Artikelen bij COM(2014)25 - Toekomstvisie voor de interne markt voor industriële producten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2014)25 - Toekomstvisie voor de interne markt voor industriële producten.
document COM(2014)25 NLEN
datum 22 januari 2014
 

|
52014DC0025

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ Een visie voor de interne markt voor industriële producten /* COM/2014/025 final */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Een visie voor de interne markt voor industriële producten

(Voor de EER relevante tekst)

1. Inleiding

In 2012 vierde de Unie de 20e verjaardag van de eengemaakte markt, die het vrije verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal binnen de Europese Unie (EU) garandeert. Doel van deze mededeling is om een aantal aanbevelingen te doen voor de wetgeving betreffende de interne markt voor industriële producten, en een bredere visie voor het komende decennium op te stellen. De mededeling zal naar de Europese Raad worden gezonden, zoals deze heeft verzocht op zijn bijeenkomst van 14 en 15 maart 2013.

Het versterken van de interne markt voor industriële producten werd in de actualisering van de mededeling over het industriebeleid van oktober 2012 als prioriteit aangeduid. Hierin werd de herindustrialisatie van de EU voorgesteld, gebaseerd op een strategie van vier pijlers, waarvan er een bestaat uit het verbeteren van de toegang tot markten.

Daarom heeft de Europese Commissie een evaluatie van het EU-recht op het gebied van industriële producten uitgevoerd teneinde de algehele samenhang en bruikbaarheid van het regelgevend kader te beoordelen en een kennisbestand met betrekking tot de cumulatieve regelgevende effecten te ontwikkelen vanuit het perspectief van de bedrijfstak. Evenwijdig hieraan heeft de Commissie een openbare raadpleging voor belanghebbenden georganiseerd. Deze mededeling bouwt voort op de resultaten van de evaluatie en de openbare raadpleging, en analyseert het regelgevend kader voor de interne markt voor industriële producten. De uitgebreide resultaten van de evaluatie, de openbare raadpleging en een aantal gevalsstudies worden vermeld in het bijgaande werkdocument van de diensten van de Commissie.

De interne markt voor producten is een drijvende kracht achter de Europese economische integratie. Regelgevende belemmeringen binnen de Unie worden voorkomen door Richtlijn 98/34/EG of weggenomen door het beginsel van wederzijdse erkenning of middels harmonisatiewetgeving van de Unie, waarvan het doel tweeledig is. Ten eerste wordt gegarandeerd dat producten die in de EU in de handel worden gebracht een hoge mate van bescherming bieden voor gezondheid, veiligheid en milieu, en ten tweede wordt het vrije verkeer van producten gegarandeerd doordat nationale regels worden vervangen door één geharmoniseerde reeks voorwaarden voor het op de interne markt brengen van producten, zodat deze vrij kunnen circuleren.

In deze mededeling ligt de nadruk op industriële producten, d.w.z. niet voor de voeding bestemde producten die via een industrieel proces zijn vervaardigd. De mededeling heeft betrekking op zeer uiteenlopende producten, zoals verschillende soorten machines, radioapparatuur, elektrische en elektronische toestellen, speelgoed en vele andere. Het acquis van de EU voor industriële producten is geleidelijk uitgebreid en omvat momenteel meer dan 30 richtlijnen en verordeningen, zowel betreffende specifieke industriële producten (zoals drukapparatuur of gastoestellen) als ten aanzien van vele verschillende productgroepen, zoals Reach (chemische stoffen) en de richtlijn inzake ecologisch ontwerp.

De wetgeving van de Unie die recentelijk grotendeels is herzien, in het bijzonder de wetgeving inzake medische hulmiddelen, cosmetische producten, bouwproducten, veiligheid van consumentenproducten en markttoezicht, wordt in deze mededeling niet behandeld. Chemische producten en motorvoertuigen vallen ook buiten het toepassingsgebied van de analyse, aangezien de wetgeving van de Unie voor deze sectoren recentelijk is geëvalueerd of aan een regelgevingsgezondheidstest is onderworpen. Ten slotte worden geneesmiddelen buiten beschouwing gelaten vanwege hun heel specifieke aard.

2. Wat zijn de voordelen van de interne markt voor industriële producten?

Sinds het ontstaan van de eengemaakte markt in 1993 is de handel in goederen binnen de EU als aandeel in het bbp met ongeveer 5 procentpunten toegenomen. De handel binnen de EU was in 1999 verantwoordelijk voor rond 17 % van het EU-bbp, en in 2011 voor bijna 22 %. Bovendien vertegenwoordigt handel binnen de EU een zeer hoog percentage van het bbp van de meeste lidstaten.

Figuur 1 – Ontwikkeling van de goederenhandel binnen de EU als deel van het EU-bbp, 1999-2011 (gemiddelde van uitvoer en invoer) - bron: Eurostat

De ontwikkeling van de handel binnen de EU in de drie hoofdcategorieën van industriële producten volgens de SITC-classificatie (machines en vervoermaterieel, industriële producten ingedeeld op grondstof, overige industriële producten) is tussen 2000 en 2012 sneller gegaan dan de groei van de totale toegevoegde waarde van de productie in de EU (zie volgende grafiek).

Figuur 2 – Ontwikkeling van de handel binnen de EU (uitvoer, 2000 =100) in geselecteerde productiesectoren in verhouding tot de bruto toegevoegde waarde van de productie – bron: Eurostat

Hoewel er significante verschillen bestaan tussen de sectoren waarop de harmonisatiewetgeving van de Unie van toepassing is, is er in de meeste gevallen sprake geweest van een stijging van de omvang van de handel binnen de EU, in het bijzonder in de periode 2003-2008. Drie sectoren hebben sinds 1999 een daling van de omvang van de handel binnen de EU gekend (kantoormachines en automatische gegevensverwerking, machines voor metaalbewerking en fotografische apparatuur). Dit kan echter waarschijnlijk grotendeels worden toegeschreven aan het uitbreken van de economische en financiële crisis in 2008, maar ook aan andere invloeden, die bijvoorbeeld te maken hebben met de opkomst van smartphones en tablets.

