Artikelen bij COM(2012)795 - ACTIEPLAN ONDERNEMERSCHAP 2020 De ondernemingsgeest in Europa nieuw leven inblazen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


1........... Onze uitdaging – Meer ondernemers voor Europa........................................................... 3

2........... Actiepijler 1 – Onderwijs en opleiding in ondernemerschap om groei en bedrijfsoprichting te ondersteunen       6

2.1........ Nieuwe basis: het aanbod en de kwaliteit van onderwijs in ondernemerschap vergroten.... 6

2.2........ …en nieuwe grenzen: hoger onderwijs voor ondernemerschap......................................... 7

3........... Actiepijler 2 – Een klimaat scheppen waarin ondernemers kunnen bloeien en groeien....... 9

3.1........ Betere toegang tot financiering......................................................................................... 9

3.2........ Nieuwe bedrijven steunen in de cruciale fasen van hun levenscyclus en hen helpen te groeien    11

3.3........ Nieuwe ondernemingskansen creëren in het digitale tijdperk........................................... 15

3.4........ Overdracht van ondernemingen vereenvoudigen............................................................ 17

3.5........ Faillissementen omzetten naar successen: een tweede kans voor eerlijke ondernemers na een faillissement        19

3.6........ Regeldruk: duidelijkere en eenvoudigere regels.............................................................. 20

4........... Actiepijler 3 – Rolmodellen en het bereiken van specifieke groepen............................... 24

4.1........ Nieuwe percepties: ondernemers als rolmodel............................................................... 24

4.2........ Nieuwe horizonten: de hand reiken aan vrouwen, senioren, migranten, werklozen en jongeren  25

4.2.1..... Vrouwen...................................................................................................................... 25

4.2.2..... Senioren....................................................................................................................... 26

4.2.3..... Ondernemers met een migrantenachtergrond................................................................. 27

4.2.4..... Werklozen, met name jongeren..................................................................................... 28

5........... Conclusies.................................................................................................................... 30

Bijlage: belangrijke maatregelen van de Commissie Bijlage: Actieplan ondernemerschap 2020 – De ondernemingsgeest in Europa nieuw leven inblazen 31

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

ACTIEPLAN ONDERNEMERSCHAP 2020

De ondernemingsgeest in Europa nieuw leven inblazen

Sinds 2008 heeft Europa te lijden onder de gevolgen van de ernstigste economische crisis die het in de afgelopen 50 jaar heeft gekend: voor de eerste keer zijn er in Europa meer dan 25 miljoen werklozen en in de meeste lidstaten zijn kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) nog niet in staat zich te herstellen tot hun niveau van vóór de crisis.

Vóór de huidige economische en financiële crisis had de Europese economie te kampen met structurele uitdagingen voor haar concurrentievermogen en groei, en met belemmeringen voor ondernemerschap. Deze blijven grotendeels bestaan, maar de crisis was ook een katalysator voor diepgaande veranderingen en herstructureringen. De wereldeconomie is de laatste tien jaar veranderd. De snel groeiende vraag en productie op de wereldmarkten heeft de grondstoffen- en energievoorziening onder druk gezet, waardoor de kostenstructuren van de Europese ondernemingen, die veelal afhankelijk zijn van de invoer van die voorzieningen, zijn veranderd.

De Europa 2020-strategie speelde daarop in en legde de grondslagen voor de groei en het concurrentievermogen van de toekomst, die slim, duurzaam en inclusief zullen zijn, en die de belangrijkste uitdagingen voor de samenleving zullen aanpakken. De problemen uit het verleden bijsturen en de EU op weg zetten naar een duurzamer ontwikkeling in de toekomst is een gedeelde verantwoordelijkheid van de lidstaten en de EU-instellingen. De EU erkent dat onze economieën eng met elkaar vervlochten zijn en hervormt momenteel haar economische governance om de maatregelen beter te kunnen afstemmen op de huidige en toekomstige uitdagingen.

Om de groei in Europa te herstellen en een hogere werkgelegenheid te bereiken, heeft Europa meer ondernemers nodig. Bij wijze van follow-up van de herziening van de Small Business Act in april 2011 en mededeling over het industriebeleid die in oktober laatstleden is goedgekeurd, bevat het voorgestelde actieplan een hernieuwde visie en een aantal maatregelen ter ondersteuning van het ondernemerschap in Europa die zowel op het niveau van de EU als op het niveau van de lidstaten moeten worden genomen. Het is op drie pijlers gebaseerd: onderwijs en opleiding in ondernemerschap ontwikkelen; een goed ondernemingsklimaat creëren; rolmodellen en specifieke groepen de hand reiken.

1. Onze uitdaging – Meer ondernemers voor Europa

Ondernemerschap is een sterke motor voor economische groei en voor de creatie van banen: het creëert nieuwe ondernemingen en banen, opent nieuwe markten en bevordert nieuwe vaardigheden en bekwaamheden. Op het gebied van de industrie bijvoorbeeld, is ondernemerschap daarom van bijzonder groot belang voor een snelle ontwikkeling van de zes nieuwe groeisectoren die in de actualisering van het industriebeleid van de Commissie onder de aandacht worden gebracht. Ondernemerschap maakt economieën concurrerender en innovatiever en is van cruciaal belang om de doelstellingen van diverse Europese sectorale beleidsmaatregelen te realiseren. Nieuwe ideeën op de markt brengen verbetert productiviteit en creëert rijkdom. Zonder de banen van nieuwe bedrijven zou de gemiddelde nettogroei van de werkgelegenheid negatief zijn. Nieuwe ondernemingen, met name kmo's, vormen de belangrijkste bron van nieuwe werkgelegenheid: zij zorgen jaarlijks voor meer dan 4 miljoen nieuwe banen in Europa. De motor achter dit herstel is echter aan het sputteren: sinds 2004 is het aantal mensen dat liever zelfstandig ondernemer is dan werknemer in 23 van de 27 EU-lidstaten gedaald. Terwijl drie jaar geleden zelfstandig ondernemen de eerste keuze was voor 45 % van de Europeanen, is dit percentage nu gedaald naar 37 %. In de VS en China is dit percentage veel hoger: respectievelijk 51 en 56 %. Wanneer nieuwe ondernemingen worden opgericht, groeien deze bovendien langzamer in de EU dan in de VS of in opkomende landen, en slagen zij er minder vaak in toe te treden tot de rangen van de grootste bedrijven ter wereld.

Het niveau en de aard van het ondernemerschap verschillen sterk van lidstaat tot lidstaat en er zijn dan ook vele redenen te noemen voor dit gebrek aan enthousiasme in Europa voor een loopbaan als ondernemer. Bepaalde lidstaten met een hoog niveau van ondernemerschap zijn minder succesvol dan andere lidstaten om nieuwe en kleine ondernemingen te helpen groeien. Aspirant-ondernemers in Europa bewegen zich over het algemeen in een harde omgeving: opleiding biedt niet de juiste basis voor een loopbaan als ondernemer, het is moeilijk toegang te krijgen tot krediet en markten, er zijn moeilijkheden bij de overdracht van bedrijven, er is angst voor strafrechtelijke sancties in geval van een faillissement, en de administratieve procedures zijn belastend. De jaarlijkse groeianalyse 2013 heeft onlangs de noodzaak tot verbetering van het ondernemingsklimaat om het concurrentievermogen van de economieën van de EU te verhogen, onderstreept. Verder zijn de steunmaatregelen voor kmo's nog onevenwichtig, met een aanzienlijk aantal EU-lidstaten dat nog steeds geen rekening houdt met de kenmerken van kleine ondernemingen, met name micro-ondernemingen, bij het ontwerpen van wetgeving, of dat een tweede kans voor eerlijke failliet verklaarde ondernemers niet mogelijk maakt.

Niet alleen het klimaat is een belemmering, maar er is ook sprake van een brede cultuur waarin de inspanningen van ondernemers onvoldoende op hun waarde worden geschat of beloond en waarin weinig waardering uitgaat naar succesvolle ondernemers als rolmodellen die banen en inkomens creëren. Om ondernemerschap tot de groeimotor van onze economie te maken heeft Europa een ware diepgaande cultuuromslag nodig.

In deze mededeling worden, tegen de achtergrond van de huidige economische crisis en het nieuwe mechanisme voor economisch bestuur, acties verder ontwikkeld en benadrukt op die gebieden waar volgens de evaluatie van de Small Business Act van de Commissie een voortdurende behoefte bestaat aan verbeteringen op nationaal en Europees niveau.

Elke kmo is verschillend: hun verschillen in grootte, activiteitsgebied en juridische vorm vragen om specifieke aandacht van beleidsmakers. Dit beginsel geldt evenzeer voor vrije beroepen en individuele ondernemers die ook aanzienlijk bijdragen aan de economie van de EU. Het beginsel 'denk eerst klein' moet de hoeksteen van het Europees en nationaal beleid worden.

We moeten ervoor zorgen dat het voor de Europeanen een aantrekkelijk vooruitzicht is om ondernemer te worden. Dit geldt ook voor sociale ondernemers, wier potentieel vaak wordt onderschat. Zij genereren duurzame banen en hebben bewezen beter bestand te zijn tegen de crisis dan de economie in het algemeen. Sociale ondernemers zorgen voor innovatie, stimuleren sociale inclusie en dragen bij aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de EU 2020-strategie.

De huidige situatie kan alleen worden veranderd met doortastende en gecoördineerde maatregelen van alle overheden op Europees, nationaal en regionaal niveau.

Dit actieplan is een blauwdruk voor doorslaggevende, gezamenlijke actie om het ondernemerspotentieel van Europa tot bloei te laten komen, om bestaande hindernissen weg te nemen en om de ondernemerschapscultuur in Europa radicaal te veranderen. Het heeft tot doel de oprichting van nieuwe bedrijven te vergemakkelijken en een omgeving te scheppen die bestaande ondernemers in hun ontwikkeling en groei veel meer ondersteunt.

Er wordt voorgesteld op drie gebieden onmiddellijk in te grijpen:

1. onderwijs en opleiding in ondernemerschap om groei en bedrijfsoprichting te ondersteunen;

2. versterking van de randvoorwaarden voor ondernemers door bestaande structurele hindernissen weg te nemen en hen te ondersteunen in cruciale fasen van de levenscyclus van een bedrijf;

3. de ondernemerschapscultuur in Europa dynamiseren: de nieuwe generatie ondernemers koesteren.

2. Actiepijler 1 – Onderwijs en opleiding in ondernemerschap om groei en bedrijfsoprichting te ondersteunen

2.1.        Nieuwe basis: het aanbod en de kwaliteit van onderwijs in ondernemerschap vergroten...

Investeren in onderwijs in ondernemerschap is een van de best renderende investeringen die Europa kan doen. Volgens enquêtes start tussen 15 en 20 % van de studenten die op de middelbare school deelnemen aan een minibedrijfsprogramma later een eigen onderneming, een cijfer dat ongeveer drie tot vijf keer zo hoog is als bij de algemene bevolking. Ongeacht of zij later daadwerkelijk bedrijven of sociale ondernemingen oprichten, ontwikkelen jongeren die onderwijs in ondernemerschap genieten kennis over zakendoen en essentiële vaardigheden en houdingen waaronder creativiteit, initiatief, standvastigheid, teamwerk, risico-inschatting en verantwoordelijkheidszin. Dit is de ondernemingsgerichte mentaliteit die ondernemers helpt ideeën om te zetten in acties en die tevens hun inzetbaarheid aanzienlijk verhoogt.

Ondernemerschap is een sleutelcompetentie in het Europees kader en een actie in de recente mededeling van de Commissie over een andere kijk op onderwijs. De rol van ondernemerschap als instrument om de arbeidsparticipatie te verhogen, wordt eveneens benadrukt in de jaarlijkse groeianalyse 2013. Een aantal lidstaten heeft met succes nationale strategieën voor onderwijs in ondernemerschap ingevoerd of onderwijs in ondernemerschap tot een verplicht onderdeel van het leerprogramma gemaakt, maar er is meer nodig. Onderwijs moet tot leven worden gebracht via praktische, op ervaring gebaseerde leermodellen en ervaring van ondernemers uit het bedrijfsleven. Welomschreven leerresultaten van onderwijs in ondernemerschap voor alle opleiders zijn noodzakelijk om doeltreffende methoden voor dergelijk onderwijs in de klas te introduceren.

Praktische ondernemerschapservaringen kunnen ook buiten het onderwijs worden opgedaan. Jongeren moeten worden aangemoedigd om ondernemerschapsvaardigheden te ontwikkelen via informeel en niet-formeel onderwijs zoals vrijwilligerswerk. Dergelijke ervaringen moeten worden gevalideerd en erkend, in overeenstemming met het voorstel van de Commissie voor een aanbeveling op dit gebied.

