Artikelen bij COM(2010)683 - Hoe uitdrukking geven aan de solidariteit van de EU-burger via vrijwilligerswerk: eerste beschouwingen over een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52010DC0683


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 23.11.2010

COM(2010) 683 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Hoe uitdrukking geven aan de solidariteit van de EU-burger via vrijwilligerswerk: eerste beschouwingen over een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Hoe uitdrukking geven aan de solidariteit van de EU-burger via vrijwilligerswerk: eerste beschouwingen over een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

INLEIDING

Op het vlak van externe betrekkingen wordt in het Verdrag van Lissabon humanitaire hulp voor het eerst als een afzonderlijk beleidsterrein van de EU omschreven (artikel 214 VWEU). In dit verdragsartikel wordt specifiek verwezen naar de oprichting van het "Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening […] als kader voor gemeenschappelijke bijdragen van Europese jongeren aan de humanitaire hulpacties van de Unie" (artikel 214, lid 5, VWEU).

De tenuitvoerlegging van deze verdragsbepaling biedt de Europeanen de gelegenheid solidariteit te betonen met hulpbehoevende personen. Hierbij wordt voortgebouwd op een duidelijke trend die zich in de EU voordoet: vrijwilligerswerk neemt toe. De voorbije 20 jaar is het aantal actieve vrijwilligers significant gestegen en momenteel zijn er bijna 100 miljoen volwassenen betrokken bij vrijwilligerswerk in de EU. Dit betekent dat ongeveer 22% tot 23% van de Europeanen ouder dan 15 jaar vrijwilligerswerk verrichten. Vrijwilligerswerk is dus van groot belang en kan Europa dichter bij de burgers brengen.

De voorbije jaren is het vrijwilligerswerk meer divers geworden en is het aantal organisaties waarin vrijwilligers werkzaam zijn, sterk toegenomen. Door de uiteenlopende regelingen en benaderingen voor vrijwilligerswerk in een humanitaire context en de verschillende actoren worden coördinatie en samenhang essentieel.

De Europese Commissie is verzocht een wetgevend voorstel in te dienen tot oprichting van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening en zij zal dit verzoek benutten om suggesties op te nemen die beantwoorden aan de nieuwe uitdagingen en behoeften met betrekking tot kwesties als de identificatie, de aanwerving, de opleiding en het inzetten van vrijwilligers. Dit kan alleen gebeuren op basis van een grondige raadpleging van de betrokkenen en een samenhangende analyse van de mogelijkheden en de kosten, waarmee de basis wordt gelegd voor een toekomstig wetgevend voorstel.

Voordat het zover komt, wordt in deze mededeling een overzicht gegeven van de huidige situatie inzake vrijwilligerswerk op de desbetreffende werkterreinen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de uitgangspunten, lacunes, behoeften en noodzakelijke voorwaarden die ervoor moeten zorgen dat het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening een positieve bijdrage levert aan de algemene reactie op humanitaire rampen. In de mededeling worden ook de punten behandeld die onmiddellijk aan de orde zijn bij de oprichting van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening en worden de stappen besproken die hiervoor moeten worden gezet.

HUIDIGE SITUATIE OP HET VLAK VAN VRIJWILLIGERSWERK IN DE EU

In het voorbije decennium heeft het vrijwilligerswerk in het algemeen en op het gebied van externe bijstand in het bijzonder een snelle ontwikkeling doorgemaakt. Een groot aantal vrijwilligersorganisaties en -netwerken maken gebruik van uiteenlopende vrijwilligerswerkregelingen, die verschillen naargelang van de organisatiestructuur en de filosofie van de afzonderlijke organisaties. Goede voorbeelden van initiatieven die toegespitst waren op 18- tot 30-jarigen zijn ondersteund door het door de Commissie aangestuurd Europees vrijwilligerswerk (EVS). De meeste humanitaire organisaties doen eveneens een beroep op vrijwilligers voor hun humanitaire activiteiten. Er valt veel te leren uit deze ervaringen, in het bijzonder op het vlak van aanwerving, opleiding en het inzetten van vrijwilligers.