Figuur 3 – Ontwikkeling van de handel binnen de EU in geselecteerde productiesectoren (waarde van invoer; 1999 =100) – bron: Eurostat

Betere toegang tot de interne markt en tot mondiale markten heeft geleid tot grotere schaal- en toepassingsvoordelen en daardoor het concurrentievermogen en de kostenefficiëntie van ondernemingen verbeterd door middel van Europese en, tot op zeker hoogte, wereldwijde convergentie op het gebied van regelgeving en producten. Vóór de eengemaakte markt legde iedere lidstaat aan ondernemingen eigen verplichtingen op in het belang van veiligheid, gezondheid en consumentenbescherming. Dit betekende dat er aanzienlijke regelgevende belemmeringen waren voor de handel in producten vanwege de verschillen in regels en voorschriften, die tot gevolg hadden dat ondernemingen elke lidstaat als een aparte markt moesten behandelen waar zij andere producten moesten aanbieden.

Grensoverschrijdende handel bracht in een dergelijke situatie voor ondernemingen aanzienlijke extra kosten met zich mee om aan de regelgeving te voldoen. De invoering van opeenvolgende verticale en horizontale harmonisatiewetgeving in de Unie beantwoordde daarom direct aan de behoeften van de Europese industrie.

In sommige gevallen bestond er geen nationale regelgeving voordat EU-wetgeving werd vastgesteld die de regelgevende lacunes vulde en ondernemingen in staat stelde hun producten op een grotere markt te verhandelen, met de waarborg van een hoge mate van productveiligheid en -bescherming. Tot de goedkeuring van de machinerichtlijn in 1989 ontbraken in veel nationale wetgevingskaders bijvoorbeeld toereikende regels voor de veiligheid en het gebruik van elektrische en mechanische machines, ondanks de grote risico’s die bij het gebruik van dergelijke machines bestaan. In deze sectoren ging de EU-wetgeving veelal vooraf aan de ontwikkeling van nationale wetgeving, waardoor het ontstaan van verschillende nationale regels werd voorkomen, die anders zouden hebben geleid tot fragmentatie van de markt, belemmeringen voor het vrije verkeer van producten en hogere administratieve lasten voor de naleving van de regels.

Het op elkaar afstemmen van nationale productwetgeving middels de wetgeving op de interne markt is van belang geweest voor het bevorderen van de industriële concurrentiekracht, omdat regelgevende convergentie op EU-niveau ondersteund door vrijwillige technische normering de toegang tot nieuwe markten binnen de interne markt heeft bevorderd en heeft geleid tot eerlijker concurrentie en een gelijk speelveld voor de marktdeelnemers. De harmonisatiewetgeving van de Unie versterkt het concurrentievermogen ook op andere manieren, bijvoorbeeld door de effecten die zij heeft op mondiale regelgevings- en productconvergentie, een betere benutting van innovatie en resultaten van OTO (dankzij een technologisch neutrale benadering), en het bevorderen van consolidering van de industrie voor nog grotere schaalvoordelen met productiebedrijven die in staat zijn om in de gehele interne markt en daarbuiten te opereren.

3. De ontwikkeling van de wetgeving van de Unie betreffende industriële producten

3.1.        De EU stelt alleen regelgeving vast voor essentiële elementen…

Sinds 1985 past de Unie een uniek mechanisme toe voor harmonisatiewetgeving voor producten: de wetgever van de Unie stelt de “essentiële vereisten” op met betrekking tot veiligheid, gezondheid en het algemeen belang waaraan ondernemingen moeten voldoen wanneer ze producten in de Unie in de handel brengen. Het grondbeginsel is dat de ondernemingen moeten aantonen dat ze voldoen aan de essentiële vereisten die in de harmonisatiewetgeving van de Unie zijn opgenomen, eventueel met behulp van de geharmoniseerde normen die door de Europese normalisatie-instellingen zijn ontwikkeld. De producten kunnen dan overal op de interne markt worden verkocht.

De zogeheten “nieuwe benadering” van productenregulering heeft de divergentie in de nationale technische regelgevingen voor producten aanzienlijk verminderd en geleid tot één grenzeloze markt voor geharmoniseerde industriële producten. Belemmeringen voor toegang tot de markt voor het bedrijfsleven zijn verminderd, en het is nu gemakkelijker voor bedrijven om op pan-Europese markten actief te zijn. De interne markt voor industriële producten heeft door bij te dragen aan de groei van de EU-handel voordelen opgeleverd voor de economie en de werkgelegenheid. Daarom wordt de interne markt algemeen beschouwd als een van de grootste successen van de EU.

3.2.        …met en voor mensen, bedrijven en lidstaten...

De Europese regelgeving betreffende industriële producten steunt op de waardevolle inbreng van verschillende belangrijke actoren:

· Fabrikanten en andere ondernemingen in de toeleveringsketen moeten de nodige stappen zetten om ervoor te zorgen dat hun producten aan de wettelijke vereisten voldoen. Fabrikanten moeten de verschillende conformiteitsprocedures doorlopen en kunnen tegelijkertijd, hoofdzakelijk via hun sectororganisaties, deelnemen aan de ontwikkeling van technische normen en toezicht houden op de tenuitvoerlegging van wetgeving. Andere betrokken belanghebbenden, zoals consumenten, milieugroeperingen en vakbonden, nemen ook zeer actief aan dit proces deel.

· Een aantal mechanismen en structuren die de tenuitvoerlegging van de harmonisatiewetgeving van de Unie ondersteunen, valt onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van nationale uitvoeringsvoorschriften en voor het benoemen van de bevoegde beoordelingsorganen, de zogeheten “aangemelde instanties” – met inbegrip van de vaststelling of erkenningsmechanismen nodig zijn – en voor het toezicht op het functioneren van de aangemelde instanties. Ze ondersteunen en begeleiden ook ondernemingen om een doeltreffende tenuitvoerlegging, markttoezicht en handhaving te garanderen.

· Op EU-niveau heeft de Commissie een belangrijke overkoepelende rol in het toezicht op en de beoordeling van de tenuitvoerlegging van de harmonisatiewetgeving van de Unie inzake industriële producten, de beoordeling van het toepassingsgebied voor mogelijke wijzigingen in de regelgeving en de aanpak van mogelijke inbreuken op de EU-wetgeving. De Commissie is tevens verantwoordelijk voor verzoeken aan de EU-normalisatieorganen om technische normen te ontwikkelen ter ondersteuning van de wetgeving overeenkomstig de prioriteiten die zijn vastgesteld in het jaarlijkse werkprogramma voor normalisering van de EU. Latere Europese kaderprogramma’s voor onderzoek hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van normen voor technologieën en producten, een ontwikkeling die in het Horizon 2020-programma zal worden voortgezet.

