Artikelen bij COM(2011)815 - Jaarlijkse groeianalyse 2012 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2011)815 - Jaarlijkse groeianalyse 2012. |
---|---|
document | COM(2011)815 ![]() ![]() |
datum | 23 november 2011 |
Brussel, 23.11.2011
COM(2011) 815 definitief
VOL. 1/5
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Jaarlijkse groeianalyse 2012
Inleiding
In het kader van de najaarsprognoses voor 2011-2013 die de Commissie op 10 november 2011 bekendmaakte, is gebleken dat het economisch herstel tot stilstand is gekomen en de investeringen en de consumptie lijden onder het gebrek aan vertrouwen. Dit gebrek aan vertrouwen wordt veroorzaakt door de negatieve berichten over de schuldencrisis en de situatie in de financiële sector, in combinatie met een vertraging van de wereldeconomie. De gevolgen daarvan doen zich bijzonder scherp gevoelen in de eurozone. Dit leidt ertoe dat het bbp het komende jaar waarschijnlijk zal stagneren en dat voor de EU als geheel een groei van amper 0,6% wordt voorspeld voor 2012. De werkloosheid zal wellicht hoog blijven met circa 10% in 2012 en aanhouden in 2013, wat de sociale impact van de crisis nog zal verergeren.
Zonder overtuigende respons op de crisis in de eurozone zullen de economische vooruitzichten voor de gehele EU in snel tempo verslechteren. De groeivooruitzichten voor alle lidstaten, ongeacht of zij nu tot de eurozone behoren of niet, zijn afhankelijk van een krachtdadige aanpak van de schuldencrisis en het leveren van bewijs dat de euro een stabiele, sterke munt is en de eurolanden vastberaden en in staat zijn om een gezond economisch beleid te voeren. De heersende risico-aversie op de financiële markten draagt niet bij tot de oplossing van de problemen. Aan deze aanslepende periode van onzekerheid moet een einde komen. De in de Europese Raad en op de topontmoetingen van de eurozone genomen besluiten hebben herhaaldelijk getoond, het laatst op 26/27 oktober 2011, dat de leiders van de EU bereid zijn al het nodige te doen om een einde te maken aan de crisis en zelfs een nieuwe wijziging van het Verdrag willen overwegen. Hoe begrijpelijk en noodzakelijk dit ook is, er wordt door de politiek te veel tijd en energie gestopt in noodmaatregelen en niet genoeg tijd in de verwezenlijking van de beleidshervormingen die onze economieën terug op de weg naar hogere groeicijfers moeten zetten.
HET EUROPEES SEMESTER: VORDERINGEN TEN OPZICHTE VAN EEN JAAR GELEDEN
In de eerste jaarlijkse groeianalyse werd gefocust op prioritaire maatregelen op drie belangrijke gebieden: begrotingsconsolidatie en versterking van de macro-economische stabiliteit, hervormingen van de arbeidsmarkt om de werkgelegenheid te stimuleren en groeibevorderende maatregelen. Deze prioriteiten zijn door de lidstaten verwerkt in hun nationale hervormingsprogramma's voor Europa 2020 en in hun stabiliteits- en convergentieprogramma's, en omgezet in landspecifieke aanbevelingen die in juni door de Europese Raad zijn bekrachtigd.
Daarnaast kwamen de landen van de eurozone en zes lidstaten van buiten de eurozone in maart 2011 het 'Euro Plus-pact' overeen, op grond waarvan zij zich ertoe verbinden vrijwillig maatregelen op het gebied van concurrentiekracht, werkgelegenheid, houdbare overheidsfinanciën en financiële stabiliteit te nemen die verder gaan dat hetgeen op EU-niveau is overeengekomen. Die nationale verbintenissen worden opgenomen in de nationale hervormingsprogramma's en stabiliteits- en convergentieprogramma's, en beoordeeld naar aanleiding van het Europees semester.
Alhoewel het nog te vroeg is om een algehele beoordeling te maken, kan worden gesteld dat er vooruitgang wordt geboekt op het gebied van begrotingsconsolidatie. De verslechterende conjunctuur zal de uitdaging op dit gebied groter maken. Wat de hervormingen van de arbeidsmarkt betreft, is er vooruitgang merkbaar inzake actief arbeidsmarktbeleid, vaardigheden, een leven lang leren en onderwijs. De hervormingen van het systeem van loonvorming blijven betwistbaar en komen slechts in enkele landen van de grond. Op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie, en van vervoer en energie zijn een aantal groeibevorderende structurele hervormingen in gang gezet. Daarentegen blijft een aanpak uit van de meeste knelpunten op het gebied van concurrentie, diensten en netwerkindustrieën.
Het Europees semester van economische governance voor 2012 wordt ingeleid met deze jaarlijkse groeianalyse voor 2012 1 . Deze analyse vormt de basis voor een gemeenschappelijk standpunt over de in de komende twaalf maanden prioritair te verwezenlijken acties op nationaal en EU-niveau die moeten worden vertaald in nationaal economisch en budgettair beleid, rekening houdende met de landspecifieke aanbevelingen van de EU en in voorkomend geval met de in het kader van het Euro Plus-pact aangegane verplichtingen. Voor de sociale partners zal een belangrijke rol zijn weggelegd bij de verwezenlijking van sommige van deze aanbevelingen. De Commissie zal de uitvoering door de lidstaten van de landspecifieke aanbevelingen en de verplichtingen van het Euro Plus Pact in detail beoordelen in de landenanalyses die zij in juni aan de Europese Raad zal presenteren.
Het komende Europees semester wordt het eerste in het kader van de recent versterkte economische governance van de eurozone en de EU als geheel 2 . Het zogeheten 'sixpack' van maatregelen betekent een aanzienlijke versterking van het stabiliteits- en groeipact en breidt het begrotingstoezicht uit. Er is nu voor het eerst een procedure om macro-economische onevenwichtigheden te bewaken en te corrigeren: de 'procedure bij buitensporige onevenwichtigheden'. De Commissie heeft zopas nieuwe voorstellen 3 ingediend om het toezicht op het begrotingsbeleid van de lidstaten van de eurozone verder te verscherpen, in het bijzonder voor die lidstaten met ernstige moeilijkheden op het vlak van de financiële stabiliteit of waartegen een buitensporigtekortprocedure loopt. Het nieuwe governancekader zal zorgen voor meer integratie en discipline.
In deze editie van de jaarlijkse groeianalyse ligt de klemtoon vooral op het aspect 'uitvoering'. Nu er overeenstemming is bereikt over een nieuwe aanpak van de economische governance, en eens te meer is bevestigd dat de lidstaten economisch van elkaar afhankelijk zijn, moet het uitvoeren van wat reeds is overeengekomen — met de nadruk op groeibevorderende maatregelen — de topprioriteit zijn. Het succes van het optreden, ook EU-breed, staat of valt met de opeenvolging en de samenhang van de maatregelen en met het vermogen om leiderschap bij verandering te tonen en om over te brengen dat de juiste weg wordt bewandeld.
