Artikelen bij COM(2007)358 - Verslag over het Mededingingsbeleid 2006

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2007)358 - Verslag over het Mededingingsbeleid 2006.
document COM(2007)358 NLEN
datum 25 juni 2007
Belangrijke juridische mededeling

|
52007DC0358


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 25.6.2007

COM(2007) 358 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Verslag over het Mededingingsbeleid 2006 {SEC(2007)860}

1. Ook in 2006 bleef het mededingingsbeleid een van de beste garanties voor een vrije mededinging en concurrerende markten - in het voordeel van de Europese consumenten en het Europese bedrijfsleven. Onderdeel van dit beleid was het aanpakken van marktfalen veroorzaakt door concurrentieverstorend gedrag van marktdeelnemers en door bepaalde marktstructuren. Daarnaast wilde het mededingingsbeleid ook bijdragen aan het algemene beleidskader dat in alle economische sectoren een daadwerkelijke mededinging tot stand wil helpen brengen.

2. Het eerste deel van dit verslag geeft een overzicht van hoe de verschillende instrumenten van het mededingingsbeleid - antitrustregels, regels inzake concentraties en staatssteunregels - verder werden ontwikkeld en over het algemeen werden toegepast. In het tweede deel wordt besproken hoe de mix van deze en andere instrumenten in een aantal specifieke sectoren werd gebruikt om de doelstellingen van het mededingingsbeleid te behalen. Het derde deel geeft een overzicht van de samenwerking binnen het European Competition Network (ECN) en met de nationale rechters. In deel vier komen de internationale activiteiten aan bod. Tot slot geeft het vijfde en laatste deel een korte beschrijving van de inter-institutionele samenwerking. Verdere gedetailleerde informatie kan gevonden worden in een Commission Staff Working Document en op de website van het Directoraat-generaal voor Concurrentie.

1. Instrumenten

1.1. Antitrust – De artikelen 81 en 82 van het EG-verdrag

1.1.1. De regels en het beleid ontwikkelen

3. Voor een doeltreffende strijd tegen kartels zijn niet alleen passende sancties nodig om kartels te bestraffen en af te schrikken, maar ook de nodige prikkels voor karteldeelnemers om het bestaan van kartels te onthullen. De Commissie zette een belangrijke stap in dit beleid om kartels aan het licht te brengen en te doen beëindigen toen zij een herziene mededeling betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken (clementieregeling) goedkeurde. De clementieregeling werd op diverse punten verbeterd om clementieverzoekers meer en betere aanwijzingen te geven en om de procedure transparanter te maken. Deze aanpassingen houden rekening met de meer dan vier jaar ervaring bij de toepassing van de clementieregeling van 2002 en zijn ook volledig in lijn met de model-clementieregeling van het ECN die eveneens in 2006 werd goedgekeurd. Verbeteringen zijn onder meer duidelijkere drempels voor boete-immuniteit en boetevermindering en preciezere voorwaarden waaraan clementieverzoekers moeten voldoen. Ook op proceduregebied zijn er aanpassingen, zoals de invoering van een systeem van discretionaire markers.

4. Geldboeten zijn van cruciaal belang om ondernemingen ervan af te houden de mededingingsregels te overtreden. Om het afschrikkende effect van sancties nog te versterken heeft de Commissie nieuwe richtsnoeren boetetoemeting goedgekeurd, voor de geldboeten die worden opgelegd aan ondernemingen die op artikelen 81 of 82 van het EG-verdrag inbreuk hebben gemaakt. Volgens deze nieuwe richtsnoeren is het basisbedrag van de geldboete die elke bij de inbreuk betrokken onderneming wordt opgelegd, gebaseerd op een percentage van haar jaarlijkse omzet voor het product waarop de inbreuk betrekking heeft, in het betrokken geografische gebied; dit basisbedrag kan oplopen tot 30% van de betrokken omzet. Om ten volle met de duur van de inbreuk te kunnen rekening houden, wordt het betrokken bedrag vervolgens vermenigvuldigd met het aantal jaar dat de onderneming bij de inbreuk was betrokken. Voorts kan de Commissie in het geval van recidive de geldboete tot 100% verhogen - waarbij elke voorgaande inbreuk een verhoging van de geldboete rechtvaardigt. Daarbij houdt zij niet alleen rekening met haar vorige beschikkingen, maar ook met die van de mededingingsautoriteiten die in de lidstaten artikelen 81 of 82 van het EG-verdrag toepassen.

5. Het bevorderen van particuliere handhaving zal helpen er voor te zorgen dat wie schade leed door inbreuken op het EU-mededingingsrecht, zijn recht op schadevergoeding kan uitoefenen. Dit is tegelijk een instrument dat de afschrikkende werking van het handhavingsbeleid van de overheid kan aanvullen. Het groenboek over schadevorderingen wegens schending van de communautaire antitrustregels in artikelen 81 en 82 van het EG-verdrag kon op brede belangstelling rekenen bij al wie met het antitrustbeleid te maken heeft, en werd uitvoerig besproken in Europa en daarbuiten. Tijdens de publieke raadpleging ontving de Commissie bijna 150 reacties van regeringen, mededingingsautoriteiten, het bedrijfsleven, consumentenorganisaties, juristen en de academische wereld. Het overgrote deel van de respondenten was het ermee eens dat slachtoffers van inbreuken op het mededingingsrecht op schadevergoeding recht hebben, en dat de nationale procedureregels de uitoefening van dit recht ook daadwerkelijk mogelijk moeten maken. Ook het Europese Economisch en Sociaal Comité verwelkomde in zijn over dit groenboek uitgebrachte advies dit initiatief van de Commissie. In het kader van de follow-up van het groenboek heeft de Commissie in haar wetgevings- en werkprogramma voor 2007 het initiatief voor een witboek over schadevorderingen voor inbreuken op antitrustregels opgenomen.

6. De Commissie bleef zich een pleitbezorger tonen van de mededinging sbeginselen, zowel binnen als buiten de Commissie. Doel daarvan is ervoor te zorgen dat de - EU en nationale - wetgeving die rechtmatige beleidsdoelstellingen nastreeft, de mededinging niet buitensporig verstoort. Voornamelijk tijdens de wetgevingsprocedure van de REACH-verordening was voor dit pleidooi vóór concurrentie een belangrijke rol weggelegd. Ook bleef de Commissie zich inspannen om de lidstaten ertoe aan te zetten de mededingingsbeperkingen in de sector vrije beroepen (professionele diensten) te onderzoeken, omdat daarmee een belangrijke bijdrage aan het behalen van de Lissabon-doelstellingen kan worden geleverd.

1.1.2. De regels toepassen

7. De Commissie bleef topprioriteit geven aan het opsporen van en de strijd tegen kartels. Bij haar optreden lag de nadruk op grote, hardcore kartels van vooral mondiale of Europese dimensie, waarbij meerdere ondernemingen zijn betrokken. De Commissie gaf zeven eindbeschikkingen waarin zij aan 41 ondernemingen voor in totaal 1 846 miljoen EUR geldboeten oplegde. (Ter vergelijking: in 2005 kregen 33 ondernemingen voor in totaal 683 miljoen EUR geldboeten opgelegd.) Uit deze beschikkingen blijkt dat het bij de betrokken sectoren om economisch belangrijke sectoren en om kartels van lange duur gaat. Daarom is het gemiddelde boetebedrag per onderneming aanzienlijk gestegen.

8. Eind 2006 had de Commissie, in het kader van de clementieregeling van 2002, in totaal 104 immuniteitsverzoeken en 99 verzoeken om boetevermindering ontvangen. Van de in 2006 gegeven kartelbeschikkingen waren er 4 op de clementieregeling van 2002 gebaseerd en 1 op de clementieregeling van 1996. In deze zaken heeft de Commissie ook forse boeteverminderingen toegekend aan in totaal 10 ondernemingen - in ruil voor bewijsmateriaal dat dezen de Commissie hadden verstrekt.

9. Voorts zijn ook initiatieven genomen om misbruiken van machtspositie aan te pakken. De Commissie heeft gefocussed op netwerk industrieën dat van instrumenteel belang zijn voor Europese mededinging en het ontwikkelen van de zogenaamde kenniseconomie in Europa: de Commissie heeft een procedure ingeleid tegen Telefónica wegens vermeende marginsqueeze op de Spaanse markten voor toegang tot breedbandinternet, en tegen Distrigaz voor een praktijk waarbij nieuwkomers de toegang tot de Belgische markt voor gaslevering werd belet. De Commissie heeft ook een eindbeschikking gegeven waarin Tomra, een producent van blikjesautomaten , aan inbreuken op artikel 82 van het EG-verdrag werd schuldig bevonden. De onderneming werkte met een systeem van exclusiviteitovereenkomsten, individuele verbintenissen over hoeveelheden en individuele retroactieve kortingregelingen. Daardoor werd de markttoetreding van andere fabrikanten van emballageautomaten ten minste vertraagd.

10. Een gedegen economische analyse en aandacht voor gedrag dat de mededinging dreigt te verstoren - en zodoende de consumenten schaadt - helpt de slagkracht van het mededingingsbeleid verbeteren. Over dit thema wordt verder gereflecteerd na de publieke raadpleging over het discussiedocument over de toepassing van artikel 82 van het EG-verdrag op misbruik door uitsluiting . De belangrijkste thema's die in de ontvangen reacties aan bod kwamen, werden besproken op een publieke hoorzitting in Brussel die ongeveer 350 deelnemers uit Europa, de Verenigde Staten, Japen en Korea aantrok.

11. Krachtens artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 kan de Commissie door ondernemingen voorgestelde toezeggingen verbindend verklaren wanneer daarmee de door de Commissie in antitrustprocedures geformuleerde bezwaren kunnen worden weggenomen. Ook dit jaar bleken toezeggingen een doeltreffend middel te zijn om mededingingsbezwaren weg te nemen. In 2006 heeft de Commissie vier beschikkingen gegeven waarbij toezeggingen verbindend werden verklaard.

