Artikelen bij COM(2013)342 - Verstrekking en kwaliteit van statistieken voor de procedure voor macro-economische onevenwichtigheden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


HOOFDSTUK I - ONDERWERP

Artikel 1

1. Deze verordening regelt de verstrekking en kwaliteitsbewaking van statistische gegevens die worden verzameld of verstrekt ten behoeve van de procedures voor de detectie van macro-economische onevenwichtigheden en voor de preventie en de correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden binnen de Unie die is ingesteld bij de artikelen 3 tot en met 11 van Verordening (EU) nr. 1176/2011, hierna 'de voor de PMO relevante gegevens' genoemd.

2. Deze verordening is van toepassing op de voor de PMO relevante gegevens die door lidstaten zijn verzameld en verstrekt, ongeacht of de Raad of de Commissie van oordeel is dat er sprake is van een onevenwichtigheid of dat de Raad overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1176/2011 een buitensporige onevenwichtigheid heeft vastgesteld. Deze verordening is tevens van toepassing op lidstaten waarvoor de procedure voor macro-economische onevenwichtigheden overeenkomstig artikel xxxx van Verordening xxxx is opgeschort (wanneer de 2-pack-verordening is vastgesteld, zal daarnaar worden verwezen).

HOOFDSTUK II - VERSTREKKING VAN GEGEVENS AAN DE COMMISSIE

Artikel 2

1. De voor de PMO relevante gegevens die door de lidstaten moeten worden verstrekt, hebben betrekking op het voorgaande jaar (n-1) en de voorgaande negen jaren (n-2 tot en met n-10).

2. De uiterste termijnen voor verstrekking van de voor de PMO relevante gegevens zijn de termijnen die zijn vastgesteld krachtens het toepasselijke basisbesluit of door de Commissie bekend zijn gemaakt via specifieke kalenders, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van de Unie.

3. De Commissie informeert de lidstaten elk jaar over het tijdschema voor het jaarlijkse waarschuwingsmechanismeverslag waarin artikel 3 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 voorziet. Op basis van dit tijdschema en de in lid 2 bedoelde uiterste termijnen en kalenders stelt de Commissie ook een sluitingsdatum vast voor verstrekking van de meest recente voor de PMO relevante gegevens en stelt de lidstaten hiervan in kennis.

HOOFDSTUK III - KWALITEITSVERSLAGEN

Artikel 3

1. Samen met de voor de PMO relevante gegevens, zoals bedoeld in artikel 1, sturen de lidstaten de Commissie (Eurostat) ook informatie waaruit blijkt hoe deze gegevens zijn berekend, inclusief informatie over eventuele veranderingen in bronnen en methoden, in de vorm van een kwaliteitsverslag.

2. Op de gegevens die moeten worden verstrekt, zijn de in artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009 bedoelde kwaliteitscriteria van toepassing.

3. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast betreffende de modaliteiten, opbouw en frequentie van de kwaliteitsverslagen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 14, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 4

1. Bij twijfel over de juiste toepassing van de voorschriften betreffende de verzameling en verstrekking van de voor de PMO relevante gegevens, verzoekt de betrokken lidstaat de Commissie (Eurostat) om een nadere toelichting. De Commissie zal de kwestie direct onderzoeken en de nadere toelichting meedelen aan de lidstaat die daarom heeft verzocht, aan de betreffende deskundigengroep macro-economische statistiek die door de Commissie is ingesteld, aan alle andere lidstaten en aan het publiek.

HOOFDSTUK IV - KWALITEITSBEOORDELING

Artikel 5

1. De Commissie (Eurostat) beoordeelt regelmatig de kwaliteit van de voor de PMO relevante gegevens. Die beoordelingen richten zich met name op de terreinen die staan vermeld in de in artikel 6 bedoelde lijsten, voor zover van toepassing, en de kwaliteitsverslagen van de lidstaten. Zij worden uitgevoerd overeenkomstig de in Verordening (EG) nr. 223/2009 neergelegde statistische beginselen. Bij de kwaliteitsbeoordelingen wordt, voor zover nodig, volledig gebruik gemaakt van het werk dat is uitgevoerd en de resultaten die zijn verkregen in de context van bestaande kwaliteitskaders voor voor de PMO relevante gegevens.

2. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) zo spoedig mogelijk de gegevens en informatie die voor de kwaliteitsbeoordeling worden gevraagd, onverminderd de bepalingen betreffende statistische geheimhouding van Verordening (EG) nr. 223/2009.

3. De Commissie (Eurostat) beoordeelt de voor de PMO relevante gegevens elk jaar met de hulp van de betreffende deskundigengroep macro-economische statistiek.

4. Deze beoordeling wordt uitgevoerd overeenkomstig de in artikel 3, lid 2, bedoelde kwaliteitscriteria. Bij de beoordeling wordt met name gekeken naar het volgende:

a) de voor de PMO relevante gegevens die door de lidstaten zijn verstrekt;

b) de kwaliteitsverslagen en lijsten als bedoeld in artikel 6;

c) de verslagen betreffende de voor de PMO relevante gegevens die naar aanleiding van missies naar en gesprekken met lidstaten zijn opgesteld.

HOOFDSTUK V - LIJSTEN VAN BRONNEN EN METHODEN DIE VOOR HET VERZAMELEN VAN VOOR DE PMO RELEVANTE GEGEVENS ZIJN GEBRUIKT

Artikel 6

1. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) een volledige en actuele beschrijving van de bronnen en methoden die zij voor het verzamelen van de voor de PMO relevante gegevens hebben gebruikt (hierna 'de lijsten' genoemd).

2. De lidstaten stellen de lijsten op en sturen ze uiterlijk op [...] [negen maanden na het vaststellen van deze verordening – de precieze datum wordt bij de bekendmaking ervan ingevoegd door het Publicatiebureau] naar de Commissie (Eurostat). De Commissie stelt uiterlijk [binnen zes maanden na het vaststellen van deze verordening – de precieze datum wordt bij de bekendmaking ervan ingevoegd door het Publicatiebureau] uitvoeringshandelingen vast met het oog op de vaststelling van de structuur en de modaliteiten voor de bijwerking van deze lijsten. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 14, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

3. De lidstaten maken hun lijsten openbaar.

HOOFDSTUK VI - MISSIES NAAR LIDSTATEN

Artikel 7

1. Wanneer de Commissie (Eurostat) problemen vaststelt, in het bijzonder in het kader van de kwaliteitsbeoordeling van artikel 5, kan zij besluiten tot het uitzenden van onderzoeksmissies naar de betrokken lidstaat.

2. Doel van dergelijke missies is om diepgaand onderzoek te doen naar de kwaliteit van de betreffende voor de PMO relevante gegevens. Deze missies richten zich vooral op methodologische kwesties, de in de lijsten beschreven bronnen en methoden, de gegevens en de ondersteunende statistische processen, teneinde een oordeel te vormen over de mate waarin de toepasselijke administratieve en statistische voorschriften worden nageleefd.

3. De Commissie (Eurostat) doet aan het Comité voor de economische politiek dat bij Besluit 74/122/EEG van de Raad is ingesteld, verslag over de bevindingen van deze missies en over eventuele opmerkingen van de betrokken lidstaat over deze bevindingen. Nadat deze verslagen naar het Comité voor economische politiek zijn gestuurd, worden zij, samen met eventuele opmerkingen van de betrokken lidstaat, openbaar gemaakt, onverminderd de bepalingen betreffende statistische geheimhouding van Verordening (EG) nr. 223/2009.

4. De lidstaten verschaffen de Commissie (Eurostat) op haar verzoek deskundigenbijstand voor statistische kwesties die met de PMO verband houden, onder meer voor het voorbereiden en uitvoeren van de onderzoeksmissies. Deze deskundigen brengen onafhankelijk advies uit. Op basis van schriftelijke voorstellen van de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de voor de PMO relevante gegevens, stelt de Commissie (Eurostat) vóór [nog vast te stellen datum] een lijst van deskundigen op.