Ondanks de urgentie blijven de vorderingen die de lidstaten maken bij het uitvoeren van de richtsnoeren van de jaarlijkse groeianalyse van 2011 beneden de verwachtingen. Er wordt op het nationale niveau nog onvoldoende verantwoordelijkheid genomen voor de drastische aanpassingen die met het oog op de toekomstige economische governancestructuur zijn overeengekomen. Wat op EU-niveau wordt beslist en het moment waarop dit doorsijpelt in het nationale beleid, lijkt soms te zijn losgekoppeld. Daarom moet het komende Europees semester doordrongen zijn van het besef van urgentie, en moeten de richtsnoeren van het EU-niveau een snelle en zichtbare follow-up van de lidstaten krijgen. Een uitvoeringskloof gaapt ook op EU-niveau, waar reeds overeengekomen maatregelen onvolledig of gebrekkig worden gerealiseerd door de lidstaten, zelfs op cruciale gebieden zoals de interne markt, en waar voorstellen met belangrijke gevolgen voor de groei vastzitten in de medebeslissingsprocedure of waar middelen die in de Structuurfondsen beschikbaar zijn voor de lidstaten ongebruikt worden gelaten.
Tegelijkertijd moet er aandacht zijn voor hervormingsmaatregelen met een groei-effect op korte termijn en voor het goede groeimodel op middellange termijn. De financiële markten toetsen de houdbaarheid van de schuldpositie van de lidstaten aan de groeivooruitzichten op lange termijn, aan hun vermogen om ingrijpende beslissingen voor structurele hervormingen te nemen en aan hun ambities om de concurrentiepositie te verbeteren.
Voor 2012 moeten de nationale en Europese inspanningen volgens de Commissie op de volgende vijf prioriteiten worden geconcentreerd:
▪ Een gedifferentieerd, groeivriendelijk beleid van begrotingsconsolidatie voeren
▪ De kredietverschaffing aan de economie normaliseren
▪ Groei en concurrentievermogen bevorderen, nu en voor de toekomst
▪ De werkloosheid en de sociale gevolgen van de crisis aanpakken
▪ Het overheidsapparaat moderniseren
1. Een gedifferentieerd, groeivriendelijk beleid van begrotingsconsolidatie voeren
Een krachtige begrotingsconsolidatie dient een essentieel doel: de macrofinanciële stabiliteit herstellen als basis voor groei en de toekomst van het Europese sociaal model veiligstellen. De overheidsschuldniveaus zijn beduidend gestegen – in de periode 2007-2010 met gemiddeld 20 procentpunten als gevolg van de crisis – en zullen naar verwachting tegen 2012 85% van het bbp bereiken in de EU en 90% in de eurozone.
Overeenkomstig de afgesproken EU-aanpak zijn belangrijke stappen gezet om de overheidsfinanciën te consolideren en bij ongewijzigd beleid zullen de overheidstekorten afnemen tot iets meer dan 3% van het bbp gemiddeld in de EU in 2013. Globaal genomen staat het consolidatietempo dus in verhouding tot de inspanningen die vereist zijn, op voorwaarde dat de verbintenissen worden gerespecteerd.
Omdat de lidstaten niet allemaal in dezelfde situatie verkeren, dienen binnen het gemeenschappelijk kader de strategieën te worden gedifferentieerd op basis van landspecifieke budgettaire en macrofinanciële risico's. Meer bepaald gaat het hierom:
• De lidstaten met een programma van financiële bijstand en die welke door de markten scherp in de gaten worden gehouden, dienen de hand te houden aan de overeengekomen begrotingsdoelstellingen ongeacht een eventuele verandering van de macro-economische omstandigheden.
• De lidstaten die in de buitensporigtekortprocedure een aanzienlijke afwijking in de begrotingsaanpassing te zien geven, moeten hun consolidatie-inspanningen opvoeren. Eventuele beperkte neerwaartse herzieningen van het macro-economische hoofdscenario mogen niet ertoe leiden dat de buitensporige tekorten trager worden gecorrigeerd.
• In de lidstaten die geen buitensporig tekort hebben en op een adequaat aanpassingstraject zitten om hun doelstellingen op middellange termijn te halen, kan het begrotingsbeleid zijn anticyclische en stabiliserende rol vervullen, mits de houdbaarheid van de begroting op middellange termijn daardoor niet in gevaar wordt gebracht.
• Niettegenstaande dat er goede vorderingen worden gemaakt wat de algemene doelstelling van begrotingsconsolidatie betreft, moet zorgvuldig worden toegezien op de spreiding van de hervormingen om sommige groeiposten niet te veronachtzamen en de bestaande sociale problemen niet te verergeren.
De lidstaten dienen de overheidsuitgaven niet meer te laten stijgen dan de bbp-groeitrend op middellange termijn. Volgens de Commissie moeten zij hun aandacht vooral richten op het volgende:
• Prioriteit verlenen aan groeibevorderende uitgaven, met name op het gebied van onderwijs, onderzoek, innovatie en energie, die een investering in toekomstige groei vormen, en erop toezien dat die uitgaven op een doeltreffende manier worden gedaan. De eerste gegevens laten van lidstaat tot lidstaat zeer verschillende patronen zien. Voorts dient bijzonder aandacht uit te gaan naar het in stand houden of versterken van de reikwijdte en de effectiviteit van arbeidsbemiddeling en actieve arbeidsmarktmaatregelen, zoals opleidingsprogramma's voor werklozen.
• De hervorming en modernisering van de pensioenstelsels voortzetten, zonder afbreuk te doen aan de nationale tradities op het gebied van sociaal overleg, om de financiële houdbaarheid en de toereikendheid van de pensioenen te waarborgen, door de pensioenleeftijd af te stemmen op de hogere levensverwachting, de toegang tot regelingen van vervroegde uittreding te beperken, langer werken te stimuleren, de pensioengerechtigde leeftijd voor mannen en vrouwen gelijk te trekken en de ontwikkeling van individuele spaarformules om het wettelijk pensioen aan te vullen, te stimuleren. Deze modernisering dient gepaard te gaan met een hervorming van de stelsels van gezondheidszorg die op kostenefficiëntie en houdbaarheid is gericht.