Naast deze algemene tendens is er een toenemende betrokkenheid van actoren uit de particuliere sector. Particuliere bedrijven hebben met name verscheidene vormen van vrijwilligerswerk tot stand gebracht die van belang kunnen zijn voor de oprichting van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening, zoals de mogelijkheid voor personeelsleden om in het kader van bedrijfsregelingen voor vrijwilligerswerk tijd en deskundigheid gratis ter beschikking te stellen of het ondersteunen van anderen bij het verrichten van vrijwilligerswerk. De Verenigde Naties hebben een specifieke on-linedienst opgezet om voorstellen van de particuliere sector in overeenstemming te brengen met ontwikkelingsbehoeften of reacties bij rampen. De Commissie zal de mogelijkheden die een dergelijke benadering biedt verder onderzoeken, waarbij zij zal rekening houden met de specifieke taken en mandaten van de uitvoerende organisaties bij de reactie op humanitaire rampen.

Normaal gesproken wordt bij daadwerkelijke noodhulpoperaties alleen een beroep gedaan op meer ervaren vrijwilligers, in het bijzonder wanneer de veiligheidssituatie precair is. Voor ontwikkelingswerkers gelden weliswaar soms minder strenge eisen, maar toch wordt vaak verlangd dat zij in hun eigen land reeds ervaring hebben opgedaan vooraleer zij in aanmerking kunnen komen voor een buitenlandse opdracht, hetgeen nog een belangrijk aspect is dat niet uit het oog mag worden verloren.

Op het gebied van vrijwilligerswerk nemen de Vrijwilligers van de Verenigde Naties (UNV) een koppositie in, met een personeelsbezetting van 150 medewerkers op het hoofdkantoor en meer dan 7 500 vrijwilligers (2009), plus 9 500 on-linevrijwilligers. In 2009 waren de Vrijwilligers van de Verenigde Naties afkomstig uit 163 verschillende landen (waarvan 75% ontwikkelingslanden), die grotendeels actief zijn op het vlak van aanslepende crisissituaties en de samenhang van noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling (LRRD) en niet zozeer noodhulp verstrekken. Hoewel de UNV zich vooral richten tot plaatselijke vrijwilligers, werd recentelijk in toenemende mate een beroep gedaan op buitenlandse vrijwilligers voor moeilijke opdrachten (crisispreventie, humanitaire hulpverlening, vredeshandhaving en vredesopbouw). De UNV zijn ook actief op het vlak van lokale capaciteitsopbouw, opleiding en als adviseurs voor lokale en nationale hulpverleners.

In de onderstaande tabel is een selectie opgenomen van een aantal grote vrijwilligersorganisaties die actief zijn op het vlak van humanitaire rampenbestrijding en ontwikkeling.

Organisatie | Aantal vrijwilligers per jaar | Terrein waarop de bijstand wordt verleend | Kenmerkend profiel van de vrijwilliger |

Europees vrijwilligerswerk (DG EAC) | 6 300 in 2009 in EU en aangrenzende landen (10% van de opdrachten in derde landen) | Vrijwilligerswerk ten voordele van de lokale (gast)gemeenschap (bv. op het vlak van kunst, cultuur, sport, sociale bijstand, enz.) | 18 – 30 jaar, geen specifieke vereisten met betrekking tot opleiding, beroepservaring, enz. |

Weltwärts Scheme, Duitse ontwikkelingssamenwerking (BMZ) | 3 500 in 2009 / OESO-lijst van ontwikkelingslanden | Ontwikkelingssamenwerking via lokale gastorganisaties in ontwikkelingslanden | 18 – 28 jaar, voltooide beroepsopleiding / diploma secundair onderwijs |

