Artikelen bij COM(2014)397 - Amendering van richtlijnen 2008/98/EG, 94/62/EG, 1999/31/EG, 2000/53/EG, 2006/66/EG, en 2012/19/EU over afval

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1 - Wijziging van Richtlijn 2008/98/EG

Richtlijn 2008/98/EG wordt als volgt gewijzigd:

1) artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a) het volgende punt 1 a) wordt ingevoegd:

"1 a) 'stedelijk afval': afval als omschreven in bijlage VI;";

b) de volgende punten 4 a) en b) worden ingevoegd:

"4 a) 'levensmiddelenafval': voor menselijke consumptie bestemde levensmiddelen (met inbegrip van niet-eetbare delen) die verloren zijn gegaan voor de voedselvoorzieningsketen, met uitzondering van levensmiddelen die voor materiële toepassingen zoals biogebaseerde producten of diervoeders worden gebruikt of die bestemd zijn voor herverdeling;

4 b) 'bouw- en sloopafval': afvalstoffen overeenstemmend met de categorieën afvalstoffen van hoofdstuk 17 van de bijlage bij Beschikking 2000/532/EG en eventuele daaropvolgende wijzigingen, met uitzondering van gevaarlijk afval en in de natuur voorkomende materialen zoals omschreven in categorie 17 05 04;";

d) het volgende punt 15 a) wordt ingevoegd:

"15 a) 'nuttige toepassingen van materiaal': elke nuttige toepassing, met uitzondering van terugwinning van energie en opwerking tot materiaal dat bestemd is om als brandstof te worden gebruikt;";

d) het volgende punt 17 a) wordt ingevoegd:

" 17 a) 'opvulling': een van de volgende vormen van nuttige toepassing:

i) nuttige toepassing waarbij gebruik wordt gemaakt van afval in uitgegraven gebieden zoals ondergrondse mijnen of grindgroeven voor het herstel van afgegraven terreinen, veiligheidsdoeleinden of civieltechnische toepassingen bij de landschapsaanleg;

ii) nuttige toepassing waarbij afval wordt gebruikt voor de bouw, de vulling van mijnen en steengroeven, herbewerking, landwinning of landschapsaanleg en waarbij het afval dient ter vervanging van andere niet-afvalstoffen die anders voor dat doel waren gebruikt;";

e) het volgende punt 20 a) wordt ingevoegd:

"20 a) 'kleine inrichtingen of ondernemingen': inrichtingen die minder dan 250 personen in dienst hebben met een jaaromzet van maximaal 50 miljoen EUR of een jaarlijks balanstotaal van maximaal 43 miljoen EUR;";

2) artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a) aan lid 1 wordt het volgende punt e) toegevoegd:

"e) de overige voorwaarden waaraan overeenkomstig lid 2 moet worden voldaan voor specifieke stoffen of voorwerpen.";

b) lid 2 komt als volgt te luiden:

"2. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 38 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde te bepalen volgens welke criteria een specifieke stof of een specifiek voorwerp moet worden aangemerkt als bijproduct en niet als afvalstof in de zin van artikel 3, punt 1.";

3) artikel 6, lid 2, komt als volgt te luiden:

"2. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 38 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot het aannemen van de in lid 1 bedoelde criteria en de omschrijving van het soort afvalstoffen waarop die criteria van toepassing zijn. Specifieke criteria voor de 'einde-afvalfase' moeten onder meer ten minste worden overwogen voor granulaten, papier, glas, metaal, banden, textiel en bio-afval.";

4) artikel 6, lid 3, komt als volgt te luiden:

"3. Afvalstoffen die overeenkomstig de leden 1 en 2 niet langer als afvalstof worden aangemerkt, worden geacht te worden gerecycleerd met het oog op de berekening van de doelstellingen omschreven in deze richtlijn, de Richtlijnen 94/62/EG, 2000/53/EG en 2006/66/EG en Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad*, tenzij de materialen bestemd zijn om als brandstoffen te worden gebruikt of, met uitzondering van granulaten afkomstig van bouw- en sloopafval, voor gebruik als opvulmateriaal.";

* Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 197 van 24.7.2012, blz. 38).

5) artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 komt de eerste zin als volgt te luiden:

"1. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 38 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de actualisering van de bij Beschikking 2000/532/EG opgestelde lijst van afvalstoffen.";

b) lid 5 wordt geschrapt.

6) artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 wordt de volgende eerste alinea ingevoegd:

"1 a) Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid: de operationele en/of financiële verantwoordelijkheid van de producent voor een product, uitgebreid tot de staat van het product na de consumptiefase.";

b) lid 2 komt als volgt te luiden:

"2. De lidstaten nemen passende maatregelen die stimuleren om producten zodanig te ontwerpen dat de milieueffecten ervan en de afvalproductie zowel bij de vervaardiging als bij het latere gebruik van de producten worden verminderd, zonder de interne markt te verstoren.

Dergelijke maatregelen omvatten onder andere maatregelen die aanmoedigen tot het ontwikkelen, vervaardigen en in de handel brengen van producten die geschikt zijn voor meervoudig gebruik, technisch duurzaam zijn en, zodra afval geworden, geschikt zijn voor hergebruik en recycling om een juiste toepassing van de afvalhiërarchie te faciliteren. Bij de maatregelen wordt rekening gehouden met de effecten gedurende de volledige levensduur van producten.";

 c) lid 3 komt als volgt te luiden:

"3. Bij de ontwikkeling en de toepassing van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid houden de lidstaten rekening met de minimumvoorschriften van bijlage VII.";

7) artikel 9 komt als volgt te luiden:

"Artikel 9 - Afvalpreventie

"1. De lidstaten nemen passende afvalpreventiemaatregelen.

2. Elk jaar publiceert het Europees Milieuagentschap een verslag over de vooruitgang op het gebied van de preventie van afvalproductie voor elke lidstaat en voor de gehele Unie en over de ontkoppeling van de afvalproductie van economische groei.

3. De lidstaten nemen maatregelen om de productie van levensmiddelenafval langs de gehele voedselvoorzieningsketen te voorkomen. De maatregelen moeten erop gericht zijn te bewerkstelligen dat de productie van levensmiddelenafval in de industrie, de detailhandel/distributie, de catering/horeca en huishoudens tussen 1 januari 2017 en 31 december 2025 met ten minste 30 % wordt teruggebracht.

De Commissie stelt uiterlijk op 31 december 2017 uitvoeringshandelingen vast teneinde eenvormige voorwaarden vast te leggen voor het toezicht op de uitvoering van maatregelen ter preventie van levensmiddelenafval die worden genomen door de lidstaten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 39, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.";

8) artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

i) punt a) wordt vervangen door: "a) uiterlijk op 1 januari 2020 worden recycling en de voorbereiding voor hergebruik van stedelijk afval verhoogd tot minimaal 50 gewichtsprocent;";

ii) het volgende punt c) wordt toegevoegd:

"c) uiterlijk op 1 januari 2030 wordt recycling en de voorbereiding voor hergebruik van stedelijk afval verhoogd tot minimaal 70 gewichtsprocent;";

b) de leden 3, 4 en 5 worden vervangen door:

"3. De Commissie kan de nodige uitvoeringshandelingen vaststellen om te zorgen voor een eenvormige toepassing van de in lid 2, onder b), vastgestelde doelstelling met betrekking tot opvulling. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 39, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.

4. Om te berekenen of de in lid 2, onder a) en c), bedoelde doelstellingen zijn bereikt, wordt onder het gewicht van het afval dat wordt voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd verstaan: het gewicht van het afval dat is ingebracht in een eindproces van voorbereiding voor hergebruik of recycling, min het gewicht van het materiaal dat in de loop van dat proces is afgedankt in verband met de aanwezigheid van onzuiverheden en dat moet worden verwijderd of andere handelingen van nuttige toepassing moet ondergaan.

Wanneer het afgedankte materiaal echter 2 % of minder uitmaakt van het gewicht van het afval dat in dat proces is ingebracht, wordt onder het gewicht van het afval dat wordt voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd verstaan: het gewicht van het afval dat is ingebracht in een eindproces van voorbereiding voor hergebruik of recycling."

5. Om te berekenen of de in lid 2, onder b), bedoelde doelstelling is bereikt, wordt onder het gewicht van het afval dat wordt voorbereid voor hergebruik, gerecycleerd en gebruikt voor nuttige toepassingen verstaan: het gewicht van het afval dat is ingebracht in een eindproces van voorbereiding voor hergebruik, recycling en andere nuttige toepassingen van materiaal, min het gewicht van het materiaal dat in de loop van dat proces is afgedankt in verband met de aanwezigheid van onzuiverheden en dat moet worden verwijderd of andere handelingen van nuttige toepassing moet ondergaan. 