Om het fiscaal beleid nauwer in het geheel te integreren, bevat deze editie van de jaarlijkse groeianalyse een nieuwe bijlage betreffende groeivriendelijke fiscale beleidsmaatregelen in de lidstaten en een betere fiscale coördinatie in de EU 4 die ook relevant is voor het Euro Plus-pact. Met het oog op een grotere bijdrage van de ontvangstenzijde aan de begrotingsconsolidatie dient wat het ontwerp en de structuur van de belastingstelsels betreft, het vergroten van de effectiviteit, de doeltreffendheid en de billijkheid van belastingen meer aandacht te krijgen, rekening ermee houdende dat in sommige lidstaten een verhoging nodig kan zijn. In heel wat lidstaten worden reeds belastinghervormingen doorgevoerd. Daarbij dient rekening te worden gehouden met het volgende:
• Er is ruimte om de grondslag van sommige belastingen te verbreden en zodoende de inkomsten te vergroten of onevenredig hoge tarieven te verlagen. Kortingen op en vrijstellingen van het normale tarief geven bijvoorbeeld vaak aanleiding tot economische scheeftrekkingen en maken het belastingstelsel minder efficiënt. Dit geldt met name voor btw-vrijstellingen en -verminderingen, maar ook in de vennootschaps- en personenbelasting. Het uitfaseren van sommige verborgen belastingsubsidies kan tot een verruiming van de belastinggrondslag bijdragen. In het bijzonder dienen subsidies die nadelig zijn voor het milieu te worden geschrapt.
• Er moeten meer inspanningen worden gedaan om een verschuiving van belasting op arbeid naar belastingen die minder nadelig zijn voor groei tot stand te brengen: dit kan bijvoorbeeld gebeuren door de consumptie-, milieu- of vermogensbelastingen (bv. op hoogwaardig vastgoed) te verhogen en daarmee het in dienst nemen van extra personeel aantrekkelijker te maken. Bij alle verschuivingen van belastingen moet in het bijzonder worden gelet op de gevolgen voor de meest kwetsbare groepen.
• In verschillende lidstaten kunnen de overheidsontvangsten worden vergroot door de belastingen doeltreffender te innen en belastingfraude aan te pakken. Een striktere toepassing van de regels in alle belastingsectoren draagt daartoe bij. Er dienen krachtigere maatregelen te worden uitgevaardigd om het overstappen van informele of niet-gedeclareerde arbeid naar een reguliere baan aan te moedigen.
• Nieuwe bronnen van nationale inkomsten zoals het veilingsysteem voor CO2-emissierechten en frequentieveilingen zullen beschikbaar beginnen te komen en kunnen worden gebruikt om uitgaven in groeivriendelijke sectoren 5 , zoals 'groene groei', te ondersteunen, gezien de verbintenis om een deel van deze nieuwe inkomsten aan het tegengaan van de klimaatverandering te besteden.
• Voor een maximaal effect van de belastinghervormingen moeten de lidstaten hun inspanningen via meer dialoog op EU-niveau coördineren. De voorstellen die de Commissie in haar vorige jaarlijkse groeianalyse aankondigde betreffende een gemeenschappelijke, geconsolideerde grondslag voor de vennootschapsbelasting, een belasting op financiële transacties en een energiebelasting, liggen nu bij de Europese wetgever en moeten vooruitkomen.
2. De kredietverschaffing aan de economie normaliseren
Groei wordt mede gedragen door een gezond financieel systeem en in het bijzonder door een sterke bankensector. De aan de crisis ten grondslag liggende excessen van de banken hebben de sector in zijn totaliteit zeer fragiel gemaakt en dreigen nu een rem op het economisch herstel te zetten. Om het beleggersvertrouwen te herstellen, en de link tussen de schuldencrisis en de financiële sector door te knippen, zullen een versterking van de kapitaalbasis van de banken en maatregelen om hun toegang tot financiering te vergemakkelijken nodig zijn.
Er is een ingrijpende hervorming van de regulering van en het toezicht op de financiële sector aan de gang en tal van nieuwe besluiten zitten in de uitvoeringsfase. Het is de bedoeling de zwakke plekken in het huidige regulerings- en toezichtkader te verhelpen en te komen tot meer normale patronen van kredietverlening aan het bedrijfsleven en particulieren, zonder de buitensporige risico's van het precrisistijdperk.
Op korte termijn zijn de prioriteiten volgens de Commissie als volgt:
• De kapitaalbasis van systeembanken versterken waar zulks nodig is om de grotere soevereine risico's op te vangen. De desbetreffende maatregelen zullen op het voorstel van de Europese Bankautoriteit worden gebaseerd. Het is essentieel dat banken hun kapitaalratio's in de eerste plaats verbeteren door hun kapitaalbasis te versterken, en niet door hun kredietverlening aan de reële economie nodeloos te beperken. Voorts moeten de banken de overeengekomen regels inzake bonussen en bezoldigingen respecteren.
• De toegang van banken tot termijnfinanciering vergemakkelijken door middel van tijdelijke maatregelen (bv. overheidsgaranties) om de impact van de hervorming van de bankensector op de kredietverlening aan de reële economie te milderen en te voorkomen dat krediet nog krapper wordt. Zowel de verstrekking van kapitaal (in gevallen waar dit alleen uit openbare middelen mogelijk is) als van overheidsgaranties dient met volledige inachtneming van de staatssteunregels te gebeuren.
• Een specifieke regeling uitwerken voor mkb-groeimarkten waardoor deze zichtbaarder worden voor investeerders en noteringsvereisten stellen die op kmo's zijn toegesneden. Ook de prudentiële regels moeten zo worden herzien dat zij de kredietverlening aan het mkb niet nodeloos benadelen.
• Samenwerken met de Europese Investeringsbank om haar kredietverlening aan het mkb op peil te houden en stelselmatig op te voeren, in synergie met het Europees Investeringsfonds via risicodelingsoperaties en het opzetten van een fonds van fondsen 6 dat kapitaal verschaft aan fondsen die gericht investeren in meer dan één lidstaat.
• Een nieuwe Europese regeling voor durfkapitaal ontwikkelen die EU-durfkapitaalfondsen in staat zou stellen hun fondsen naar de markt te brengen en overal op de eengemaakte markt op een pan-Europese basis kapitaal aan te trekken. Het recht van vestiging en dienstverlening verlenen op basis van één inschrijving in de lidstaat van herkomst, gekoppeld aan de naleving van vereenvoudigde verslagleggingsvereisten en aangepaste organisatie- en gedragsregels.
• De implementatie van een nieuw regelgevingskader voor de financiële markten in de EU voltooien overeenkomstig de in het kader van de G20 aangegane verplichtingen en verscherping van de nieuwe regelingen op EU-niveau voor het financieel toezicht.
3. Groei en concurrentievermogen bevorderen, nu en voor de toekomst
Consolidatie van de begrotingen en financieel herstel zijn noodzakelijk, maar op zichzelf onvoldoende om groei te bewerkstelligen. Begrotingsconsolidatie is een noodzaak en daarom zijn structurele hervormingen cruciaal om de algehele efficiëntie en het aanpassingsvermogen van de Europese economie te vergroten. Alhoewel de groeiversterkende effecten van structurele hervormingen zich niet meteen maar geleidelijk doen gevoelen, kan het creëren van een gunstig groeiperspectief al op korte termijn de groei positief beïnvloeden door het vertrouwen op te krikken en kan het alle lidstaten ten goede komen, in het bijzonder die welke onder druk van de markten staan.