UNDP Junior Professional Officer Programme (JPO) | Ongeveer 360 per jaar / verscheidene landen met VN-operaties/-projecten (gefinancierd door 25 donorlanden) | Verscheidene werkterreinen, met inbegrip van ontwikkelingssamenwerking en humanitaire bijstand (grotendeels in de plaatselijke kantoren in de betrokken landen) | Jonger dan 32 jaar, mastersdiploma en 1 – 2 jaar beroepservaring |

Voluntary Service Overseas (VSO)/Verenigd Koninkrijk en leden | Ongeveer 1 500 actieve vrijwilligers jaarlijks (uitgestuurd op lange en korte termijn) / wereldwijd | Toegespitst op ontwikkelingssamenwerking (zes ontwikkelingsdoelstellingen) | 18 – 75 jaar, ten minste 2 jaar beroepservaring |

Malteser International (Programma voor pas afgestudeerden aan het begin van hun loopbaan) | 80 000 opgeleide vrijwilligers en 20 000 personeelsleden (plus 13 000 leden) / worden wereldwijd ingezet voor projecten van Malteser International | Civiele bescherming, humanitaire bijstand, herstel en ontwikkelingssamenwerking | Voltooide universitaire opleiding, enige buitenlandse werkervaring, rijbewijs, (en lid van de katholieke kerk) |

Johanniter International (JOIN Brussels) | In Duitsland alleen: ongeveer 29 000 vrijwilligers, 13 000 medewerkers | Civiele bescherming, humanitaire bijstand en ontwikkelingssamenwerking | Verscheidene beroepsprofielen zoals maatschappelijk werk, gezondheidszorg, humanitaire hulpverlening en civiele bescherming in derde landen. |

IFRC | De Rode Kruisbeweging telt ongeveer 97 miljoen leden wereldwijd, waarvan 20 miljoen actief zijn als vrijwilliger (op nationaal niveau). Doet een beroep op vrijwilligers van de nationale afdelingen – alleen professionele medewerkers worden uitgestuurd voor buitenlandse opdrachten in ontwikkelingslanden. | Civiele bescherming / rampenpreventie en -paraatheid/ Humanitaire bijstand / Ontwikkelingshulp | Verscheidene profielen (inclusief jongerenafdelingen op nationaal niveau) Internationaal vrijwilligerswerk voor jongeren (18 – 30 jaar) via samenwerking met EVS (in de EU en aangrenzende landen - en derde landen) |

UITGANGSPUNTEN

Bij een gedachtewisseling over de oprichting van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening moet rekening worden gehouden met de volgende aspecten:

- Solidariteit. Het verlenen van humanitaire hulp is een fundamentele uitdrukking van de Europese waarde van solidariteit met slachtoffers van rampen. De oprichting van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening moet een concrete uitdrukking zijn van deze solidariteit. De hulpverlening zou eveneens ertoe kunnen bijdragen meer samenhang in de Europese samenleving tot stand te brengen door te zorgen voor nieuwe participatiemogelijkheden voor Europese burgers, in het bijzonder jongeren.

- Humanitaire beginselen. De EU schaart zich vastberaden achter de fundamentele humanitaire beginselen van menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid, zoals is bepaald in de Europese consensus over humanitaire hulp van 2007. De perceptie en de geloofwaardigheid van humanitaire hulpverleners hangt rechtstreeks af van de wijze waarop deze beginselen bij een humanitaire actie worden nageleefd. Alle EU-actoren die zich met crisisbestrijding bezighouden, met inbegrip van vrijwilligers, moeten deze beginselen toepassen.

