsplicht van verschillende actoren zoals regeringen, regionale economische organisaties, ontwikkelingsdiensten, internationale instellingen, het maatschappelijk middenveld, het parlement en de media moet nader worden omschreven;

7. Er moeten genderbewuste prestatie-indicatoren worden ontwikkeld en toegepast;

8. Bij de begrotingssteun moet rekening worden gehouden met de dimensie gelijkheid van vrouwen en mannen door de uitbetaling van stimuleringstranches aan genderbewuste indicatoren te koppelen en tegelijk een beleidsdialoog op hoog niveau te voeren.

9. Institutionele capaciteitsopbouw:

10. In de evaluatie- en uitvoeringsfase moeten bijgewerkte praktische instrumenten worden ontwikkeld (26) ;

11. Er moet worden gezorgd voor verbeterde toegang tot informatie en beste praktijken en voor genderopleiding en personeel in de partnerlanden.

Specifieke maatregelen voor de zelfbeschikking van vrouwen

Uitgaande van de analyse in punt 2 zijn op de volgende grote terreinen 41 genderspecifieke maatregelen omschreven:

- Bestuur (mensenrechten, politieke zelfbeschikking van vrouwen, ontwikkeling van indicatoren en rol van vrouwen in conflict- en postconflictsituaties);

- Werkgelegenheid en economische activiteiten (economische en sociale zelfbeschikking van vrouwen, werkgelegenheid, begrotingsanalyse uit genderoogpunt en beheer van overheidsfinanciën);

- Onderwijs (afschaffen van schoolgelden, aanmoedigen van het schoollopen van meisjes, verbetering van de schoolomgeving en volwassenenalfabetisatie);

- Gezondheid (socialezekerheidsstelsels en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten);

- Gendergerelateerd geweld (wetgeving, bescherming van slachtoffers, bewustmaking via de media, onderwijs en opleiding).

Bijlage III bevat een indicatieve lijst van deze mogelijke ondersteunende maatregelen. Deze activiteiten vormen een leidraad voor de selectie van programma's die aan de verschillende landen of regio's zijn aangepast. De passende keuze van activiteiten zal na een grondige analyse van iedere afzonderlijke situatie gevalsgewijs worden vastgesteld.

Het beginsel eigen verantwoordelijkheid en de nieuwe steuninstrumenten

Centraal in de Verklaring van Parijs staat het beginsel van de eigen verantwoordelijkheid van het begunstigde land voor initiatieven inzake ontwikkelingssamenwerking. Voor maatregelen ter bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de zelfbeschikking van vrouwen is gebleken dat het initiatief niet alleen door de regering van de partnerlanden moet worden genomen maar ook door de begunstigde vrouwengroepen zelf. In de praktijk betekent dit vaak dat vrouwen zich achter deze doelstellingen scharen via organisaties van het maatschappelijk middenveld en basisorganisaties (27) . Steun voor maatschappelijke organisaties die gendergelijkheid verdedigen, is vooral belangrijk wanneer slechts een beperkt aantal vrouwen actief is in plaatselijke of centrale overheidsinstanties of in het parlement. De EU zal daarom steun verlenen voor de oprichting van maatschappelijke organisaties waar die nog ontbreken en zorgen voor aanzienlijke investeringen in capaciteitsopbouw voor bestaande organisaties die moeten worden versterkt, bijvoorbeeld op het gebied van lobbying, belangenverdediging, genderanalyse en economische basiskennis.

De EU zal op basis van een diepgaande beleidsdialoog met de partnerregeringen en de belangrijkste niet-gouvernementele actoren streven naar de efficiënte verstrekking van ontwikkelingshulp ter ondersteuning van het door de landen zelf uitgestippelde genderbeleid. De beperkingen en behoeften in de specifieke context van de verschillende landen zullen worden geanalyseerd teneinde zowel op het niveau van de overheid en het maatschappelijk middenveld als binnen de donorgemeenschap een authentieke plaatselijke identificatie met de doelstellingen mogelijk te maken.

De Verklaring van Parijs betekent een verschuiving in het ontwikkelingsmodel, die haar neerslag vindt in de nieuwe steunverleningsmechanismen, dat wil zeggen begrotingssteun en een sectorale aanpak, in tegenstelling tot afzonderlijke, op zich staande projecten. Begrotingssteun hangt af van de naleving van bepaalde voorwaarden, in het bijzonder de implementatie van een nationale of sectorale ontwikkelingsstrategie, het bestaan van een macro-economisch hervormingsprogramma met de steun van grote internationale donoren (meestal het IMF) en een duidelijk gebleken engagement voor hervorming.