De meeste groeihefbomen zijn in handen van de lidstaten, zoals wordt benadrukt in de aanbevelingen die in het kader van het Europees semester zijn gedaan. Zo is het zaak de nationale hervormingen op het gebied van diensten, netwerkindustrieën en de overheidssector te bespoedigen om het groeipotentieel van de EU te vergroten. Focussen op een zuinig gebruik van hulpbronnen, bijvoorbeeld op energie-efficiëntie en afvalbeperking, kan de concurrentiepositie verbeteren, nieuwe banen opleveren en het milieu ten goede komen. Hervormingen die het ondernemingsklimaat en het concurrentievermogen verbeteren, zijn eveneens een prioriteit.
Al lang vόόr de huidige crisis presteerde de EU als geheel minder dan de belangrijkste concurrenten. De EU heeft weliswaar enige vooruitgang geboekt wat de werkgelegenheid betreft, maar kampt met name met een achterstand inzake productiviteit en de kloof wordt breder. Daar zijn verschillende verklaringen voor. De EU heeft in vergelijking met een aantal grote concurrenten echter twee specifieke handicaps: ten eerste is de Europese markt nog altijd te gefragmenteerd, waardoor de groei van ondernemingen wordt belemmerd en zij niet dezelfde schaalvoordelen kunnen genieten; ten tweede zijn verschillende raamvoorwaarden, zoals toegang tot financieringsbronnen, innovatievermogen of belemmeringen van regelgevende aard, minder bevorderlijk voor ondernemingen om te creëren of te investeren.
De voorspellingen op middellange termijn wijzen erop dat de EU zonder de noodzakelijke structurele hervormingen een trage groei zal blijven kennen. In de landspecifieke aanbevelingen van de EU zijn voor elke lidstaat bijzondere prioritaire hervormingsgebieden aangewezen. Het EU-niveau kan de nationale maatregelen ondersteunen en aanvullen, bijvoorbeeld via de Single Market Act, die door de Commissie is voorgesteld en de steun heeft van het Europees Parlement en de Europese Raad. Een aantal groeihefbomen kan al in 2012 snelle resultaten opleveren mits zij door de lidstaten afzonderlijk en als onderdeel van EU-brede actie worden bespeeld.
Drie voorbeelden van groeipotentieel
• Bouwen aan de digitale interne EU-markt door:
– een EU-markt te ontwikkelen voor veilige mobiele en online betaalsystemen, gecombineerd met betere databeschermingsregels en uitbreiding van het gebruik van overheidsinformatie;
– een breder radiospectrum ter beschikking te stellen, in het bijzonder voor de snelgroeiende mobiele datamarkt. Daarnaast moeten investeringen in breedbandverbindingen met hoge snelheid worden gestimuleerd;
– de kosten te verminderen en de kwaliteit te verbeteren van de levering van online aangekochte goederen en diensten, onder andere door te zorgen voor een passend niveau van consumentenbescherming;
– beperkingen op de verkoop te elimineren die gebaseerd zijn op nationaliteit of verblijfplaats. De Commissie zal hiertoe bijdragen door richtsnoeren uit te vaardigen voor de toepassing van artikel 20 van de dienstenrichtlijn;
– online geschillenregelingssystemen te ontwikkelen die een snelle en betrouwbare arbitrage verschaffen aan consumenten en ondernemingen;
– de kracht van ICT benutten om slimme energie- en transportsystemen tot stand te brengen die alle hoeken van de EU met elkaar verbinden. Intelligente elektriciteitsnetwerken, verregaande energie-efficiëntie en grootschalig gebruik van hernieuwbare energie door middel van geavanceerd gebruik van ICT en gesofisticeerde logistieke diensten op de interne markt zijn essentiële onderdelen van een moderne, concurrerende economie en cruciaal voor de ontwikkeling van de EU in de komende jaren.
• Een waarlijk eengemaakte markt voor diensten
– In heel wat lidstaten zijn economische actoren zich nauwelijks bewust van de mogelijkheden van de dienstenrichtlijn. De centrale contactpunten waar bedrijven de nodige informatie kunnen inwinnen en formaliteiten kunnen vervullen, bestaan in sommige nog niet. De Commissie doet het nodige om de lidstaten die de richtlijn nog niet hebben omgezet, daartoe aan te zetten. Er zullen per sector prestatietests worden uitgevoerd en tegen eind 2012 zullen follow-upmaatregelen worden aangenomen om een volledige implementatie te garanderen.
– De concurrentie in en de concurrentiepositie van de detailhandelssector versterken, de drempels verlagen voor bedrijven om de markt te betreden of te verlaten en onnodige restricties opheffen in de zakelijke en professionele diensten, juridische beroepen, accountancy of technische adviesverlening, gezondheidszorg en sociale diensten.
– Technische, administratieve en maatschappelijke barrières elimineren voor innovatieve technologieën en productieprocessen, onder andere voor de invoering van activerende technologieën ("enabling technologies").
• De externe groeidimensie:
– Het externe handelspotentieel ontsluiten: 90% van de globale groei zal de komende jaren van buiten de EU komen. Er kan heel wat worden gedaan om het EU-bedrijfsleven, en kmo's in het bijzonder 7 , te helpen om deze bron van groei aan te boren. Reeds in volle crisis heeft de handel ertoe bijgedragen de schok te verzachten: één vierde van de EU-groei in 2010 was afkomstig van handel met partners van buiten de EU. De onlangs gesloten handelsovereenkomsten met naburige landen en het recente vrijhandelsakkoord met Zuid-Korea bieden heel wat nieuwe kansen die in ons voordeel moeten worden benut en adequaat aan het bedrijfsleven moeten worden bekendgemaakt.
De EU-begrotingsmiddelen concentreren op groei en concurrentiekracht
• De huidige begrotingskrapte beperkt fors de ruimte om budgettaire stimulansen te geven. Er zijn echter mogelijkheden om met de beschikbare middelen een grotere impact op de groei en de concurrentiekracht te realiseren. Voor de periode 2007-2013 is voor investeringen in de lidstaten een budget van 347 miljard euro beschikbaar onder de noemer van het cohesiebeleid. De EU-middelen maken in sommige lidstaten tot 4% van het bbp uit. Zowel de vastleggingen als de betalingen trekken na een trage start nu aan, zij het niet overal in de EU in dezelfde mate. Het potentieel aanspreken dat aanwezig is in de Structuurfondsen van de EU, kan en moet onderdeel zijn van een nieuwe focus op groei:
– Er is nog heel wat ruimte om de beschikbare middelen te gebruiken of te herprogrammeren om de groei en de concurrentiekracht aan te zwengelen en de landspecifieke aanbevelingen van het eerste Europees semester uit te voeren. De voorbeelden van succesvolle programma's die onmiddellijk effect hebben, bijvoorbeeld uit het Europees Sociaal Fonds meegefinancierde programma's om het leerlingwezen voor jongeren te steunen of programma's voor investeringen in energie-efficiëntie, zijn legio. Dergelijke programma's zijn een zeer doeltreffende en intelligente manier om op lokaal niveau banen te scheppen, zeker nu de bouwsector het moeilijk heeft.