3.3.        …maar gaat diepgaande hervormingen indien nodig niet uit de weg

De wetgeving van de Unie inzake industriële producten stelt de belangrijkste vereisten voor ondernemingen vast. Voorbeelden hiervan zijn de CE-markering die aangeeft dat een product voldoet aan de EU-wetgeving en de verplichte stappen die moeten worden gezet voordat een product de CE-markering kan dragen, zoals het verkrijgen van een verklaring van overeenstemming.

Hoewel de administratieve vereisten voor ondernemingen in principe duidelijk zijn (CE-markering, verklaring van overeenstemming, eigen verklaring of overeenstemmingsbeoordeling door derden afhankelijk van het soort richtlijn of verordening en de mate van veiligheids- of andere risico’s die erbij zijn betrokken), zijn er in de praktijk afwijkingen en verschillen tussen de juridische EU-teksten aan het licht gekomen. Dit is gedeeltelijk te wijten aan het feit dat de totale omvang van de wetgeving is toegenomen en aan het feit dat de afzonderlijke wetteksten onafhankelijk van elkaar zijn aangepast. De voorschriften voor verklaringen van overeenstemming verschilden bijvoorbeeld per richtlijn, zowel met betrekking tot de informatie die moest worden verschaft als wat betreft de vraag of de verklaring bij het product gevoegd moest worden dan wel alleen in de bijgaande handleiding behoefde te worden opgenomen.

Er was derhalve een dringende behoefte aan normalisering en het waarborgen van grotere consistentie op het gebied van voorschriften voor ondernemingen en nationale autoriteiten. Sinds 2009 heeft de wetgeving van de Unie inzake industriële producten drastische herzieningen ondergaan om onnodige inconsistenties tussen de verschillende wetteksten in de harmonisatiewetgeving van de Unie te verwijderen en de lasten voor ondernemingen tot een minimum te beperken:

· Meer dan vijftien verschillende voorstellen voor de herziening van richtlijnen met betrekking tot een breed scala aan industriële producten, variërend van speelgoed tot kabelbaaninstallaties, zijn in de periode 2009-2012 ingediend en/of vastgesteld. De meeste van deze nieuwe richtlijnen en verordeningen zullen uiterlijk 2015 moeten zijn omgezet of uitgevoerd.

· De bouwproductenverordening werd in 2011 vastgesteld en is in 2013 in werking getreden.

· De verordening betreffende normalisatie werd in 2012 vastgesteld en is in 2013 in werking getreden.

· Daarnaast zijn twee horizontale wetsvoorstellen voor verordeningen betreffende markttoezicht en de veiligheid van consumentenproducten ingediend, die naar verwachting in 2014 door het Europees Parlement en de Raad worden vastgesteld.

· Voorafgaande analyse toont aan dat belanghebbenden tevreden lijken te zijn met de huidige regels van de Unie betreffende machines en speelgoed. De Commissie zal echter in 2015 beginnen met een evaluatie van de machinerichtlijn en zal, op basis van de inbreng van de lidstaten en alle belanghebbenden in 2014, de regels betreffende de veiligheid van speelgoed onderzoeken om te bepalen of die doeltreffender gemaakt dienen te worden.

· Het beginsel van wederzijdse erkenning is een van de pijlers van de interne markt en is, op het gebied van industriële producten, georganiseerd in de verordening betreffende wederzijdse erkenning. In overeenstemming met de conclusies van de Raad van december 2013 begint de Commissie een evaluatie van het functioneren van het beginsel van wederzijdse erkenning, waarover zij in 2015 verslag zal uitbrengen aan de Raad.

4. Herziening van de wetgeving van de Unie betreffende industriële producten

Tijdens een grondige en onafhankelijke beoordeling van het dagelijks functioneren van de wetgeving van de Unie betreffende industriële producten is gekeken naar het effect op ondernemingen, nationale instanties en andere belanghebbenden. De algemene conclusie luidt dat regelgeving voor de interne markt van belang is om de EU-doelstellingen te realiseren die verband houden met de behoefte aan technische harmonisatiemaatregelen met hoge beschermingsniveaus voor de gezondheid, de veiligheid, de consument en het milieu. In het regelgevend kader voor de interne markt is ook een mechanisme voor aanpassing aan veranderingen ingebouwd.

De beoordeling en de openbare raadpleging hebben echter een reeks problemen of verbeterpunten aan het licht gebracht en geleid tot een aantal aanbevelingen. Deze aanbevelingen, waarin de meningen van de belanghebbenden en de onafhankelijke evaluatie van de wetgeving zijn samengebracht, luiden als volgt:

4.1.        Verbeteren van de structuur van de harmonisatiewetgeving van de Unie

1) Verordeningen, en niet richtlijnen, moeten de instrumenten van eerste voorkeur worden voor de tenuitvoerlegging van de harmonisatiewetgeving van de Unie. Hierdoor worden verschillen tussen momenten van inwerkingtreding van nationale wetgeving in de Unie weggenomen en wordt het risico van afwijkende omzetting, interpretatie en tenuitvoerlegging verminderd. De haalbaarheid van deze benadering moet echter worden bevestigd in een beoordeling per geval, met inachtneming van de doelstellingen van betere regelgeving en het beginsel van subsidiariteit. Na een positieve analyse heeft de Commissie bijvoorbeeld een verordening op het gebied van radioapparatuur voorgesteld.

2) Periodieke herzieningen van de harmonisatiewetgeving van de Unie betreffende industriële producten zijn noodzakelijk om te garanderen dat het regelgevend kader consistent is, zonder grote lacunes, inconsistenties, regeldruk die zou kunnen worden verlaagd of duplicering in de wetgeving zelf of tussen de verschillende wetteksten van de EU-harmonisatiewetgeving betreffende industriële producten. Dergelijke herzieningen moeten regelmatig plaatsvinden om ervoor te zorgen dat de wetgeving actueel blijft, haar doelen in voldoende mate bereikt en een afspiegeling is van de ontwikkelingen in de industrie en van productinnovaties.

3) Er moet worden overwogen een horizontale verordening op basis van Besluit nr. 768/2008/EG vast te stellen, met algemene definities en andere algemene elementen die in de gehele harmonisatiewetgeving van de Unie van toepassing zijn. Een dergelijke verordening zou de harmonisatiewetgeving van de EU nog meer samenhang verschaffen.