Partnerschappen met bedrijven kunnen ervoor zorgen dat onderwijs- en opleidingsprogramma's goed zijn afgestemd op de praktijk. Initiatieven zoals het forum voor contacten tussen beroepsonderwijs en -opleiding enerzijds en het bedrijfsleven anderzijds (VET-Business forum) en allianties voor sectorspecifieke vaardigheden bieden trajecten om bedrijven bij het onderwijs te betrekken. Onderwijsinstellingen moeten worden aangemoedigd om meer ondernemend te worden in hun algemene benadering, om ervoor te zorgen dat zij een cultuur van ondernemerschap en innovatie ontwikkelen en toepassen via hun projecten, leiderschap, betrokkenheid van belanghebbenden, programma's en onderwijsresultaten.

2.2.        …en nieuwe grenzen: hoger onderwijs voor ondernemerschap

De rol van hoger onderwijs in ondernemerschap gaat veel verder dan de overdracht van kennis om te kunnen deelnemen aan ecosystemen, partnerschappen en industriële allianties. Nu het overheidsbeleid op het gebied van ondernemerschap zich steeds meer richt op hightech- en snelgroeiende ondernemingen, vormen instellingen voor hoger onderwijs een actieve component van het innovatiebeleid van de lidstaten en de EU.

Het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) heeft baanbrekend onderzoek verricht naar de rol van ondernemerschap als een belangrijke factor voor innovatie op EU‑niveau en helpt de kloof te dichten tussen onderwijs en innovatie voor de industrie. Er is reeds een aantal ondernemingen opgestart vanuit de kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's) van het EIT. EIT-programma's zorgen ervoor dat studenten kennismaken met wetenschap die steunt op het excellentiecriterium gepaard aan onderwijs in ondernemerschap, diensten voor bedrijfsoprichting en mobiliteitsstelsels. Partnerschappen kunnen een krachtig platform bieden voor de aanpak van ondernemerschapsvaardigheden van diverse sectoren door rechtstreekse betrokkenheid bij het verwerven, toepassen en actualiseren van vaardigheden.

Universiteiten moeten ondernemingsgerichter worden. Tegen deze achtergrond heeft de Europese Commissie in samenwerking met de OESO al een kader voor ondernemingsgerichte universiteiten ontwikkeld. Het kader is ontworpen om belangstellende universiteiten te helpen zichzelf te beoordelen en hun capaciteiten te verbeteren met op maat gesneden leermodulen. De toegang tot het kader wordt geleidelijk uitgebreid.

De Commissie zal:

· een pan-Europees initiatief voor onderwijs in ondernemerschap ontwikkelen door bestaande Europese en nationale deskundigheid te bundelen voor effectanalyse, het delen van kennis, de ontwikkeling van methodologieën en 'peer' mentoring tussen beroepsbeoefenaars uit de lidstaten;

· samenwerking met de lidstaten versterken om in elk land de invoering van onderwijs in ondernemerschap te onderzoeken op basis van expertise en om overheden te steunen die willen leren van andere overheden die succesvol zijn;

· samen met de OESO een oriënterend kader vaststellen om de ontwikkeling van ondernemingsgerichte scholen en VET-instellingen te stimuleren;

· de erkenning en validatie van onderwijs in ondernemerschap in een informele of niet-formele leeromgeving aanmoedigen;

· begin 2013 het oriënterend kader voor ondernemingsgerichte universiteiten breed bekendmaken; uitwisseling bevorderen tussen universiteiten die interesse hebben om deel te nemen aan het kader; het kader geleidelijk onder de aandacht brengen bij instellingen voor hoger onderwijs in de EU;

· succesvolle mechanismen voor door universiteiten aangestuurde bedrijfsoprichting (spin-offs, etc.) en opkomende ecosystemen tussen universiteiten en bedrijven rond belangrijke maatschappelijke uitdagingen bekrachtigen.

De lidstaten wordt verzocht:

· ervoor te zorgen dat de sleutelcompetentie 'ondernemerschap' tegen eind 2015 is opgenomen in programma's in basis-, middelbaar, beroeps-, hoger en volwassenenonderwijs;

· jongeren de kans te bieden ten minste één praktische ondernemerschapservaring op te doen voordat zij het verplicht onderwijs verlaten, zoals een minibedrijf leiden of de verantwoordelijkheid dragen voor een ondernemingsproject voor een bedrijf of een sociaal project;

· ondernemerschapsopleiding voor jongeren en volwassenen te stimuleren via middelen uit de structuurfondsen in lijn met het nationaal werkgelegenheidsplan, met name uit het Europees Sociaal Fonds in lijn met de nationale werkgelgenheidsplannen, in het bijzonder als instrument voor tweedekansonderwijs voor wie geen werk heeft en evenmin onderwijs of een opleiding volgt; ten volle voordeel te trekken uit de opleidingsmogelijkheden in het kader van het fonds voor plattelandsontwikkeling - Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo);

· modules voor onderwijs in ondernemerschap voor jongeren die deelnemen aan nationale jongerengarantieregelingen te bevorderen.

3. Actiepijler 2 – Een klimaat scheppen waarin ondernemers kunnen bloeien en groeien

Nieuwe ondernemingen hebben specifieke aandacht nodig. Er zijn zes cruciale gebieden waar acties nodig zijn om bestaande hindernissen voor de oprichting en groei van nieuwe ondernemingen weg te nemen:

· toegang tot financiering;

· steun voor ondernemers in de cruciale fasen van de levenscyclus van hun bedrijf en van hun groei;

· nieuwe ondernemingskansen creëren in het digitale tijdperk;

· overdracht van ondernemingen;

· faillissementsprocedures en tweede kansen voor eerlijke ondernemers;

· vermindering van de regeldruk.

3.1.        Betere toegang tot financiering

Geen enkele onderneming kan functioneren, investeren en groeien zonder adequate financiering en liquiditeit – toegang tot financiering is een van de groeifactoren voor kmo's. Volgens een in juli 2012 door de Commissie georganiseerde openbare raadpleging vormt de toegang tot financiering een van de meest significante belemmeringen voor groei en ondernemerschap in Europa. Kmo's hebben in het verleden altijd gebruikgemaakt van bankleningen en daarom hebben de huidige kredietbeperkingen van banken als gevolg van de crisis een onevenredig effect op kmo's. Daarenboven ondervinden ondernemers met name in de vroegste fasen van hun ondernemingsproject moeilijkheden met het vinden van financiering. In december 2011 presenteerde de Europese Commissie een actieplan voor de verbetering van de toegang tot financiering voor kmo' en voorstellen over risicokapitaalfondsen en sociaalondernemerschapsfondsen. Er is ook speciale aandacht besteed aan kmo's in de richtlijn financiële instrumenten en in de slotonderhandelingen over de richtlijn kapitaalvereisten. Er moet echter meer worden gedaan op zowel Europees als nationaal niveau om de gebreken van de markt aan te pakken, zoals het verkennen van alternatieven voor bankleningen voor kmo's, om de beperkte particuliere financiering die beschikbaar is aan te vullen, en om informatie over financiering gemakkelijker toegankelijk te maken.

Het is ook van belang de kwaliteit en het financieel rendement van start-upprojecten te verbeteren. Financiële ondersteuning voor het testen, demonstreren en op proef toepassen van nieuwe technologieën, het versterken van risicokapitaal, informele investeringen (angel investments), starterscentra en leningen voor kmo's met een hoog potentieel zijn voorbeelden van gebieden waarop actie mogelijk is. Ondernemers hebben fondsen nodig om onderzoek en ontwikkeling te commercialiseren en innovatieve bedrijfsmodellen te testen. De Commissie biedt ondersteuning op deze gebieden in het kader van het toekomstige programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) en Horizon 2020, en deze ondersteuning wordt uitgebreid in het kader van de Europese structuurfondsen.

De actoren uit de sociale economie en sociale ondernemingen zijn belangrijke aandrijvers van de creatie van inclusieve banen en sociale innovatie. Hoewel zij dezelfde soort problemen ervaren als de meeste kmo's, kunnen zij geconfronteerd worden met bijkomende moeilijkheden bij de toegang tot financiering, waarvoor de Commissie een aanpak heeft geformuleerd in het toekomstige programma voor sociale verandering en innovatie (PSCI) en in de verordeningen betreffende de structuurfondsen.

Een belangrijk onderdeel van een succesvol ondernemerschapsecosysteem wordt gevormd door investeerders die in een vroeg stadium investeringen doen (risicokapitaal en informele investeringen (business angels)) voor de start en de eerste fase. Deze investeerders maken gebruik van een uitgebreid netwerk van 'peers' en bieden waardevolle kennis en ondersteuning met betrekking tot de markt en de ontwikkeling van de riskante inzet van 'smart money'. Deze investeringen kunnen ook worden aangemoedigd via fiscale prikkels.

In 2008 richtte de Commissie het Enterprise Europe Network op, een partnerschap met meer dan 600 gastorganisaties die onder meer tot taak hebben bedrijven en aspirant-ondernemers de noodzakelijke informatie over toegang tot EU-steun en EU-financiering te verstrekken. Er is momenteel onder bedrijven nog steeds veel vraag naar betere informatie over EU-steun. De Commissie zet zich samen met belanghebbenden in om het netwerk te versterken om het actiever en doelgerichter te maken.

De Commissie zal:

· programma's financieren die gericht zijn op de ontwikkeling van een markt voor microfinanciering in Europa, via initiatieven zoals Progress Microfinance en de gezamenlijke actie voor de ondersteuning van microfinancieringsinstellingen (JASMINE), en via het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling middelen voor microfinanciering ter beschikking stellen aan de lidstaten en aan de regio's;

· de directe toegang van kmo's tot de kapitaalmarkt vereenvoudigen via de ontwikkeling van een EU-regeling voor platformen die gespecialiseerd zijn in de handel van door kmo's uitgegeven aandelen en obligaties ("groeimarkten van kmo's"), in de context van de herziening van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (MiFID).

De lidstaten wordt verzocht:

· te onderzoeken in hoeverre het noodzakelijk is de huidige nationale wetgeving inzake financiering te wijzigen met als doel om nieuwe, alternatieve vormen van financiering voor startende ondernemingen en kmo's in het algemeen te bevorderen, met name wat betreft platformen voor massafinanciering (crowd funding), en te overwegen of het noodzakelijk is de belastingwetgeving te vereenvoudigen om verdere ontwikkeling van alternatieve financiële markten zoals bijvoorbeeld informele (business angel) investeringen te stimuleren;

· gebruik te maken van middelen uit de structuurfondsen voor het opzetten van regelingen voor de ondersteuning van microfinanciering in het kader van de respectieve investeringsprioriteiten van het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO);

· het volle potentieel in het kader van het Elfpo te benutten om toegang te verschaffen tot financiering van ondernemerschap, in het bijzonder in een vroeg stadium van het bedrijf in de landbouwsector (zoals jonge landbouwers die zich vestigen) en in plattelandsgebieden in het algemeen, eveneens door middel van financiële instrumenten.

3.2.        Nieuwe bedrijven steunen in de cruciale fasen van hun levenscyclus en hen helpen te groeien

Ongeveer 50 % van de nieuwe bedrijven gaat in de eerste vijf jaar van hun bestaan failliet. Als we willen dat Europese ondernemers in staat zijn de groei te realiseren die wij van hen verwachten, moeten we meer middelen uitgeven om hen te helpen deze periode door te komen. Bedrijven ontberen vaak een adequaat ecosysteem om te kunnen groeien.

Vitale levenslijnen kunnen worden geboden door ondersteunende diensten die hun markten kennen en aldus het succespercentage van nieuwe ondernemingen aanzienlijk verhogen. Effectieve ondersteuning bestaat uit holistische programma's die de essentiële elementen omvatten, zoals managementopleidingen, coaching bij onderzoek en ontwikkeling, netwerkvorming met 'peers', potentiële leveranciers en klanten. Ondernemers hebben steeds meer behoefte aan advies en ondersteuning om een oplossing te vinden voor beperkte middelen en leveringsonzekerheid door op een strategische manier te investeren en producten te ontwikkelen. Veel kleinere ondernemingen staan ook onder steeds hogere druk van de ondernemingen waaraan zij leveren om te voldoen aan nieuwe normen en ontwerpvereisten die verband houden met een efficiënter gebruik van middelen en een betere recycleerbaarheid.

Vermindering van fiscale nalevingskosten zal het ondernemingsklimaat verbeteren, met name voor kleine bedrijven. Vanwege hun beperkte middelen en ervaring hebben kleine en pas opgerichte bedrijven meer te lijden van hoge nalevingskosten die voortvloeien uit ingewikkelde fiscale wetgeving en zware belastingaangifteprocedures dan grote bedrijven. De lidstaten moeten ook overwegen de btw-registratieprocedures te vereenvoudigen en one-stop elektronische registratie in te voeren om grensoverschrijdende digitale handel door kleine bedrijven te vergemakkelijken.

Veel nieuwe ideeën voor succesvolle ondernemingen komen voort uit de wetenschap en uit onderzoek, maar er kan meer worden gedaan om ondernemingen gebruik te laten maken van onderzoeksresultaten. Daarom moet meer informatie over de inzichten die voortkomen uit door kaderprogramma's voor onderzoek en ontwikkeling gefinancierde projecten worden gedeeld met bedrijven.