Begrotingssteun kan bijdragen tot het bereiken van gendergelijkheid door de uitbetaling van variabele tranches te koppelen aan verbeteringen van genderspecifieke indicatoren, door de systemen voor het beheer van de overheidsfinanciën te versterken en door een ruimere dialoog over de beleidsprioriteiten van de partnerlanden te stimuleren.

De Europese Commissie en de lidstaten zullen steun verlenen voor de ontwikkeling van indicatoren en de verzameling van relevante gegevens aan de hand waarvan wijzigingen in de gendergelijkheid kunnen worden gemeten en die aan de uitbetaling van variabele tranches kunnen worden gekoppeld.

De genderdimensie binnen de nationale strategieën

De uitwerking van een strategiedocument voor armoedebestrijding, een nationaal ontwikkelingsplan of een landenstrategie vormt een unieke gelegenheid om de positie van vrouwen vergeleken met die van mannen te analyseren, gendergerelateerde hinderpalen voor ontwikkeling en groei te omschrijven en nationale genderbewuste beleidslijnen uit te stippelen. De situatie van een land inzake de gelijkheid tussen vrouwen en mannen moet horizontaal worden geanalyseerd, waarbij moet worden getracht inzicht in de implicaties op het gebied van groei en armoedebestrijding te verwerven. In deze context zal er aan de hand van de doorlopende politieke dialoog tussen de EU en de partnerlanden voor worden gezorgd dat genderaspecten in de analyse van de armoedevariabelen worden opgenomen. Deze politieke dialoog zal worden aangevuld met EU-bijstand om de capaciteit van de nationale autoriteiten voor de gelijke behandeling van vrouwen en mannen te versterken. Het begrip armoede zal daarbij niet alleen maar als een gebrek aan inkomen of financiële middelen worden omschreven, maar zal ook rekening houden met het aspect ongelijke toegang tot en controle over de materiële en immateriële voordelen van de samenleving. Dit houdt in dat onder meer de volgende kwesties op de politieke agenda worden geplaatst:

- inburgering van een breder multidimensioneel concept van armoede dat verder reikt dan een onvoldoende inkomen, en ook het aspect tijdsgebrek omvat, meting van het verschillend effect van armoede op vrouwen en mannen alsmede bevordering van tijdbesparende technologie;

- totstandbrenging van overeenstemming over de noodzaak dat het maatschappelijk middenveld een genderelement moet bijdragen tot de beleidsdialoog en tot de uitstippeling en monitoring van strategieën voor armoedebestrijding, en overeenstemming over de vaststelling van passende maatregelen voor capaciteitsopbouw.

Noodzaak van gendergerelateerde indicatoren

Er zijn indicatoren nodig om de resultaten van de integratie van de genderdimensie en genderspecifieke maatregelen te meten (28) . De meeste indicatoren die thans worden gebruikt, betreffen gendergelijkheid in de sociale sector. In de meeste ontwikkelingslanden zijn weinig betrouwbare indicatoren beschikbaar voor het meten van veranderingen in de werkgelegenheid van vrouwen, onbetaalde zorg, burgerrechten, de frequentie van geweld tegen vrouwen, recht op erfenis/vastgoed en landgebruik, de vertegenwoordiging van vrouwen en de deelname aan het besluitvormingsproces.

De EU zal daarom steun verlenen voor de ontwikkeling en toepassing van genderbewuste indicatoren en het versterken van de basisstatistieken teneinde vorderingen mogelijk te maken in het volledige spectrum van gelijkheid en zelfbeschikking (29) . Bijlage VII bevat een gedeeltelijke lijst van mogelijke indicatoren, rekening houdend met onderwijs, gezondheid, bestuur/zelfbeschikking van vrouwen, werkgelegenheid, economische activiteiten, tijdsgebruik en geweld tegen vrouwen.