4) Er dient een regelmatige actualisering van niet bindende richtsnoeren voor de naleving van de harmonisatiewetgeving van de Unie, zoals de “Blue Guide on the implementation of EU product rules” (richtsnoer voor de tenuitvoerlegging van de EU-regelgeving voor producten) te worden uitgevoerd. Indien mogelijk moet het richtsnoer inzicht geven in de motivering van bepaalde voorschriften of normen.

5) Op een aantal gebieden binnen professionele productgroepen vormt de geldende nationale wetgeving voor de gebruiksfase (bijv. installatie, onderhoud) een extra belemmering die de voordelen van geharmoniseerde wetgeving vermindert. Hoewel dergelijke aspecten buiten het toepassingsgebied van de harmonisatiewetgeving van de Unie betreffende industriële producten vallen, moet bij de ontwikkeling en in de bepalingen van deze wetgeving met dergelijke aspecten rekening worden gehouden om alle belemmeringen zoveel mogelijk te beperken.

4.2.        Versterken van de effectiviteit van het regelgevingskader

6) De Commissie moet zoeken naar aanvullende manieren om de deelname van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en belanghebbende partijen uit het maatschappelijk middenveld (zoals consumentenverenigingen en verenigingen van professionele gebruikers) aan de voorbereiding van initiatieven voor EU-wetgevingsmaatregelen en aan standaardprocessen te versterken. Eén mogelijkheid zou zijn om ervoor te zorgen dat op kmo’s gerichte sectorale verenigingen beter worden vertegenwoordigd in werkgroepen die werken aan specifieke voorstellen voor harmonisatiewetgeving van de Unie voor industriële producten, waarbij indien mogelijk financiële steun beschikbaar wordt gesteld om de kosten van hun deelname te dekken.

7) Nationale normalisatieorganisaties moeten worden aangemoedigd om samenvattingen van geharmoniseerde normen kosteloos op hun websites beschikbaar te stellen. Fabrikanten, met name kmo’s, weten mogelijk niet van tevoren welke normen ze precies nodig hebben. Het gratis beschikbaar stellen van samenvattingen zou deze ondernemingen tijd en kosten voor de aanschaf van onjuiste normen besparen.

8) De overgang naar ‘e-markttoezicht’, waarin marktdeelnemers informatie over de naleving voor zover mogelijk online publiceren, moet sneller verlopen. Meer gevoelige technische documentatie en gegevens die door markttoezichtautoriteiten worden opgevraagd, zouden elektronisch, door middel van beveiligde gegevensdoorgifte, moeten worden overgedragen. Hierdoor kunnen de noodzakelijke transparantie en de wederzijdse verstrekking van informatie over de naleving tussen markttoezichtautoriteiten en ondernemingen doelmatiger tot stand worden gebracht.

9) Om de overgang naar een papierloze toekomst voor het markttoezicht te vergemakkelijken, moeten markttoezichtautoriteiten (en indien van toepassing douane-instanties) worden uitgerust met scanapparatuur of smartphonelezers die verbonden zijn met de nalevingspagina van de website van marktdeelnemers of met een speciale afzonderlijke website. Dit is afhankelijk van de vastgestelde middelen en vereist gezamenlijke investeringen door de industrie en de markttoezichtautoriteiten.

10) Om het gebruik van e-etikettering te stimuleren, moeten ondernemingen meer flexibiliteit krijgen om aan de traceerbaarheidseisen te voldoen. Dit zal bijdragen tot een verlichting van de belangrijkste zorgen van ondernemingen over de huidige traceerbaarheidseisen ten aanzien van producten en verpakkingen, die hen verplichten volledige informatie over de geadresseerde te verstrekken. Deze eisen worden gezien als onnodig en als afdoend aan de esthetische kenmerken en het industriële ontwerp van producten. E-etikettering biedt een haalbare alternatieve route om aan dezelfde eisen te voldoen.

11) Wanneer een op dit moment niet geharmoniseerde productgroep onderdeel wordt van een geharmoniseerde productgroep, moet worden overwogen of het mogelijk is nieuwe productgroepen te integreren in bestaande harmonisatiewetgeving van de Unie betreffende industriële producten in plaats van nieuwe wetgeving voor te stellen. Een goed voorbeeld in dit verband zijn landbouwmachines voor het sproeien van pesticiden, die zijn opgenomen in de machinerichtlijn.

4.3.        Versterken van de uitvoeringsregels voor harmonisatiewetgeving van de Unie

12) De steun voor mechanismen om de samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen markttoezichtautoriteiten en de Commissie te vergemakkelijken, zoals het RAPEX en het ICSMS, moet worden gehandhaafd. De coördinatie- en steunacties van de EU met betrekking tot markttoezicht door middel van het “Pakket over productveiligheid en markttoezicht” zijn van essentieel belang en zouden met het oog op een zo doelmatig mogelijk gebruik van middelen moeten worden voortgezet in samenwerking met markttoezichtautoriteiten.

13) Het gebruik van accreditatie moet verder worden versterkt door middel van een consistente aanpak in het gereguleerde gebied in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 765/2008.

14) De synergie tussen de verschillende structuren die deel uitmaken van de uitvoeringregels voor harmonisatiewetgeving van de Unie op het gebied van industriële producten, moet volledig worden benut. Tussen Solvit, dat algemene problemen als gevolg van ontoereikend functioneren van de interne markt oplost, het Enterprise Europe Network, dat kmo’s helpt te profiteren van kansen op de interne markt, en de productcontactpunten, die over meer gespecialiseerde kennis van niet geharmoniseerde productwetgeving beschikken, moet meer synergie worden gerealiseerd. Zo zouden Solvit, het Enterprise Europe Network en de productcontactpunten bijvoorbeeld zaken naar elkaar kunnen doorverwijzen. Ook moet worden onderzocht of het mogelijk is het Informatiesysteem interne markt te gebruiken om de nationale productcontactpunten met elkaar te verbinden. Personeel dat bij de verschillende structuren werkt, zou beter kunnen worden geïnformeerd over de coördinatiemechanismen en contactpunten voor de industrie die zijn gespecialiseerd in het oplossen van problemen met betrekking tot de interne markt voor industriële producten.

15) De rol van de productcontactpunten, die zijn opgericht bij de verordening inzake wederzijdse erkenning, moet worden uitgebreid tot geharmoniseerde producten om als eerste punt van contact voor ondernemingen te fungeren. Veel ondernemingen weten niet tot wie ze zich moeten richten, en de kennis van de EU-wetgeving bij kleinere en micro-ondernemingen is niet altijd groot, zelfs als geharmoniseerde of niet geharmoniseerde wetgeving van toepassing is op hun product. Dit zou de zichtbaarheid van de productcontactpunten verbeteren en kmo’s voorzien van een duidelijke informatiebron.