12. In 2006 moest de Commissie voor het eerst ook gebruikmaken van haar bevoegdheid om op grond van artikel 24, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 een dwangsom op te leggen om een onderneming die bij beschikking was gelast een inbreuk op de artikelen 81 of 82 te beëindigen, te dwingen die beschikking na te leven. De Commissie legde Microsoft namelijk een definitieve dwangsom op van 280,5 miljoen EUR wegens niet-nakoming van bepaalde verplichtingen die de onderneming in de beschikking van 2004 waren opgelegd. In die beschikking was de Commissie tot de bevinding gekomen dat er sprake was van een inbreuk op artikel 82 van het EG-verdrag.

13. Verordening (EG) nr. 773/2004 bepaalt dat de tijdslimiet voor het beantwoorden van een mededeling van punten van bezwaar achting zal hebben aan zowel de tijd dat nodig is voor de voorbereiding van het antwoord als aan de urgentie van de zaak en zal in beginsel een termijn bedragen van vier weken vanaf het moment dat toegang tot het volledige dossier is gegeven. Om deze regels soepeler te kunnen handhaven en het verzekeren van een geschikte handhaving van de mededingingregels, zal de Commissie haar bestaande praktijk voor het bepalen van termijnen voor het beantwoorden van een mededeling van punten van bezwaar aanpassen. Een langere periode dan het minimum dat in Verordening (EG) nr. 773/2004 wordt voorzien zal worden verleend waar de omstandigheden van de zaak daarnaar vragen, in het bijzonder in complexe zaken, in zaken met een omvangrijk dossier of waar de vakantieperiodes de capaciteit beïnvloedt van een onderneming om te antwoorden. Dit vermindert niet de mogelijkheid dat ondernemingen hebben om de Raadsadviseur-auditeur te vragen voor een verlenging van de termijn voor het beantwoorden van de mededeling van punten van bezwaar.

1.2. Concentratiecontrole

1.2.1. De regels en het beleid ontwikkelen

14. Om betere aanwijzingen te kunnen voorleggen over bevoegdheidskwesties op het gebied van concentratiecontrole, publiceerde de Commissie, met het oog op een publieke raadpleging, een ontwerp voor een nieuwe geconsolideerde mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties in het kader van de concentratieverordening. Deze mededeling zal de vier bestaande mededelingen gaan vervangen die de Commissie in het kader van de vorige concentratieverordening (Verordening (EEG) nr. 4064/98) over dit thema had goedgekeurd. Het ging om: i) de mededeling betreffende het begrip 'concentratie'; ii) de mededeling betreffende het begrip 'volwaardige gemeenschappelijke onderneming'; iii) de mededeling betreffende het begrip 'betrokken onderneming'; en iv) de mededeling Commissie betreffende de berekening van de omzet. Met deze nieuwe mededeling worden in één document alle bevoegdheidskwesties behandeld die van belang zijn om de bevoegdheid van de Commissie op grond van de concentratieverordening te bepalen (met uitzondering van verwijzing van zaken). De mededeling zal naar verwachting in 2007 worden goedgekeurd.

1.2.2. De regels toepassen

15. In 2006 bereikte het aantal bij de Commissie aangemelde concentraties een recordaantal van 356 , meer dan het vorige recordaantal dat bij de vorige concentratiegolf in 2000 werd gehaald. De Commissie gaf in totaal 352 eindbeschikkingen, waarvan 207 volgens de vereenvoudigde procedure. In fase I werden 323 operaties goedgekeurd zonder voorwaarden en werden 13 operaties, onder voorwaarden, goedgekeurd. Het aantal fase-II-procedures is licht gestegen - van 10 zaken ingeleid in 2005 naar 13 zaken in 2006. Er werden 10 beschikkingen op grond van artikel 8 gegeven, terwijl 2 concentraties door de aanmeldende partijen in de fase II werden ingetrokken. Er werden geen operaties verboden.

16. De Commissie deed verder ervaring op bij de toepassing van de nieuwe materiële toets die met de concentratieverordening van 2004 werd ingevoerd. Twee opvallende zaken van 'niet-gecoördineerde' effecten waren Linde/BOC (over –onder andere - de internationale groothandelsmarkt voor helium) en T-Mobile Austria/tele.ring (over de Oostenrijkse retailmarkt voor de levering van mobiele telefoondiensten aan eindgebruikers). In beide zaken kwam de Commissie tot de bevinding dat de concentratie de mededinging significant zou belemmeren, ook al zou de fusieonderneming op de relevante markt geen marktleider worden. Beide zaken kregen groen licht nadat de partijen afdoende corrigerende maatregelen hadden voorgesteld.

17. In drie zaken - Korsnas/AD Cartonboard , Inco/Falconbridge en Metso/Aker Kvaerner - werden de onderbouwde claims dat de aangemelde operaties efficiëntievoordelen zouden opleveren, grondig onderzocht. De Commissie ging na, in hoeverre deze efficiëntievoordelen gevolgen zouden hebben voor de complete beoordeling van de impact van de betrokken operaties op de mededinging, in lijn met de in de richtsnoeren horizontale fusies geschetste benadering.

1.3. Staatssteuntoezicht

1.3.1. De regels ontwikkelen

18. Aanzienlijke vooruitgang werd geboekt bij de modernisering van de bestaande regels voor staatssteun , waartoe de Commissie in 2005 met het Actieplan Staatssteun de aanzet had gegeven. De vier leidbeginselen bij deze modernisering zijn: minder en beter gerichte staatssteun; een verfijnde economische aanpak; meer doelmatigheid op het gebied van procedures - met een betere handhaving, grotere voorspelbaarheid en meer transparantie - en een gedeelde verantwoordelijkheid voor de Commissie en de lidstaten. Tijdens de raadpleging bleek er duidelijke steun voor deze beginselen te zijn, die dan ook de pijlers zijn van de beleidsontwikkelingen in 2006.

19. De Commissie maakte de goedkeuring van regionale steun eenvoudiger door een groepsvrijstellingsverordening regionale-investeringssteun goed te keuren. Lidstaten hoeven regionale-investeringssteunregelingen niet meer bij de Commissie te melden wanneer die regelingen in overeenstemming zijn met de nieuwe richtsnoeren regionale steun en de voor 2007-2013 goedgekeurde regionale-steunkaarten. In 2006 werden voor 18 lidstaten regionale-steunkaarten goedgekeurd waarop de voor steun in aanmerking komende achterstandsgebieden zijn aangegeven en het maximum, dat in deze gebieden zijn toegestaan.

20. De Commissie keurde ook de nieuwe kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I) goed. Doel van deze kaderregeling is de lidstaten te helpen een groter deel van hun totale budget voor staatssteun in te zetten voor het stimuleren van O&O&I en hen te helpen, op basis van een economische analyse, hun O&O&I-steun in te zetten op de beste projecten. Daardoor zouden de verstoringen van mededinging en handelsverkeer beperkt moeten blijven en zou de doelmatigheid van de overheidsuitgaven maximaal moeten zijn. Deze nieuwe regels maken duidelijk dat de verfijnde economische aanpak die in het Actieplan Staatssteun werd ontwikkeld, nu een realiteit is en de hoeksteen is geworden van het staatssteunbeleid van de Commissie.

21. Daarnaast worden ook nieuwe richtsnoeren risicokapitaal goedgekeurd, waardoor lidstaten KMO's kunnen helpen beter toegang te krijgen tot financiering. Deze richtsnoeren betreffen risicokapitaalmaatregelen voor investeringen van KMO's tijdens hun early growth-fasen (seed-, aanloop- en groeifase). Omdat KMO's een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van economische groei en het creëren van duurzame banen, zijn deze richtsnoeren een belangrijk onderdeel van de strategie van de Commissie ter versterking van het concurrentievermogen.

22. Tot slot heeft de Commissie ook een nieuwe de-minimisverordening goedgekeurd, waarmee geringe subsidies niet langer vooraf de toestemming van de Commissie moeten krijgen. Onder de nieuwe verordening geldt steun tot 200 000 EUR over een periode van drie belastingjaren niet als staatssteun.

23. In 2007 wil de Commissie de tenuitvoerlegging van het Actieplan voortzetten door nieuwe richtsnoeren milieusteun goed te keuren, nieuwe regels voor steun in de vorm van garanties, een nieuwe mededeling over de referentiepercentages en een mededeling over de terugvordering van onrechtmatige en onverenigbare steun.

1.3.2. De regels toepassen

24. In 2006 is de werklast op het gebied van staatssteuntoezicht fors toegenomen , met 921 nieuw geregistreerde zaken (een stijging met 36% ten opzichte van het jaar voordien). De Commissie gaf 710 eindbeschikkingen , of een stijging met 12% ten opzichte van 2005. In de overgrote meerderheid van de zaken heeft de Commissie de maatregelen goedgekeurd: in 91% van alle zaken was de onderzochte steun verenigbaar met de staatssteunregels, terwijl het in 4% van alle zaken geen staatssteun betrof. In de gevallen waarin de Commissie twijfel had of bepaalde steunmaatregelen met de regels in overeenstemming waren, heeft zij een formeel onderzoek uitgevoerd. Aan het eind van deze onderzoekprocedure was het besluit van de Commissie gunstig, een voorwaardelijke goedkeuring of een besluit 'geen steun' (3% van alle beschikkingen), of bleek de steun niet met de staatssteunregels in overeenstemming te zijn (2% van alle beschikkingen).

25. De belangrijkste regionale-steunzaken betroffen grote investeringsprojecten waarop de multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten van 2002 van toepassing was. De Commissie keurde negen Poolse zaken goed met betrekking tot de productie van LCD-modules voor flatscreens door LG Philips LCD Poland Sp. z o.o . Voorts keurde de Commissie ook twee Duitse investeringsprojecten in de sector zonne-energie (fotovoltaïsche energie) - First Solar GmbH en HighSi GmbH - goed en een investeringsproject van een Koreaanse onderneming voor een nieuwe bandenfabriek in Hongarije.