- Professionaliteit en veiligheid. Een van de belangrijkste ontwikkelingen die zich op het vlak van humanitaire hulpverlening voordoet, is het streven naar meer professionaliteit van de hulpverleners, om beter te kunnen reageren op de steeds grotere uitdagingen op het terrein. Beveiliging en veiligheid worden steeds meer ernstige punten van zorg voor humanitaire organisaties en hun medewerkers, in het bijzonder in conflictgebieden, en deze problemen moeten op passende wijze worden aangepakt. De kenmerken van vrijwilligers (profiel, motivatie, ambities) veranderen en ze worden in het bijzonder steeds professioneler, wat nieuwe uitdagingen met zich brengt op het vlak van personeelsbeheer binnen organisaties die een beroep doen op vrijwilligers. Vrijwilligers worden ook geconfronteerd met steeds veeleisender taken die specifieke deskundigheid en vaardigheden vereisen, wat kan leiden tot spanningen tussen enerzijds aan de vrijwilligers gestelde eisen en anderzijds het vermogen van de vrijwilligers om te voldoen aan deze eisen en snel inzetbaar te zijn.

- Toegevoegde waarde. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar coördinatie en samenwerking met bestaande vrijwilligersorganisaties. Om overlappingen te voorkomen en te zorgen voor een kostenefficiënte besteding van de beschikbare middelen dient bij de oprichting van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van bestaande structuren.

BEHOEFTEN EN VOORWAARDEN

Behoeften

Ondanks het grote aantal bestaande vrijwilligersregelingen zijn er toch een aantal gemeenschappelijke uitdagingen voor vrijwilligersorganisaties en enkele duidelijke tekortkomingen binnen de bestaande systemen die verder onderzocht moeten worden.

1. Er is een behoefte aan duidelijke en beproefde criteria om te bepalen welke vrijwilligers snel in staat zullen zijn bij te dragen tot de humanitaire inspanningen van de EU. Vele Europeanen zijn weliswaar sterk geïnteresseerd in humanitaire hulp en willen meewerken aan de acties van de Unie, maar zijn zich niet altijd bewust van de voorwaarden en de vereiste vaardigheden.

2. Er is ook een behoefte aan meer gestructureerde opleidingen, gemeenschappelijke normen en goede werkmethoden. Volgende punten moeten aan de orde komen in de basisopleiding voor vrijwilligers: verschillende basiselementen van humanitaire hulpverlening en beginselen, veiligheid en zelfhulp, alsook de omstandigheden waarin de vrijwilligers zullen worden ingezet, zoals taal, belangrijkste culturele kwesties, enz. Zowel in de humanitaire als de particuliere sector bestaan reeds een aantal nuttige opleidingen, instituten en onderwijsplatforms. Tegelijkertijd zijn talrijke organisaties die door de Europese Commissie zijn geraadpleegd, van oordeel dat enkele gemeenschappelijk overeengekomen benchmarks en opleidingsmodules nuttig zouden zijn om situaties te voorkomen waarbij minder ervaren vrijwilligersorganisaties medewerkers inzetten die niet over deze minimumvaardigheden beschikken. In elk geval moet ervoor gezorgd worden dat elke opleidingsactiviteit die eventueel in het kader van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening wordt ontwikkeld, aansluit op en samenhangt met bestaande opleidingscursussen.

3. Er is nood aan betere werkschema's van ervaren vrijwilligers die paraat zijn om snel te worden ingezet in crisissituaties (capaciteit om op piekmomenten extra personeel in te zetten, inclusief voor essentiële voorzieningen zoals gezondheidszorg), hetgeen cruciaal is om op de juiste plaats, op het juiste moment, op de juiste mensen een beroep te kunnen doen. In 2010 is uit de ervaring met de hulpverlening aan Haïti en Pakistan, zeer duidelijk gebleken (zie onderstaand tekstvak met betrekking tot Haïti) dat er zich op dit punt tekortkomingen voordoen. Ondanks het aanzienlijke aantal internationale medewerkers die naar de getroffen landen werden uitgestuurd, had men nog steeds te kampen met een zichtbaar tekort aan ervaren personeel met management- en leiderschapsvaardigheden.