4.4.        Verminderen van de administratieve lasten voor ondernemingen

16) Omdat alle producten moeten voldoen aan de wettelijke eisen betreffende veiligheid, gezondheid en andere algemene belangen, is er slechts beperkte ruimte voor uitzonderingen voor kmo’s op de wettelijke bepalingen in de harmonisatiewetgeving van de Unie voor industriële producten. Desondanks moet de KMO-test altijd worden toegepast om ervoor te zorgen dat de administratieve eisen de kmo’s niet met onevenredige lasten opzadelen en de wetgeving toch haar doelstellingen verwezenlijkt.

17) Ondernemingen zouden moeten kunnen beschikken over één enkele bron van verwijzingen naar wijzigingen in de harmonisatiewetgeving van de Unie voor industriële producten en naar wijzigingen en wijzigingsdata van normen. Dit zou de industrie, en met name kmo’s, tijd en middelen besparen. Ondernemingen die zich abonneren op deze dienst zouden dan e-mails kunnen ontvangen waarin aanstaande wijzigingen worden beschreven en informatie wordt gegeven over de inwerkingtreding. De omschakeling van een op wetgeving gebaseerde aanpak naar een op producten gebaseerde aanpak om marktdeelnemers te informeren over toepasselijke harmonisatiewetgeving van de Unie voor industriële producten en vrijwillige normen, zou echter een technisch uitdagende en dure maatregel zijn. Deze zou bovendien intensieve samenwerking en ondersteuning vereisen van brancheorganisaties en Europese normalisatieorganisaties, waarvan enkele reeds relevant werk op dit gebied verrichten.

18) Ondernemingen zouden moeten kunnen blijven kiezen tussen het indienen van één enkele verklaring van overeenstemming en de indiening van afzonderlijke verklaringen van overeenstemming voor elke van toepassing zijnde harmonisatiewetgeving voor producten.

19) Het is van essentieel belang dat de industrie niet wordt belast met te frequente wetgevingswijzigingen, aangezien er in het afgelopen decennium reeds een groot aantal wijzigingen is doorgevoerd en een aantal andere in de nabije toekomst van kracht worden. Wetgevende acties/maatregelen moeten ook in de toekomst worden onderworpen aan openbare raadplegingen en effectbeoordelingen.

4.5.        Uitbreiden van de reikwijdte van harmonisatiewetgeving voor industriële producten

20) De Commissie moet de internationale convergentie van wetgeving en technische normen voor industriële producten bevorderen, omdat deze kan bijdragen tot een verlaging van de nalevingskosten voor de industrie en aldus het industriële concurrentievermogen kan vergroten. Het handels- en investeringspartnerschap waarover de EU en de VS momenteel onderhandelen, vormt een belangrijke stap in de goede richting, en nauwere samenwerking met regelgevende instanties en normalisatieorganen in andere derde landen die van cruciaal belang zijn voor de Europese uitvoermarkten zou nader moeten worden onderzocht, in het bijzonder voor landen die hun normen vaak op Europese of internationale ISO- en IEC-normen baseren.

5. Een visie voor de toekomst

Het belang van het wegnemen van uit de regelgeving voortvloeiende belemmeringen zal alleen maar toenemen naarmate de technologische veranderingen zich sneller voltrekken en de wereld en de mondiale toeleveringsketens steeds verder geïntegreerd raken. Tegen deze achtergrond, en gezien de doorslaggevende noodzaak om de administratieve lasten te beperken, in het bijzonder voor kmo’s, lijkt de aandacht zich op de onderstaande gebieden te moeten concentreren.

5.1.        Een goed werkende interne markt voor producten vereist sterke handhavingsmechanismen

Intensivering van het markttoezicht en investeringen door de lidstaten in de nodige menselijke en financiële middelen voor het markttoezicht zijn van fundamenteel belang om de handhavingsmechanismen te kunnen versterken. De uitdaging is tweeledig. Enerzijds moeten de autoriteiten ervoor zorgen dat wetgeving wordt gehandhaafd als middel om algemene belangen te beschermen, zoals gezondheid en veiligheid, milieubescherming, beveiliging en consumentenbescherming. Anderzijds helpen handhavingsmechanismen bij het aanpakken van oneerlijke concurrentie en het scheppen van gelijke concurrentievoorwaarden voor marktdeelnemers. Ook coördinatie en samenwerking tussen handhavingsautoriteiten op de interne markt zijn van essentieel belang.

Bijna alle brancheorganisaties hebben het nieuwe “markttoezichtpakket” van de Commissie verwelkomd maar betreuren dat de sancties op niet-naleving van geharmoniseerde regels niet op samenhangende wijze worden toegepast. Deze sancties maken zelf geen deel uit van het markttoezicht, maar vloeien daaruit voort. Enkele belanghebbenden betogen dat een verbrokkeld, gefragmenteerd stelsel van economische sancties ertoe leidt dat de niet-naleving van het EU-recht zich altijd verplaatst naar het gebied waar de sancties in een gegeven periode het mildst zijn. Deze situatie kan mogelijk worden voorkomen als de economische sancties van de verschillende lidstaten op zodanige wijze worden gestroomlijnd of geharmoniseerd dat althans grote verschillen worden vermeden en alle inbreuken op productwetgeving in de hele EU op dezelfde wijze worden bestraft.

Om de gelijke behandeling van alle ondernemingen op de hele interne markt voor industriële producten te waarborgen, zal de Commissie daarom overwegen een wetgevingsvoorstel in te dienen voor de stroomlijning en harmonisatie van economische sancties van administratieve of civielrechtelijke aard op niet-naleving van harmonisatiewetgeving van de Unie. Een platform van handhavingsautoriteiten, dat hun werkzaamheden en onderlinge samenwerking vergemakkelijkt, zal daarbij van toegevoegde waarde zijn.