– Wat betreft de lidstaten waarvoor een programma van financiële bijstand loopt, heeft de Commissie voorgesteld de medefinancieringspercentages op te trekken om ervoor te zorgen dat noodzakelijke investeringen toch worden uitgevoerd ondanks de zeer krappe nationale begrotingen. De Commissie dringt er bij het Europees Parlement en de Raad op aan deze voorstellen tegen eind 2011 goed te keuren.
– Om bij te dragen tot de totstandbrenging van de noodzakelijke infrastructuur voor vervoer, energie en ICT, heeft de Commissie ook het gebruik van projectobligaties voorgesteld ter aanmoediging van privéfinanciering van essentiële infrastructuurprojecten die inkomstenstromen kunnen genereren. Er is een voorstel ingediend voor een proeffase met projectobligaties om een brug te slaan tussen de huidige en de toekomstige EU-begrotingen en de financiering van sommige van die cruciale projecten tijdig rond te krijgen.
Een doelgericht programma om versneld tot groei te komen
Om deze inspanningen te ondersteunen, heeft de Commissie een aantal besluiten op EU-niveau geïdentificeerd die een onmiddellijke groei-injectie kunnen geven als zij op korte termijn worden aangenomen 8 . Het gaat er daarbij om:
• meer te halen uit wat op EU-niveau reeds is overeengekomen;
• de goedkeuring van wat reeds in behandeling is bij het Europees Parlement en de Raad te versnellen;
• sommige voorstellen die de Commissie de komende maanden zal doen, aan een versnelde procedure te onderwerpen.
De details daarvan worden in de bijlage uiteengezet. De Commissie verheugt zich erop een pakket aan een versnelde procedure te onderwerpen groeimaatregelen in de nabije toekomst met het Europees Parlement en de Raad te bespreken.
4. De werkloosheid en de sociale gevolgen van de crisis aanpakken
De crisis heeft zeer ingrijpende sociale gevolgen. De EU is erin geslaagd miljoenen banen te scheppen en het aantal werkenden sinds halfweg de jaren '90 te verhogen, maar de vooruitgang is in 2008 tot stilstand gekomen. De werkloosheid is daardoor aanzienlijk gestegen en momenteel zitten in de EU 23 miljoen mensen zonder baan.
Door de crisis voltrekken een aantal grote ontwikkelingen in de economie zich sneller: ondernemingen worden in snel tempo geherstructureerd, er is een grotere in- en uitstroom van werknemers en de arbeidsomstandigheden worden voortdurend aan de veranderende omgevingsfactoren aangepast. Door de verslechterende vooruitzichten op de arbeidsmarkt, zullen die verschuivingen wellicht een grote groep mensen treffen. Het aantal langdurig werklozen loopt op en velen van hen dreigen permanent buiten de arbeidsmarkt te vallen. Door een evenwichtig beleid van flexizekerheid toe te passen, kan men het veranderen van baan en van soort dienstverband voor werknemers vergemakkelijken. Terzelfder tijd verlaten als gevolg van de vergrijzing ervaren werkkrachten in snel tempo de arbeidsmarkt en is de dreiging van een stagnerende of krimpende beroepsbevolking in heel wat lidstaten reëel aanwezig.
Vanwege de omvang en het tempo van deze ontwikkelingen is gevaar voor structurele onbalans tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt met nadelige gevolgen voor het herstel en de groei op lange termijn. Niettegenstaande de hoge werkloosheidsgraad neemt ook het aantal onvervulde vacatures sinds medio 2009 toe. Dit heeft te maken met onaangepaste loonvoorwaarden, een gebrek aan de vereiste vaardigheden of aan geografische mobiliteit.
Reeds vόόr de crisis liepen de prestaties van de lidstaten inzake participatie aan het arbeidsproces van alle leeftijdsgroepen, alsook op het gebied van onderwijs, opleiding en een leven lang leren sterk uiteen en lieten de gemiddelde totaalcijfers voor de EU in een internationale vergelijking een achterstand zien.
Arbeid mobiliseren voor groei
Om een herstel met veel nieuwe banen te bewerkstelligen, dienen de lidstaten volgens de Commissie in het bijzonder voorrang te geven aan het volgende:
• De goedgekeurde aanbevelingen inzake de herziening van de mechanismen van loonvorming ten uitvoer leggen, met inachtneming van de nationale praktijk van sociaal overleg, om gelijke tred te houden met de ontwikkeling van de productiviteit, en de werkloosheidsuitkeringen verder aanpassen, in combinatie met doeltreffendere steunregelingen voor activering en opleiding, om de terugkeer op de arbeidsmarkt te bevorderen.
• De arbeidsmobiliteit vergroten door de resterende juridische obstakels uit de weg te ruimen, de erkenning van de beroepskwalificaties en –ervaring te vergemakkelijken, de samenwerking tussen openbare arbeidsbemiddelingsdiensten te versterken, en de werking van de woningmarkt en de voorziening in vervoersinfrastructuur te herzien.
• De toegang tot stelsels van vervroegde uittreding en andere soortgelijke regelingen beperken en terzelfder tijd langer werken bevorderen door een leven lang leren te vergemakkelijken, de werkomgevingen aan te passen voor een diverser personeelsbestand en, onder andere via incentives, arbeidskansen te creëren voor oudere werknemers.
• De oprichting van ondernemingen en het zelfstandig ondernemerschap, onder andere sociaal ondernemerschap, bevorderen door de kwaliteit van de ondersteuning te verbeteren en ondernemersvaardigheden te stimuleren.
• Initiatieven te nemen die de ontwikkeling in de hand werken van sectoren met het grootste banenpotentieel, bijvoorbeeld in de koolstofarme, schone economie (de 'groene sector'), in de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening (de 'witte sector') en in de digitale economie.
In het bijzonder werkgelegenheid voor jongeren bevorderen
Bijzondere aandacht dient uit te gaan naar jongeren. Tussen 2008 en 2010 is het aantal jonge werklozen (jonger dan 25 jaar) in de EU met een miljoen gestegen, wat van hen één van de groepen maakt die het hardst door de crisis zijn getroffen. De werkloosheid is op EU-schaal toegenomen tot ruim 20%, met pieken van meer dan 40% in sommige lidstaten. Deze groep wordt bij het betreden van de arbeidsmarkt ook gehinderd door andere structurele problemen. Zo werkt 40% van de jongeren die een baan hebben, met een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Bovendien verlaat één op de zeven (14,4%) momenteel de school met niet meer dan een diploma van lager secundair onderwijs; zij nemen evenmin later aan andere onderwijs- en opleidingsinitiatieven deel.
Gezien deze situatie dienen de lidstaten zich volgens de Commissie op de volgende prioriteiten te richten:
• De meest urgente behoeften identificeren en concrete acties voorstellen, in het bijzonder ten behoeve van jongeren die geen baan hebben en geen onderwijs of opleiding volgen; initiatieven nemen om het aanbod van hoogwaardige leerling- en stageplaatsen te ondersteunen en ondernemersvaardigheden te stimuleren. Specifieke punten van aandacht zijn ook het aspect beroepsopleiding in het tertiaire onderwijs en het opdoen van werkervaring.