4. De administratieve taken bij de uitvoerende organisaties moeten beter worden ondersteund, inclusief tijdens een piekperiode, om de organisatorische capaciteit tijdelijk te versterken en zo ervaren medewerkers in de gelegenheid te stellen meer in de getroffen regio's actief te zijn. Ondersteunende activiteiten op Europees niveau, met inbegrip van bewustmakings-, voorlichtings- en communicatiecampagnes zijn ook in aanmerking genomen als mogelijke werkterreinen die geschikt zijn voor een grotere inbreng van vrijwilligers.

De lessen van Haïti

Uit de ervaring die werd opgedaan met de inzet van vrijwilligers voor de hulpverlening in Haïti is enerzijds gebleken dat een beroep moest worden gedaan op ervaren en snel inzetbare vrijwilligers om onmiddellijk te kunnen reageren op een noodsituatie en anderzijds dat minder gekwalificeerde vrijwilligers konden worden ingezet voor ondersteunende taken.

De meerderheid van de vrijwilligers die door agentschappen in Haïti zijn ingezet, werden betaald, hetzij door hun werkgever, hetzij door hun regering. Ongekwalificeerde vrijwilligers die tijdens de eerste dagen massaal met goede bedoelingen naar Haïti trokken, waren minder doeltreffend en in sommige gevallen was hun aanwezigheid zelfs storend, waaruit bleek dat ongeacht hoe 'vrijwilligerswerk' wordt gedefinieerd, een minimale opleiding en voorbereiding vooraf noodzakelijk zijn.

In Haïti hebben de slechte situatie waarin de lokale structuren zich reeds bevonden en de verschrikkelijke gevolgen van de aardbeving op deze structuren de behoefte aan gekwalificeerde en ervaren buitenlandse medewerkers nog versterkt. Hierdoor ontstonden evenwel ook mogelijkheden voor het begeleiden van en het op voet van gelijkheid samenwerken met lokale partners, hetgeen een ander potentieel interessant aspect is voor de oprichting van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening.

Er is ook vastgesteld welke mogelijke opdrachten aan minder ervaren vrijwilligers kunnen worden toevertrouwd: ondersteunende activiteiten in de getroffen regio's (ter versterking van de personeelsleden van de agentschappen bij het uitvoeren van intensieve taken die geen uitgebreide technische vaardigheden vereisen), dienstverlening aan ngo's en ondersteunende taken met betrekking tot de verblijfplaatsen/kantoren van de hulpverleners, bijstand aan plaatselijke ngo's, en verslaggeving.

Voorwaarden

Naast de behoeften waarop moet worden ingespeeld, is de oprichting van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening reeds gekoppeld aan enkele duidelijke voorwaarden.

- De inzet van vrijwilligers in het kader van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening moet vraaggestuurd en afgestemd zijn op de behoeften om te voorkomen dat er een overaanbod ontstaat van vrijwilligers die niet over de juiste vaardigheden beschikken. De kosten/batenverhouding van het aantrekken, aanwerven, opleiden en integreren van vrijwilligers en het uitoefenen van toezicht is een zaak van gemeenschappelijk belang voor vrijwilligersorganisaties, in het bijzonder wegens het sterke personeelsverloop bij medewerkers waarop slechts voor kortetermijnopdrachten een beroep wordt gedaan. Derhalve moet het voordeel van het verstrekken van opleiding aan en het inzetten van vrijwilligers afgezet worden tegen de kosten die dit met zich brengt. Vrijwilligersorganisaties zijn meer bereid te investeren in jonge vrijwilligers indien deze investering kan worden beschouwd als de startfase van een loopbaan en er enige garanties worden geboden dat de organisatie in de toekomst een beroep zal kunnen blijven doen op deze medewerkers.

- De financiering van een Europees vrijwilligerskorps mag niet tot gevolg hebben dat middelen worden onttrokken aan de kernbegroting met operationele middelen om tegemoet te komen aan de behoeften van slachtoffers van rampen , maar dient te worden beschouwd als een extra investering in de capaciteit van humanitaire hulpverleners, zowel in Europa als ter plaatse. Bijgevolg moeten de kosten en de voordelen van de voorgestelde regeling zorgvuldig worden onderzocht en de ambities dienovereenkomstig worden aangepast.