26. Wat O&O&I-steun betreft, werd een belangrijke regeling ten behoeve van het Franse Agence de l'innovation industrielle goedgekeurd, waarvoor de overheid meer dan 2 miljard EUR heeft uitgetrokken. In lijn met het nieuwe steunkader werd de impact van steun op de mededinging nauwkeurig onderzocht in een aantal zaken in de luchtvaartsector (steun aan Rolls-Royce en aan Eurocopter ) en in het BioHub -project, het eerste grote project van het Franse Agence de l'innovation industrielle.

27. In de sector risicokapitaalmaatregelen keurde de Commissie Investbx goed, een investeringsvehikel waarmee voor KMO's in de West Midlands (Verenigd Koninkrijk) een instrument wordt gecreëerd om risicokapitaal aan te trekken. Voorts werden in een Italiaanse zaak scoutingkosten goedgekeurd - kosten voor het selecteren van innoverende ondernemingen met het oog op investeringen door risicokapitaalfondsen (zoals screeningkosten, consultancy over het businessplan enz.).

28. Het beginsel 'de vervuiler betaalt' houdt in dat vervuilers niet mogen worden bevrijd van de verplichting dat zij de door hen veroorzaakte vervuiling moeten betalen. Toch heeft de Commissie in diverse zaken milieusteun goedgekeurd. Een groot aantal goedgekeurde maatregelen geeft steun aan vernieuwde energie productie met het gebruik van verschillende hulpinstrumenten voor dat doel. In het bijzonder wordt gebruik gemaakt van investeringshulp in de vorm van belastingsverminderingen of feed-in tarieven. Wat betreft afvalbeheer, zette de Commissie zijn praktijk voort en beoordeelde maatregelen in het recyclingbeheer in het Verenigd Koninkrijk en de Tsjechische Republiek op basis van artikel 87(3) (c ).

29. Opleidingssteun kan bijdragen tot het gemeenschappelijk Europees belang omdat daardoor het aanbod van geschoolde arbeidskrachten toeneemt en het concurrentievermogen van de EU-industrie wordt versterkt. In 2006 hebben de lidstaten in het kader van de groepsvrijstellingsverordening opleidingssteun 57 maatregelen gemeld. Daarnaast ontving de Commissie een aantal aanmeldingen van opleidingssteun, met name in de automobielindustrie. In die zaken vergewiste de Commissie zich ervan dat de steun inderdaad diende om opleidingsactiviteiten te steunen die zonder de steun niet zouden zijn ondernomen.

30. Reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden is alleen toegestaan indien aan strikte voorwaarden is voldaan. In 2006 paste de Commissie in een aantal beschikkingen en besluiten de gewijzigde regels toe, zoals die in de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun van 2004 zijn vastgesteld. Op grond van die richtsnoeren nam zij drie besluiten over reddingssteun, twee besluiten waarin zij geen bezwaar maakte tegen herstructureringssteun en gaf zij één gunstige eindbeschikking (en geen enkele negatieve beschikking). Een aantal van de beschikkingen was nog gebaseerd op de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun van 1999.

31. Wat fiscale steun betreft, kwam de Commissie tot de conclusie dat een voordelige belastingregeling in Spanje ten voordele van uitgaande directe buitenlandse investeringen, staatssteun was waarmee de handelspositie werd verbeterd van de begunstigden die goederen en diensten naar buitenlandse markten exporteren. De Commissie was van oordeel dat de steun met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar was omdat van een vrijstelling van interne belastingen op de export sprake was, wat in strijd is met artikel 92 van het EG-verdrag.

32. Tot slot werden de inspanningen voortgezet om terugvorderingsbeschikkingen doeltreffender en sneller ten uitvoer te leggen. Het aantal uitstaande terugvorderingsbeschikkingen blijft dalen. Eind 2006 waren er 60 terugvorderingsbeschikkingen hangende (tegenover 75 eind 2005). In 2006 werden 21 hangende terugvorderingszaken afgesloten en werden 6 nieuwe terugvorderingsbeschikkingen gegeven. Voor de periode vanaf 2000 moest op grond van beschikkingen 8,7 miljard EUR worden teruggevorderd. Daarvan is er eind 2006 zo'n 7,2 miljard EUR (of 83% van het totale bedrag) daadwerkelijk teruggevorderd. De Commissie heeft, op grond van artikel 88, lid 2, of artikel 228, lid 2, van het EG-verdrag, tegen drie lidstaten rechtszaken ingeleid omdat terugvorderingsbeschikkingen niet daadwerkelijk ten uitvoer werden gelegd.

2. Sectorale Ontwikkelingen

2.1. Energie

33. Op Europees niveau hebben twee liberaliseringsgolven plaatsgevonden. Omdat de groothandelsprijzen voor gas en elektriciteit echter fors stegen, er aanhoudende klachten over toetredingsdrempels waren en de consumentenkeuze beperkt was, besloot de Commissie in juni 2005 een onderzoek te beginnen naar het functioneren van de Europese gas- en elektriciteitsmarkten. Het eindverslag over het sectorale onderzoek dat de Commissie op 10 januari 2007 goedkeurde, bood een breed inzicht in het functioneren van de gas- en elektriciteitsmarkten op alle niveaus van de leveringsketen. De fundamentele problemen op mededingingsgebied die aan het licht kwamen, zijn: sterk geconcentreerde groothandelsmarkten, onvoldoende ontbundeling van netwerk- en leveringsactiviteiten, ontoereikende of niet-beschikbare grensoverschrijdende capaciteit, ontbreken van betrouwbare en tijdig beschikbare informatie, beperkte concurrentie op retailniveau, en te kleine balanceringszones. De bevindingen van het sectorale onderzoek waren een belangrijke informatiebron bij het handhavingsbeleid op mededingingsgebied in diverse individuele zaken, en vormden een belangrijke bijdrage tot beleidsformulering wat betreft de volgende stappen in de liberalisering van de Europese gas- en elektriciteitmarkten.

34. De Commissie heeft op eigen initiatief een aantal antitrustonderzoeken uitgevoerd en daarnaast ook diverse klachten die zij had ontvangen, onderzocht. De problemen die werden onderzocht zijn onder meer het oppotten van netwerk- en opslagcapaciteit, langlopende capaciteitsreserveringen, strategische onderinvesteringen in netwerken om downstream leveringsbelangen te beschermen, blokkeren van inter-connectoren ten voordele van nationaal verbruik, marktverdeling en langlopende contracten tussen groothandelaren/retailers en downstream-afnemers. Ook op het niveau van de lidstaten vonden belangrijke onderzoeken plaats, onder meer door de Deense, Duitse en Italiaanse mededingingsautoriteiten.

35. Langlopende contracten met afnemers blijken mededingingsbezwaren op te leveren op energiemarkten buiten de gas- en elektriciteitssector. De Commissie gaf op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 een beschikking waarbij toezeggingen met betrekking het netwerk tankstations van Repsol , een Spaanse aanbieder van motorbrandstoffen, verbindend werden verklaard . Dankzij de toezeggingen van Repsol zijn honderden tankstations niet meer aan langlopende exclusieve leveringsovereenkomsten gebonden, waardoor er grotere keuze komt en meer ruimte voor lagere prijzen - in het voordeel van de consument.

36. Wat concentraties in de energiesector betreft, heeft de Commissie een groot aantal beschikkingen gegeven. De uit mededingingsoogpunt ingewikkeldste zaken waren DONG/Elsam/Energi E2 en Gaz de France/Suez . Beide concentraties zouden, in hun oorspronkelijk aangemelde vorm, de daadwerkelijke mededinging significant hebben verstoord. Ze konden dan ook alleen worden goedgekeurd nadat de partijen omvattende, structurele corrigerende maatregelen hadden aangeboden. In de zaak- E.ON/Endesa gaf de Commissie twee beschikkingen op grond van artikel 21 van de concentratieverordening, waarin Spanje werd gelast bepaalde, onrechtmatig aan de - reeds door de Commissie goedgekeurde - operatie verbonden voorwaarden in te trekken.

37. Ten aanzien van het toezicht op staatssteun werd verder gezocht naar een oplossing voor de problemen als gevolg van langlopende contracten tussen publieke netwerkexploitanten en stroomproducenten in Hongarije en Polen, contracten die aanzienlijke delen van de groothandelsmarkten afschermen. De Commissie onderzocht ook diverse regelingen voor gereguleerde tarieven in Italië, waardoor bepaalde industriële ondernemingen goedkope elektriciteitstarieven krijgen - onder de marktprijs. De staatssteunaspecten van de reorganisatie van het nucleair passief van de publieke sector werden onderzocht in een zaak uit het Verenigd Koninkrijk. Bij de beschikkingen en besluiten over hernieuwbare energiebronnen werd gekeken of dit soort steun noodzakelijk was en of er de nodige garanties waren dat de overheidsfinanciering alleen de extrakosten van productie en levering ten opzichte van conventionele energiebronnen dekt. Ten slotte, onder het EU Emission Trading Scheme (EU ETS) heeft de Commissie de Nationale Allocatie Plannen (NAPs) voor de tweede tradingperiode (2008-2012) onderzocht onder de criteria van Bijlage II van het ETS, met aandacht voor criterium 5 bepalend dat er geen onderscheid of discriminatie mag optreden tussen bedrijven of sectoren in de toewijzing overeenkomstig de vereisten van het Verdrag, in het bijzonder artikel 87 en 88 EG daarvan. Voor 10 lidstaten heeft de Commissie beschikkingen gegeven op grond van het EU ETS op de NAPs voor de tweede handelsperiode.

2.2. Financiële diensten

38. Een aantal indicatoren zoals marktfragmentatie, prijsrigiditeit en beperkte mobiliteit bij cliënten lijken er op te wijzen dat de mededinging op de EU-markt voor retailbanking niet efficiënt functioneert. Daarom besloot de Commissie in juni 2005 een onderzoek in de sector retailbanking te beginnen, met name wat betreft grensoverschrijdende concurrentie. In 2006 vond een publieke raadpleging plaats over twee tussentijds gepubliceerde rapporten - één over betaalkaartverrichtingen en een tweede over lopende rekeningen en aanverwante diensten. Deze rapporten werden ook op een openbare hoorzitting gepresenteerd. Het eindverslag over retailbanking werd op 31 januari 2007 gepubliceerd. Mogelijke concurrentieproblemen die aan het licht kwamen, zijn toetredingsdrempels, een nationaal gefragmenteerde markt en sterke concentratie tussen emitterende en acquirerende instellingen van betaalkaarten.

