Artikelen bij SEC(2008)381 - Deelname van de EG aan onderhandelingen over wijzigingen van het protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen (POP's) bij het VN-ECE-verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52008SC0381

Aanbeveling van de Commissie aan de Raad betreffende de deelname van de Europese Gemeenschap aan onderhandelingen over wijzigingen van het protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen (POP's) bij het VN-ECE-verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand /* SEC/2008/0381 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 31.3.2008

SEC(2008) 381 definitief

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

betreffende de deelname van de Europese Gemeenschap aan onderhandelingen over wijzigingen van het Protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen (POP's) bij het VN-ECE-Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

betreffende de deelname van de Europese Gemeenschap aan onderhandelingen over wijzigingen van het Protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen (POP's) bij het VN-ECE-Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand

A. TOELICHTING

1. Het uitvoerend orgaan van het VN-ECE-Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (CLRTAP) heeft in juni 1998 het protocol inzake POP's aangenomen. Dit protocol heeft momenteel betrekking op een lijst van 16 stoffen, namelijk elf pesticiden, twee industriële chemicaliën en drie onbedoelde bijproducten. Het uiteindelijke doel is de totale eliminatie van lozingen, emissies en verliezen van deze POP's. Het protocol inzake POP's is op 23 oktober 2003 in werking getreden. 29 partijen, waaronder de Gemeenschap en 21 van haar lidstaten, hebben het bekrachtigd.

2. De Raad heeft op 19 februari 2004 een besluit aangenomen over de sluiting van het protocol namens de Europese Gemeenschap. Op 30 april 2004 werd de akte van goedkeuring door de Gemeenschap neergelegd.

3. Krachtens artikel 14 van het protocol mag elke partij wijzigingen van het protocol en de bijlagen daarvan voorstellen. De partijen bespreken op een vergadering van het uitvoerend orgaan de voorgestelde wijzigingen en nemen deze aan bij consensus van de op de vergadering aanwezige partijen.

4. Op 13 december 2007 heeft het uitvoerend orgaan tijdens zijn vijfentwintigste zitting de werkgroep strategie en toetsing gemachtigd te onderhandelen over ontwerp-wijzigingen van het protocol inzake POP's, met het oog op de indiening daarvan op de zesentwintigste zitting van het uitvoerend orgaan in december 2008. De wijzigingen betreffen: i) de geprogrammeerde toetsing van de bepalingen met betrekking tot de stoffen alsook de eventuele herziening van de bepalingen van het protocol betreffende de beste beschikbare technieken (BBT) en de emissiegrenswaarden (ELV's); ii) de opneming van zeven 'nieuwe' stoffen in de bijlagen van het protocol; en iii) een versnelde procedure voor de wijziging van de bijlagen.

5. Overeenkomstig artikel 174, lid 1, van het EG-Verdrag is een van de doelstellingen van het communautaire milieubeleid de bevordering op internationaal vlak van maatregelen om het hoofd te bieden aan regionale of mondiale milieuproblemen. Om dit doel te bereiken, kan de Gemeenschap akkoorden met derden sluiten overeenkomstig de artikelen 175 en 300.

6. Artikel 300, lid 1, van het EG-Verdrag bepaalt dat de Commissie met het oog op de sluiting van akkoorden tussen de Gemeenschap en een of meer staten of internationale organisaties aanbevelingen doet aan de Raad, die haar machtigt de vereiste onderhandelingen te openen. De Commissie voert deze onderhandelingen in overleg met speciale comités die door de Raad worden aangewezen om haar in de onderhandelingen bij te staan, en binnen het raam van de richtsnoeren die de Raad haar kan verstrekken.

7. Over bovenvermelde wijzigingen van het Protocol inzake POP's zullen onderhandelingen worden gevoerd in de werkgroep strategie en toetsing alsook in het uitvoerend orgaan. Deze wijzigingen vormen overeenkomsten in de zin van artikel 300, lid 1, van het EG-Verdrag. Op de zeven voorgestelde stoffen is een reeks EG-rechtsinstrumenten van toepassing. De lidstaten mogen buiten het raamwerk van de Gemeenschapswetgeving geen verplichtingen aangaan die gevolgen kunnen hebben voor de regelgeving van de Gemeenschap of de werkingssfeer daarvan.