• Samen met de sociale partners concreet vorm geven aan initiatieven om het aanbod van hoogwaardige leerling- en stageplaatsen te ondersteunen, met name in knelpuntsectoren, zodat jongeren echt werkervaring opdoen en snel de arbeidsmarkt kunnen betreden.
• De wetgeving inzake arbeidsbescherming hervormen in overleg met de sociale partners, buitensporig rigide bepalingen van overeenkomsten voor onbepaalde tijd aan banden leggen en bescherming en vlottere toegang tot de arbeidsmarkt bieden aan wie thans buiten de boot valt, in het bijzonder jongeren.
• De onderwijs- en opleidingssystemen verder aanpassen aan de situatie op de arbeidsmarkt en de vraag naar kwalificaties; ze efficiënter maken en het kwaliteitsniveau optrekken, zich concentreren op sectoren en beroepen waar het tekort aan vaardigheden of arbeidskrachten het grootst is. Zo is het aantal afgestudeerde informatici sinds 2008 niet toegenomen en als dit zo blijft kan de EU in 2015 tegen een tekort van 700 000 IT-professionals aankijken.
• De kwaliteit en de financiering van universiteiten bekijken en maatregelen overwegen zoals het invoeren van collegegeld in het tertiair onderwijs, in combinatie met studielening- en studiebeursregelingen, of alternatieve financieringsbronnen, zoals overheidsmiddelen gebruiken om een veelvoud aan privé-investeringen vrij te maken.
Bescherming bieden aan kwetsbare groepen
Naast het economisch bestel wordt ook het sociale weefsel van de EU zwaar op de proef gesteld. De crisis heeft de kwetsbare groepen disproportioneel getroffen en nieuwe categorieën mensen op de rand van armoede gebracht. Er zijn duidelijke aanwijzingen van een toename van het aantal mensen dat geconfronteerd wordt met het risico van inkomensarmoede — met name het aantal kinderen dat in armoede leeft — en sociale uitsluiting, in de meest extreme gevallen gepaard gaande met acute gezondheidsproblemen en dakloosheid. Wie helemaal of zo goed als helemaal buiten de arbeidsmarkt valt, zoals gepensioneerden of kwetsbare personen, bijvoorbeeld alleenstaande ouders, die van een uitkering leven, is daarenboven blootgesteld aan onzekerheid wat de hoogte van en het recht op zijn inkomen betreft.
De lidstaten dienen zich volgens de Commissie op de volgende prioriteiten te richten:
• De systemen van sociale bescherming nog effectiever maken, ervoor zorgen dat automatische stabilisatoren naar behoren hun rol kunnen spelen en voorkomen dat uitbreidingen van het vangnet die in het verleden hebben plaatsgevonden, overhaast worden teruggedraaid voordat de banengroei weer behoorlijk aantrekt.
• Actieve inclusiestrategieën ten uitvoer leggen die activeringsmaatregelen voor de arbeidsmarkt omvatten en aangepaste en betaalbare sociale diensten om marginalisering van kwetsbare groepen te voorkomen.
• Diensten toegankelijk maken die integratie in het arbeidsproces en in de samenleving bevorderen, o.a. toegang garanderen tot een basisbetaalrekening, elektriciteitsvoorziening voor kwetsbare klanten en betaalbare woningen.
5. Het overheidsapparaat moderniseren
De kwaliteit van het openbaar bestuur, het zij op Europees, nationaal, regionaal of lokaal niveau, speelt mee in het concurrentievermogen en is een belangrijke productiviteitsfactor. De aanhoudende druk op de overheidsfinanciën noopt tot ingrijpende veranderingen en reorganisaties van het overheidsapparaat. Van de nood moet een deugd worden gemaakt. De huidige omstandigheden kunnen voor een krachtig elan zorgen, met dien verstande dat hervormingen van het overheidsapparaat tijd vergen.
Met name door de crisis is eens te meer duidelijk geworden dat de complexe beheersstructuur van de EU, met zijn vele onderling afhankelijke lagen, voor verbetering vatbaar is. De lidstaten hebben efficiënte overheidsdiensten nodig om hun rol in de EU volwaardig te kunnen spelen, hun verplichtingen na te komen en ervoor te zorgen dat hun burgers de vruchten van het EU-lidmaatschap ten volle kunnen plukken. De uitvoering van EU-beleid op belangrijke terreinen zoals douanecontrole of kwaliteit van statistische gegevens staat of valt met het vermogen van de lidstaten om bepaalde resultaatafspraken na te komen. De hardnekkige achterstand inzake de uitvoering van de EU-wetgeving of inzake de benutting van de Structuurfondsen is in vele gevallen het gevolg van een gebrekkige administratieve capaciteit.
In heel wat lidstaten is er ruimte om de efficiëntie van de overheidsdiensten en de transparantie en de kwaliteit van het openbaar bestuur en het gerecht te vergroten. In het bijzonder is een doeltreffendere civiele rechtspleging noodzakelijk om geschillen binnen een redelijke termijn te beslechten en onnodige vertragingen, waardoor ondernemingen op kosten worden gejaagd en zij in heel wat gevallen nieuwe zakelijke kansen mislopen, te voorkomen. De Commissie heeft haar voornemen bekendgemaakt een voorstel in te dienen om de afwikkeling van grensoverschrijdende faillissementen effectiever te regelen. Een ander gebied waar verschillende beleidsdoelen met elkaar moeten worden verzoend, is dat van de bouwvergunningen, en hier heeft de Commissie onlangs een voorstel ingediend voor een nieuwe verordening tot vaststelling van richtsnoeren voor trans-Europese energie-infrastructuur 9 . Dit zijn maar een paar voorbeelden; het moge duidelijk zijn dat het aanpakken van deze en andere knelpunten terzelfder tijd het doel van begrotingsconsolidatie en verbetering van de concurrentiepositie en de groeivooruitzichten zou dienen.
De Commissie voert een beleid van “slimme regelgeving”, dat ervoor moet zorgen dat de EU over kwalitatief hoogwaardige wet- en regelgeving beschikt en slechts actie onderneemt waar het EU-niveau betere resultaten oplevert dan het nationale, geheel volgens het subsidiariteitsbeginsel. Een volwaardig onderdeel van deze aanpak is het streven om de bestaande EU-wet- en regelgeving te vereenvoudigen en voortdurend na te gaan of zij niet voorbijgestreefd is en nog aan de doelstelling beantwoordt. Net zo belangrijk is het programma van de Commissie om de bureaucratie te verminderen, waarbij een streefcijfer van -25% was vooropgesteld. De Commissie zit momenteel op -31% als de medewetgever haar voorstellen goedkeurt. Zij heeft zopas een voorstel ingediend 10 voor een nieuwe regeling voor kleine en zeer kleine ondernemingen, dat erop neerkomt dat deze van nieuwe EU-regels worden vrijgesteld tenzij er zeer gegronde redenen zijn om ze er wel aan te onderwerpen. Ook waar kmo’s onder nieuwe regels vallen, zal worden bekeken of een vereenvoudigd regime mogelijk is. Constante verbetering in overleg met de belanghebbenden, empirische effectbeoordelingen en de praktische uitvoering/uitvoerbaarheid van de EU-wet- en regelgeving zullen centraal in de aanpak van de Commissie blijven staan.