39. De Commissie zette ook haar uitgebreide sectorale onderzoek in de sector zakelijke verzekeringen voort, dat eveneens in juni 2005 was begonnen. Het tussentijdse verslag over de sector zakelijke verzekeringen werd op 24 januari 2007 gepubliceerd en het eindverslag wordt voor september 2007 verwacht.

40. De Commissie kreeg een groot aantal concentraties in de sector financiële diensten te onderzoeken. Een van de concentraties die de Commissie goedkeurde, was de overname van Gerling Versicherungsgruppe door Talanx AG . In die zaak bleek uit het uitgebreide marktonderzoek van de Commissie dat de geplande overname de mededinging significant zou beperken wat betreft aansprakelijkheidsverzekeringen voor farmaceutische ondernemingen in Duitsland. Om deze bezwaren weg te nemen, zegde Talanx toe de activiteiten farmaceutische aansprakelijkheid van haar dochteronderneming HDI af te stoten voor zover het gaat om de verzekeringen voor Duitse ondernemingen buiten de wettelijk verplichte productaansprakelijkheidsverzekering.

41. Via haar toezicht op staatssteun moest de Commissie ook een gelijk speelveld in de sector financiële diensten garanderen, vooral voor nieuwkomers en buitenlandse banken. In de zaak- Crédit Mutuel zette de Commissie haar onderzoek voort naar de vraag of er mogelijk van overcompensatie sprake is bij de distributie van het livret bleu. Daarnaast werd ook een inbreukprocedure ingeleid tegen de bijzondere rechten die La Poste, de Caisses d'Épargne en Crédit Mutuel kregen toegekend om het livret A en het livret bleu te distribueren. In de zaak van de Luxemburgse fiscale steunregeling ten faveure van de 1929-holdings, de miljardair- en vrijgestelde holdings gaf de Commissie een negatieve eindbeschikking, waarin zij de intrekking van die regeling vroeg. De regeling werd beschouwd als een verkapte subsidie aan holdings die bepaalde financiële diensten aan verbonden en niet-verbonden lichamen binnen een internationaal concern leveren.

2.3. Elektronische communicatie

42. Het overgrote deel van de aanbieders van elektronische communicatiediensten opereert binnen de marges van het EU-reguleringskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten. Dit kader wil de toegang tot legacy-infrastructuur faciliëren, investeringen in alternatieve infrastructuur aanmoedigen en de consumenten keuze en lagere tarieven bieden. Het kader beveelt momenteel 18 specifieke product- en dienstenmarkten op zowel wholesale- als retailniveau aan voor ex-anteregulering door nationale toezichthouders. In juni maakte de Commissie een ontwerp bekend van een nieuwe lijst met markten die voor ex-anteregulering in aanmerking komen . Daarin wordt een forse inkrimping van het aantal markten op die lijst aanbevolen. Algemeen genomen, vindt de Commissie dat waar wholesaleregulering doelmatig functioneert, de voorwaarden op retailniveau daadwerkelijke mededinging mogelijk zouden moeten maken.

43. In het kader van de artikel 7-procedure bleef de Commissie zich inspannen om ervoor te zorgen dat regulering in de hele EU coherent is, gebaseerd op de beginselen van het mededingingsrecht, beperkt tot markten waar er een aanhoudend marktfalen is en slechts mag worden afgebouwd wanneer een daadwerkelijk concurrerende uitkomst niet langer afhangt van ex-ante regulerend ingrijpen. De Commissie beoordeelde 244 kennisgevingen van nationale toezichthouders en gaf 156 beschikkingen. De Commissie moest geen enkele Nationale regelgevende instantie verzoeken om de gemelde ontwerpmaatregelen terug te trekken. In één zaak werd de ontwerpmaatregel door de Nationale regelgevende instantie op eigen initiatief teruggetrokken.

44. Markten voor breedbandtoegang zijn een interessant voorbeeld van de gelijktijdige toepassing van ex-ante sectorspecifieke regulering en ex-post-toepassing van het mededingingsrecht. De Commissie zond de gevestigde Spaanse exploitant Telefónica een mededeling van punten van bezwaar waarin zij voorlopig concludeerde dat de onderneming door marginsqueeze haar machtspositie op de Spaanse markten voor breedbandtoegang misbruikte - en zo inbreuk maakte op artikel 82 van het EG-verdrag. In het kader van de artikel 7-procedure heeft de Commissie er op toegezien dat de nationale toezichthouders in de relevante markt voor wholesalebreedbandtoegang ook VDSL-toegang (Very high bit rate Digital Subscriber Line) opnemen wanneer deze onderling substitueerbaar zijn, ongeacht de infrastructuur waarlangs ze worden aangeboden. Tot slot heeft de Commissie, op grond van de staatssteunregels, toestemming gegeven voor diverse projecten waarbij sprake was van overheidsmiddelen voor breedbandinfrastructuur en -diensten. Meestal ging het daarbij om landelijke of afgelegen gebieden met geen of slechts beperkte breedbanddekking. De Commissie besloot dan weer overheidsfinanciering voor de geplande aanleg van een glasvezelnetwerk in het Nederlandse Appingedam te verbieden, omdat het om een project ging in een gemeente waar reeds breedbanddiensten beschikbaar zijn tegen tarieven die vergelijkbaar zijn met andere regio's.

45. Wat mobiele telefonie betreft, heeft de Commissie, in het kader van de artikel 7-procedure, tot dusver nog geen bezwaar gemaakt tegen het standpunt van een aantal nationale toezichthouders dat misschien wel regulerend optreden nodig is op de wholesalemarkt voor mobiele toegang en gespreksopbouw, om te voorkomen dat de consumenten schade lijden. Voorts werden ook de instrumenten voor concentratiecontrole gebruikt om ervoor te zorgen dat concentraties van mobiele operatoren de daadwerkelijke mededinging niet significant belemmeren.

2.4. Informatietechnologie

46. De Commissie bleef er op toezien dat de mededinging niet werd verstoord in de IT-sector, die gekenmerkt wordt door digitale convergentie, het toenemende belang van interoperabiliteit en de sleutelrol van organisaties die normen vastleggen.

47. In 2004 was bij beschikking vastgesteld dat Microsoft inbreuk had gemaakt op artikel 82 van het EG-verdrag. In 2006 werden verdere stappen gezet om ervoor te zorgen dat de onderneming haar verplichtingen uit hoofde van die beschikking uitvoert: i) volledige en accurate interoperabiliteitsinformatie leveren, en ii) die informatie op redelijke voorwaarden beschikbaar stellen. Aangezien Microsoft niet de gevraagde volledige en accurate interoperabiliteitsinformatie heeft verschaft, gaf de Commissie een beschikking waarbij de onderneming een geldboete van 280,5 miljoen EUR kreeg opgelegd wegens niet-nakoming van haar verplichtingen.

48. Op het gebied van concentratiecontrole onderzocht de Commissie of concentraties van producenten van netwerkuitrusting de daadwerkelijke mededinging significant belemmeren. In dat verband gaf zij groen licht voor de voorgenomen concentratie tussen Nokia en de divisie netwerkuitrusting van Siemens AG , omdat deze operatie de daadwerkelijke mededinging in de sector mobiele netwerkuitrusting niet significant zou belemmeren. Ook de voorgenomen concentratie van Alcatel en Lucent Technologies werd door de Commissie goedgekeurd. Zij was immers van oordeel dat de marktstructuur voor de levering van uitrusting voor optische netwerken en oplossingen voor breedbandtoegang ook na de geplande operatie voldoende concurrerend zou blijven.

49. Bij het toezicht op staatssteun onderzocht de Commissie het Franse voornemen om een belastingvoordeel te geven voor de creatie van videogames. De Commissie besloot een formeel onderzoek in te leiden om na te gaan of met dit belastingvoordeel een reële culturele doelstelling wordt nagestreefd, binnen de ruimere context, van met name scherpe concurrentie van Amerikaanse, Canadese en Japanse makers van videogames en de enorme technologische en economische ontwikkelingen bij de nieuwe generatie gameconsoles.

2.5. Media

50. In de mediasector ontwikkelt de markt zich verder, met onder meer een toename van het totale aantal distributiekanalen, meer keuze voor de consumenten, grotere vraag naar inhoud en de overstap van analoge naar digitale uitzendingen, waardoor de consumenten nu al over betere beeldkwaliteit en een ruimer programma-aanbod kunnen beschikken. De belangrijkste doelstelling van het mededingingsbeleid in de mediasector is het garanderen van een gelijk speelveld, tussen de verschillende commerciële spelers, maar ook tussen commerciële spelers en door de overheid gefinancierde spelers.

51. Wat de digitale omroep betreft, opende de Commissie, na een klacht van de Italiaanse consumentorganisatie Altroconsumo , een inbreukprocedure om te onderzoeken of de Italiaanse wetgeving inzake de digitale overstap omroepen beperkingen oplegt en bestaande analoge omroepen concurrentievoordelen verleent, die in strijd zijn met de concurrentierichtlijn en andere relevante bepalingen van het reguleringskader voor telecommunicatie. De Commissie opende een formele onderzoekprocedure tegen steunmaatregelen om de digitale overstap in twee Duitse deelstaten (Beieren en Noord-Rijnland-Westfalen) te faciliëren. Zij wilde nagaan of de steun tot het strikt noodzakelijke minimum beperkt bleef en de mededinging niet buitensporig verstoorde. In besluiten betreffende een aantal Franse en Italiaanse zaken is de Commissie nader ingegaan op de voorwaarden om consumenten subsidies te verlenen voor de aanschaf van digitale decoders - zoals het respecteren van de technologische neutraliteit.