- Veiligheid saspecten zijn cruciaal. Door de ingewikkelde politieke en veiligheidsomstandigheden waarin humanitaire hulpverleners vaak werkzaam zijn, is het essentieel dat ruime aandacht wordt besteed aan veiligheidskwesties. 80% van de humanitaire hulp gaat naar conflictgebieden, en aanvallen tegen humanitaire hulpverleners zijn in de voorbije jaren aanzienlijk toegenomen. Daarom is er een duidelijke consensus bij vrijwilligersorganisaties om te voorkomen dat jonge en minder ervaren vrijwilligers in moeilijke omstandigheden worden ingezet en om in elk geval te zorgen voor een zo goed mogelijke voorbereiding vooraleer zij worden uitgestuurd. In het algemeen doen de meeste humanitaire hulporganisaties vooral een beroep op vrijwilligers voorafgaand aan een ramp of na een crisis, aangezien zij dan vaak te kampen hebben met een tekort aan ervaren medewerkers die reeds naar de volgende grote ramp zijn uitgestuurd.

- De ondersteuning van de lokale hulpverleningscapaciteit is van vitaal belang bij rampenparaatheid, humanitaire hulpverlening bij rampen en post-crisissituaties. Talrijke taken of ondersteunende activiteiten kunnen worden uitgevoerd door lokale medewerkers, waardoor 'cash for work'-programma's tot stand kunnen komen en de economie opnieuw op gang kan worden gebracht. Deze activiteiten moeten niet worden overgenomen door programma's met buitenlandse vrijwilligers. Anderzijds kan het Europees vrijwilligerskorps een rol spelen bij het versterken van het lokale vrijwilligerswerk en het opbouwen van hulpverleningscapaciteit door het verstrekken van begeleiding en samenwerkingsverbanden, waarbij buitenlandse medewerkers en lokale vrijwilligers samen een team vormen.

- Door de brede waaier aan bestaande vrijwilligersorganisaties is het zinvol dat de Commissie bij de oprichting van het Europees vrijwilligerskorps samenwerkt met deze organisaties, en met name let op de complementariteit, zodat overlap wordt voorkomen en reeds goed functionerende vrijwilligersprogramma's, zoals de algemene vrijwilligersprogramma's op EU-niveau (het Europees vrijwilligerswerk (EVS), het initiatief 'Jeugd in beweging', het Eures-portaal voor beroepsmobiliteit, enz. ) niet worden verstoord. Er zal moeten worden samengewerkt met alle actoren op het vlak van humanitaire hulpverlening die een beroep doen op vrijwilligers, zoals de Verenigde Naties, het Rode Kruis, de Rode Halve Maan, ngo's en de desbetreffende programma's van de EU-lidstaten.

5. Algemene beschouwingen en eerste opties

In het vrijwilligerswerk is de precieze omschrijving van een 'vrijwilliger' een veelbesproken kwestie, aangezien - afhankelijk van de deelnemer aan de discussie - een of meerdere van de volgende begrippen worden gehanteerd: 'jong', 'onervaren', 'ongekwalificeerd' en 'onbetaald' of 'onderbetaald'. In het kader van de oprichting van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening worden een of meerdere 'types' vrijwilligers gedefinieerd, om de deelnemingsvoorwaarden en de activiteiten te kunnen afbakenen en een kostenberekening te kunnen uitvoeren. Gezien de huidige budgettaire beperkingen zal de Commissie trachten een evenwicht tot stand te brengen tussen de noodzaak om maximaal gebruik te maken van de bestaande structuren door erop voort te bouwen en de noodzaak om een voorstel in te dienen met oplossingen voor sommige knelpunten waarmee organisaties die een beroep doen op vrijwilligers worden geconfronteerd.