De lidstaten dienen zich volgens de Commissie op de volgende prioriteiten te richten:
• Het ondernemingsklimaat verbeteren door de administratieve lasten te verlichten, onder andere door “gold plating” te vermijden bij de omzetting van EU-wetgeving en het aantal onnodige regels en vergunningen te verminderen en eenvoudigere en snellere procedures in te voeren, in het bijzonder bij de rechtsbedeling. In het voorstel om zeer kleine ondernemingen van nieuwe regels vrij te stellen heeft de Commissie aangekondigd dat zij een scorebord zal bijhouden van haar voorstellen om de administratieve lasten te verlichten en de omzetting daarvan in de lidstaten, zodat zij er gevallen kan uitlichten waarin de wetgever in de loop van het proces nieuwe lasten oplegt.
• Ervoor zorgen dat contacten tussen overheidsdiensten en ondernemingen en met de burger “digitaal” kunnen verlopen, om de efficiëntie, de transparantie en de kwaliteit van de dienstverlening van die instanties te verbeteren. Publieke online diensten kunnen met name kmo’s voordelen opleveren en moeten aan hun behoeften aangepast zijn.
• De oprichting van nieuwe ondernemingen vergemakkelijken door de in de Small Business Act gedane toezegging om de daarvoor benodigde tijd tot drie dagen te verminderen, in praktijk te brengen. De 25 lidstaten die dat nog niet hebben gedaan, moeten tegen eind 2012 de nodige maatregelen treffen.
• Waar de opneming van middelen uit de EU-Structuurfondsen laag is, zorgen voor versterking van de administratieve capaciteit, onder andere voor de nodige deskundigheid en continuïteit van het beheer, zodat ongebruikte middelen sneller kunnen worden besteed voor groeibevorderende projecten, en gebruik maken van de technische bijstand die hiervoor beschikbaar is.
6. Slotopmerkingen
De Europese economie beleeft de moeilijkste periode sinds de EU bestaat. De klemtoon van de jaarlijkse groeianalyse voor 2012 ligt op de verwezenlijking van de prioriteiten die zijn overeengekomen in het kader van de nieuwe structuur van economische governance en de Europa 2020-strategie. Daarbij is rekening gehouden met de noodzaak de reikwijdte van de ambities en de prioriteiten aan te passen aan een verslechterende economische context. De Commissie:
• Verzoekt de Europese Raad om akte te nemen van deze jaarlijkse groeianalyse en de Raad in zijn verschillende formaties opdracht te geven deze analyse te bestuderen en aan de Europese Raad in het voorjaar verslag uit te brengen, zodat hij in maart passende richtsnoeren voor het Europees semester 2012 kan verstrekken.
• Verzoekt de lidstaten om de richtsnoeren die de Europese Raad in het voorjaar zal uitvaardigen, te weerspiegelen in hun volgende stabiliteits- en convergentieprogramma’s en nationale hervormingsprogramma’s in het voorjaar van 2012. Deze zullen door de Commissie worden onderzocht met het oog op het uitbrengen van nieuwe of geactualiseerde landspecifieke aanbevelingen, rekening houdende met de mate waarin aan de aanbevelingen van 2011 gevolg is gegeven en met de in het kader van het Euro Plus-pact gedane toezeggingen.
• Verzoekt de lidstaten spoed te zetten achter de uitvoering van hun stabiliteits- en convergentieprogramma’s, hun nationale hervormingsprogramma’s en de landspecifieke aanbevelingen van 2011.
• Verzoekt het Europees Parlement en de Europese Raad in te stemmen met de versnelde behandeling van de voorstellen die zijn opgenomen in de lijst bij deze mededeling, met het oog op de goedkeuring ervan tegen eind 2012.
Bijlage: voorstellen voor het EU-niveau met een
substantieel potentieel groei-effect en indicatief tijdpad
I. meer halen uit wat op EU-niveau reeds is overeengekomen
• Volledige uitvoering van de dienstenrichtlijn
VEREISTE ACTIE:
• Omzetting door alle lidstaten tegen eind 2011 (verslag over de uitvoering tegen eind 2011/begin 2012)
• Alle centrale contactpunten geïnstalleerd tegen eind 2011
• Bekendmaking van de resultaten van lopende effecttoetsing in tweede kwartaal 2012 en aanneming van follow-upmaatregelen vóór eind 2012
• Commissie stelt in het eerste halfjaar van 2012 uitvoeringsrichtsnoeren op grond van artikel 20 van de richtlijn voor om verkoopbeperkingen op basis van nationaliteit of verblijfplaats weg te nemen
• Voltooiing van de eengemaakte energiemarkt, waardoor consumenten de vrije keuze van leverancier krijgen en de markten volledig toegankelijk worden voor energieleveranciers.
VEREISTE ACTIE:
• Onmiddellijke omzetting van het tweede en derde energiepakket door alle lidstaten (de uiterste datum was medio 2011)
• Raad en Europees Parlement gaan onverwijld over tot goedkeuring van de Verordening tot vaststelling van richtsnoeren voor trans-Europese energie-infrastructuur
• Commissie stelt een eerste set uitvoeringsrichtsnoeren en netcodes voor in 2012 (aangekondigd in het derde pakket) met het oog op voltooiing tegen 2014
• Uitvoering van de richtlijn betalingsachterstand vervroegen van maart 2013 naar maart 2012 ten behoeve van kmo’s
VEREISTE ACTIE: alle lidstaten verkorten de termijn, in elk geval in de praktijk als niet in rechte
• Volledige uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst met Korea
VEREISTE ACTIE:
• Campagnes in elke lidstaat om de nieuwe kansen in Korea in 2012 onder de aandacht te brengen
• Toezicht op de uitvoering door de Commissie en rapportering over de verbeterde markttoegang tegen eind 2012
II.de goedkeuring van wat reeds in behandeling is bij het Europees Parlement en de Raad versnellen
• De voorgestelde bescherming door het EU-eenheidsoctrooi, geldend in 25 lidstaten, zou de kosten voor het bedrijfsleven met 80% verminderen (SMA-voorstel).