5.2.        'Horizontale' wetgeving inzake producten

Veel belanghebbenden hebben gepleit voor minder sectorale regels en meer horizontale regels die voor alle sectoren van industriële producten gelden, om overlap of tegenstrijdige eisen te voorkomen. Zij spraken zich uit voor een wettelijk bindende 'overkoepelende' wetgeving met daarin gemeenschappelijke onderdelen voor de diverse sectoren. Op dit punt bestonden echter ook verschillen van inzicht, waarbij sommige belanghebbenden het liefst zouden zien dat alle relevante tekst in elke richtlijn zou worden opgenomen. Verscheidene bevoegde autoriteiten, markttoezichtautoriteiten en brancheorganisaties wilden Besluit nr. 768/2008/EG omzetten in een verordening, omdat een dergelijke horizontale verordening de omvang van de huidige wetgeving zou terugbrengen; de huidige wetgeving zou veel overlap bevatten en niet kmo-vriendelijk zijn. In tegenstelling tot Besluit nr. 768/2008/EG, dat slechts referentiebepalingen bevat, zou de horizontale 'overkoepelende' verordening ook wettelijk bindend en rechtstreeks toepasbaar zijn.

Een nationaal voorbeeld is de horizontale nationale regelgeving die in Duitsland op grond van Besluit nr. 768/2008/EG is aangenomen. Deze regelgeving verschaft een overkoepelend, algemeen kader op basis waarvan de sectorale wetgeving op nationaal niveau die uit de Europese productwetgeving voortvloeit, is gestructureerd.

Het voorstel inzake de stroomlijning en harmonisatie van economische sancties van administratieve of civiele aard in geval van niet-naleving van de harmonisatiewetgeving van de Unie moet tevens een nieuwe stap zijn in het stroomlijnen en vereenvoudigen van het bestaande gemeenschappelijke wettelijke kader voor het verhandelen van industriële producten, met inbegrip van onderhoud en bijbehorende dienstverlening.

5.3.        Innovatie en de digitale toekomst

De digitale maatschappij ontwikkelt zich steeds sneller. Bijvoorbeeld toekomstige robottoepassingen en nieuwe productietechnologieën zoals 3D-printen zouden ertoe kunnen leiden dat een aanzienlijk deel van de hedendaagse productie een lokaal en duurzamer karakter krijgt. Dankzij 3D-printen kan een gelijk speelveld voor kmo’s en grote ondernemingen ontstaan. De ontwikkelingskosten worden daardoor namelijk beperkt en bedrijven krijgen de mogelijkheid prototypes en oorspronkelijke ontwerpen in eigen huis te ontwikkelen, zodat deze niet, soms tegen buitensporige kosten, hoeven te worden uitbesteed. Tegelijkertijd zal de mobiele revolutie zich doorzetten en leiden tot een hele klasse van nieuwe slimme, draagbare toepassingen zoals slimme horloges of brillen, slimme kledingstukken enz.

Kort gezegd: de wereld is in hoog tempo op weg naar het 'internet van de dingen', waarop alle voorwerpen zijn uitgerust met minuscule identificatie-instrumenten. Als alle voorwerpen in het dagelijkse leven zouden zijn voorzien van radiotransponders, zouden ze door computers kunnen worden geïdentificeerd en geïnventariseerd. Software zorgt voor alles wat nodig is om producten te volgen en te tellen, en afval, verliezen en kosten zullen sterk worden verminderd. De software zal de gebruikers meedelen wanneer dingen moeten worden vervangen, gerepareerd of teruggeroepen en of ze nog in goede staat zijn dan wel hun beste tijd hebben gehad.

Het grootste deel van de harmonisatiewetgeving van de Unie is echter aangenomen toen er nog geen elektronische hulpmiddelen voorhanden waren. Naleving van de regels leidt nog steeds tot papierwerk voor bedrijven en markttoezichtautoriteiten.

Om concurrerend te blijven, heeft de Europese markt voor industriële producten een regelgevingskader nodig dat innovatie bevordert en geen onnodige belemmeringen opwerpt voor de tijdige invoering van nieuwe technologieën en het op de markt brengen van innovaties. EU-wetgeving en -normen moeten het mogelijk maken dat nieuwe producten en technologieën snel op de markt beschikbaar komen, zodat Europa zich een pioniersvoordeel op de wereldmarkt kan verschaffen. Tegelijkertijd zal ook steeds meer rekening moeten worden gehouden met nieuwe uitdagingen door nieuwe technologieën, zoals het risico van een niet-gereglementeerde productie van gevaarlijke producten door 3D-printen of de gevolgen van het feit dat in slimme toestellen steeds vaker verborgen audiovisuele opnameapparatuur steekt.

De Commissie zal bij de uitwerking van nieuwe voorstellen op het gebied van de interne markt voor producten rekening houden met innovatie en technologische ontwikkelingen. Zij zal ook een e-Compliance-initiatief lanceren, op basis waarvan naleving van de harmonisatiewetgeving van de Unie elektronisch en in diverse talen kan worden aangetoond, bijvoorbeeld via elektronische etikettering, digitaal markttoezicht en elektronische conformiteitsverklaringen in alle officiële EU-talen.

5.4.        Het vervagende onderscheid tussen producten en de daarmee verbonden diensten (installatie, onderhoud, enz.)

Steeds vaker bieden fabrikanten diensten aan naast hun traditionele producten. De wisselwerking tussen productie en diensten is complexer geworden. Diensten en fabrieksproducten worden gebruikt als tussenstation voor de productie van een groter aantal eindproducten en diensten. Het aandeel diensten dat fabrikanten aanbieden, groeit zowel in de EU als elders in de wereld. In 2011 kwam meer dan een derde van de toegevoegde waarde van het uiteindelijke resultaat in de productiesector voor rekening van diensten.

Hoewel fabrieksproducten ook gebruikt worden om diensten te produceren, is het aandeel productie in de dienstensector driemaal kleiner dan het aandeel diensten in de productiesector. Bovendien is het aandeel productie in de dienstensector in de loop der tijd veel minder gegroeid. Het gemiddelde aandeel productie van in de EU verleende diensten bedraagt ongeveer 10 %.

Er is een grote mate van complementariteit tussen fabrieksproducten en diensten. Diensten als onderhoud en opleiding zijn bijzonder belangrijke aspecten van de levering van complexe fabrieksproducten. Andere diensten, zoals vervoer, zijn wezenlijk voor de voltooiing van fabrieksproducten, maar hebben nog steeds te maken met bepaalde marktrestricties. Tegelijkertijd worden gespecialiseerde diensten als financiële bemiddeling, communicatie, verzekeringen en gespecialiseerde kennisintensieve zakelijke diensten belangrijke bestanddelen bij de vervaardiging van ingewikkelde producten. Dit vormt een van de verklaringen voor de toenemende bijdrage van diensten aan de totale productie van een economie.