Strategieën voor gender budgeting

Gezien het toenemend gebruik van begrotingssteun als belangrijk instrument van steunverlening rijst de vraag hoe gendergelijkheid in of via dat instrument kan worden bevorderd. Met het oog daarop is het cruciaal dat de dimensie gender in de begrotingen van de partnerlanden wordt geïntegreerd. De volgende elementen zijn daarbij vereist:

- klemtoon op genderbewustzijn en integratie van gender in het begrotingsproces op nationaal en lokaal niveau;

- herprioritering van de uitgaven en heroriëntering van de programma's binnen de sectoren teneinde te komen tot gelijkheid van vrouwen en mannen en menselijke ontwikkeling;

- controle van overheidsinkomsten en –uitgaven teneinde ervoor te zorgen dat de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen de facto afneemt;

Coördinatie en harmonisatie met de lidstaten

Coördinatie met het oog op een maximale complementariteit tussen de programma's van de EU-lidstaten en de Commissie is een cruciaal element in de daadwerkelijke bevordering van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen in de ontwikkelingssamenwerking. De Commissie zal doorgaan met het regelmatig organiseren van bijeenkomsten van nationale genderexperts en zal samen met de lidstaten streven naar versterking van de coördinatie binnen de EU en van de harmonisatie van de activiteiten betreffende de bevordering van gendergelijkheid binnen de ontwikkelingssamenwerking. Er zal prioriteit worden verleend aan het versterken van de genderexpertise van de EG en de lidstaten door het identificeren en uitwisselen van beste praktijken. De uitwerking van landenstrategieën en gezamenlijke steunstrategieën zal een belangrijke plaats binnen de versterkte coördinatie en harmonisatie blijven innemen. Voorts zullen de delegaties van de Commissie en de ambassades van de EU-lidstaten verder gebruikmaken van de bestaande coördinatiemechanismen om activiteiten inzake gendergelijkheid op het terrein uit te voeren.

EU-optreden op internationaal en regionaal niveau

De bilaterale samenwerking met de partnerlanden inzake gendergelijkheid zal worden aangevuld met EU-maatregelen op internationaal niveau. Het feit dat Europa in verband met de ontwikkelingssamenwerking met één stem spreekt, versterkt de rol van de EU als vooraanstaand speler op het wereldtoneel. De Commissie en de EU-lidstaten zullen er actief naar streven de gelijkheid van vrouwen en mannen en de zelfbeschikking van vrouwen in de desbetreffende internationale fora te bevorderen. Het is van bijzonder belang het toepassingsgebied van gendergelijkheid uit te breiden van gezondheid en onderwijs naar andere terreinen die niet onder de derde millenniumdoelstelling voor ontwikkeling vallen.

Regionale en interregionale samenwerking bevorderen het delen van informatie tussen de leden van regionale organisaties over genderspecifieke instrumenten, gegevens, analyses en opleiding. De Commissie en de lidstaten zullen daarom de regionale samenwerking op het gebied van gendergelijkheid blijven stimuleren en contacten met de bestaande internationale en regionale netwerken op dit gebied onderhouden.

Specifieke maatregelen van de Commissie voor de bevordering van gendergelijkheid

De rol van de Europese Commissie bij de tenuitvoerlegging van deze strategie zal maatregelen op drie terreinen omvatten:

Landenprogrammering

De Europese Commissie zal er bijzondere zorg voor dragen dat gendergelijkheid en zelfbeschikking van vrouwen in alle toekomstige nationale en regionale strategieën worden opgenomen (30) . Dit zal de volgende maatregelen omvatten:

- verdere ontwikkeling van interne instrumenten en programmeringsrichtsnoeren;

- systematische evaluatie van nationale en regionale strategieën uit genderoogpunt, met inbegrip van de toetsing halverwege en de eindtoetsing van die strategieën;

- bijstelling van de landenstrategieën in het licht van de resultaten van die evaluaties;

- opzetten van partnerschappen met internationale organisaties die beschikken over aanzienlijke ervaring met het integreren van de genderdimensie in projecten en programma's (31).

Thematische programma's en andere financiële instrumenten

Afgezien van de nationale of regionale programma's zijn extra middelen beschikbaar via de meerjarige thematische programma's die de Commissie in de financiële vooruitzichten 2007-2013 heeft opgenomen. Het thematisch programma 'Investeren in mensen' ( 32) omvat een toewijzing voor de financiering van EG-maatregelen op het gebied van de bevordering van gendergelijkheid en de zelfbeschikking van vrouwen. Via dit thematisch programma zal EG-financiering op de volgende grote steungebieden beschikbaar komen:

- beleidsmaatregelen en belangenverdediging ter bevordering van de tenuitvoerlegging van internationale verbintenissen;

- capaciteitsopbouw van NGO's en verenigingen die zich bezighouden met de bevordering van gendergelijkheid en vrouwenrechten;

- versterking van de statistische capaciteit van de overheid.