5. De Commissie (Eurostat) stelt regels en procedures vast voor de selectie van de deskundigen, met inachtneming van een passende spreiding van deskundigen over de lidstaten en een passende roulatie van deskundigen tussen de lidstaten, alsmede voor de organisatie van hun werkzaamheden en de nadere financiële bepalingen. De Commissie (Eurostat) deelt met de lidstaten in de volledige kosten die door de lidstaten bij de ondersteuning door hun nationale deskundigen worden gemaakt.

6. De Commissie (Eurostat) ziet erop toe dat de ambtenaren en deskundigen die aan deze missies deelnemen aan alle eisen inzake vakbekwaamheid, professionele onafhankelijkheid en geheimhouding voldoen.

HOOFDSTUK VII - DOOR DE COMMISSIE (EUROSTAT) VERSTREKTE GEGEVENS

Artikel 8

1. De Commissie (Eurostat) verstrekt de voor de PMO gebruikte gegevens onder meer via nieuwsberichten en/of andere kanalen die zij daarvoor geschikt acht.

2. Het niet verstrekken van eigen gegevens door een lidstaat leidt niet tot uitstel van de verstrekking van voor de PMO relevante gegevens over die lidstaat door de Commissie.

3. De Commissie (Eurostat) kan een voorbehoud maken ten aanzien van de kwaliteit van de voor de PMO relevante gegevens van de lidstaten. De Commissie (Eurostat) deelt de betrokken lidstaat en de voorzitter van het Comité voor de economische politiek uiterlijk drie werkdagen vóór de geplande datum van bekendmaking mee welk voorbehoud zij beoogt te maken en bekend te maken. Indien de kwestie na bekendmaking van de gegevens en het voorbehoud wordt opgelost, wordt onmiddellijk daarna bekendgemaakt dat het voorbehoud is ingetrokken.

4. Wanneer er aanwijzingen zijn dat de door de lidstaten verstrekte gegevens niet in overeenstemming zijn met de eisen van artikel 3, lid 2, van deze verordening, kan de Commissie (Eurostat) deze gegevens wijzigen en de gewijzigde gegevens en een motivering van de wijziging verstrekken. De Commissie (Eurostat) deelt de betrokken lidstaat en de voorzitter van het Comité voor de economische politiek uiterlijk drie werkdagen vóór de geplande datum van bekendmaking de gewijzigde gegevens en de motivering van de wijziging mee.

HOOFDSTUK VIII - SANCTIES BIJ MANIPULATIE VAN STATISTIEKEN

Artikel 9

1. De Raad kan op voorstel van de Commissie besluiten om een lidstaat die bewust of door grove nalatigheid een onjuiste weergave heeft gegeven van de voor de PMO relevante gegevens, een boete op te leggen.

2. De in lid 1 bedoelde boeten zijn doeltreffend, afschrikkend en evenredig met de aard, de ernst en de duur van de verkeerde voorstelling. De boete bedraagt maximaal 0,05% van het bbp van de betrokken lidstaat.

3. De Commissie kan alle onderzoeken uitvoeren, die nodig zijn om het bestaan van verkeerde voorstellingen als bedoeld in lid 1 vast te stellen. De Commissie kan besluiten een onderzoek te openen als zij meent dat er serieuze indicaties zijn voor het bestaan van feiten die een dergelijke verkeerde voorstelling kunnen vormen. Bij het onderzoek naar de vermeende onjuiste weergaven houdt de Commissie rekening met eventuele opmerkingen van de betrokken lidstaat. Voor de uitvoering van haar taken kan de Commissie de lidstaat verzoeken om informatie te verstrekken en kan zij ter plaatse inspecties uitvoeren en zich toegang verschaffen tot de statistische informatie en documenten die ten grondslag liggen aan de voor de PMO relevante gegevens. Indien volgens het recht van de betrokken lidstaat voor inspecties ter plaatse de voorafgaande gerechtelijke toestemming is vereist, dient de Commissie daartoe de nodige verzoeken in.