Ongeacht de wijze waarop de vaardigheden waarover een vrijwilliger dient te beschikken in het kader van Europees vrijwilligerskorps worden omschreven, is het in het licht van de huidige economische conjunctuur in de EU en de demografische uitdagingen van de komende decennia, essentieel dat deze vaardigheden zoveel mogelijk benut kunnen worden, waardoor een verdere professionalisering van de medewerkers van de Europese vrijwilligersdienst tot stand kan komen.

Het exacte profiel van de vrijwilligers die bij een op te richten Europees vrijwilligerskorps werkzaam zijn, moet nader worden bekeken. Hoewel in het Verdrag wordt gesproken van een 'kader voor gemeenschappelijke bijdragen van Europese jongeren aan de humanitaire hulpacties', is er nood aan meer ervaren en dus minder jonge medewerkers en zijn er onmiskenbaar steeds meer oudere, en in sommige gevallen zelfs gepensioneerde burgers met de nodige vaardigheden die een bijdrage willen leveren. Tegelijkertijd moet het Europees vrijwilligerskorps voldoende inclusief zijn opdat mensen met een uiteenlopende sociale achtergrond zich als vrijwilliger bij het korps kunnen aanmelden, aangezien sommige bestaande programma's niet levensvatbaar zijn zonder een aanzienlijke eigen financiële bijdrage van de vrijwilliger. In het algemeen zal de Commissie streven naar een zo inclusief mogelijke benadering, waarbij zij er tegelijkertijd voor zal zorgen dat het duidelijk een vraaggestuurde en professionele regeling blijft.

Het vrijwilligerswerk dat in het kader van het Europees vrijwilligerskorps wordt uitgeoefend, moet betrekking hebben op een brede waaier van activiteiten en mag niet beperkt blijven tot traditionele humanitaire hulpverlening in crisissituaties. Zowel rampenpreventie, die tot doel heeft de kwetsbaarheid te verminderen van landen en regio's die vaak door rampen worden getroffen, als optreden in overgangssituaties, die tot doel hebben ervoor te zorgen dat er een vlotte overgang tot stand komt van noodhulp naar ontwikkeling, maken een integrerend deel uit van de hulpverlening en kunnen zinvolle en duurzame opdrachten zijn waarbij vrijwilligers kunnen worden ingezet.

Wat betreft de concrete mogelijkheden voor de oprichting van het Europees vrijwilligerskorps, kunnen er op grond van het tot dusver verrichte werk globaal genomen drie belangrijke benaderingen worden afgebakend.

Een eerste optie is hoofdzakelijk toegespitst op het oplossen van de knelpunten waarmee vrijwilligersorganisaties te kampen hebben met betrekking tot algemeen aanvaarde selectie- en opleidingscriteria voor vrijwilligers, inclusief in sommige specifieke segmenten van het vrijwilligerswerk zoals het management van vrijwilligerswerk, sommige taken op het vlak van administratieve verwerking of activiteiten op het vlak preventie en paraatheid. Dit zou kunnen resulteren in de totstandkoming van een 'EU-certificeringsmechanisme' voor organisaties die deze normen in acht nemen.

Een andere optie is de combinatie van de hierboven beschreven benadering, die in eerste instantie op opleiding is gericht, met activiteiten op het vlak van aanwerving en planning voor piekcapaciteit ten voordele van organisaties die actief zijn op het vlak van humanitaire hulpverlening bij rampen (ngo's, het Rode Kruis en de Verenigde Naties), waarbij de aandacht specifiek wordt toegespitst op ervaren medewerkers waaraan kerntaken worden toevertrouwd.

Een laatste optie - de ontwikkeling van een volwaardig vrijwilligersprogramma met inbegrip van selectie, opleiding, het toekennen van opdrachten aan en het inzetten van vrijwilligers (zoals het geval is bij sommige van de hierboven beschreven programma's) - moet zorgvuldig worden afgewogen, in het bijzonder met betrekking tot de geschikte managementstructuur (binnen of buiten de Commissie), hoewel de operationele tenuitvoerlegging geen onoverkomelijke problemen zou opleveren.