52. In lijn met de omroepmededeling heeft de Commissie ook overheidsfinanciering ten behoeve van openbare omroepen goedgekeurd wanneer daarmee de kosten van de openbare dienst niet worden overschreden. In recente zaken heeft de Commissie de lidstaten ook gevraagd mechanismen uit te werken om overcompensatie te voorkomen. Ook eiste zij dat steun werd teruggevorderd wanneer een openbare omroep meer overheidsmiddelen dan nodig had ontvangen. Toch heeft de Commissie geaccepteerd dat het voor openbare omroepen gerechtvaardigd kan zijn om een reserve te behouden, als buffer tegen mogelijke fluctuaties in kosten/inkomsten.

53. Een van de topprioriteiten van de Commissie was nog steeds er op toe te zien dat premium content op open en transparante voorwaarden beschikbaar komt, zodat een maximaal aantal operatoren op de rechten kan bieden. In de zaak van de English Premier League (FAPL) heeft de Commissie in haar beschikking waarmee de toezeggingen verbindend werden verklaard, de fundamentele beginselen bevestigd die in de beschikkingen in de zaak van de UEFA Champions League en die van de Bundesliga waren vastgelegd ten aanzien van de gezamenlijke verkoop van mediarechten in de sport. Wat concentraties betreft, kreeg de overname van SLEC , de eigenaar van Formula One Group en alle televisierechten op de Formule 1-wedstrijden, door het private-equityfonds CVC groen licht op voorwaarde dat een van haar dochterondernemingen werd afgestoten. Die maatregel bood de garantie dat de mededinging niet significant werd belemmerd ten aanzien van de verkoop van de Italiaanse en Spaanse televisierechten voor de twee populairste motorsportevenementen in de EU.

54. De Commissie toetste staatssteun ten behoeve van films en andere audiovisuele werken aan de filmmededeling; die bevat de criteria om dit soort steun goed te keuren op grond van de culturele afwijking van het algemene verbod op staatssteun. De drie belangrijkste besluiten uit 2006 betreffen Franse steunregelingen voor de film, een voordelige belastingregeling ten behoeve van de filmsector in het Verenigd Koninkrijk, en het nieuwe Duitse filmfonds. Al deze maatregelen werden door de Commissie goedgekeurd omdat de overheden in de lidstaten hadden toegezegd rekening te zullen houden met alle aanpassingen van de staatssteunregels in de periode dat de regelingen van toepassing waren.

55. In het kader van het rechtenbeheer heeft de Commissie in de zaak van de Cannes Extension Agreement een beschikking gegeven waarin toezeggingen verbindend worden verklaard. Die toezeggingen moeten ervoor zorgen dat platenproducenten van auteursrechtenorganisaties nog steeds kortingen kunnen krijgen op auteursrechtenvergoedingen en dat de kansen voor auteursrechtenorganisaties om de markt voor het uitgeven van muziek en produceren van platen te betreden, niet worden gedwarsboomd. De Commissie zond ook een mededeling van punten van bezwaar aan CISAC (Confédération Internationale des Sociétés d'Auteurs et Compositeurs) en de bij CISAC aangesloten individuele auteursrechtenorganisaties in de EER-Staten. De Commissie maakte zich namelijk zorgen over een aantal bepalingen in het CISAC-modelcontract en in bilaterale overeenkomsten tussen CISAC en haar leden waardoor de traditionele nationale offlinemonopolies van auteursrechtenorganisaties naar de onlinesector worden uitgebreid.

2.6. Vervoer

56. Met haar wetgevingsinitiatieven in het vervoersbeleid wil de Commissie geïntegreerde en concurrerende vervoersmarkten tot stand brengen die de hele EU omvatten. Daarbij aansluitend, is het doel van het mededingingsbeleid er voor te zorgen dat het doeltreffende functioneren van deze markten niet wordt belemmerd door mededingingsbeperkende praktijken of mededingingsdistorsies. Er kunnen zich met name mededingingsproblemen voordoen in de vorm van beschermd binnenlands goederenvervoer over de weg, beperkte interoperabiliteit, gebrekkige infrastructuurcoördinatie in het geval van het spoorvervoer, en weinig transparante toegang tot concurrerende havendiensten in het geval van het zeevervoer.

57. In de sector wegvervoer handhaafde de Commissie haar beleid om staatssteun goed te keuren ter bevordering van de installatie van schonere technologie, met name in oude voertuigen. Ook keurde zij staatssteun ten behoeve van openbare-dienstverplichtingen goed.

58. De Commissie nam ook diverse besluiten ten aanzien van staatssteun om het spoorvervoer te bevorderen. Zij keurde een Tsjechische steunmaatregel goed waarmee een garantie werd verleend voor een lening aan de Tsjechische Spoorwegen om nieuw rollend materieel voor het reizigersvervoer aan te schaffen. Ook gaf zij toestemming voor een Nederlandse steunregeling voor de uitrusting van goederenlocomotieven met het European Train Control System (ETCS). Wat staatssteun ten behoeve van spoorinfrastructuur betreft, kwam de Commissie in één zaak tot de conclusie dat de financiering van en het toezicht op de aanleg van nieuwe spoorinfrastructuur geen economische activiteiten waren, maar deel uitmaken van de taken van de overheid.

59. In het zeevervoer werden de regels inzake de toepassing van artikelen 81 en 82 van het EG-verdrag op het zeevervoer en de groepsvrijstelling voor lijnvaartconferenties bepaald in Verordening 4056/86 ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1419/2006 van de Raad. De vier cumulatieve voorwaarden om prijsafspraken en capaciteitsregulering op grond van artikel 81, lid 3, van het EG-verdrag vrij te stellen, zijn immers niet langer vervuld. In diezelfde verordening wordt het toepassingsbereik van Verordening (EG) nr. 1/2003 ook uitgebreid tot cabotage en de wilde vaart. Na een verzoek van het Europees Parlement in die zin en omdat Verordening (EG) nr. 1/2003 niet volledig op de lijnvaart van toepassing is geweest, heeft de Commissie toegezegd richtsnoeren uit te werken over de toepassing van het mededingingsrecht in het zeevervoer, om zodoende een soepele overgang naar een regeling van volledige concurrentie mogelijk te helpen maken. Wat staatssteun in het zeevervoer betreft, is de Commissie voorstander van een grotere convergentie van steunregelingen, om in Europa tot een zo gelijk mogelijk speelveld te komen - ook voor sleep- en baggeractiviteiten. Zij eiste dat alle nationaliteitsclausules werden geschrapt uit regelingen die reders vrijstellen van betaling van sociale premies voor hun zeelui.

60. Wat het luchtvervoer betreft, stelde de Commissie Verordening (EG) nr. 1459/2006 vast, waarbij de ontheffing van het verbod van artikel 81, lid 1, van het EG-verdrag voor IATA-tariefoverleg over passagiersvervoer op routes binnen de EU per 1 januari 2007 wordt ingetrokken. De nieuwe verordening maakt ook een eind aan de ontheffing voor overleg over slots en dienstregelingen voor routes binnen de EU. De Commissie zette in twee beschikkingen die zij op grond van Verordening (EG) nr. 847/2004 van de Raad heeft gegeven, uiteen dat bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de EU-lidstaten en derde landen inbreuk kunnen maken op artikel 10 juncto artikel 81 van het EG-verdrag, omdat van de in die overeenkomsten genoemde luchtvaartmaatschappijen wordt geëist dat zij tarieven en/of de ingezette capaciteit afspreken of coördineren, of daartoe worden aangemoedigd. Wat antitrustbeleid betreft, zond de Commissie een mededeling van punten van bezwaar aan de leden van de SkyTeam Airline Alliance , waarin zij zich zorgen maakte over een aantal routes waar de samenwerking binnen SkyTeam een negatieve impact op de mededinging kon hebben. De Commissie zette haar onderzoek naar staatssteun aan luchtvaartmaatschappijen in moeilijkheden voort, nam een aantal besluiten met betrekking tot aanloopsteun en steun aan luchthavens, en behandelde een aantal zaken waarin het ging om steun aan zowel luchtvaartmaatschappijen als luchthavens. Tot slot besloot de Commissie Griekenland voor het Hof van Justitie te brengen omdat het de onrechtmatige staatssteun, van ten minste 160 miljoen EUR, die in de periode 1998-2002 aan Olympic Airways was verleend, niet had teruggevorderd.

2.7. Posterijen

61. De postsector ondergaat ingrijpende veranderingen: veranderende consumentenbehoeften, andere organisatievormen, geleidelijke openstelling van de markt, automatisering/nieuwe technologieën en de opmars van elektronische communicatie. In deze marktcontext waren de twee pijlers van het beleid van de Commissie: een geleidelijke afbouw van de monopolierechten die de universele-dienstaanbieders (USP's) zijn verleend, en het vrijwaren van de mededinging in de sectoren van de postmarkt die al zijn geliberaliseerd (om te voorkomen dat deze de facto opnieuw worden gemonopoliseerd door universele-dienstaanbieders).

62. Wat de toepassing van de staatssteunregels in de postsector betreft, heeft de Commissie, in het licht van de arresten- Chronopost en - Altmark , haar onderzoek van de boekhouding van universele-dienstaanbieders verdiept om te garanderen dat er geen sprake is van overcompensatie en kruissubsidiëring. Met name heeft de Commissie de methoden onderzocht die de postbedrijven hanteren om de kosten toe te rekenen aan universele en andere diensten en om de financiële kosten van de door de overheid opgelegde opdrachten te berekenen.

63. Compensatie voor diensten van algemeen economisch belang heeft de Commissie, in lijn met de communautaire kaderregeling van 2005, alleen met de staatssteunregels verenigbaar verklaard wanneer het bedrag van de compensatie niet hoger lag dan de kosten van de openbare-dienstverplichting (en mits alle overige voorwaarden van diezelfde kaderregeling waren vervuld).

64. De Commissie onderzocht niet alleen de verenigbaarheid van compensaties voor postbedrijven die diensten van algemeen economisch belang aanbieden, maar ook of postbedrijven misschien andere voordelen genieten. Zo stelde de Commissie in de Franse zaak van de onbeperkte staatsgarantie voor La Poste bij wijze van dienstige maatregelen voor dat Frankrijk de onbeperkte staatsgarantie die La Poste als overheidlichaam geniet, tegen eind 2008 moet stopzetten.