Nieuwe ondernemingen worden vaak slachtoffer van misleidende marketingpraktijken. Deze lopen uiteen van het verstrekken van onjuiste of misleidende informatie over de dienst tot het verzenden van offertes die er uitzien als facturen of misleidende formulieren voor de actualisering van ondernemingsregisters. De Commissie heeft een strategie gepubliceerd met een gedetailleerde lijst van toekomstige acties voor de bescherming van ondernemingen, en zij is voornemens in de loop van 2013 een wetgevingsvoorstel te presenteren.

Het wegnemen van hindernissen voor de interne markt, waardoor gelijke spelregels worden gecreëerd, zal kleine ondernemingen helpen grensoverschrijdende activiteiten te ontwikkelen. Dit omvat de aanpak van dubbele belasting en het wegnemen van fiscale incongruenties en andere belastingmaatregelen die een hindernis voor grensoverschrijdende activiteiten in de interne markt en voor buitenlandse investeringen in de EU vormen.

Bovendien verschillen de juridische stelsels voor de sociale verzekering van zelfstandige ondernemers wezenlijk van de stelsels voor werknemers, hetgeen bijkomende hindernissen opwerpt voor ondernemers. De ondersteuning van nieuwe ondernemingen is met name van belang bij een overgang van werkloosheid naar een bestaan als zelfstandig ondernemer. Regelingen die het eenvoudiger maken voor mensen die afhankelijk zijn van een sociale uitkering (zoals een werkloosheidsuitkering) om hun eigen bedrijf te beginnen en economisch onafhankelijk te worden (sociale bruggen) kunnen hierbij helpen. De lidstaten zouden bijgevolg de mogelijkheid kunnen overwegen van uitkeringen voor zelfstandige ondernemers (d.w.z. ziektekosten-, pensioen- en invaliditeitsuitkeringen, alsmede werkloosheidsuitkeringen in geval van sluiting of faillissement van de onderneming, etc.) die vergelijkbaar zijn met die van werknemers, zonder dat de uitkeringen voor werknemers worden verlaagd.

Om succesvol te groeien hebben ondernemers en kmo's specifieke, op maat gesneden deskundigheid nodig die hen kan helpen concurrentievoordelen te ontwikkelen en profijt te trekken van mondiale waardeketens en een gedeeld beheer van personele middelen. Clusters, bedrijfsnetwerken en andere soorten verenigingen van bedrijven kunnen dergelijke ondersteunende omgevingen bieden, aangezien zij de relevante actoren uit het bedrijfsleven, het onderwijs, de onderzoekswereld en de overheidssector bijeenbrengen. Sommige kmo's, zoals sociale ondernemingen, hebben vaak specifieke bedrijfsmodellen die speciaal ontwikkelde steunregelingen nodig hebben. Het groeperen van kmo's kan leiden tot een verhoogd concurrentievermogen. Daarom zouden de lidstaten kunnen nagaan of hun belastingstelsels dusdanig kunnen worden verbeterd dat de totstandkoming van meer van dergelijke kmo-groepen mogelijk wordt.

Daarnaast kunnen ondernemers in ruime mate profiteren van de interne markt. Op dit moment wordt de goede werking van de interne markt echter nog belemmerd door enkele hindernissen. Op 3 oktober 2012 publiceerde de Europese Commissie de Akte voor de interne markt II om de bestaande hindernissen te beperken. Een doeltreffende tenuitvoerlegging van deze maatregelen kan ondernemerschap in Europa bevorderen op gebieden zoals grensoverschrijdende diensten, erkenning van diploma's en kwalificaties en het recht van vestiging.

Bovendien moeten uitwisselingen met deskundige ondernemers binnen de EU, bijvoorbeeld via het programma 'Erasmus voor jonge ondernemers' (EYE) van de Commissie, worden aangemoedigd.

De Commissie zal:

· beste praktijken van de lidstaten aanwijzen en bevorderen teneinde een ondernemersvriendelijker fiscaal klimaat te creëren;

· de samenwerking tussen clusters en bedrijfsnetwerken ondersteunen;

· het gebruik van netwerken en de uitwisseling van beste praktijken tussen agentschappen die programma's voor efficiënt gebruik van hulpbronnen voor kmo's organiseren steunen;

· het partnerschap van het Enterprise Europe Network versterken met gastorganisaties, de één-loketten en alle steunorganisaties voor kmo's, om i) informatie over EU-initiatieven, over financieringsbronnen en over steun voor innovatie in brede kring te verspreiden, ii) lidstaten aan te moedigen extra maatregelen te nemen om de bereidheid van ondernemers en kmo's om te investeren te stimuleren, en iii) effectieve steun te verlenen om bedrijven te helpen volledig te profiteren van de interne markt en toegang te vinden tot markten van derde landen;

· de regels die bepaalde misleidende marketingpraktijken verbieden herzien om ze stringenter te maken en de handhavingsacties tegen dergelijke praktijken in grensoverschrijdende zaken versterken;

· het volledige potentieel van de digitale interne markt voor kmo's ontsluiten door bestaande hindernissen voor grensoverschrijdende online handel aan te pakken;

· het programma 'Erasmus voor jonge ondernemers' verder ontwikkelen om te kunnen beantwoorden aan het toenemend aantal verzoeken tot deelname van startende ondernemers in de hele interne markt;

· uitwisselingen tussen jonge ondernemers in de EU en derde landen aanmoedigen;

· de lidstaten helpen geïntegreerde steunregelingen te ontwikkelen via door de technische bijstand van het ESF gefinancierde seminars voor capaciteitsopbouw, waarbij relevante belanghebbenden betrokken zijn, zoals verstrekkers van onderwijs en opleiding, om geïntegreerde strategieën te ontwikkelen en specifieke acties op te zetten, met name voor jonge ondernemers;

· het portaal Your Europe Business met informatie over de interne markt van zowel de Commissie als de lidstaten verder ontwikkelen.

De lidstaten wordt verzocht:

· het nationale klimaat van belastingregelingen gunstiger te maken voor startende ondernemingen; de fiscale nalevingskosten te verlagen door belastingaangifte en ‑betaling te vereenvoudigen en door het gebruik van elektronische middelen uit te breiden, waaronder ook de versnelling van de volledige tenuitvoerlegging van de digitale interne markt;

· belastingcoördinatie te bevorderen om te voorkomen dat inconsistenties in de behandeling van belasting tot dubbele belasting leiden of tot andere schadelijke belastingpraktijken die een verstoring vormen van de interne markt doordat ze grensoverschrijdende handel en grensoverschrijdende risicokapitaalinvesteringen hinderen;

· hun vennootschapsbelastingstelsel tegen het licht te houden om te overwegen de bepalingen inzake verjaring van verliezen en aftrekken in de vennootschapsbelasting uit te breiden;

· te overwegen vanaf 2013 de optie van een btw-kasstelselregeling voor kleine bedrijven in te voeren;

· de noodzakelijke maatregelen aan te nemen om de commercialisering van projecten op het gebied van innovatie, onderzoek en ontwikkeling te ondersteunen, rekening houdend met de bijzondere uitdagingen van recentelijk gevestigde bedrijven;

· te overwegen eigenaren van nieuwe ondernemingen de mogelijkheid te bieden om gedurende een beperkte tijd en op basis van de specifieke situatie van de onderneming en gegronde argumenten mogelijke aanpassingen van betalingsregelingen voor sociale bijdragen aan te vragen;

· volop voordeel te trekken van nieuwe steunmogelijkheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) voor het oprichten van bedrijven en de ontwikkeling van brede regelingen voor professionele uitwisselingen van ondernemers en bezoeken aan landbouwbedrijven, en eveneens clusters, bedrijfsnetwerken en samenwerkingsactiviteiten te steunen in de landbouw, de bosbouw, de levensmiddelenindustrie en in bedrijven op het platteland die niet tot de landbouwsector behoren.

3.3.        Nieuwe ondernemingskansen creëren in het digitale tijdperk

Een beter gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT) kan nieuwe ondernemingen aanzienlijk helpen te gedijen. ICT is de cruciale bron van groei voor nationale economieën en Europese kmo's groeien twee tot drie keer zo snel als ze gebruikmaken van ICT. In haar mededeling over het industriebeleid verklaart de Commissie: 'ondernemers moeten optimaal gebruikmaken van de mogelijkheden van de digitale interne markt in de EU die tot 2016 naar verwachting met 10 % per jaar zal groeien'.

Op basis van de Digitale Agenda en de vlaggenschipinitiatieven van het industriebeleid zal de Commissie ondernemers en kmo's helpen het potentieel van ICT volledig te benutten, zowel wat betreft het aanbod van nieuwe digitale producten en diensten als wat betreft de vraag naar en het slimme gebruik van deze technologieën.

Aan de aanbodzijde vormen webondernemers een specifieke categorie ondernemers die nieuwe digitale diensten en producten creëren die gebruikmaken van het web als onmisbaar element. Startende webondernemingen hebben de neiging sneller te groeien en failliet te gaan dan andere bedrijven en nemen in exponentieel tempo toe in omvang, wat hogere winsten, maar ook hogere risico's met zich meebrengt. Zij opereren in een ingewikkeld ecosysteem dat zich snel ontwikkelt en waar netwerkvorming en het uitvoeren van experimenten van levensbelang is. Webondernemingen zijn goedkoper om op te zetten en de belemmeringen voor de markttoetreding zijn beperkt, waardoor ze een aantrekkelijk middel vormen om een loopbaan als ondernemer te starten. Webondernemers hebben om die reden specifieke steunmaatregelen nodig om het ecosysteem voor startende webondernemingen structureel te versterken.

Aan de vraagzijde is investeren in digitale technologieën niet langer een keuze: bedrijven kunnen vandaag de dag alleen concurrerend zijn als ze de digitale wereld omarmen. Dit biedt kansen en uitdagingen, in het bijzonder voor kmo's, aangezien zij vaak minder goed zijn uitgerust om de toenemende complexiteit van nieuwe bedrijfsmodellen aan te kunnen.

Digitale ondernemers zijn ondernemers die digitale producten en diensten, met inbegrip van 'cloud computing' ten volle benutten om nieuwe bedrijfsmodellen uit te vinden en hun concurrentievermogen te versterken. De EU-initiatieven "Slim gebruik van informatietechnologie en de integratie van kmo's in mondiale industriële waardeketens" en e-Skills zullen de opkomst van digitale technologieën bevorderen en kmo's verbinden met de digitale wereld.

Het potentieel van e-handel als een van de kansen die de digitale eengemaakte markt voor ondernemers biedt, wordt nog niet volledig benut. Een aantal specifieke maatregelen zal het vertrouwen in onlinehandel versterken.

De Commissie zal:

· de fundamentele kennis over belangrijke markttendensen en innovatieve bedrijfsmodellen aanvullen door een online mechanisme voor markttoezicht en een scorebord in het leven te roepen in samenwerking met de belangrijkste belanghebbenden, om dialoogvorming te vergemakkelijken en een gezamenlijke agenda voor actie tot stand te brengen;

· bewustzijn creëren via een Europabrede informatiecampagne voor ondernemers en kmo's over de voordelen van de nieuwe digitale ontwikkelingen; de campagne zal de aandacht vestigen op Europese succesverhalen, pan-Europese wedstrijden en de uitreiking van prijzen om ondernemers bewust te maken van het veranderende ondernemingslandschap en nieuwe ondernemingskansen;

· netwerkvorming vereenvoudigen om nieuwe ondernemingsideeën op te wekken en te ondersteunen, zoals: de oprichting van een Europees mentorennetwerk voor opleiding, advies en praktische coaching over zakendoen in het digitale tijdperk, en contactbijeenkomsten tussen belanghebbenden om nieuwe partnerschappen te verkennen;

· specifieke acties organiseren voor webondernemers, zoals: i) een partnerschap voor startende webondernemingen in Europa, om deskundigheid, begeleiding, technologie en diensten te ontsluiten; ii) een club van toonaangevende webondernemers, om webondernemers van wereldklasse bijeen te brengen en de webondernemerscultuur in Europa te versterken; iii) een Europees netwerk voor 'business accelerators'; iv) samenwerken met Europese investeerders om de stroom van risicokapitaal en massafinanciering (crowd funding) naar startende webondernemingen te vergroten; en v) webtalent voeden door de opkomst van massale online open cursussen en de oprichting van platformen voor begeleiding en ontwikkeling van vaardigheden te stimuleren;

· competenties en vaardigheden versterken door haar acties omtrent e-Skills uit te breiden om e-leadershipvaardigheden en wetenschappelijke en creatieve disciplines en management- en ondernemingsvaardigheden te verbeteren teneinde zich te richten op nieuwe technologieën en markten.

De lidstaten wordt verzocht:

· nationale of regionale steun voor startende digitale en webondernemingen te versterken en alternatieve financiering, zoals ICT-innovatievoucherprogramma's, voor startende technologieondernemingen in een vroeg stadium te stimuleren;

· toegang te bevorderen voor ondernemers tot openbare gegevens en massale gegevens die zijn verzameld in openbare of door bedrijven gesteunde programma's zoals de culturele gegevensbank Europeana;

· de meest getalenteerde ondernemers te ondersteunen, bijvoorbeeld door de beste afgestudeerden aan te moedigen een loopbaan als startend ondernemer te beginnen;

· de snelle goedkeuring te steunen van lopende beleidsinitiatieven zoals de hervorming van de gegevensbescherming en het voorstel voor een gemeenschappelijk Europees kooprecht dat de drempel voor de invoering van cloud computing in de EU zal verlagen;

· ervoor te zorgen dat de Europese fondsen overeenkomstig de geldende regels en prioriteiten optimaal worden gebruikt voor web- en digitaal ondernemerschap.