Al deze mogelijkheden moeten worden onderzocht met inachtneming van de huidige maxima van de desbetreffende rubrieken van het meerjarig financieel kader. Voor de periode na 2013 moeten de keuzes worden onderzocht in het kader van het Commissiebrede overleg over alle voorstellen die op deze periode betrekking hebben.

Ongeacht de gekozen benadering moeten de concrete resultaten en de toegevoegde waarde van het Europees vrijwilligerskorps zichtbaar zijn voor de Europese burger als een duidelijke uitdrukking van de Europese solidariteit met mensen in nood.

6. Conclusies en krijtlijnen voor de toekomst

Deze eerste inventarisatie die heeft geresulteerd in deze mededeling, heeft de Europese Commissie een algemeen beeld verschaft van de huidige situatie inzake vrijwilligerswerk, met inbegrip van de identificatie van de uitdagingen, lacunes en behoeften.

Een aantal vragen zijn evenwel onbeantwoord gebleven en voorafgaand aan de indiening van een wetgevingsvoorstel is het noodzakelijk nader onderzoek te verrichten en de opties uit te testen.

Voor zover de hiervoor noodzakelijke kredieten in de begroting 2011 beschikbaar zijn, zal de Commissie derhalve volgend jaar een voorbereidende actie opstarten, waardoor de regeling tijdens het Europees jaar van het vrijwilligerswerk verder zal kunnen worden ontwikkeld. De permanente dialoog die de Commissie met de betrokken partijen voert, zal haar in staat stellen een voorstel tot de oprichting van het Europees vrijwilligerskorps uit te werken dat inspeelt op reële behoeften en een doeltreffende bijdrage verstrekt aan hulpacties bij humanitaire rampen.

De Commissie zal volgende stappen ondernemen:

- via verschillende kanalen de raadplegingen van de betrokken partijen voortzetten, inclusief een open online raadpleging;

- onder voorbehoud van de goedkeuring van de begroting 2011, volgend jaar (het Europees jaar van het vrijwilligerswerk) uitvoering geven aan een voorbereidende actie;

- de lacunes en de mogelijkheden verder onderzoeken, alsook de mogelijke vormen van samenwerking met de betrokken actoren;

- nagaan welke de verschillende mogelijkheden zijn op het vlak van een solide en fraudebestendige beheersstructuur en interventiegebieden;

- in het kader van een effectbeoordeling de kostenefficiëntie van de verschillende opties en de sociale gevolgen beoordelen, met inachtneming van de bovenvermelde voorwaarden voor de EU-financiering van dit initiatief;

- in 2012 een wetgevingsvoorstel indienen.

-

Onderzoek naar 'Vrijwilligerswerk in de Europese Unie', uitgevoerd door GHK in opdracht van de Europese Commissie - DG Onderwijs en cultuur, februari 2010.

http://business.un.org/en.

Civiele bescherming, humanitaire bijstand, ontwikkelingssamenwerking en andere.

http://ec.europa.eu/echo/policies/consensus_en.htm.

Het gaat onder meer over de volgende opleidingverstrekkers: Network on Humanitarian Assistance (NOHA) Universities (met een Europese mastersopleiding Internationaal humanitair optreden), non-profitorganisaties zoals Acción Contra el Hambre, RedR (VK), Bioforce (Frankrijk), DTalk (Ierland), AgeH (Duitsland), ATHA (Zweden) of het e-centre van het UNHCR. Daarnaast zijn er ook gespecialiseerde non-profitorganisaties die specifieke opleidingsmodules kunnen verstrekken zoals CSD (Nederland: beveiliging), CHP (Frankrijk: psychosociaal), Mango (VK: financiën), BOND (VK) en andere nationale netwerken.

In 2009 waren 278 humanitaire hulpverleners betrokken bij ernstige veiligheidsincidenten (205 nationale medewerkers en 73 internationale medewerkers), waarbij 102 hulpverleners omkwamen (88 nationale en 14 internationale medewerkers).