Na voltooiing van het onderzoek en voordat zij een voorstel voorlegt aan de Raad, stelt Commissie de betrokken lidstaat in de gelegenheid gehoord te worden over de zaken die het voorwerp van het onderzoek uitmaken. De Commissie baseert elk voorstel aan de Raad uitsluitend op basis van feiten waarvoor de betrokken lidstaat de gelegenheid heeft gehad om opmerkingen in te dienen.

De Commissie eerbiedigt gedurende de onderzoeken ten volle het recht op verdediging van de betrokken lidstaat.

4. De Commissie wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 12 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot:

a) gedetailleerde criteria ter vaststelling van de hoogte van de boete als bedoeld in lid 1;

b) gedetailleerde regels met betrekking tot de onderzoeksprocedures als bedoeld in lid 3, de bijkomende maatregelen en de rapportage over de onderzoeken;

c) gedetailleerde procedureregels die erop gericht zijn om de rechten van verdediging, de toegang tot het dossier, juridische vertegenwoordiging, geheimhouding te waarborgen en ook regels voor wat betreft het tijdstip en de inning van de boeten als bedoeld in lid 1.

5. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft volledige rechtsmacht inzake beroepen tegen besluiten van de Raad waarbij een boete in overeenstemming met lid 1 is vastgesteld. Het kan de aldus opgelegde boete intrekken, verminderen of verhogen.

HOOFDSTUK IX - AARD VAN DE SANCTIES EN OPNEMING IN DE BEGROTING VAN DE OPBRENGST ERVAN

Artikel 10

De krachtens artikel 11 opgelegde sancties zijn administratief van aard.

Artikel 11

De overeenkomstig artikel 9 geïnde boeten vormen andere ontvangsten, zoals bedoeld in artikel 311 VWEU, en worden toegewezen aan de begroting van de Unie.

HOOFDSTUK X - UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEIDSDELEGATIE

Artikel 12

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De bevoegdheid om de in artikel 9, lid 4, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van drie jaar, welke termijn één maand na de vaststelling van deze verordening begint. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van drie jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie op. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 9, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5. Een krachtens artikel 9, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

HOOFDSTUK XI - STEMMING OVER DE SANCTIES

Artikel 13

Met betrekking tot de in artikel 9 bedoelde maatregelen besluit de Raad zonder rekening te houden met de stem van het lid van de Raad dat de betrokken lidstaat vertegenwoordigt.

HOOFDSTUK XII - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 14

1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor het Europees statistisch systeem dat bij Verordening (EG) nr. 223/2009 is ingesteld. Het betreft een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing,

Artikel 15

Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 223/2009 zorgen de nationale instanties voor de statistiek van de lidstaten (de NSI) voor de vereiste coördinatie op nationaal niveau van activiteiten in verband met de voor de PMO relevante gegevens. Alle andere nationale instanties doen hiervoor verslag aan de NSI. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om toepassing van deze bepaling te waarborgen.

Artikel 16

1. De lidstaten zien erop toe dat de verzamelde en aan de Commissie (Eurostat) verstrekte voor de PMO relevante gegevens in overeenstemming zijn met de beginselen van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 223/2009.

2. De lidstaten treffen passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de instellingen en ambtenaren die ervoor verantwoordelijk zijn dat de voor de PMO relevante gegevens worden verzameld en aan de Commissie (Eurostat) worden verstrekt, verantwoording afleggen en handelen in overeenstemming met de beginselen van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 223/2009.

Artikel 17

De Commissie (Eurostat) doet regelmatig verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de activiteiten die zij voor de tenuitvoerlegging van deze verordening heeft uitgevoerd.

Artikel 18

1. Uiterlijk op 14 december 2014 en vervolgens om de vijf jaar evalueert de Commissie de toepassing van deze verordening en doet zij aan het Europees Parlement en de Raad verslag over de bevindingen.

2. Bij de evaluatie wordt onder meer gekeken naar:

a) de vooruitgang die is geboekt in het waarborgen van de kwaliteit van de voor de PMO relevante gegevens;

b) de effectiviteit van deze verordening en van de toegepaste procedure voor kwaliteitsbewaking.

Het verslag van de evaluatie gaat zo nodig vergezeld van een voorstel tot wijziging van deze verordening.

Artikel 19

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.