3.4.        Overdracht van ondernemingen vereenvoudigen

Jaarlijks worden in Europa circa 450 000 bedrijven met 2 miljoen werknemers overgedragen. Overdrachten kunnen echter dermate moeizaam verlopen dat naar schatting jaarlijks 150 000 bedrijven met 600 000 banen verloren gaan. De belangrijkste factoren hierbij zijn administratieve en fiscale lasten, onvoldoende bewustzijn over vereiste voorbereidingen en over transparante markten voor dergelijke transacties, en de lange periodes die nodig zijn om de formaliteiten af te wikkelen. Daarnaast zijn de juridische vorm van een bedrijf (eenmanszaken) en de leeftijd ervan (met name bedrijven die minder dan drie jaar oud zijn) andere factoren die een bedrijf kwetsbaar maken. Daarom lopen de kleinste bedrijven het grootste risico op een mislukte overdracht.

Dit zijn bestaande bedrijven met gevestigde producten, markten en klanten die dus een grotere kans hebben om te overleven dan nieuwe bedrijven. Aspirant-ondernemers moeten weten dat de overname van een bestaande onderneming een aantrekkelijk alternatief kan zijn om een nieuwe onderneming te starten. Overdrachten moeten eenvoudiger worden gemaakt voor zowel de ondernemer die zijn bedrijf wil overdragen als voor de overnemende partij.

De overdracht van een bedrijf naar de volgende generatie is eigen aan een familiebedrijf en vormt de grootste uitdaging die het kan tegenkomen. De overdracht van een familiebedrijf moet worden beschouwd als een overdracht van eigendom, waarbij deze eigendom geen liquide middel is, maar iets wat van generatie tot generatie wordt opgebouwd en ontwikkeld door de familie, met inbegrip van bijbehorende waarden, tradities en knowhow. Uit de reikwijdte en de schaal van de verschillende benaderingen van successie- en boedelbelastingen in de EU blijkt dat er nog veel ruimte is om het wettelijke klimaat voor de overdracht van familiebedrijven te verbeteren.

Bedrijfsoverdrachten zijn een thema dat specifiek aan de orde is gesteld in de Small Business Act (SBA) en de evaluatie van de SBA voor Europa van 2011, alsmede in de mededeling van de Commissie van 2006, "Uitvoering van het communautair Lissabonprogramma voor groei en werkgelegenheid – Overdracht van ondernemingen – Continuïteit door een nieuwe start".

Hoewel sommige Europese landen vooruitgang hebben geboekt en een overdrachtsvriendelijker regelgevingskader hebben ontwikkeld, kan er zelfs in die landen nog een gebrek aan bewustzijn bestaan onder de ondernemersgemeenschap en belanghebbenden (beroepsverenigingen, advocatenkantoren en adviseurs voor ondernemers) over mogelijkheden voor overdracht en de vereiste voorbereidingen.

Aangezien de hindernissen voor succesvolle bedrijfsoverdracht zich overwegend op lokaal, regionaal en nationaal niveau bevinden, kan het duidelijk de moeite lonen benaderingen uit heel Europa met elkaar te vergelijken met als doel om beste praktijken uit te wisselen en maatregelen te nemen, met name wat betreft het scheppen van bewustzijn over bedrijfsoverdrachten, speciale financiële faciliteiten voor de financiering van overdrachten, statuutswijziging (met name de mogelijkheid om een naamloze vennootschap op te richten, wat de verkoop van een bedrijf vereenvoudigt) en transparante markten voor bedrijfsoverdrachten.

De Commissie zal:

· richtsnoeren ontwikkelen over de meest doeltreffende programma's en beste praktijken om bedrijfsoverdrachten eenvoudiger te maken, waaronder maatregelen voor de verdieping en uitbreiding van de markten voor ondernemingen, het in kaart brengen van beschikbare programma's in Europa en het voorstellen van noodzakelijke acties om eventuele resterende hindernissen voor grensoverschrijdende bedrijfsoverdrachten weg te nemen. Te dien einde organiseert de Commissie een deskundigenwerkgroep met vertegenwoordigers van de lidstaten die zich ten doel stelt in 2013 een inventarisatie en een analyse te maken van de redenen voor resterende hindernissen op dit gebied, en aanbevelingen voor te stellen en maatregelen te ondersteunen voor de aanpak van deze hindernissen.

De lidstaten wordt verzocht:

· juridische, administratieve en fiscale voorschriften voor bedrijfsoprichtingen te verbeteren, rekening houdend met de mededeling van de Commissie van 2006 over de overdracht van ondernemingen en de mededeling van de Commissie van 2011 over de oplossing van grensoverschrijdende successiebelastingsproblemen in de EU;

· bestaande Europese fondsen overeenkomstig hun toepasselijke regels en prioriteiten te gebruiken om de overdracht te ondersteunen van kleine en middelgrote bedrijven aan ondernemers die een bedrijf willen overnemen;

· informatie- en adviesdiensten voor bedrijfsoverdrachten te verbeteren, en de verzameling van gegevens over en het toezicht op bedrijfsoverdrachten te verbeteren;

· effectief ruchtbaarheid te geven aan platformen en marktplaatsen voor bedrijfsoverdrachten en campagnes te starten om bewustzijn te creëren bij potentiële kopers en verkopers van levensvatbare bedrijven;

· te overwegen fiscale regelgeving te herzien ten aanzien van de effecten ervan op de liquiditeit van een klein of middelgroot familiebedrijf in geval van een successie van de eigendom zonder negatieve gevolgen voor de inkomsten.

3.5.        Faillissementen omzetten naar successen: een tweede kans voor eerlijke ondernemers na een faillissement

Net zoals bedrijfsoprichtingen zijn bedrijfsfaillissementen eigen aan een dynamische, gezonde markt. Uit de feiten blijkt dat verreweg de meeste faillissementen (96 %) te wijten zijn aan een reeks late betalingen of andere objectieve problemen – met andere woorden, het gaat hier om eerlijke faillissementen zonder enige fraude van de ondernemer. Ondernemers worden echter geconfronteerd met vele faillissementswetten alsof ze fraude hebben gepleegd, en moeten complexe procedures volgen voordat hun schulden kunnen worden kwijtgescholden. In sommige lidstaten duurt de procedure zo lang dat ondernemers daarna geen nieuwe bedrijfsstart meer overwegen. In sommige gevallen beletten juridische maatregelen hen vele jaren of hun hele leven een nieuwe onderneming te starten.

Zelfs na kwijtschelding worden failliet verklaarde ondernemers gestigmatiseerd en ondervinden zij moeilijkheden bij het financieren van een nieuwe onderneming. Veel potentiële ondernemers gooien daarom het bijltje erbij neer en overwegen geen tweede poging.

Onderzoek toont echter aan dat tweede starters meer succes hebben en langer overleven dan gemiddelde startende ondernemers. Bovendien groeien ze sneller en nemen ze meer werknemers in dienst. Een faillissement van een ondernemer mag dus niet leiden tot een veroordeling tot levenslang die elke activiteit als ondernemer in de toekomst verbiedt, maar moet worden gezien als een kans om te leren en beter te worden – een standpunt dat in wetenschappelijk onderzoek nu al volledig geaccepteerd wordt als de basis voor vooruitgang. Derhalve moet elke stap om een nieuwe generatie ondernemers aan te moedigen de garantie omvatten dat, als hun eerste idee niet tot bloei komt, ze niet voor altijd worden belet om een nieuwe poging te doen. Faillissementswetten moeten dus voorzien in snelle, efficiënte manieren voor schuldeisende bedrijven om vorderingen in te dienen en uitstaande bedragen terug te krijgen. Daarnaast moeten snellere en goedkopere procedures worden ingevoerd voor het opheffen van bedrijven en voor kwijtschelding van schulden na een faillissement.

In december jongstleden heeft de Commissie een mededeling over een nieuwe Europese aanpak van faillissement en insolventie goedgekeurd om een bedrijfsvriendelijker klimaat te scheppen, bijvoorbeeld door de nationale insolventiewetten efficiënter te maken, met inbegrip van de lengte en de kosten van de periode van schuldbevrijding na een faillissement. Bij wijze van eerste stap heeft de Commissie tegelijkertijd ook een voorstel voor de modernisering van de verordening betreffende insolventieprocedures goedgekeurd dat de grensoverschrijdende erkenning van de redding van ondernemingen zal garanderen en eveneens het indienen van klachten in een andere lidstaat vergemakkelijkt.

De Commissie zal:

· een openbare raadpleging houden om nieuwe standpunten van belanghebbenden te verzamelen over de aspecten die naar voren zijn gekomen in de mededeling over een nieuwe Europese aanpak van faillissement en insolventie, onder meer over het geven van een tweede kans aan eerlijke ondernemers die failliet zijn gegaan en het verkorten en stroomlijnen van de periode van schuldbevrijding na een faillissement.

De lidstaten wordt verzocht:

· tegen 2013 waar mogelijk de benodigde tijd voor kwijtschelding en schuldherschikking voor een eerlijke ondernemer na faillissement te verlagen tot een maximum van drie jaar ;

· bedrijven ondersteunende diensten te bieden voor vroegtijdige herstructurering, alsmede advies om faillissementen te voorkomen en steun voor kmo's voor herstructurering en een nieuwe start;

· adviesdiensten te bieden aan failliet verklaarde ondernemers voor het beheer van schulden, om economische en sociale inclusie te vergemakkelijken en om programma's te ontwikkelen voor tweede starters voor begeleiding, opleiding en netwerkvorming tussen ondernemers.

3.6.        Regeldruk: duidelijkere en eenvoudigere regels

Ondernemers zouden de normale klant moeten zijn waarop overheden hun procedurele vereisten afstemmen en desondanks vindt driekwart van de Europeanen het vanwege complexe administratieve formaliteiten te moeilijk om hun eigen bedrijf op te richten. Er waren daarnaast nog veel meer klachten over zware regelgevingslasten die worden opgelegd tijdens het leiden van een bedrijf. De Commissie, die zich hiervan bewust was, startte in 2007 een actieprogramma om bureaucratie als gevolg van EU-wetgeving tegen 2012 met 25 % te reduceren. In november 2011 nam de Commissie haar verslag "Regeldruk voor het mkb verminderen – EU-regelgeving aanpassen aan de behoeften van micro-ondernemingen" aan, dat het aandachtsgebied uitbreidde naar een veel ruimere reeks van alle regelgevingslasten buiten de administratieve plicht om aan de overheid te rapporteren, en dat het beginsel van het omkeren van de bewijslast invoerde voor elke nieuwe regelgevingslast. De Commissie verbond zich er bovendien toe te zorgen voor beter overleg met kleinere bedrijven en een jaarlijks scorebord vast te stellen over de vorderingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging in de lidstaten.

De Commissie heeft voorstellen gepresenteerd die de doelstelling van een vermindering van 25 % overschrijden. Maatregelen met een waarde van 30,8 miljard euro aan jaarlijkse besparingen voor bedrijven zijn aangenomen door de EU-wetgever. Dit vormt 25 % van de regelgevingslasten, die zijn geschat op 123,8 miljard euro. Er kan een bijkomende lastenvermindering van 5,5 % worden gerealiseerd als de overige door de Commissie gepresenteerde voorstellen door het Europees Parlement en de Raad worden aangenomen.

Er zijn aanmerkelijke besparingen gerealiseerd op het gebied van belastingwetgeving (overgang van papieren facturen naar elektronische facturen) en ondernemingsrecht (uitzonderingen voor micro-ondernemingen ten aanzien van enkele bepalingen betreffende financiële-rapportageverplichtingen). Zo heeft bijvoorbeeld de factureringsrichtlijn gezorgd voor gelijke behandeling van papieren en elektronische facturen en staat deze de lidstaten niet langer toe een bepaalde technologie voor elektronische facturen voor te schrijven. Er is ook vooruitgang geboekt wat betreft de modernisering van de douanewetgeving en de beperking van statistische rapportageverplichtingen voor kmo's, alsmede op een uitgebreide reeks andere gebieden in de lidstaten.

De vermindering van onnodige of overdreven regeldruk staat nog steeds hoog op de politieke agenda van de Commissie. Om hieraan bij te dragen is op 1 oktober 2012 naast de in de lidstaten gehouden conferenties een openbare raadpleging gestart om de tien meest hinderlijke EU-regels in kaart te brengen. De uitkomst van deze raadpleging zal samen met specifiekere analyses in overweging worden genomen bij de beoordeling van de noodzaak van een herziening van EU-regelgeving op specifieke gebieden.