Het vraagstuk van de complementariteit van producten en diensten wordt steeds belangrijker voor de economie. De Commissie zal onderzoeken hoe de koppeling tussen fabrieksproducten en diensten binnen de interne markt kan worden verbeterd.

5.5.        Meer verordeningen, minder richtlijnen…

Tot nu toe werd de harmonisatie van productwetgeving bij voorkeur geregeld via richtlijnen, die de interne markt voor industriële producten tot stand hebben gebracht. Gezien het hoge niveau van marktintegratie hebben we tegenwoordig echter te maken met nieuwe uitdagingen en nog ambitieuzere beleidsdoelstellingen.

In een steeds complexere wereld is toegang tot informatie over productvoorschriften zeer belangrijk. Om de juiste informatie te vinden, moeten soms aanzienlijke kosten worden gemaakt. Dat geldt niet het minst voor de grensoverschrijdende handel. Toegang tot informatie kan binnen de interne markt nog altijd problemen opleveren als het gaat om producten waarvoor het te bereiken resultaat bindend in richtlijnen is vastgelegd, maar waarvan de lidstaten zelf de vorm en methode mogen kiezen. Als gevolg van deze flexibiliteit kan de omzetting van EU-bepalingen en de uitvoering ervan per land verschillen en daardoor de samenhang van het algehele regelgevingskader voor producten in het gedrang komen. Dit gevaar is vooral groot wanneer vage begrippen of onnauwkeurige bepalingen worden gehanteerd, zoals vaak het geval is wanneer de belangen van 28 of meer landen in het oog moeten worden gehouden. Een gebrek aan informatie of verschillen in regelgeving kunnen namelijk een zeer grote handelsbelemmering binnen de EU vormen, en dat geldt uiteraard vooral voor kmo’s. Het wordt er niet gemakkelijker op als bedrijven in meerdere talen met een groot aantal overheidsinstanties moeten communiceren.

Overstappen van richtlijnen op verordeningen leidt tot minder bureaucratie en meer zekerheid voor bedrijven. De Commissie zal per geval beoordelen wat de beste oplossing is, met als uitgangspunt dat de voorkeur wordt gegeven aan een verordening als de belangrijkste bron van EU-recht voor bedrijven en instanties, zodat er geen sprake zal zijn van overregulering en het aantal overtredingen tot een minimum wordt beperkt.

5.6.        …en een bedrijfsvriendelijke hantering van productvoorschriften

Er moet meer worden gedaan om bedrijven te helpen de EU-wetgeving betreffende industriële producten na te leven. Het is van wezenlijk belang het juiste evenwicht te bewaren tussen de kosten en de doelstellingen van regulering. Momenteel worden bedrijven geconfronteerd met diverse wetgevingshandelingen die op dezelfde producten/fabrikanten betrekking hebben en de grenzen tussen veel van deze handelingen zijn soms onduidelijk. De wetgeving betreffende de interne markt is verspreid over honderden richtlijnen die verschillende toepassingsgebieden, procedures, benaderingen, enz. kunnen hebben en mogelijk aanvullende omzettingsmaatregelen vereisen.

Daarom hebben de vereenvoudiging en de verduidelijking van de productvoorschriften voor de Commissie de hoogste prioriteit. Een verdere integratie van de regulering van de interne markt voor producten is geboden. Idealiter zou de regelgeving waarbij producten onder meerdere richtlijnen vallen, waarmee soortgelijke of verschillende publieke belangen worden nagestreefd en die op verschillende wijze in de lidstaten zijn omgezet, kunnen worden beperkt door op wetgevingsgebied voor fabrikanten van een bepaalde categorie producten één “loket” in het leven te roepen. Een dergelijke aanpak zou betekenen dat meerdere eisen die voor één productgroep gelden, onder een en dezelfde samenhangende wetgeving vallen. Belangrijke vereenvoudigingen van de regelgeving moeten op middellange tot lange termijn hun beslag krijgen. Zij dienen aan grondige effectbeoordelingen te worden onderworpen en gelijktijdig met de periodieke herzieningen van de wetgeving plaats te vinden. Op deze wijze erkent de Commissie dat de frequente wijzigingen van de Europese wetgeving cumulatieve effecten hebben en geeft zij gehoor aan de uitdrukkelijke roep van de industrie om perioden van stabiele regelgeving die geleidelijk wordt aangepast, in plaats van een veelvuldige grondige herziening van de geharmoniseerde productwetgeving.

Naast bedrijfsvriendelijke regels is het ook van belang dat normen geen fragmentatie van de markt teweegbrengen. Gezien de beperkte mogelijkheden van de Commissie om in het normaliseringsproces in te grijpen, worden de autoriteiten van de lidstaten aangespoord actief betrokken te zijn bij de ontwikkeling van normen, zodat niet slechts aan het eind van het proces kritiek op de vastgestelde normen wordt geleverd.

Bij periodieke herzieningen van sectorale wetgeving zal de Commissie bekijken of deze kan worden samengevoegd met andere wetgeving die op dezelfde categorie producten van toepassing is.

5.7.        De wereldmarkt

Het aanpakken van belemmeringen van regelgevende aard zal alleen maar belangrijker worden naarmate de wereld een sterker multipolair karakter krijgt en in de snelgroeiende ontwikkelingslanden nieuwe centra voor economische ontwikkeling en handel, met de bijbehorende regelgeving, ontstaan.

Vroeger hoefde de EU er niet aan te twijfelen dat haar reguleringsmodel grote aantrekkingskracht had, omdat handelspartners toegang tot 's werelds grootste goederenimporteur kregen wanneer zij zich aan de EU-regelgeving hielden. Wegens de omvang van de interne markt bepaalde de EU de norm op het internationale toneel. Om concurrerend te blijven en Europese bedrijven de beste kansen te bieden, moet de EU evenwel erkennen dat deze situatie aan verandering onderhevig is en zich aan de nieuwe realiteit aanpassen. Het internationale concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven dient een grotere rol te spelen bij de beoordeling van bestaande EU-regelgeving en bij de inventarisatie van opties voor nieuwe initiatieven.

De EU benadert haar handelspartners op verschillende wijzen. Enerzijds is het doel om de regelgeving van de EU volledig van toepassing te laten zijn op landen die het lidmaatschap van de EU ambiëren en partners uit andere buurlanden. Anderzijds kunnen voor meer afgelegen partners niet dezelfde ambitieuze doelen worden gesteld, al blijft niettemin convergentie van de regelgeving het uitgangspunt. Vanuit het oogpunt van de marktdeelnemers biedt convergentie van regelgeving belangrijke voordelen in vergelijking met overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning, vooral wat betreft rechtszekerheid.