65. Tot slot waakte de Commissie erover dat dochterondernemingen van postbedrijven die in concurrerende markten buiten de diensten van algemeen economisch belang actief zijn, niet alleen geen kruissubsidies ontvangen, maar ook geen staatssteun. Zo besloot de Commissie in de zaak- DHL Leipzig/Halle de onderzoekprocedure in te leiden om na te gaan of de deelstaat Saksen en de publieke luchthaven Leipzig/Halle als particuliere investeerders hadden gehandeld toen zij DHL infrastructuur ter beschikking stelden en garanties gaven ingeval er een verbod op nachtvluchten zou komen.

3. Samenwerking binnen het European Competition Network (ECN) en met de nationale rechters - Een overzicht

66. 2006 is het tweede volledige jaar dat het door Verordening (EG) nr. 1/2003 ingestelde handhavingssysteem functioneert. De samenwerking tussen de ECN-leden (de mededingingsautoriteiten van de EU-lidstaten en de Commissie) en tussen de nationale rechters en de Commissie werd verder uitgediept.

3.1. Algemeen overzicht

67. Samenwerking tussen de ECN-leden in individuele zaken is georganiseerd rond de twee voornaamste verplichtingen van de nationale mededingingsautoriteiten: de Commissie informeren wanneer nieuwe zaken worden ingeleid en vooraleer een eindbeschikking te geven. De Commissie werd geïnformeerd over zo'n 150 nieuwe zaken waarin de nationale mededingingsautoriteiten een onderzoek waren begonnen. Een beperkt aantal klachten werd door de Commissie verwezen naar nationale mededingingsautoriteiten die deze verder wilden behandelen. Daarnaast vestigden in een beperkt aantal gevallen de nationale mededingingsautoriteiten uitdrukkelijk de aandacht van de Commissie op mogelijke concurrentieproblemen die in meerdere lidstaten een impact leken te hebben.

68. De Commissie heeft in zo'n 125 zaken afkomstig van de nationale mededingingsautoriteiten adviezen afgegeven, op grond van de regels inzake formele samenwerking of op informele basis. Tot dusver heeft de Commissie nog geen gebruikgemaakt van de mogelijkheid om, met het oog op een coherente toepassing van de concurrentieregels, een nationale mededingingsautoriteit haar bevoegdheid te ontnemen door de procedure van artikel 11, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1/2003 in te leiden.

69. De kracht en het potentieel van samenwerking binnen het ECN gaan verder dan de in Verordening (EG) nr. 1/2003 beschreven juridische verplichtingen. Het ECN biedt de EU-mededingingsautoriteiten ook een nuttig platform om hun handhavingsbeleid te coördineren, voor meer coherentie te zorgen en over algemene beleidsvraagstukken te overleggen. In 2006 werd op vier verschillende fora gewerkt. In de eerste plaats kwamen de directeur-generaal van DG Concurrentie en de leiding van alle nationale mededingingsautoriteiten bijeen voor hun jaarbijeenkomst in het kader van het ECN; daar werd de ECN-modelclementieregeling goedgekeurd. Ten tweede kwamen de nationale mededingingsautoriteiten en de Commissie regelmatig bijeen op 'plenaire vergaderingen' waarop algemene thema's van het antitrustbeleid werden besproken. Ten derde waren er zes werkgroepen die rond specifieke thema's werkten, zoals sectorale onderzoeken of misbruik van machtspositie. Tot slot waren er binnen het ECN 15 sectorale subwerkgroepen voor specifieke sectoren.

3.2. Toepassing van EU-mededingingsregels door de nationale rechter in de EU

70. Volgens artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 kunnen nationale rechters de Commissie om informatie vragen waarover deze beschikt, of om haar advies betreffende de toepassing van de EU-mededingingsregels. In 2006 heeft de Commissie één advies gegeven aan een Nederlandse rechter en één aan een Belgische rechter. Aan het jaareinde was er een adviesverzoek van een Zweedse rechter in behandeling.

71. Artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 eist dat de lidstaten de Commissie een afschrift bezorgen van schriftelijke besluiten van nationale rechters met betrekking tot de toepassing van de artikelen 81 of 82 van het EG-verdrag. De Commissie ontving afschriften van zo'n 30 vonnissen die in 2006 werden uitgesproken. Deze werden op de website van DG Concurrentie gezet, ten minste als de toezendende autoriteit deze niet als vertrouwelijk had aangemerkt.

72. Volgens artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1/2003 kan de Commissie, wanneer dat voor de coherente toepassing van de artikelen 81 of 82 van het EG-verdrag nodig is, uit eigen beweging schriftelijke opmerkingen bij nationale rechters indienen en kan zij, met toestemming van de betrokken rechter, ook mondeling opmerkingen maken. In 2006 heeft de Commissie voor het eerst sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1/2003 gebruikgemaakt van deze amicus curiae -regeling door voor het Parijse Cour d'Appel opmerkingen te maken over de uitlegging van de groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen.

73. Voortdurende opleiding en bijscholing van nationale rechters in het EU-mededingingsrecht is van groot belang om een daadkrachtige en coherente toepassing van de regels te garanderen. Sinds 2002 heeft de Commissie jaarlijks diverse opleidingsprojecten medegefinancierd en ook in 2006 verschafte zij medefinanciering voor 15 projecten om nationale rechters uit alle 25 EU-lidstaten op te leiden.

4. INTERNATIONALE ACTIVITEITEN

74. In de aanloop naar de toetreding van Roemenië en Bulgarije in januari 2007 heeft de Commissie nauw toegezien op de voorbereiding op het lidmaatschap en heeft zij bijstand verleend bij het handhaven van de mededingingsregels. Zij onderzocht staatssteunmaatregelen die Bulgarije en Roemenië hadden aangemeld in het kader van het door het Toetredingsverdrag ingestelde mechanisme voor bestaande steun. De Commissie bleef Kroatië en Turkije, maar ook de westelijke Balkanstaten bijstand verlenen om hun mededingingsregels verder op die van het EU-recht af te stemmen.

75. De Commissie zette de intensieve bilaterale samenwerking met diverse mededingingsautoriteiten voort, met name met de mededingingsautoriteiten van de belangrijkste handelspartners van de Gemeenschap. De samenwerking met de Verenigde Staten, Canada en Japan op dit punt is gebaseerd op specifieke samenwerkingsovereenkomsten op mededingingsgebied. Deze samenwerking omvat contacten over individuele zaken, coördinatie bij het handhavend optreden en overleg over corrigerende maatregelen. DG Concurrentie verleende bijstand bij het uitwerken van de mededingingswetgeving in China en Rusland.

76. In het kader van de multilaterale samenwerking bleef DG Concurrentie een voortrekkersrol spelen binnen het International Competition Network, waar het een lid is van de Steering Group, medevoorzitter van de werkgroep kartels, en een actief lid van de werkgroepen over concentraties, tenuitvoerlegging mededingingsbeleid en eenzijdig gedrag. Voorts bleef DG Concurrentie ook een actieve deelnemer in en droeg het bij aan de werkzaamheden van het Competition Committee van de OESO.

5. Interinstitutionele samenwerking

77. De Commissie bleef samenwerken met de andere EU-instellingen en organen.

78. Jaarlijks brengt het Europees Parlement op eigen initiatief een verslag uit over het jaarlijkse Verslag van de Commissie over het Mededingingsbeleid. De Commissie nam ook deel aan discussies in het Europees Parlement over beleidsinitiatieven van de Commissie, zoals de hervorming van het staatssteunbeleid en het groenboek over schadevorderingen wegens schending van de EU-antitrustregels. Het voor het mededingingsbeleid bevoegde lid van de Commissie wisselt geregeld van gedachten met de bevoegde Parlementaire commissies om thema's van het mededingingsbeleid te bespreken. De Commissie economische en monetaire zaken ontvangt regelmatig lijsten met door de Commissie behandelde zaken in het publieke domein en daarnaast ook informatie over de belangrijkste initiatieven op het gebied van het mededingingsbeleid. Ten slotte werkt de Commissie ook nauw samen met leden van het Europees Parlement, door het beantwoorden van (mondelinge en schriftelijke) parlementaire vragen en verzoekschriften. Ook met de Europese Ombudsman wordt samengewerkt.

79. De Commissie werkt ook nauw samen met de Raad, die op de hoogte wordt gehouden van belangrijke beleidsinitiatieven op mededingingsgebied, zoals de hervorming van het staatssteunbeleid en de sectorale onderzoeken energie en financiële diensten. Zij neemt ook deel aan werkgroepen van de Raad.

80. Voorts informeert de Commissie het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over belangrijke beleidsinitiatieven en neemt zij deel aan debatten die door deze Comités worden georganiseerd, zoals bijvoorbeeld het debat naar aanleiding van de goedkeuring van het jaarlijkse rapport van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Verslag van de Commissie over het Mededingingsbeleid.

SEC(2007)0860.

http://ec.europa.eu/comm/competition/index_nl.html

Mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken, PB C 298 van 8.12.2006, blz. 17.

Mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken, PB C 45 van 19.2.2002, blz. 3.

Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 23, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1/2003 worden opgelegd, PB C 210 van 1.9.2006, blz. 2.

Het groenboek dat de Commissie in december 2005 goedkeurde, is te vinden onder: http://ec.europa.eu/comm/competition/antitrust/actionsdamages/documents.html

Het advies van het EESC is te vinden onder http://eescopinions.eesc.europa.eu/EESCopinionDocument.aspx?identifier=ces\int\int306\ces1349-2006_ac.doc&language=NL

Het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2007 is te vinden onder http://ec.europa.eu/atwork/programmes/index_nl.htm

Voorstel van de Commissie voor een Richtlijn inzake de registratie en beoordeling van en de vergunningverlening en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen, COM(2003) 644 definitief.