VEREISTE ACTIE:
• Politiek akkoord over het eenheidsoctrooi door de ministers van 25 lidstaten tegen eind 2011
• Goedkeuring van de uitvoeringsverordeningen en politiek akkoord over/ondertekening van de UPC-overeenkomst na de stemming in het Europees Parlement in februari 2012
• Akkoord over de herziening van de “roaming”-verordening, leidend tot meer kansen voor het bedrijfsleven en lagere tarieven voor consumenten
VEREISTE ACTIE: Raad en EP keuren voorstel van de Commissie (COM(2011) 402) goed in het eerste halfjaar van 2012 (huidige verordening loopt 30 juni 2012 af)
• De lopende herzieningen van de richtlijnen inzake de jaarrekening zouden tot een vereenvoudiging van de verslagleggingsvereisten leiden, in het bijzonder in de vorm van vrijstellingen voor zeer kleine ondernemingen en minder verplichtingen voor kleine ondernemingen
VEREISTE ACTIE:
• Politiek akkoord over het voorstel van de Commissie over de jaarrekening van micro-entiteiten (COM(2009)35 COD) tegen eind 2011
• Goedkeuring van het voorstel tot herziening van de richtlijnen inzake de financiële verslaglegging (COM(2011) 684) tegen eind 2012 (SMA-voorstel)
• Verhoging van de percentages van medefinanciering uit de Structuurfondsen in de programmalanden, zoals is voorgesteld, zou het mogelijk maken om snel EU-middelen te mobiliseren ter ondersteuning van de groei.
VEREISTE ACTIE: goedkeuring van het voorstel van de Commissie (COM(2011) 482) tegen eind 2011
• De voorgestelde energiebesparingsrichtlijn zou aanzetten tot een efficiënter gebruik van energie
VEREISTE ACTIE:
• Goedkeuring van de richtlijn door de Raad en het Europees Parlement in het eerste halfjaar van 2012
• Alle lidstaten stellen hun efficiëntiedoelen vast en dienen tegen eind 2012 de eerste verslagen in (na goedkeuring van de richtlijn)
• Afronding van de handelsovereenkomsten waarover met strategisch belangrijke partners wordt onderhandeld
VEREISTE ACTIE:
• Afhankelijk van de positie van de partners, de onderhandelingen met India en Oekraïne afronden tegen de volgende topontmoetingen met die landen
• Afhankelijk van de positie van de partners, de onderhandelingen met Canada, Singapore en Maleisië uiterlijk in de loop van 2012 afronden
• Begin 2012 de overeenkomsten met Peru en Colombia, waarover de onderhandelingen reeds zijn afgesloten, formeel afronden
• Herziening van de wetgeving over het Europees normalisatiesysteem (ICT en diensten) (SMA-voorstel)
VEREISTE ACTIE: goedkeuring van het voorstel van de Commissie (COM(2011) 315) door de Raad en het EP tegen eind 2012
• Akkoord over de voorstellen inzake de belasting op spaargeld
VEREISTE ACTIE: de reeds vergevorderde besprekingen in de Raad over het voorstel inzake de belasting op spaargeld (COM(2008) 727) afronden voor het einde van 2011
• De Commissie machtigen om namens de hele EU te onderhandelen over doelgerichte belastingakkoorden met derde landen om belastingfraude effectief te bestrijden en terzelfder tijd dubbelbelasting te voorkomen
VEREISTE ACTIE:
• Onderhandelingsrichtsnoeren goedkeuren tegen maart 2012
• Fraudebestrijdingsakkoord met Liechtenstein goedkeuren tegen eind 2011
• Voorstel van de Commissie om belastingparadijzen aan te pakken tegen eind 2012
• Vaststelling van het facultatieve Europese kooprecht
VEREISTE ACTIE: goedkeuring van het voorstel van de Commissie (COM(2011) 636) door de Raad en het EP tegen eind 2012
III.Sommige voorstellen die de Commissie de komende maanden zal doen, aan een versnelde behandeling onderwerpen, o.a.
• De twaalf voorstellen van de Single Market Act, met name:
• Toegang tot durfkapitaal overal in Europa vergemakkelijken via een EU-paspoort – voorstel van de Commissie op 30 november 2011, goedkeuring door de Raad en het EP tegen eind 2012
• Een gemeenschappelijke rechtsgrondslag verschaffen voor de wederzijdse erkenning van e-authenticatie en elektronische handtekeningen over de grenzen heen – voorstel van de Commissie in tweede kwartaal van 2012, goedkeuring door de Raad en het EP tegen eind 2012
• Herziening van het kader voor het plaatsen van overheidsopdrachten om de regels te vereenvoudigen en de procedures efficiënter te maken - voorstel van de Commissie op 13 december 2011, goedkeuring door de Raad en het EP tegen eind 2012
• Wetgeving om het systeem voor de erkenning van beroepskwalificaties te moderniseren
VEREISTE ACTIE: goedkeuring door de Raad en het Europees Parlement tegen eind 2012
• Andere voorstellen:
• Initiatief “Kansen voor jongeren” om werkgelegenheid voor jongeren te stimuleren, in het bijzonder hen aan een eerste baan helpen en leerling- en stageplaatsen bezorgen
VEREISTE ACTIE: voorstel van de Commissie tegen eind 2011, goedkeuring door de Raad en het EP tegen eind juni 2012
• Beheer van collectieve rechten om de ontwikkeling mogelijk te maken van een eengemaakte markt voor online muziek en het beheer van auteursrechten in de EU te moderniseren
VEREISTE ACTIE: voorstel van de Commissie in het eerste kwartaal van 2012, goedkeuring door de Raad en het EP tegen eind 2012
• Voorstel inzake online betalen om het vertrouwen en de concurrentie – twee knelpunten vandaag – te vergroten
VEREISTE ACTIE: concrete voorstellen van de Commissie in 2012 om de in het groenboek (goedkeuring gepland eind 2011) aangewezen knelpunten aan te pakken
(1) Een meer gedetailleerde analyse van de economische toestand en van de situatie op het gebied van werkgelegenheid is te vinden in de bijlagen bij deze mededeling.
(2) Zie ook COM(2011) 669 van 12 oktober 2011 – Een routekaart voor stabiliteit en groei.
(3) COM (2011) 821/2 en COM(2011) 819 van 23.11.2011.
(4) Deze bijlage vormt het antwoord op het verzoek van de Europese Raad van 24 juni 2011 aan de Commissie om verslag uit te brengen over de vooruitgang in de gestructureerde besprekingen inzake het belastingbeleid in het kader van het Euro Plus-pact.
(5) De jaarlijkse inkomsten uit het veilen van ETS-rechten worden geraamd op minstens 11 miljard EUR vanaf 2013.
(6) Bestaande uit een vehikel voor collectieve investeringen op Europees niveau, beheerd door de EIB, dat zou investeren in andere, op landelijk niveau opererende fondsen, veeleer dan te beleggen in aandelen, obligaties, enz.
(7) Zie COM(2011) 702 - "Kleine ondernemingen in een grote wereld — een nieuw partnerschap om kmo's te helpen kansen wereldwijd te benutten".
(8) Daartoe behoren de 12 maatregelen van de Single Market Act die door het Europees Parlement en de Raad versneld zullen worden behandeld.
(9) COM(2011) 658 van 19.10.2011
(10) COM(2011) 803 van 23.11.2011