De beschikbare middelen zullen worden toegewezen via oproepen tot het indienen van voorstellen door in aanmerking komende organisaties en directe overeenkomsten met geselecteerde partners.

De gendergelijkheid zal voorts worden ondersteund door de tenuitvoerlegging van de thematische programma's milieu (33) en voedselzekerheid (34) en in het kader van het Nieuwe Europese Instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR II) (35) en het Stabiliteitsinstrument (36) .

Controle en follow-up

De praktische resultaten van deze nieuwe EU-strategie moeten worden gecontroleerd. Om de voortgang te evalueren en de strategie te verfijnen en aan de veranderingen in de internationale context aan te passen zal de Commissie daarom in 2010 een tweede grote internationale conferentie over gendergelijkheid organiseren, met deelname van alle belangrijke actoren (37) . Bovendien zal de implementatie van deze strategie in 2010 en aan het eind van de tiende EOF-cyclus worden onderworpen aan een evaluatie halverwege en een eindevaluatie door een extern evaluatiebureau. Deze evaluaties zullen een aan de genderdimensie getoetste begrotingsanalyse omvatten van door de EG gefinancierde projecten en programma's, met inbegrip van algemene begrotingssteun in ten minste twaalf geselecteerde testlanden.

De delegaties van de Commissie zullen in nauwe samenwerking met de ambassades van de lidstaten in hun jaarverslagen het bevorderen en bereiken van de gelijkheid van vrouwen en mannen in het partnerland blijven evalueren. Voorts zal in het deel gendergelijkheid van het 'Jaarverslag over het communautaire ontwikkelingsbeleid en de tenuitvoerlegging van de buitenlandse hulp' verdere globale informatie over de vorderingen in de richting van gendergelijkheid worden gepubliceerd. De Commissie en de lidstaten zullen de mogelijkheid onderzoeken van een gezamenlijk jaarlijks EU-rapportagesysteem dat controle van de integratie van de genderdimensie in de EU-ontwikkelingssamenwerking zou kunnen omvatten.

Conclusie

Om armoede uit te roeien moeten vrouwen en mannen gelijke kansen op economisch en sociaal gebied krijgen alsook gelijke toegang tot en gelijk beschikkingsrecht over maatschappelijke middelen. Opdat de partnerlanden van de EU echter een grote stap voorwaarts kunnen zetten in de richting van meer gelijkheid tussen vrouwen en mannen, moet de EU zorgen voor het systematisch wegwerken van de hinderpalen voor het bereiken van dat doel, die niet alleen bestaan in de ontwikkelingslanden zelf maar ook inherent zijn aan sommige van de eigen EU-mechanismen voor ontwikkelingssamenwerking. Deze kwesties kunnen alleen worden aangepakt in de context van een versterkte politieke dialoog die gelijke kansen als afzonderlijk thema omvat en die de weg baant voor actieve samenwerking van de EU met de maatschappelijke en andere organisaties die zich in de betrokken landen voor een grotere gelijkheid van vrouwen en mannen inzetten.

In die context moet het fundamentele instrument om tot een grotere gendergelijkheid te komen – de horizontale integratie van de genderdimensie – op een meer doeltreffende en praktische wijze worden gebruikt indien wij werkelijke vorderingen in de richting van een grotere gelijkheid van vrouwen en mannen willen maken. Het tweede instrument – specifieke, gerichte maatregelen – om de positie van vrouwen te versterken, moet worden gebruikt ter aanvulling van de integratie van genderactiviteiten en in verband met belangrijke strategische kwesties die een effect op het welzijn en de kansen van specifieke kwetsbare groepen hebben. De unieke sociale en culturele situatie van de partnerlanden van de EU moet bij de toepassing van beide instrumenten in aanmerking worden genomen en in die instrumenten tot uiting komen. Ter ondersteuning van die aanpak moet de klemtoon van de gendergelijkheid, die tot nog toe in hoofdzaak op gezondheid en onderwijs lag, worden geheroriënteerd naar andere samenwerkingsterreinen.

Voor de verdere bevordering van gelijke kansen tussen vrouwen en mannen is een combinatie nodig van belangenverdediging, steun voor vrouwengroepen en specifieke maatregelen om culturele, sociale en politieke patronen en de politieke en economische machtsverdeling te veranderen. Dit vormt zonder twijfel een grote uitdaging, maar de EU is vastbesloten de partnerlanden te steunen bij het wegwerken van alle hinderpalen op deze cruciale weg.