Wettelijke verplichtingen van bedrijven moeten duidelijk en eenvoudig zijn. Duidelijke regelgevingskaders garanderen niet alleen de bescherming van de publieke gezondheid en veiligheid, van de gezondheid en veiligheid op het werk en van het milieu, maar ook gelijke voorwaarden voor iedereen, eerlijke en vrije concurrentie, zekerheid voor bedrijven en een voorspelbare markt. Slimme regelgeving kan ook de innovatie stimuleren door Europese ondernemingen in sleuteltechnologieën en –diensten een voortrekkersrol te laten spelen. Dubbele of ongecoördineerde vergunningverlening moet echter worden uitgebannen. Ook moeten belastende formaliteiten zoals het verzoek om de authenticiteit van openbare documenten aan te tonen (bijv. bedrijfsregistratiedocumenten) worden opgeheven voor bedrijfsactiviteiten binnen de interne markt.

Bureaucratie moet overal waar mogelijk worden uitgebannen of afgebouwd voor alle bedrijven, met name voor micro-ondernemingen, met inbegrip van zelfstandige ondernemers en de vrije beroepen, die bijzonder gevoelig zijn voor regeldruk vanwege hun kleinere omvang en hun beperkte menselijke en financiële middelen. Tegelijkertijd moeten resterende onnodige en ongerechtvaardigde belemmeringen voor de toetreding tot vrije beroepen worden weggenomen.

Op het gebied van overheidsopdrachten worden kmo's en inschrijvers van over de grens gehinderd door administratieve vereisten (bijv. de verstrekking van bewijsstukken), problemen bij het inwinnen van informatie en soms onevenredige vereisten van aanbestedende overheidsdiensten. Het percentage kmo's waaraan overheidsopdrachten worden gegund, is niet wezenlijk veranderd sinds 2002. De belangrijkste factor die kmo's weerhoudt van deelname is de omvang van een contract – kmo's beschikken niet over de capaciteit om in te schrijven op of te voldoen aan de vereisten van grote overheidsopdrachten en in het algemeen lijken opdrachten met een waarde van meer dan 300 000 euro hun capaciteit te boven te gaan. Door contracten met een totale waarde die boven een bepaalde drempel ligt op te splitsen in percelen, kan het aantal voor kmo's toegankelijke opdrachten worden verhoogd.

Voorts beveelt de Commissie de lidstaten aan hun arbeidsmarkten verder te moderniseren door arbeidswetgeving te vereenvoudigen en flexibele arbeidsregelingen te ontwikkelen, waaronder werktijdverkortingsregelingen.

Bovendien moeten bedrijven in staat zijn zich te verlaten op advies en bijstand van deskundigen wanneer zij geconfronteerd worden met onjuist toegepaste internemarktwetgeving, een terrein waarop het netwerk van de Commissie (SOLVIT) de afgelopen tien jaar actief is geweest.

Voorts moeten ondernemers erop kunnen rekenen dat zij zich slechts tot één enkel loket hoeven te wenden voor het ontvangen van volledige informatie over vergunningen, administratieve procedures, financiering en overheidssteun. One-stop shops voor ondernemers, zoals 'Barcelonactiva', winnaar van de European Enterprise Promotion Award 2011, moeten worden uitgebreid. Bovendien heeft de Commissie onlangs het nieuwe portaal 'Your Europe' gelanceerd, dat een één-loket voor EU-financieringsinstrumenten bevat. Er moeten meer administratieve procedures voor bedrijven online beschikbaar worden gemaakt, ook over de grenzen heen. De lidstaten worden aangemoedigd om hun één-loketten die zijn opgezet in het kader van de dienstenrichtlijn uit te breiden naar meer procedures, de benadering van de levenscycli van bedrijven te volgen, meertalige diensten aan te bieden en gebruiksvriendelijker te worden.

De Commissie zal:

· daadkrachtig de vermindering van de regeldruk blijven nastreven in voorgestelde EU-wetgeving, met name op gebieden waar de administratieve last het hoogst is;

· aangeven hoe zij te werk zal gaan bij het evalueren en herzien van EU-regelgeving om de onnodige of overdreven regeldruk op de door de top 10 van meest hinderlijke EU-regels aangewezen gebieden te verminderen; ook wetgevingsinitiatieven presenteren voor de vermindering van de administratieve lasten op andere gebieden, zoals de bevordering van e-facturering bij overheidsopdrachten en de vereenvoudiging van bedrijfstransacties via een standaard btw-verklaring;

· wetgeving voorstellen voor de afschaffing van hinderlijke vereisten voor de authentificatie van openbare documenten die kmo's moeten overleggen om grensoverschrijdende handel te drijven binnen de eengemaakte markt;

· een werkgroep samenstellen om de specifieke behoeften van ondernemers van vrije beroepen met betrekking tot zaken als vereenvoudiging, internationalisering of toegang tot financiering te onderzoeken;

· vooruitgang meten via de in het kader van de dienstenrichtlijn ingestelde één-loketten en de lidstaten aanmoedigen een meer handelsgerichte benadering te volgen;

· actie ondernemen om ervoor te zorgen dat meer bedrijven hulp krijgen via SOLVIT wanneer hun rechten in de interne markt door overheidsinstellingen worden ontzegd - het Enterprise Europe Network moet bedrijven bijstaan om ervoor te zorgen dat zij effectief toegang hebben tot en gebruik kunnen maken van SOLVIT; alle bestaande middelen voor ondernemers op EU-niveau doorlichten om voor duidelijkheid en toegankelijkheid te zorgen en overlapping en gedateerde informatie te voorkomen.

De lidstaten wordt verzocht:

· tegen eind 2015 de benodigde tijd voor vergunningverlening en andere noodzakelijke autorisaties voor het starten van een bedrijfsactiviteit te reduceren tot een maand;

· de Europese code van goede praktijken ter vergemakkelijking van de toegang van het mkb tot overheidsopdrachten tegen 2013 volledig ten uitvoer leggen;

· hun arbeidsmarkten verder te moderniseren door arbeidswetgeving te vereenvoudigen en flexibele arbeidsregelingen te ontwikkelen, met inbegrip van werktijdverkortingsregelingen;

· de één-loketten uit te breiden naar meer economische activiteiten en deze gebruikersvriendelijker te maken;

· one-stop shops voor ondernemers op te zetten om alle bedrijfsondersteunende diensten bijeen te brengen, met inbegrip van begeleiding, bevordering en advies met betrekking tot de toegang tot conventionele en niet-conventionele financiering, toegang tot starterscentra en business accelerators en steun voor vroegtijdige internationalisering van jonge ondernemingen. Alle relevante belanghebbenden moeten hierbij worden betrokken, met inbegrip van verstrekkers van onderwijs en opleiding, om te zorgen voor een partnerschapsbenadering.

4. Actiepijler 3 – Rolmodellen en het bereiken van specifieke groepen

4.1.        Nieuwe percepties: ondernemers als rolmodel

Europa heeft maar een beperkt aantal bekende succesverhalen van ondernemers. Dit is te wijten aan het feit dat ondernemerschap niet als een aanlokkelijke loopbaan wordt beschouwd. In Europa krijgt ondernemer zelden een hoge score onder favoriete beroepen. Ondanks het feit dat ondernemers banen creëren en de economie stimuleren, worden hun successen in de media niet breed uitgemeten. Hierdoor neemt een loopbaan als ondernemer voor jongeren een nogal lage plaats in op de lijst van populaire beroepen en worden degenen die ondernemer zouden willen worden, afgeschrikt.

Een belangrijke factor voor een verandering in ondernemerschapscultuur is daarom het veranderen van de perceptie van ondernemers door praktische en positieve communicatie over de successen van ondernemers, hun waarde voor de maatschappij en de mogelijke loopbaankansen die de oprichting of overname van een bedrijf biedt. Om dit te bereiken moet hun zichtbaarheid als rolmodel worden verbeterd, waarbij rekening moet worden gehouden met de diversiteit van ondernemersprofielen en wegen naar succes. Duidelijke en overtuigende informatie over de uitdagingen en verdiensten van een loopbaan als ondernemer kunnen tegenwicht bieden aan negatieve indrukken. Een breder openbaar debat hieromtrent, met name in de media, is dus van wezenlijk belang voor een revolutie in het ondernemerschap. Openbare en particuliere instellingen moeten worden aangemoedigd de nadruk te leggen op het sociale en economische belang van ondernemers, niet alleen in het kader van een legitiem loopbaantraject, maar ook omdat het een zaak van het allergrootste belang is op nationaal, Europees en internationaal niveau.

De Commissie zal:

· in het kader van de Europese mkb-week een Europabrede 'EU-ondernemerschapsdag' organiseren voor jongeren in het laatste jaar van het secundair onderwijs. De evenementen kunnen bestaan uit ontmoetingen met ondernemers, casestudies, lezingen, workshops en open bedrijfsdagen.

De lidstaten wordt verzocht:

· activiteiten ter promotie van ondernemerschap uit te breiden en bekende ondernemers aan te wijzen als nationale ambassadeurs voor ondernemerschap om in hun land het gezicht van het ondernemerschap te worden. Hun rol zal erin bestaan de waarde van ondernemerschap voor de maatschappij onder de aandacht te brengen, het belang van de ontwikkeling van ondernemerschapsvaardigheden en ‑ervaring in het onderwijs te onderstrepen, en de aandacht te vestigen op ondernemerschap als loopbaankans;

· beter rekening te houden met de diversiteit van bedrijfsmodellen en juridische statussen in hun nationale of lokale steunregelingen voor bedrijven, en onderwijs en opleiding voor sociaal ondernemerschap te verstrekken.

4.2.        Nieuwe horizonten: de hand reiken aan vrouwen, senioren, migranten, werklozen en jongeren

Demografische groepen die binnen de gemeenschap van ondernemers en vooral bedrijfsoprichters zijn ondervertegenwoordigd, zijn jongeren, vrouwen, gehandicapten en/of migranten. Europa moet voor hen wegen naar ondernemerschap openen om banen voor hen te creëren, hen economisch en sociaal sterker maken, en hun creatieve en innovatieve capaciteiten inzetbaar te maken. Deze wegen moeten worden afgestemd op de behoeften van diverse groepen, hun verwachtingen en hun normen ten aanzien van de manier waarop advies en informatie worden verstrekt en ontvangen. Acties moeten gebaseerd zijn op een geïntegreerde steunregeling die menselijk kapitaal bevordert en financiële ondersteuning biedt. Deze specifieke activiteiten, die zijn afgestemd op de behoeften van elk van deze groepen, moeten bovendien allen deel uitmaken van opleidingsprogramma's op het gebied van ondernemerschap die worden ontworpen en aangeboden in partnerschap met verstrekkers van onderwijs en opleiding, jeugdorganisaties, mainstream bedrijfsadviseurs en financiële instellingen.

4.2.1.     Vrouwen

Vrouwen vormen 52 % van de totale Europese bevolking, maar slechts eenderde van de zelfstandige ondernemers of van alle bedrijfsoprichters in de EU. Zij vormen dus een groot ondernemerspotentieel in Europa. Vrouwen ondervinden meer moeilijkheden dan mannen bij het oprichten en leiden van een bedrijf, voornamelijk bij de toegang tot financiering, opleiding, netwerkvorming en bij het combineren van werk en gezin.

Potentiële vrouwelijke ondernemers moeten bewust worden gemaakt van programma's voor steun aan bedrijven en financieringsmogelijkheden.

In 2009 gaf de Commissie het startsein voor het Europees netwerk van ambassadeurs voor vrouwelijk ondernemerschap, die als rolmodel dienen om potentiële vrouwelijke ondernemers te inspireren. In 2011 volgde het Europees netwerk van mentoren voor vrouwelijke ondernemers, die vrijwillig vrouwen begeleiden bij het starten en leiden van een nieuwe onderneming. In 2012 deed de Commissie een voorstel om het genderevenwicht in besturen van beursgenoteerde bedrijven te verbeteren. Hoewel in vergelijking met ondernemerschap andere competenties en vaardigheden nodig zijn om zitting te kunnen nemen in het bestuur, kunnen meer vrouwen in senior bestuursfuncties als rolmodel dienen voor andere vrouwen in het algemeen. De zichtbaarheid van een groter aantal vrouwen met een succesvolle loopbaan zal ervoor zorgen dat andere vrouwen inzien dat zij kansen op succes hebben op de arbeidsmarkt.

Een doeltreffende tenuitvoerlegging van de bestaande wetgeving op het gebied van genderevenwicht, met name Richtlijn 2010/41/EG, moet ondernemerschap onder vrouwen verder stimuleren.

De Commissie zal:

· een Europabreed platform creëren voor online netwerkvorming voor begeleiding, advies, onderwijs en bedrijfsactiviteiten voor vrouwelijke ondernemers, dat de huidige netwerken van nationale ambassadeurs en mentoren online zal brengen, hun aanbod zal verdiepen, hun bereik zal uitbreiden en vrouwelijk ondernemerschap op nationaal en regionaal niveau zal ondersteunen door de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten te bevorderen.