Zaak nr. COMP/38.620 - Waterstofperoxide en perboraat ( Chemische Bleekmiddelen ) , beschikking van de Commissie van 3.5.2006; zaak nr. COMP/38.645 – Methacrylaat ( Acrylglas ) , beschikking van de Commissie van 31.5.2006; zaak nr. COMP/38.456 - Bitumen Nederland , beschikking van de Commissie van 13.9.2006; zaak nr. COMP/38.121 – Fittingen ( Koperen fittingen ) , beschikking van de Commissie van 20.9.2006; zaak nr. COMP/38.907 - Stalen balken (nieuwe beschikking), beschikking van de Commissie van 8.11.2006; zaak nr. COMP/38.638 - Synthetisch rubber (BR/ESBR) , beschikking van de Commissie van 29.11.2006; zaak nr. COMP/39.234 - Legeringtoeslag (nieuwe beschikking), beschikking van de Commissie van 20.12.2006.

Dit aantal omvat niet de ondernemingen die boete-immuniteit krijgen voor hun samenwerking in het kader van de clementieregeling.

Zaak nr. COMP/38.784 Telefónica .

Zaak nr. COMP/37.966 - Distrigaz ; zie persbericht MEMO/06/197 van 16.5.2006.

Zaak nr. COMP/38.113 - Prokent/Tomra .

Zaak nr. COMP/38.907 - De Beers , beschikking van de Commissie van 22.2.2006; zaak nr. COMP/38.121 - FA Premier League , beschikking van de Commissie van 22.3.2006; zaak nr. COMP/38.907 - Repsol CPP , beschikking van de Commissie van 12. 4.2006; zaak nr. COMP/38.121 - Cannes Extension Agreement , beschikking van de Commissie van 4.10.2006.

See Case T-44/00 Mannesmannrohren-Werken AG ECR II-2223, para. 65.

Zie XXIIIe Verslag over het mededingingsbeleid 2003.

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de 'EG-concentratieverordening'), PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

Verordening (EEG) nr. 4064/89 van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen, PB L 395, 30.12.1989, blz. 1; Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1310/97, PB L 180 van 9.7.1997, blz. 1.

PB C 66 van 2.3.1998, blz. 5.

PB C 66 van 2.3.1998, blz. 1.

PB C 66 van 2.3.1998, blz. 14.

PB C 66 van 2.3.1998, blz. 25.

Zaak nr. COMP/M.4141 - Linde/BOC , beschikking van de Commissie van 6.6.2006.

Zaak nr. COMP/M.3916 - T-Mobile Austria/tele.ring , beschikking van de Commissie van 26.4.2006.

Zaak nr. COMP/M.4057 - Korsnäs/Assidomän Cartonboard , beschikking van de Commissie van 12.5.2006.

Zaak nr. COMP/M.4000 - Inco/Falconbridge , beschikking van de Commissie van 4.7.2006.

Zaak nr. COMP/M.4187 - Metso/Aker Kvaerner beschikking van de Commissie van 12.12.2006

Richtsnoeren voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen, PB C 31 van 5.2.2004, blz. 5, punten 76-88.

Verordening (EG) nr. 1628/2006 van de Commissie van 24 oktober 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op nationale regionale investeringssteun, PB L 302 van 1.11.2006, blz. 29.

De Commissie keurde in december 2005 nieuwe richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 goed (PB C 54 van 4.3.2006, blz. 13).

PB C 323 van 30.12.2006, blz. 1.

PB C 194 van 18.8.2006, blz. 2.

Zie de mededeling aan de Europese Voorjaarsraad: 'Samen werken aan werkgelegenheid en groei - Een nieuwe start voor de Lissabon-strategie', COM(2005) 24 definitief van 2.2.2005.

Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun, PB L 379 van 28.12.2006, blz. 5.

Hierin zijn niet begrepen: besluiten tot inleiding van de formele onderzoekprocedure, rectificaties, bevelen tot het verschaffen van inlichtingen, voorstellen van dienstige maatregelen.

PB C 70 van 19.3.2002, blz. 8.

Steunmaatregel N 245/2006 - LG Philips LCD Poland Sp. z o.o. (nog niet bekendgemaakt); Steunmaatregel N 246/2006 - Ohsung [Dong Seo] Display Poland Sp. z o.o. (nog niet bekendgemaakt); Steunmaatregel N 247/2006 - Lucky SMT Sp. z o.o. (nog niet bekendgemaakt); Steunmaatregel N 248/2006 - Dong Yang Electronics Sp. z o.o. (nog niet bekendgemaakt); Steunmaatregel N 249/2006 - Heesung Electronics Poland Sp. z o.o. (nog niet bekendgemaakt); Steunmaatregel N 250/2006 - LG Chem Poland Sp. z o.o. (nog niet bekendgemaakt); Steunmaatregel N 251/2006 - LG Innotek Poland Sp. z o.o. (nog niet bekendgemaakt); Steunmaatregel N 256/2006 - LG Electronics Wroclaw Sp. z o.o.- House appliances (nog niet bekendgemaakt), en Steunmaatregel N 257/2006 - LG Electronics Wroclaw Sp. z o.o.-TV sets (nog niet bekendgemaakt).

Steunmaatregel N 17/2006 - First Solar GmbH , PB C 259 van 27.10.2006, blz. 13.

Steunmaatregel N 409/2006 - HighSi GmbH (nog niet bekendgemaakt).

Steunmaatregel N 34/2006 - Hankook Tire Hungary Ltd , PB C 232 van 27.9.2006, blz. 2.

Steunmaatregel N 121/2006 - Steun van het Agence de l'innovation industrielle aan speerpuntprogramma's voor industriële innovatie (nog niet bekendgemaakt).

Steunmaatregel N 193/2006 - Grote O&O-steun voor Rolls Royce e.a. – Environmentally Friendly Engine (EFE) (nog niet bekendgemaakt).

Steunmaatregel N 186/2006 - Steun aan Eurocopter voor de ontwikkeling van een transporthelikopter van gemiddelde tonnage EC175 (nog niet bekendgemaakt).

Steunmaatregel N 708/2006 - Steun van het Agence de l'innovation industrielle ten behoeve van het O&O-programma BioHub (nog niet bekendgemaakt).

Steunmaatregel C 36/2005 - Investbx (nog niet bekendgemaakt).

Steunmaatregel N 9/2006 - Risicokapitaalfondsen ten behoeve van innoverende KMO's in de Mezzogiorno, PB C 218 van 9.9.2006, blz. 9.

Zie bijvoorbeeld: NN162/A/2003 en N317/A/2006, Austria, support of electricity production from renewable sources under the Green Electricity Act (feed-in tariffs) (PB C 221, 14.9.2006, p. 9), NN162/B/2003 en N317/B/2006, Austria, support of CHP production under the Green Electricity Act (support tariff) (PB C 221, 14.9.2006, p. 9.).

PB C 202 van 25.8.2006, blz. 9.

PB C 209 van 31.8.2006, blz. 8.

Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun (PB L 10 van 13.1.2001), blz. 20, als verlengd bij Verordening (EG) nr. 1976/2006 van de Commissie van 20 december 2006 (PB L 368 van 23.12.2006, blz. 85).

In twee zaken was er in 2006 een beschikking/besluit: Steunmaatregel C 40/05 - Ford Genk (België) (PB L 366 van 21.12.2006, blz. 32) en Steunmaatregel N 653/05 - Webasto (Portugal) (PB C 306 van 15.12.2006, blz. 14). In drie andere zaken had de Commissie eind 2006 nog geen eindbeschikking gegeven.

Steunmaatregel NN 14/06 - Ottana Energia, besluit van de Commissie van 12.12.2006 (PB C 68 van 24.3.2007, blz. 7); Steunmaatregel NN 16/06 - CIT, besluit van de Commissie van 7.7.2006 (PB C 244 van 11.10.2006, blz. 14), en Steunmaatregel N 28/06 - Techmatrans, besluit van de Commissie van 20.2.2006 (PB C 87 van 11.4.2006, blz. 2).

Steunmaatregel N 464/05 - AB Kauno, besluit van de Commissie van 22.2.2006 (PB C 270 van 7.11.2006, blz. 2) en Steunmaatregel N 632/05 - Energetyka Wislosan, besluit van de Commissie van 19.7.2006 (PB C 232 van 27.9.2006, blz. 2).

Steunmaatregel C 44/2005 - Huta Stalowa Wola, beschikking van de Commissie van 20.12.2006 (PB L 112 van 30.4.2007, blz. 67).

Steunmaatregel C 3/2005 - FSO, beschikking van de Commissie van 20.12.2006 (nog niet bekendgemaakt); Steunmaatregel C 25/2005 - Frucona Košice, beschikking van de Commissie van 7.6.2006 (PB L 112 van 30.4.2007, blz. 14); Steunmaatregel C 42/2005 - Konas, beschikking van de Commissie van 26.9.2006 (PB L 91 van 31.3.2007, blz. 37), en Steunmaatregel C 1/2005 - Euromoteurs, beschikking van de Commissie van 26.4.2006 (PB L 307 van 7.11.2006, blz. 213).

Steunmaatregel E 22/2004 - Steun voor exportgerelateerde investeringen.

Steunmaatregel CR 57/03 - Tremonti Bis; Steunmaatregel CR 36/01 - Beaulieu Ter Lembeek; Steunmaatregel CR 8/04 - Fiscale steun ten gunste van recentelijk aan de beurs genoteerde ondernemingen; Steunmaatregel CR 13/B/03 - France Télécom bedrijfsbelastingregeling, en Steunmaatregel CR 57/02 - Artikel 44 septies CGI.

COM(2006) 851 definitief.

De Deense mededingingsautoriteit trad op tegen buitensporige tarieven en marktmanipulatie in West-Denemarken, het Bundeskartellamt trad op tegen langlopende gasleveringscontracten tussen groothandelaren en Stadtwerke, terwijl de Italiaanse mededingingsautoriteit optrad tegen het uitblijven van capaciteitsuitbreiding om dominantie op de downstreamleveringsmarkt te beschermen.

Zaak nr. COMP/38.907 - Repsol CPP, beschikking van de Commissie van 12.4.2006.

Zaak nr. COMP/M.3868 - DONG/Elsam/Energi E2, beschikking van de Commissie van 14.3.2006.

Zaak nr. COMP/M.4180 - Gaz de France/Suez, beschikking van de Commissie van 14.11.2006.

PB C 324 van 21.12.2005, blz. 12.

PB C 52 van 2.3.2006, blz. 8.