8. Daarom moet de Commissie aanbevelingen doen aan de Raad, die de Commissie dient te machtigen om deel te nemen aan de vereiste onderhandelingen over deze kwesties tijdens de volgende vergaderingen van de werkgroep strategie en toetsing in april en september 2008 en van het uitvoerend orgaan in december 2008.

B. AANBEVELING

In het licht van het bovenstaande beveelt de Commissie het volgende aan:

1. de Raad machtigt de Commissie om namens de Europese Gemeenschap en met betrekking tot onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallende kwesties deel te nemen aan de onderhandelingen over wijzigingen van het VN-ECE-protocol inzake POP's die zullen plaatsvinden tijdens de vergaderingen van de werkgroep strategie en toetsing in april en september 2008 en van het uitvoerend orgaan in december 2008;

2. de Commissie voert deze onderhandelingen, wanneer zij betrekking hebben op kwesties die onder de Gemeenschapsbevoegdheid vallen, namens de Gemeenschap en in overleg met een speciaal comité van vertegenwoordigers van de lidstaten, overeenkomstig de bijgaande onderhandelingsrichtsnoeren;

3. wanneer de bovenvermelde wijzigingen betrekking hebben op kwesties die onder de gedeelde bevoegdheid van de Gemeenschap en van de lidstaten vallen, werken de Commissie en de lidstaten gedurende het onderhandelingsproces nauw samen met het oog op een consequente internationale vertegenwoordiging van de Europese Gemeenschap;

4. de Commissie brengt bij de Raad verslag uit over het resultaat van de onderhandelingen alsmede over eventuele problemen die zich bij de onderhandelingen voordoen.

5. BIJLAGE

ONDERHANDELINGSRICHTSNOEREN

1. De Commissie ziet erop toe dat alle wijzigingen van het protocol inzake POP's in overeenstemming zijn met de desbetreffende Gemeenschapswetgeving.

2. De Commissie beijvert zich voorts opdat de wijzigingen van het protocol:

a) worden aangepast overeenkomstig de geprogrammeerde toetsing van de bepalingen met betrekking tot de stoffen en de eventuele herziening van de bepalingen van het protocol betreffende de beste beschikbare technieken (BBT) en de emissiegrenswaarden (ELV's);

b) ertoe leiden dat de volgende stoffen, naar gelang het geval, in bijlage I, II en/of III worden opgenomen: hexachloorbutadieen (HCBD), octabroomdifenylether in handelskwaliteit (c-OctaBDE), pentachloorbenzeen (PeCB), polychloornaftalenen (PCN's), gechloreerde paraffines met een korte keten (SCCP's), perfluoroctaansulfonaat (PFOS) en pentabroomdifenylether in handelskwaliteit (c-PentaBDE);

c) voorzien in een versnelde procedure voor de wijziging van de bijlagen I–IV, VI en VIII van het protocol.

Volgens de laatste gegevens van het secretariaat van het protocol inzake POP's van 18 september 2007.

Besluit 2004/259/EG van de Raad van 19 februari 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand, PB L 81 van 19.3.2004, blz. 37.

Hexachloorbutadieen (HCBD), octabroomdifenylether in handelskwaliteit (c-OctaBDE), pentachloorbenzeen (PeCB), polychloornaftalenen (PCN's), gechloreerde paraffines met een korte keten (SCCP's), perfluoroctaansulfonaat (PFOS) en pentabroomdifenylether in handelskwaliteit (c-PentaBDE).

Onder meer Richtl3[pic]n 2002/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 tot twintigste wkorte keten (SCCP's), perfluoroctaansulfonaat (PFOS) en pentabroomdifenylether in handelskwaliteit (c-PentaBDE).

Onder meer Richtlijn 2002/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 tot twintigste wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (gechloreerde paraffines met een korte keten), PB L 177 van 6.7.2002, blz. 21; Richtlijn 2003/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 februari 2003 tot vierentwintigste wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (pentabroomdifenylether, octabroomdifenylether), PB L 42 van 15.2.2003, blz. 45; en Richtlijn 2006/122/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot dertigste wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (perfluoroctaansulfonaten), PB L 372 van 27.12.2006, blz. 32; Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1 (hexachloorbutadieen en pentachloorbenzeen zijn prioritaire gevaarlijke stoffen in de zin van artikel 2); Richtlijn 96/61/EG inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging, PB L 257 van 10.10.1996, blz. 26.