De lidstaten wordt verzocht:

· nationale strategieën voor vrouwelijk ondernemerschap te ontwerpen en uit te voeren die erop gericht zijn het aandeel van door vrouwen geleide bedrijven te verhogen;

· naar geslacht uitgesplitste gegevens te verzamelen en jaarlijks bijgewerkte informatie te produceren over de nationale status van vrouwelijk ondernemerschap;

· de bestaande netwerken van nationale ambassadeurs voor vrouwelijk ondernemerschap en mentoren voor vrouwelijke ondernemers te blijven onderhouden en uitbreiden;

· beleid ten uitvoer te leggen dat vrouwen in staat stelt een goede balans tussen werk en privéleven te bereiken door te zorgen voor geschikte en betaalbare zorg voor kinderen en hulpbehoevende ouderen, met name door ten volle voordeel te trekken van de steunmogelijkheden in het kader van het Elfro, het EFRO en het ESF.

4.2.2.     Senioren

Senioren zijn van grote waarde voor ondernemerschap. Tussen 1990 en 2010 is het percentage vijftigplussers in Europa toegenomen van 32,1 % naar 36,5 % en de gemiddelde leeftijd van de Europese bevolking zal naar verwachting de komende decennia blijven stijgen. Jaarlijks gaat een steeds grotere groep zeer ervaren hoogopgeleiden met pensioen en het ontbreekt in de maatschappij vooralsnog aan het innoverend vermogen om hen actief te houden en van hun knowhow en vaardigheden te blijven profiteren. Door hen te betrekken bij zowel de oprichting van bedrijven als de ondersteuning van nieuwe en bestaande ondernemingen, kan de waarde van de ervaring die zij bezitten en die na pensionering verloren zou gaan, optimaal worden benut, kan kennis tussen de generaties worden overgedragen en kennisoverdracht worden gewaarborgd.

Doordat mensen langer leven en langer gezond blijven, beginnen traditionele modellen van en keuzen voor pensionering te veranderen. Senioren die voor het eerst een bedrijf willen beginnen moeten kunnen beschikken over alle bestaande ondersteunende diensten.

Senior ondernemers kunnen een waardevolle bron van kennis zijn voor andere ondernemers. Gepensioneerde zakenlieden bezitten kostbare knowhow en ervaring die het voor een onervaren bedrijfsoprichter eenvoudiger kunnen maken een bedrijf te starten en te leiden. Deze kennis vormt waardevol Europees intellectueel kapitaal en moet worden benut. Europa kan zich laten inspireren door programma's zoals Senior Enterprise (Ierland) en Maillages (Frankrijk), die gemotiveerde senioren aanmoedigen om zich in te zetten als vrijwillige mentoren, als potentiële kopers van of investeerders in bedrijven, of als tijdelijke managers om kwetsbare startende ondernemingen of bedrijven in een overgangsperiode bij te staan.

De Commissie zal:

· bijdragen aan de uitwisseling van beste praktijken die senior leidinggevenden en ondernemers helpen startende ondernemers te begeleiden, en onderlinge begeleiding van ondernemers van verschillende generaties ondersteunen voor de uitwisseling van essentiële vaardigheden, zoals ICT-vaardigheden en de ervaring van senioren.

De lidstaten wordt verzocht:

· senior ondernemers die erin geïnteresseerd zijn hun knowhow over te dragen aan startende ondernemers aan te moedigen en senior ondernemers te koppelen aan onervaren ondernemers om teams met ruimere vaardigheden samen te stellen;

· ervoor te zorgen dat de deelname van senior ondernemers en gepensioneerde leidinggevenden aan projecten verenigbaar is met de vooruitzichten van hun pensioen.

4.2.3.     Ondernemers met een migrantenachtergrond

In Silicon Valley is 52 % van de nieuwe ondernemingen tussen 1995 en 2005 opgericht door immigranten en Israël dankt zijn succes grotendeels aan zijn immigrantengemeenschap. Volgens de OESO zijn migranten ondernemender dan autochtonen en creëert een in het buitenland geboren zelfstandig ondernemer die een klein of middelgroot bedrijf bezit 1,4 tot 2,1 extra banen. Migranten vormen een belangrijke groep potentiële ondernemers in Europa. Op dit moment zijn bedrijven van Europese migranten echter meestal micro‑ondernemingen met geen of een zeer gering aantal werknemers. Ze zijn ook klein in vergelijking met bedrijven van autochtonen als het gaat om omzet en winst. Gekwalificeerde migrantengemeenschappen worden vaak geconfronteerd met juridische moeilijkheden, beperkte arbeidsmarkten en loopbaanmogelijkheden die hen dwingen als zelfstandig ondernemer te beginnen. Er zij ook op gewezen dat sommige derde landen een voor nieuwkomers bijzonder aantrekkelijk migratiebeleid hebben dat de komst van ondernemers vergemakkelijkt. Er moet ook aandacht worden besteed aan de kwetsbaardere groepen van minder gekwalificeerde migranten. Hoewel het percentage bedrijfsoprichters hoger ligt onder de migranten dan onder de rest van de bevolking, gaan ze vaker failliet als gevolg van een gebrek aan informatie, kennis en taalvaardigheden.

De EU heeft de cruciale bijdrage die migrantenondernemers kunnen leveren aan duurzame groei en werkgelegenheid publiekelijk erkend. In de Europese agenda voor de integratie van onderdanen van derde landen wordt de belangrijke rol van migranten als ondernemers onderstreept en wordt verklaard dat hun creativiteit en innovatievermogen moet worden versterkt. Het is belangrijk dat beleid ter bevordering van ondernemerschap in Europa volledig rekening houdt met het potentieel voor ondernemerschap van deze groep. Hoog gekwalificeerde onderdanen van derde landen kunnen al worden toegelaten als werknemers op grond van de richtlijn inzake de blauwe kaart. In nationaal en Europees beleid moet ook het potentieel van gekwalificeerde migranten voor de creatie van ondernemingen en banen in beschouwing worden genomen. Met name moeten steunmaatregelen en beleidsinitiatieven helpen getalenteerde aspirant-ondernemers die in Europa gevestigde mondiale ondernemingen willen oprichten aan te trekken.

De Commissie zal:

· beleidsinitiatieven voorstellen om migrantenondernemers aan te trekken en ondernemerschap te bevorderen onder migranten die reeds in de EU verblijven of om andere redenen dan oprichting van een bedrijf immigreren, voortbouwend op de beste praktijken die in de lidstaten zijn ontwikkeld, onder meer door lokale overheden;

· de mogelijkheid onderzoeken voor het voorstellen van wetgeving met als doel om juridische hindernissen voor de oprichting van bedrijven weg te nemen en gekwalificeerde immigrantenondernemers een duurzame verblijfsvergunning te verstrekken.

De lidstaten wordt verzocht:

· juridische hindernissen voor de oprichting van bedrijven door legale migrantenondernemers weg te nemen, door bijvoorbeeld initiatieven te overwegen om gekwalificeerde immigrantenondernemers en immigranten die zijn afgestudeerd aan een Europese instelling van universitair niveau een duurzame verblijfsvergunning te verstrekken om hen in staat te stellen in Europa een bedrijf op te richten, die kan worden verlengd indien vooraf bepaalde doelstellingen met betrekking tot de creatie van banen, omzet of het vinden van nieuwe financiering worden gerealiseerd;

· de toegang tot informatie en netwerken te bevorderen voor migrantenondernemers en potentiële migrantenondernemers door bijvoorbeeld relevante informatiecentra op te zetten in gebieden met een hoge concentratie migranten.

4.2.4.     Werklozen, met name jongeren

Gezien het aanzienlijk aantal werklozen in heel Europa moeten steunregelingen voor ondernemerschap worden ingevoerd om de oprichting van ondernemingen als oplossing voor werkloosheid te stimuleren. Slechts weinig steunregelingen voor bedrijfsontwikkeling zijn specifiek gericht op jonge werklozen.

Alle steun voor de ontwikkeling van bedrijven moet voorlichting omvatten om startende ondernemers de weg te wijzen en te verwijzen naar ondersteunende diensten, advies en counselling, en coaching en begeleiding voor bedrijven. Dergelijke bijstand kan ook worden verruimd met het aanbieden van specifieke vaardigheden (bijvoorbeeld herkenning van kansen, bedrijfsplanning, financieel beheer, verkooppromotie en marketing), die ofwel informeel (bijvoorbeeld een begeleidingsregeling) of meer formeel door een cursus worden overgebracht. Deze ondersteuning moet gericht zijn op de groepen met het grootste potentieel (zoals werkloze arbeiders met beroepsvaardigheden, vrouwen of jongeren), en moet gebaseerd zijn op nauwe samenwerking tussen arbeidsdiensten, bedrijfsondersteunende diensten en financiers. Het doel is om werklozen te helpen een effectieve overgang naar zelfstandig ondernemerschap te realiseren, de duurzaamheid van hun bedrijven te verhogen en steun af te stemmen op groepen die mogelijk aanvullende middelen nodig hebben, zoals jongeren of degenen die minder goed te bereiken zijn via de traditionele kanalen van bedrijfsondersteuning.

Er moet ook aandacht worden besteed aan de werklozen in het algemeen, met name degenen die al vaardigheden en competenties bezitten die kunnen worden overgedragen via bedrijfscoaching en begeleiding van zelfstandige ondernemers.

De Commissie zal:

· in 2014 de toekomstige microfinancieringsfaciliteit starten in het kader van het PSCI, dat gericht zal zijn op kwetsbare groepen, met inbegrip van personen die hun baan hebben verloren of dreigen te verliezen, of die moeilijkheden ondervinden bij het intreden of herintreden op de arbeidsmarkt;

· via het Europees Sociaal Fonds technische assistentie bieden die onder meer gericht is op het opzetten van steunregelingen voor jonge bedrijfsoprichters en sociale ondernemers;

· in de context van de Progress-microfinancieringsfaciliteit in juni 2013 een forum van belanghebbenden op het gebied van microfinanciering en sociaal ondernemerschap organiseren om lokale financiële tussenpersonen te betrekken bij de bevordering van ondernemersactiviteiten in de groene economie;

· in haar jaarverslag over ondernemerschap 2013, dat zij gezamenlijk met de OESO ontwikkelt, de situatie van ondernemerschap voor de werklozen analyseren. Het verslag zal voorzien in een analyse van de huidige situatie, voorbeelden van goede praktijken voor de aanpak van het probleem en relevante beleidsaanbevelingen;

· de resultaten van de studie over 'Zelfstandigen en ondernemers: de bijdrage van de openbare arbeidsdiensten aan de creatie van banen' analyseren en een voorlichtingsevenement organiseren voor openbare arbeidsdiensten in juni 2013.

De lidstaten wordt verzocht:

· openbare arbeidsdiensten te verbinden met bedrijfsondersteunende diensten en verstrekkers van (micro)financiering om werklozen te helpen hun weg naar ondernemerschap te vinden;

· het werkloosheidsprobleem aan te pakken door opleidingsprogramma's over bedrijfsvoering te ontwikkelen voor werkloze jongeren, dat duidelijk omlijnde fasen omvat: het opstellen van een bedrijfsprofiel, planning, opstarten, consolidatie en groei, waarbij elke fase een variabele reeks diensten omvat (counselling, opleiding en kwalificatie, begeleiding en toegang tot microkrediet), in partnerschap met jeugd- en andere organisaties, mainstream bedrijfsadviseurs en financiële instellingen;

· actieve arbeidsmarktprogramma's te starten die alle werklozen financiële steun bieden voor het starten van een onderneming;

· regelingen voor onderwijs in ondernemerschap voor werklozen te ontwerpen en uit te voeren om hen in staat te stellen (opnieuw) in te treden in het bedrijfsleven als ondernemer op basis van succesvolle modellen uit een aantal lidstaten, in associatie met onderwijs- en opleidingssystemen in het kader van een vastgelegde route naar tweedekansonderwijs.

5. Conclusies

In de huidige economische crisis zijn startende en jonge ondernemers een belangrijke factor voor de verwezenlijking van een banenrijk herstel in Europa. De problemen in verband met het lage aantal bedrijfsoprichtingen, het hoge verloop en de beperkte groei van bedrijven in Europa zijn welbekend. Het is tijd voor maatregelen om ondernemers in Europa, en Europa als geheel, in staat te stellen flexibeler te worden en een grotere invloed uit te oefenen in de geglobaliseerde mededinging, die veeleisender is en zich sneller ontwikkelt dan ooit tevoren.

Om ondernemers in Europa een nieuwe impuls te geven en hen tot ondernemingsactiviteiten aan te sporen, moeten de Commissie en de lidstaten zich tegelijkertijd inzetten om het vertrouwen te herstellen, het best mogelijke klimaat voor ondernemers te scheppen door hen in het centrum van het handelsbeleid en de handelspraktijk te plaatsen en een revolutie teweeg te brengen in de ondernemerschapscultuur.