Wanneer het afgedankte materiaal echter 2 % of minder uitmaakt van het gewicht van het afval dat in dat proces is ingebracht, wordt onder het gewicht van het afval dat wordt voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd verstaan: het gewicht van het afval dat is ingebracht in een eindproces van voorbereiding voor hergebruik of recycling."

9) het volgende artikel 11 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 11 - bis Systeem voor vroegtijdige waarschuwingen

1. De Commissie publiceert, met de steun van het Europees Milieuagentschap, de volgende verslagen:

a) in 2017 een verslag over de verwezenlijking van de doelstellingen als bedoeld in artikel 11, lid 2, onder a) en b);

b) in 2022 een verslag over de verwezenlijking van de doelstelling als bedoeld in artikel 9, lid 3;

c) in 2027 een verslag over de verwezenlijking van de doelstelling als bedoeld in artikel 11, lid 2, onder c).

2. De in lid 1 bedoelde verslagen omvatten het volgende:

(a) een raming van de mate van verwezenlijking van de doelstellingen door elke lidstaat;

(b) een beoordeling van de verwachte termijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen door elke lidstaat; en

(c) een lijst van lidstaten die het risico lopen die doelstellingen niet binnen de respectieve termijnen te verwezenlijken, vergezeld van passende aanbevelingen.

Waar nodig kan in de verslagen worden ingegaan op de uitvoering van aanvullende vereisten naast die van lid 1.

3. Binnen zes maanden na de datum van publicatie van het verslag van de Commissie dienen de lidstaten die het risico lopen die doelstellingen niet te verwezenlijken, bij de Commissie een conformiteitsplan in met een beschrijving van de maatregelen die zij van plan zijn te nemen om de doelstellingen te bereiken. In het conformiteitsplan wordt rekening gehouden met de aanbevelingen van de Commissie als bedoeld in lid 2, onder c), de maatregelen in bijlage VIII of andere passende maatregelen. Hierin wordt het verwachte tijdstip van de naleving aangegeven.

4. Bij de indiening van een conformiteitsplan in reactie op het verslag van de Commissie op grond van lid 1, onder a), kunnen de lidstaten verzoeken om verlenging van de termijn die is vastgesteld in artikel 11, lid 2, onder a), voor ten hoogste drie jaar.

Tenzij de Commissie binnen vijf maanden na ontvangst ervan bezwaar aantekent tegen het conformiteitsplan, wordt het verzoek tot verlenging geacht te zijn aanvaard.

Indien bezwaren worden geuit, eist de Commissie dat de betrokken lidstaat binnen twee maanden na ontvangst van de opmerkingen van de Commissie een herzien conformiteitsplan indient.

De Commissie beoordeelt het herziene conformiteitsplan binnen twee maanden na de ontvangst ervan en aanvaardt of verwerpt het verzoek om verlenging schriftelijk. Indien een reactie van de Commissie binnen die termijn uitblijft, wordt het verzoek om verlenging geacht te zijn aanvaard.";

10) artikel 17 komt als volgt te luiden:

"Artikel 17 - Toezicht op gevaarlijke afvalstoffen

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de productie, de inzameling en het vervoer van gevaarlijke afvalstoffen, alsmede de opslag en verwerking ervan, plaatsvinden onder omstandigheden waarbij bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid wordt geboden ter voldoening aan de bepalingen van artikel 13, met inbegrip van maatregelen ter waarborging van traceerbaarheid vanaf de productie tot aan de eindbestemming en toezicht op gevaarlijke afvalstoffen ter voldoening aan de vereisten van de artikelen 35 en 36.

Hiertoe maken de lidstaten gebruik van de aan de bevoegde instanties beschikbaar gestelde informatie die op grond van artikel 35 is verzameld.";

11) in artikel 22 wordt de tweede alinea vervangen door:

"Om verontreiniging van afvalstoffen tot een minimum te beperken, zorgen de lidstaten ervoor dat bio-afval tegen 2025 gescheiden wordt ingezameld.