PB C 145 van 21.6.2006, blz. 8 en PB C 214 van 6.9.2006, blz. 5.

PB L 268 van 27.9.2006, blz. 37.

Richtl3[pic]n 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32, gewijzigd door Richtlijn 2004/101/EG, PB L 338, 13.11.2004, p.18.

Besluit van de Commissie van 13.6.2005, PB C 144 van 14.6.2005, blz. 13.

Zaak nr. COMP/M. 4055 - Talanx/Gerling, beschikking van de Commissie van 5.4.2006.

PB C 210 van 1.9.2006, blz. 12.

PB L 366 van 21.12.2006, blz. 47.

Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn), PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33. Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn) (PB L 108, 24.04.2002 p. 7), Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Machtigingsrichtlijn) (PB L 108, 24.04.2002 p. 21), Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn) ( PB L 108, 24.04.2002 p. 51 ), Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201, 31.07.2002 p. 37).

Commission staff working document, publieke raadpleging over een ontwerp aanbeveling van de Commissie aangaande relevante goederen- en dienstenmarkten binnen de elektronische communicatie sector vatbaar tot ex-ante regelgeving overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten , te vinden op: http://europa.eu.int/information_society/policy/ecomm/doc/info_centre/public_consult/review/recommendation_final.pdf

Op grond van artikel 7 van de kaderrichtlijn moeten de nationale toezichthouders de Commissie de uitkomsten van hun mededingingsrechtelijk onderzoek van de 18 markten melden.

Zie bv. Steunmaatregel N 398/2005 - Belastingvoordeel ten behoeve van de uitbouw van breedband in Hongarije, besluit van de Commissie van 16.5.2006; Steunmaatregel N 118/2006 - Ontwikkeling van breedbandcommunicatienetwerken in landelijke gebieden in Litouwen, besluit van de Commissie van 7.6.2006; Steunmaatregel N 264/05 - Breedband voor landelijke gebieden in Toscane, besluit van de Commissie van 13.9.2006, en Steunmaatregel N 222/2005 - Steun om de digitale kloof op Sardinië te helpen dichten, besluit van de Commissie van 22.11.2006.

Steunmaatregel C 35/2005 - Aanleg van een breedbandnetwerk in Appingedam, beschikking van de Commissie van 19.7.2006, PB L 86 van 27.3.2007, blz. 1.

Zie de kennisgevingen van Cyprus, Ierland, Malta, Spanje en Slovenië. De Ierse toezichthouder heeft in het kader van procedures voor de nationale rechter zijn aanwijzing dat er sprake is van aanzienlijke marktmacht, ingetrokken.

Zaak nr. COMP/M.3916 - T-Mobile Austria/tele.ring, beschikking van de Commissie van 26.4.2006. Zie ook punt 16.

Zie ook punt 12.

Zaak nr. COMP/M.4297 - Nokia/Siemens, beschikking van de Commissie van 13.11.2006.

Zaak nr. COMP/M.4214 - Alcatel/Lucent, beschikking van de Commissie van 24.7.2006.

Richtlijn 2002/77/EG van de Commissie van 16 september 2002 betreffende de mededinging op de markten voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten, PB L 249 van 17.9.2002, blz. 21.

Steunmaatregel C 33/2006 - Invoering van digitale terrestrische televisie (DVB-T) in Beieren, PB C 202 van 25.8.2006, blz. 18.

Steunmaatregel C 33/2006 - Invoering van digitale terrestrische televisie (DVB-T) in Noord-Rijnland-Westfalen - PB C 204 van 26.8.2006, blz. 9.

Steunmaatregel N 111/2006 - Steun aan TNT in regio's zonder simulcasting, beschikbaar op http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/comp-2006/n111-06.pdf; Steunmaatregel N 546/2006 - Steunfonds voor bijstandsgerechtigden met het oog op de stopzetting van analoge uitzendingen, beschikbaar op http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/comp-2006/n546-06.pdf

Steunmaatregel N 270/2006 - Subsidies voor digitale decoders met open API, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/register/ii/doc/N-270-2006-en-WLWL-24.01.2007.pdf

Mededeling van de Commissie betreffende de toepassing van de regels inzake staatssteun op openbare omroepen, PB C 320 van 15.11.2001, blz. 5.

Cf. het besluit van de Commissie van 4.7.2006 tot goedkeuring van het plan voor de financiële herstructurering van het Portugese PSB (Steunmaatregel NN 31/2006 - Portugal, PB C 222 van 15.9.2006, blz. 4).

Cf. het besluit van de Commissie tot beëindiging van het onderzoek naar bestaande steun met betrekking de algemene financieringsregeling voor de Portugese openbare omroep RTP (Steunmaatregel E 14/2005 - Portugal).

Cf. beschikking van de Commissie van 22.6.2006 betreffende de door Nederland ten uitvoer gelegde ad-hocfinanciering van de Nederlandse publieke omroep (Steunmaatregel C 2/2004 - Nederland).

Zaak nr. COMP/38.173 - Gezamenlijke verkoop mediarechten op FA Premier League, te vinden op: http://ec.europa.eu/comm/competition/antitrust/cases/index/by_nr_76.html#i38_173.

Zaak nr. COMP/37.398 - Gemeenschappelijke verkoop van de commerciële rechten voor de UEFA Champions League (PB L 291 van 8.11.2003, blz. 25) en zaak nr. COMP/37.214 - Gezamenlijke verkoop van de mediarechten op de Duitse Bundesliga (PB L 134 van 27.5.2005, blz. 46).

Zaak nr. COMP/M.4066 - CVC/SLEC, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/index/m81.html#m_4066

Mededeling van de Commissie aan de Raad, aan het Europees Parlement, aan het Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio's over bepaalde juridische aspecten in verband met cinematografische en andere audiovisuele werken (COM(2001) 534 definitief van 26.9.2001, PB C 43 van 16.2.2002, blz. 6).

Steunmaatregel NN 84/2004 - Steunregeling ten behoeve van de film en de audiovisuele sector; beschikbaar op http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/register/ii/doc/NN-84-2004-WLWL-fr-22.03.2006.pdf

Steunmaatregel N 461/05 - UK film tax incentive; beschikbaar op http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/comp-2005/n461-05.pdf.

Steunmaatregel N 695/06 - Deutscher Filmförderfonds; beschikbaar op: http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/register/ii/by_case_nr_n2006_690.html#695.

Zaak nr. COMP/38681 - Cannes Agreement; toezeggingen (in het Engels) beschikbaar op: http://ec.europa.eu/comm/competition/antitrust/cases/decisions/38681/commitments.pdf. Zie ook persbericht IP/06/1311 van 4.10.2006.

Persbericht MEMO/06/63 van 7.2.2006.

Steunmaatregel N 400/2006 - Italië, besluit van 6.12.2006, en Steunmaatregel N 573/2005 - Denemarken (goed te keuren).

Zie besluit van de Commissie van 16.5.2006 betreffende Steunmaatregel N 604/2005 - Duitsland (PB C 209 van 31.8.2006) en besluit van de Commissie van 19.7.2006 betreffende Steunmaatregel N 556/2005 - Nederland (PB C 207 van 30.8.2006).

Besluit van de Commissie van 22.2.2006 betreffende Steunmaatregel N 565/2005, PB C 283 van 21.11.2006, blz. 9.

Besluit van de Commissie van 7.6.2006 betreffende Steunmaatregel N 622/2005, PB C 297 van 7.12.2006, blz. 17.

Besluit van de Commissie van 7.6.2006 betreffende Steunmaatregel N 478/2004 - Ierland, PB C 209 van 31.8.2006, blz. 8.

PB L 269 van 28.9.2006, blz. 1.

Beschikking C(2006) 2009 van de Commissie van 31.5.2006 en beschikking C(2006) 2010 van de Commissie van 20.6.2006.

Verordening (EG) nr. 847/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake onderhandelingen over en de uitvoering van overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen, PB L 157 van 30.4.2004, blz. 7.

Cyprus Airways (PB C 113 van 13.5.2006, blz. 2).

Met name betreffende Steunmaatregel N 640/06 - Malta, besluit van 22.11.2006.

Met name een zaak van investeringen in kapitaalgoederen voor zes kleine luchthavens in Ierland (Steunmaatregel N 353/06 - besluit van 26.9.2006).

DHL – Flughafen Leipzig/Halle, besluit van 22.11.2006, PB C 48 van 2.3.2007, blz. 7.

Gevoegde zaken C-83/01 P, C-93/01 P en C-94/01 P, Chronopost SA, Jurispr. 2003, blz. I-6993.

Zaak C-280/00, Altmark Trans GmbH, Jurispr. 2003, blz. I-7747.

Communautaire kaderregeling inzake staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, PB C 297 van 29.11.2005, blz. 4.

Zie bv. Steunmaatregel N 165/2005 - Overheidsfinanciering ten behoeve van het plattelandsnetwerk van Post Office Limited (POL) voor 2006-2008 (PB C 141 van 16.6.2006, blz. 2) en Steunmaatregel N 642/05 - Overheidscompensatie voor Posten AB ten behoeve van het aanbieden van basisdiensten voor het betalingsverkeer.

Steunmaatregel E 15/2005 - Voorstel voor dienstige maatregelen betreffende de onbeperkte staatsgarantie ten behoeve van La Poste (nog niet bekendgemaakt).

Steunmaatregel N 227/2006 - DHL – Flughafen Leipzig/Halle, PB C 48 van 2.3.2007, blz. 7.

Bankbedrijf, effecten, verzekeringsbedrijf, levensmiddelen, geneesmiddelen, professionele diensten, gezondheidszorg, milieu, energie, spoor, zeevervoer, motorvoertuigen, telecom, media, en sport.

Verordening (EG) nr. 1400/2002 van de Commissie van 31 juli 2002 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector, PB L 203 van 1.8.2002 blz. 30.

In 2006 ging het om het verslag van rapporteur Lipietz over het Verslag van de Commissie over het Mededingingsbeleid 2004.

In 2006 hadden zo'n 551 schriftelijke en 66 mondelinge vragen aan de Commissie betrekking op (aspecten van) het mededingingsbeleid.