Succesvolle voorbeelden uit heel Europa laten zien dat er goede praktijken zijn die ondernemers kunnen doen bloeien en groeien. Europa moet de rijkdom van deze ervaringen volledig omarmen en benutten om hindernissen weg te nemen en hinderlijke vereisten die bedrijfsactiviteiten in de weg staan af te schaffen. Het inzicht dat ondernemers banen en welvaart creëren moet in de overheden van alle lidstaten worden verspreid. Bovendien moet Europa een gastvrije plaats worden voor de slimste ondernemers op internationaal niveau: regelgevings- en steunkaders moeten het voor oprichters uit andere regio's van de wereld aantrekkelijk maken om naar Europa te komen in plaats van bijvoorbeeld naar de VS of Oost‑Azië te trekken. Alleen met een dergelijke houding kan vergaande vooruitgang worden bereikt op de essentiële gebieden: evenrediger en eenvoudiger wettelijke eisen, toegang tot financiering, ondersteuning van nieuwe bedrijven, overdracht van bedrijven en efficiënte faillissementsprocedures, en een eerlijke tweede kans voor eerlijke failliet verklaarde ondernemers.

Hoewel deze elementen noodzakelijk zijn, volstaan ze echter niet om ondernemerschap in Europa nieuw leven in te blazen. De belangrijkste redenen van Europeanen voor het starten van een onderneming zijn zelfontplooiing en het flexibel bepalen waar en wanneer men werkt; goede randvoorwaarden behoren daar niet toe. Daarom is in de Europese cultuur een radicale omslag nodig naar nieuwe inzichten over ondernemerschap, naar een cultuur waarin successen openlijk worden toegejuicht, waarin de bijdragen van ondernemers aan de Europese welvaart op de voorgrond worden gesteld en waarin de verdiensten van een loopbaan als ondernemer onder de aandacht worden gebracht.

Om al deze redenen is investeren in de verandering van de publieke opinie ten aanzien van ondernemers, in onderwijs in ondernemerschap en in de ondersteuning van groepen die ondervertegenwoordigd zijn in de gemeenschap van ondernemers, onmisbaar als we duurzame verandering teweeg willen brengen. Alleen als een groot aantal Europeanen een loopbaan als ondernemer erkent als een lonende en aantrekkelijke optie, zal ondernemerschap in Europa op lange termijn bloeien.

Het teweegbrengen van een revolutie op het gebied van ondernemerschap is een gezamenlijke taak van de Commissie en de lidstaten en vergt een standvastige koers voor de lange termijn.

Dit actieplan en de belangrijkste acties zullen worden opgevolgd door de Commissie via het mededingings- en industriebeleid en de governancemechanismen van de Small Business Act, onder meer in hun externe dimensie met de kandidaat-lidstaten, de potentiële kandidaat‑lidstaten en de nabuurschapslanden. Het netwerk van nationale kmo-gezanten moet samen met de kmo-gezant van de EU een vooraanstaande rol spelen bij het waarborgen dat ten aanzien van de voorgestelde maatregelen vooruitgang wordt geboekt. De lidstaten wordt verzocht verslag uit te brengen over de vorderingen met de belangrijkste acties van deze mededeling op nationaal niveau in verband met hun nationale hervormingsprogramma's in het kader van het Europees semester.

Bijlage: belangrijkste acties van de Commissie

Bijlage: Actieplan ondernemerschap 2020 – De ondernemingsgeest in Europa nieuw leven inblazen

Belangrijke gebieden || Voorstellen van de Commissie || Toepassingsdatum

Onderwijs en opleiding in ondernemerschap om groei en bedrijfsoprichting te ondersteunen

Onderwijs en opleiding || · Een pan-Europees initiatief voor onderwijs in ondernemerschap ontwikkelen om bestaande Europese en nationale deskundigheid te verzamelen en beschikbaar te stellen voor effectanalyse, kennis, de ontwikkeling van methodologieën en 'peer' mentoring tussen beroepsbeoefenaars uit de lidstaten. · Samen met de OESO een oriënterend kader vaststellen om de ontwikkeling van ondernemersscholen en VET-instellingen te stimuleren. · Het oriënterend kader voor ondernemingsgerichte universiteiten breed bekendmaken; uitwisseling bevorderen tussen universiteiten die interesse hebben om deel te nemen aan het kader; het kader geleidelijk onder de aandacht brengen van instellingen voor hoger onderwijs in de EU. · Succesvolle mechanismen voor door universiteiten aangestuurde bedrijfsoprichting (spin-offs, etc.) en ecosystemen tussen universiteiten en bedrijven die dergelijke creaties steunen bekrachtigen. || · 2013-2015 · 2013-2014 · 2012 - 2013

Een klimaat scheppen waarin ondernemers kunnen bloeien en groeien

Toegang tot financiering || · Programma's financieren die gericht zijn op de verdere ontwikkeling van een markt voor microfinanciering in Europa, via initiatieven zoals PSCI en de gezamenlijke actie voor de ondersteuning van microfinancieringsinstellingen (JASMINE), en via het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling middelen voor microfinanciering ter beschikking stellen aan de lidstaten en aan de regio's. · Een EU-regeling ontwikkelen voor beurzen die handelen in door kmo's uitgegeven aandelen en obligaties ("groeimarkten van kmo's") om de toegang van kmo's tot de kapitaalmarkt te vergemakkelijken in de context van de herziening van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (MiFID). || · Lopend, moet worden versterkt in het MFK vanaf 2014 · Lopend

Nieuwe bedrijven steunen in de cruciale fasen van hun levenscyclus en hen helpen te groeien || · Beste praktijken van de lidstaten aanwijzen en bevorderen teneinde een ondernemersvriendelijker fiscaal klimaat te creëren. · De regels die bepaalde misleidende marketingpraktijken verbieden herzien om ze stringenter te maken en de handhavingsacties tegen dergelijke praktijken in grensoverschrijdende zaken versterken. · De lidstaten helpen geïntegreerde steunregelingen en acties voor nieuwe ondernemers, met name jonge ondernemers, te ontwikkelen via door de technische bijstand van het ESF gefinancierde seminars voor capaciteitsopbouw, waarbij onder meer relevante verstrekkers van onderwijs en opleiding betrokken zijn, om geïntegreerde strategieën te ontwikkelen. || · Lopend · 2013                      · 2013 ||

Nieuwe ondernemings-kansen creëren in het digitale tijdperk || · De totstandbrenging van een kennisbasis over belangrijke tendensen en innovatieve bedrijfsmodellen bevorderen in de digitale sector. · Bewustzijn creëren via een Europabrede informatiecampagne voor ondernemers en kmo's over de voordelen van ICT, waaronder ook de oprichting van een Europees netwerk van webondernemingen. · Netwerkvorming bevorderen door de oprichting van een Europees mentorennetwerk voor opleiding, advies en contactbijeenkomsten om nieuwe partnerschappen te verkennen. · Er zullen specifieke initiatieven worden gestart voor webondernemers, zoals de oprichting van een partnerschap voor startende webondernemingen in Europa, om deskundigheid, begeleiding, technologie en diensten te ontsluiten, en de oprichting van een club van toonaangevende webondernemers, om webondernemers van wereldklasse bijeen te brengen en de webondernemerscultuur in Europa en de opkomst van massale online open cursussen te versterken om webtalent te voeden en de oprichting van platformen voor begeleiding en ontwikkeling van vaardigheden te bevorderen. · Competenties en vaardigheden versterken, m.a.w. de totstandkoming en verwerving van digitale, wetenschappelijke en creatieve vaardigheden en management- en ondernemersvaardigheden intensiveren om nieuwe markten aan te boren. || · vanaf 2013 · vanaf 2013 · 2014 · 2013 · Lopend ||

Overdracht van bedrijven || · Op basis van het werk van een deskundigenwerkgroep en van een studie richtsnoeren ontwikkelen over de meest doeltreffende programma's en beste praktijken om bedrijfsoverdrachten eenvoudiger te maken, waaronder maatregelen voor de verdieping en uitbreiding van de markten voor ondernemingen, het in kaart brengen van beschikbare programma's in Europa en het voorstellen van noodzakelijke acties om eventuele resterende hindernissen voor grensoverschrijdende bedrijfsoverdrachten weg te nemen. || · 2013-14 ||

Een tweede kans voor eerlijke ondernemers na een faillissement || · Een openbare raadpleging organiseren om de standpunten van belanghebbenden te vernemen over de aspecten die in de mededeling over een nieuwe Europese benadering van bedrijfsfaillissementen en insolventie naar voren zijn gekomen, onder meer over het geven van een tweede kans aan eerlijke ondernemers die failliet zijn gegaan en de stroomlijning van de periode van schuldbevrijding na een faillissement. || · 2013 ||

Regeldruk: duidelijkere en eenvoudigere regels || · Wetgeving voorstellen voor de afschaffing van hinderlijke vereisten voor de authentificatie van openbare documenten die kmo's moeten overleggen om grensoverschrijdende handel te drijven binnen de interne markt. · Een werkgroep samenstellen om de specifieke behoeften van ondernemers van vrije beroepen met betrekking tot zaken als vereenvoudiging, internationalisering of toegang tot financiering te onderzoeken. · Actie ondernemen om ervoor te zorgen dat meer bedrijven hulp krijgen via SOLVIT wanneer hun rechten in de interne markt door overheidsinstellingen worden ontzegd. || · 2013 · 2013 · 2013 ||

Rolmodellen en het bereiken van specifieke groepen ||

Nieuwe percepties: ondernemers als rolmodel || · In het kader van de Europese mkb-week een Europabrede 'EU- ondernemerschapsdag' organiseren voor jongeren in het laatste jaar van het secundair onderwijs. || · 2013 ||

Vrouwen || · Een Europabreed platform creëren voor online netwerkvorming voor begeleiding, advies, onderwijs en bedrijfsactiviteiten voor vrouwelijke ondernemers, dat de huidige netwerken van nationale ambassadeurs en mentoren online zal brengen, hun aanbod zal verdiepen en hun bereik zal uitbreiden op nationaal en regionaal niveau. || · 2013-15 ||

Senioren || · Senior leidinggevenden en ondernemers helpen startende ondernemers te begeleiden, en onderlinge begeleiding van ondernemers van verschillende generaties ondersteunen, om essentiële vaardigheden uit te wisselen. || · 2013-15 ||

Migranten || · Op basis van goede praktijken uit de lidstaten beleidsinitiatieven voorstellen om migrantenondernemers aan te trekken en ondernemerschap te bevorderen onder migranten die reeds in de EU verblijven of om andere redenen dan oprichting van een bedrijf immigreren. · De mogelijkheid onderzoeken om wetgeving voor te stellen teneinde voor gekwalificeerde migrantenondernemers juridische hindernissen weg te nemen om een bedrijf op te richten en een duurzame verblijfsvergunning te verkrijgen. || · 2014-2017 · 2014-2017 ||

Werklozen || · De toekomstige microfinancieringsfaciliteit starten in het kader van het PSCI, dat gericht zal zijn op kwetsbare groepen, met inbegrip van personen die hun baan hebben verloren of dreigen te verliezen, of die moeilijkheden ondervinden bij de (her)intreding op arbeidsmarkt. · Via het Europees Sociaal Fonds technische assistentie verlenen die gericht is op het opzetten van steunregelingen voor jonge bedrijfsoprichters en sociale ondernemers. · In verband met de Progress-microfinancieringsfaciliteit een forum van belanghebbenden op het gebied van microfinanciering en sociaal ondernemerschap organiseren om lokale financiële tussenpersonen te betrekken bij de bevordering van ondernemerschap in de groene economie. · De inzichten van de studie over 'Zelfstandigen en ondernemers: de bijdrage van de openbare arbeidsdiensten aan de creatie van banen' analyseren en een voorlichtingsevenement organiseren om de lessen die daaruit kunnen worden getrokken met openbare arbeidsdiensten te delen. || · 2013 · Maart 2013 · 2013 · 2013 ||

               Zie de mededeling van de Commissie 'Naar een banenrijk herstel' voor het potentieel van ondernemerschap om banen te creëren, 18.4.2012, COM(2012) 173 definitief.

               COM(2012) 582 definitief van oktober 2012 vestigde de aandacht op geavanceerde fabricagetechnologieën en schone productie, sleuteltechnologieën, producten op biobasis, duurzaam industrie- en bouwbeleid en duurzame grondstoffen, schone voertuigen en slimme netwerken.

               Bijvoorbeeld 'Blauwe groei - Kansen voor duurzame mariene en maritieme groei' - COM(2012) 494 definitief.

               Kauffman Foundation 'Business Dynamics Statistics Briefing: Jobs created from business start-ups in the United States' (Business Dynamics statistisch overzicht: door startende ondernemingen gecreëerde banen in de Verenigde Staten) http://www.kauffman.org/uploadedFiles/BDS_Jobs_Created_011209b.pdf

               Berekening van de Commissie op basis van gegevens van Eurostat (2009).

               De landen waar de voorkeur voor zelfstandig ondernemen tussen 2004 en 2012 is gegroeid, zijn Tsjechië (van 30 % tot 34 %), Letland (van 42 % tot 49 %), Litouwen (van 52 % tot 58 %) en Slowakije (van 30 % tot 33 %). http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/facts-figures-analysis/eurobarometer/index_en.htm

               Flash Eurobarometer EU-Commissie nr. 354 over ondernemerschap.

               Albert Bravo-Biosca "The dynamics of Europe's industrial structure and the growth of innovative firms" (de dynamiek van de industriële structuur van Europa en de groei van innovatieve ondernemingen). Conferentie JRC Sevilla, oktober 2011.