Op een groeiende wereldmarkt met lagere in- en uitvoerrechten zijn belemmeringen in de regelgeving of 'over de grens' verantwoordelijk voor relatief hogere administratieve en materiële nalevingskosten voor de industrie. Het is van belang dat de EU haar strategische dialoog met belangrijke derde landen vernieuwt als middel om wederzijds vertrouwen te wekken en de ontwikkelingen op het gebied van regelgeving voorspelbaarder te maken. Dit is een wezenlijk instrument waarmee de industrie verder vooruit kan plannen.

De EU onderhandelt reeds met belangrijke geïndustrialiseerde landen over vrijhandelsovereenkomsten. Deze onderhandelingen bieden mogelijkheden om obstakels van regelgevende aard tussen belangrijke handelspartners te beperken en tegelijkertijd de publieke belangen in hoge mate te beschermen. Zij leveren een bijdrage aan een bredere bezinning over gemeenschappelijke, mondiale productvoorschriften. Voor de EU betekent dit ruimere toegang tot belangrijke opkomende markten met een grote economische groei en dito vraag.

Een trans-Atlantische handelsovereenkomst waarin traditionele handelsbelemmeringen voor producten en diensten worden weggenomen, zou een grote stap voorwaarts op weg naar zulke wereldwijde regels vormen. Een dergelijke overeenkomst kan de kosten van de naleving van regelgeving voor bedrijven in alle economische sectoren terugdringen. Wanneer voor nieuwe technologieën gemeenschappelijke trans-Atlantische regelgeving wordt vastgesteld, kunnen miljoenen worden bespaard. Tevens kan dit bevorderen dat open, mondiale normen en regels voor de industrieën van de toekomst worden gedefinieerd.

De EU moet de internationale convergentie van wetgeving en technische normen voor industriële producten blijven bevorderen en tegelijkertijd de publieke belangen in hoge mate beschermen. De Commissie dient zorgvuldiger te kijken naar de effecten van de EU-regelgeving op het internationale concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven.

6. Conclusie

Ondanks de fase van ontwikkeling en vergevorderde integratie waarin de interne markt voor producten zich bevindt, moet deze blijven evolueren om gelijke tred te houden met de uitdagingen van de 21e eeuw op technologisch en maatschappelijk vlak. Daar staat tegenover dat ook moet worden voldaan aan het verzoek van belanghebbenden uit de industrie om perioden van stabiele regelgeving, zonder grondige herziening van de regels, in te stellen. Daarom zal de Commissie zich voor de korte termijn richten op consolidatie van de wetgeving en versterking van de handhavingsmechanismen zonder de industrie verdere lasten op te leggen. De Commissie zal werken aan een wetgevingsinitiatief voor een geharmoniseerde aanpak van economische sancties en een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van industriële producten op grond van Besluit nr. 768/2008/EG.

               COM (2012) 582 final “Een sterkere Europese industrie om bij te dragen tot groei en economisch herstel – Actualisering van de mededeling over het industriebeleid”.

               Bij Richtlijn 98/34/EG is een procedure vastgesteld die de lidstaten verplicht om de Commissie en elkaar in kennis te stellen van alle ontwerpen voor technische voorschriften met betrekking tot producten en diensten van de informatiemaatschappij voordat deze in het nationaal recht worden opgenomen.

               Het begrip 'industriële producten' moet niet worden opgevat als tegengesteld aan 'consumentenartikelen'. De eerste definitie is gebaseerd op het productieproces, terwijl de tweede definitie is gebaseerd op het eindgebruik. Veel industriële producten zijn daarom ook consumentenartikelen, hoewel niet allemaal (sommige zijn enkel bedoeld voor professioneel gebruik).

               Een indicatieve lijst van harmonisatiewetgeving in de Unie is beschikbaar op http://ec.europa.eu/enterprise/policies/single-market-goods/documents/internal-market-for-products/new-legislative-framework/index_en.htm#h2-2

               PB L 157 van 9.6.2006, blz. 24.

               COM(2013) 561 final.

               Richtlijn 2013/29/EU inzake pyrotechnische artikelen is al vastgesteld en de wetgever heeft ook een overeenkomst bereikt over de richtlijn inzake pleziervaartuigen. De voorstellen met betrekking tot radioapparatuur, elektromagnetische compatibiliteit, laagspanningsproducten, liften, materiaal bestemd voor gebruik in explosieve omgeving (ATEX), explosieven voor civiel gebruik, meetinstrumenten, niet-automatische meetinstrumenten, drukvaten van eenvoudige vorm, drukapparaten, persoonlijke beschermingsmiddelen, kabelbanen en gastoestellen zijn nog in behandeling.

               PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5.

               PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12.

             Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, en tot intrekking van Beschikking nr. 3052/95/EG.

             Conclusies van de Raad met betrekking tot het beleid voor de interne markt (16443/13).

             COM(2012) 584 final.

             http://ec.europa.eu/enterprise/policies/single-market-goods/documents/internal-market-for-products/new-legislative-framework/index_en.htm#h2-3

             Systeem voor snelle waarschuwingen over gevaarlijke non-foodproducten. Meer informatie over Rapex is te vinden op http://ec.europa.eu/consumers/safety/rapex/index_en.htm

             Information and Communication System on Market Surveillance (Informatie- en Communicatiesysteem voor markttoezicht). Meer informatie over het ICSMS is te vinden op http://ec.europa.eu/enterprise/policies/single-market-goods/internal-market-for-products/icsms/index_en.htm

             http://ec.europa.eu/enterprise/policies/single-market-goods/internal-market-for-products/market-surveillance/index_en.htm#h2-1

             PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30.

             Meer informatie over het Informatiesysteem interne markt is te vinden op http://ec.europa.eu/imi-net

          PB L 218 van 13.8.2008, blz. 21.

             Een analyse van de effecten van een wetgevingsvoorstel op kmo’s. Meer informatie is beschikbaar op http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/small-business-act/sme-test/

             De groep op hoog niveau voor zakelijke dienstverlening waarvan de oprichting werd voorgesteld in de mededeling van de Commissie 'Naar een Single Market Act' (COM(2010) 608), bespreekt de complementariteit tussen producten en diensten. Het eindverslag van de groep wordt verwacht in het voorjaar van 2014.

             Verslag over het Europese concurrentievermogen 2013.