               Opvallend is dat de grootste Europese ondernemingen slechts 12 bedrijven tellen die in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn opgericht, tegenover 51 in de VS en 46 in opkomende landen; hiervan zijn er in Europa slechts drie na 1975 opgericht, tegenover 26 in de VS en 21 in opkomende markten. T. Philippon, N. Veron, Bruegel, beleidsoverzicht 2008/1.

             Zoals aangetoond in de mededeling van de Commissie: 'Een Europees initiatief voor de ontwikkeling van microkrediet' COM(2007) 708 definitief (aangenomen op 20.12.2007).

             Business Dynamics: Start-ups, Business Transfers and Bankruptcy (Business Dynamics: startende ondernemingen, overdracht van ondernemingen en faillissementen)           http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/business-environment/files/business_dynamics_final_report_en.pdf

             COM(2011) 78 definitief (goedgkeurd op 23.2.2011), Evaluatie van de 'Small Business Act' voor Europa.

             Idem.

             Richtlijn 2005/36/EG: 'Deze richtlijn omvat ook vrije beroepen, voor zover deze zijn gereglementeerd. Een vrij beroep is overeenkomstig onderhavige richtlijn een beroep dat wordt uitgeoefend op grond van een relevante beroepskwalificatie door een persoon die persoonlijk, op eigen verantwoordelijkheid en professioneel onafhankelijk, intellectueel-ideële prestaties verricht ten behoeve van de opdrachtgever en de samenleving in het algemeen'.

             COM(2011) 682 definitief (goedgekeurd op 25.10.2011) 'Bouwen aan een gezonde leefomgeving voor sociale ondernemingen in een kader van sociale economie en innovatie'. Een sociale onderneming, deelnemer in de sociale economie, is een onderneming die vooral een sociaal effect beoogt, en niet zozeer een zo groot mogelijke winst voor de eigenaren of de aandeelhouders.

             C. Jenner, Business and Education: Powerful Social Innovation Partners (Zaken en onderwijs: sterke partners voor sociale innovatie), Stanford Social Innovation Review (27 augustus 2012).

             De aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren.

             COM (2012) 669 http://ec.europa.eu/education/news/rethinking_en.htm

             Zie blz. 11, Jaarlijkse groeianalyse COM(2012) 750 http://ec.europa.eu/europe2020/pdf/ags2013_en.pdf

             COM(2012) 485.

             VET – beroepsonderwijs en -opleiding (vocational education and training).

             http://ec.europa.eu/education/news/20120425_en.htm

             Cf. Gibb A, Haskins G, Robertson I, Leading the Entrepreneurial University (De ondernemingsgerichte universiteit leiden), Universiteit van Oxford, 2009.

             Zie de recente mededeling van de Commissie over een andere kijk op onderwijs COM(2012) 669, punt 2.1.

             COM(2012) 485 definitief van 5.9.2012.

             Zie de recente mededeling van de Commissie over een andere kijk op onderwijs COM(2012) 669, punt 2.1.

             Voorstel voor een aanbeveling van de Raad tot invoering van een jongerengarantie, COM(2012) 729.

             COM(2011) 206 definitief, 'Akte voor de interne markt. Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het versterken van het vertrouwen. Samen werk maken van een nieuwe groei'.

             COM(2011) 870 definitief, Een actieplan ter verbetering van de toegang tot financiering voor kmo's.

             Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese durfkapitaalfondsen, COM(2011) 860 definitief; Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen, COM(2011) 862 definitief.

             Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad.

             Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot de werkzaamheden van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat.

             Voorstel voor een verordening tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (2014 - 2020), COM(2011) 834 definitief.

             Volgens het voorstel van de Commissie voor de toekomstige structuurfondsen moeten alomvattende strategieën voor inclusieve ondersteuning van startende ondernemingen worden gevolgd om investeringen uit het ESF en het EFRO in ondernemerschap te verkrijgen. (COM(2012) 496 definitief - 2011/0276 (COD).

             Zie het wetgevingsvoorstel: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:52011PC0609:EN:NOT

             COM(2012)702 "Bedrijven tegen misleidende marketingpraktijken beschermen en zorgen voor doeltreffende handhaving; herziening van Richtlijn 2006/114/EG inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame".

             Het concept van clusters en clusterbeleid en hun rol voor concurrentievermogen en innovatie: belangrijkste statistische resultaten en nuttige ervaringen, werkdocument van de diensten van de Commissie                SEC (2008) 2637.

             Definitieve aanbevelingen van de Europese groep voor clusterbeleid, aanbeveling 5, beschikbaar via http://www.proinno-europe.eu/sites/default/files/newsroom/2010/09/EPCG Final Report_web-low1.pdf, naar aanleiding van aanbevelingen van de European Cluster Alliance.

             COM(2012) 573 definitief, "Akte voor de interne markt II – Samen voor nieuwe groei".

             Richtlijn 2006/114/EG inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame.

             Met inbegrip van, bijvoorbeeld, een mini 'één-loketsysteem' voor de registratie, aangifte en betaling van btw zoals in de mededeling van de Commissie over de toekomst van de btw (IP/11/1508).

             In 2013 zal het aantal verzoeken van startende ondernemers de beschikbare begroting overstijgen: eind december 2012 kwamen ongeveer 950 startende ondernemers in aanmerking voor een uitwisseling, terwijl de beschikbare begroting ongeveer 930 uitwisselingen mogelijk maakte. Aangezien het aantal startende ondernemers dat in aanmerking komt voor een uitwisseling met gemiddeld 25 ondernemers per week toeneemt, zal de vraag in 2013 zonder twijfel het aanbod overstijgen. Een aantal intermediaire organisaties had al in de loop van 2012 hun toegekende begroting opgemaakt en kon geen uitwisselingen meer tot stand brengen.

             Een sterkere Europese industrie om bij te dragen tot groei en economisch herstel, Actualisering van de mededeling over het industriebeleid, COM(2012) 582 van 10 oktober 2012.

             COM(2012) 529 'Het aanboren van het potentieel van cloud computing in Europa'.

             COM(2011) 942 van 11 januari 2012. Een coherent kader voor een groter vertrouwen in de digitale eengemaakte markt voor elektronische handel en onlinediensten.

             Zie bijvoorbeeld http://www.radicalsocialentreps.org/, http://www.youtube.com/watch?v=iE7YRHxwoDs en http://www.academicmatters.ca/2012/05/the-massive-open-online-professor/

             http://Europeana.eu is een cultureel portaal, opgericht met steun van de Europese Commissie, dat fungeert als een interface tot miljoenen boeken, schilderijen, films, museumvoorwerpen en archiefbestanden die zijn gedigitaliseerd in heel Europa.

             Business Dynamics: Start-ups, Business Transfers and Bankruptcy (Business Dynamics: startende ondernemingen, overdracht van ondernemingen en faillissementen) (2011).

http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/business-environment/files/business_dynamics_final_report_en.pdf

             COM(2008) 394 definitief – 'Denk eerst klein' Een 'Small Business Act' voor Europa.

             COM(2011) 78 definitief – Evaluatie van de 'Small Business Act' voor Europa.

             COM(2006) 117 definitief.

             Bijvoorbeeld: volgens de studie van 'Business Dynamics' bood slechts eenderde van de ondervraagde lidstaten speciale financiële producten om overdrachten te ondersteunen en in een twaalftal lidstaten was weinig of geen begeleiding of opleiding omtrent dit thema beschikbaar.

             COM(2011) 864 en de daarmee verband houdende aanbeveling 2011/856/EU betreffende voorkoming voor dubbele belasting van nalatenschappen.

             http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2007:0584:FIN:nl:PDF

             In sommige lidstaten neemt een procedure voor de liquidatie van een bedrijf circa 1 à 2 jaar in beslag. Er is vervolgens nog 3 tot 9 jaar nodig om opnieuw een bedrijf op te richten.

             E. Stam, D. B. Audretsch en J. Meijaard, 'Renascent Entrepreneurship' (Herlevend ondernemerschap), Erasmus Research Institute of Management, 2006.

             COM(2012) 742 'Een nieuwe Europese aanpak van faillissement en insolventie'.

             COM(2012) 744.

             Zoals verzocht in de conclusies van de Raad Concurrentievermogen van mei 2011.

             Flash Eurobarometer van de Europese Commissie nr. 354 over ondernemerschap.

             In het actieprogramma voor het wegnemen van onnodige administratieve lasten voor bedrijven in de EU zijn prioritaire gebieden aangewezen die verantwoordelijk waren voor circa 80 % van de administratieve lasten van de EU-wetgeving, met inbegrip van nationale regels voor de tenuitvoerlegging van deze wetgeving. In samenwerking met de Stoiber-groep, die optrad als onafhankelijk adviseur, werden honderden aanpassingen voorgesteld die al meer dan 40 miljard euro aan besparingen per jaar opleverden voor ondernemingen. De voorstellen hadden betrekking op gebieden uiteenlopend van landbouw, milieu en visserij tot ondernemingsrecht, belasting, statistiek, voedselveiligheid en geneesmiddelen. De grootste bijdragen aan de besparingen kwamen van belastingwetgeving (overgang van papieren facturen naar elektronische facturen) en ondernemingsrecht (uitzonderingen voor micro-ondernemingen ten aanzien van enkele bepalingen betreffende de balans en publicatieverplichtingen).

             COM(2011) 803 en de mededeling over gezonde EU-regelgeving (REFIT!) zie: http://ec.europa.eu/governance/better_regulation/index_nl.htm.

             Richtlijn 2010/45/EU van de Raad van 13 juli 2010 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat de factureringsregels betreft.

             Er wordt geschat dat als alle bedrijven zouden overgaan op elektronische facturen, de besparingen op middellange termijn zouden oplopen tot 18 miljard euro.

             Zie voor een overzicht van beste praktijken de uitgebreide bijlagen van Europe can do better, aangenomen door de groep op hoog niveau, over de vermindering van administratieve lasten (november 2011), beschikbaar via http://ec.europa.eu/dgs/secretariat_general/admin_burden/best_practice_report/docs/bp_report_signature_en.pdf

             Raadpleging: Wat is uw top 10 van hinderlijke EU-regels voor het midden- en kleinbedrijf? http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/public-consultation-new/index_nl.htm

             Naar een banenrijk herstel, 18.4.2012, COM(2012) 173 definitief. Zie ook Obstacles to growth - Recruiting the first employee (Belemmeringen voor groei – De eerste werknemer in dienst nemen), verslag van de deskundigengroep eerste werknemer , http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/files/support_measures/first_emp/1st_emp_en.pdf

             Dit is het resultaat van het actieplan van de Commissie voor de verbetering van de toegang tot financiering voor kmo's, (COM(2011) 870 definitief.

             Werkprogramma van de Commissie 2013 (COM (2012) 629 definitief).

             Uit de studie van Business Dynamics in 2010 kwam naar voren dat het in 7 van de 33 onderzochte Europese landen mogelijk was voor vijf modelbedrijven alle noodzakelijke vergunningen binnen 30 dagen te verkrijgen.

             http://ec.europa.eu/europe2020/pdf/ags2013_nl.pdf, blz. 10.

             Eurostat, Statistics in focus: the entrepreneurial gap between men and women (Statistieken in de kijker: de ondernemerschapskloof tussen mannen en vrouwen) (30/2007).

             Zie bijvoorbeeld O. Bekh, ETF Women's Entrepreneurship Development (ETF – Ontwikkeling van ondernemerschap onder vrouwen), beleidsoverzicht (2012); A. Lesina, F. Lotti, Do Women Pay More for Credit? Evidence from Italy (Betalen vrouwen meer voor krediet? Bewijs uit Italië), werkdocument NBER (2008); Women in business and decision-making (Vrouwen in handel en besluitvorming), Eurochambres (2004).

             PB L 180 van 15.7.2010, blz. 1.

             Een ander voorbeeld van wat kan worden bereikt is de Service Corps of Retired Executives (servicekorps van gepensioneerde leidinggevenden, SCORE), dat een netwerk van 13 000 vrijwilligers opzette dat er via zijn deskundig advies toe bijdroeg in 2011 meer dan 67 000 banen te scheppen.

             OESO (2010), 'Open for Business; Migrant Entrepreneurship in OECD Countries' (Open voor het zakenleven; ondernemerschap onder migranten in OESO-landen), OECD Publishing, http://dx.doi.org/10.1787/9789264095830-en

             Rath, J., Eurofound (2011), Promoting ethnic entrepreneurship in European cities (Etnisch ondernemerschap bevorderen in Europese steden), Publicatiebureau van de Europese Unie, Luxemburg, Europa, beschikbaar op: http://www.eurofound.europa.eu/pubdocs/2011/38/en/2/EF1138EN.pdf

             COM(2011) 455 definitief en SEC(2011) 957 definitief.

             Richtlijn 2009/50/EG van de Raad.

             'Jongeren aan het werk helpen', COM(2012) 727.

             Zie met name het beleidsoverzicht van de Europese Commissie-OESO over ondernemerschap onder jongeren in Europa, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/youth/news/20120504-youth-entrepreurship-employment_en.htm

             http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/facts-figures-analysis/eurobarometer/