De Commissie zal een beoordeling uitvoeren van het beheer van bio-afval, zodat zij indien nodig een voorstel kan indienen. Bij de beoordeling wordt ook gekeken naar de mogelijkheid om minimumvereisten voor het beheer van bio-afval vast te stellen alsmede kwaliteitscriteria voor compost en digestaat van bio-afval, om een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu te waarborgen.";

12) artikel 24 komt als volgt te luiden:

"Artikel 24 - Vrijstelling van de vergunningsvereisten

De lidstaten kunnen inrichtingen of ondernemingen voor onderstaande handelingen vrijstellen van het vereiste van artikel 23, lid 1:

a) inzameling van niet-gevaarlijke afvalstoffen;

b) vervoer van niet-gevaarlijke afvalstoffen;

c) verwijdering van hun eigen niet-gevaarlijke afvalstoffen op de plaats van productie; of

d) nuttige toepassing van afvalstoffen.";

13) artikel 26 komt als volgt te luiden:

"Artikel 26 - Registratie

1. Wanneer in de hierna volgende gevallen geen vergunningsvereisten gelden, zorgen de lidstaten ervoor dat de bevoegde instantie een register bijhoudt van:

a) inrichtingen of ondernemingen die op beroepsmatige basis afval inzamelen of vervoeren;

b) handelaars of makelaars; en

c) inrichtingen of ondernemingen die overeenkomstig artikel 24 vrijgesteld zijn van de vergunningsvereisten.

Om de administratieve lasten te beperken worden, waar mogelijk, de bestaande gegevens waarover de bevoegde instanties beschikken gebruikt om de relevante informatie voor dit registratieproces te verkrijgen.

2. De lidstaten kunnen kleine inrichtingen of ondernemingen die zeer kleine hoeveelheden niet-gevaarlijke afvalstoffen inzamelen of vervoeren, vrijstellen van het bepaalde in lid 1.

De Commissie kan de nodige uitvoeringshandelingen vaststellen om vast te stellen hoe de drempel van een zeer kleine hoeveelheid moet worden bepaald. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 39, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.";

14) artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 komt als volgt te luiden:

"1. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 38 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde de technische minimumnormen te bepalen voor verwerkingsactiviteiten waarvoor uit hoofde van artikel 23 een vergunning vereist is indien er bewijs is dat  dergelijke minimumnormen een voordeel ten aanzien van de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu zouden opleveren.";

b) lid 4 komt als volgt te luiden:

"4. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 38 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde de minimumnormen te bepalen voor activiteiten waarvoor uit hoofde van artikel 26, lid 1, onder a) en b), registratie vereist is indien er bewijs is dat dergelijke minimumnormen een voordeel ten aanzien van de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu of wat betreft het voorkomen van verstoring van de interne markt zouden opleveren.";

15) artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 3, onder b), wordt als volgt gewijzigd:

"b) bestaande regelingen voor afvalinzameling en grote verwijderingsinstallaties en installaties voor nuttige toepassing inclusief speciale regelingen voor afvaloliën, gevaarlijke afvalstoffen, afvalstoffen die aanzienlijke hoeveelheden kritieke grondstoffen bevatten, of afvalstromen waarvoor specifieke EU-wetgeving bestaat;";

b) in lid 3 wordt het volgende punt f) toegevoegd:

"f) maatregelen om zwerfafval te bestrijden.";

c) lid 5 komt als volgt te luiden:

"5. De afvalbeheerplannen dienen in overeenstemming te zijn met de eisen inzake afvalbeheerplanning van artikel 14 van Richtlijn 94/62/EG en de vereisten van artikel 11, lid 2, van deze richtlijn en artikel 5 van Richtlijn 1999/31/EG.";

16) artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

a) aan lid 2 wordt de volgende zin toegevoegd:

"De lidstaten nemen in hun programma’s specifieke maatregelen op ter vermindering van de productie van levensmiddelenafval zoals gespecificeerd in artikel 9, lid 3, van deze richtlijn.";

b) lid 4 komt als volgt te luiden:

"4. De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen teneinde indicatoren voor afvalpreventiemaatregelen vast te stellen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 39, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.";

17) artikel 33, lid 2, komt als volgt te luiden:

"2. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast teneinde de vorm te bepalen van de kennisgeving over de vaststelling en belangrijke wijzigingen van die plannen en programma’s. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 39, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.";

18) artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 komt als volgt te luiden:

"1. De in artikel 23, lid 1, bedoelde inrichtingen of ondernemingen, de producenten van afvalstoffen en de inrichtingen en ondernemingen die beroepsmatig afvalstoffen inzamelen of vervoeren of optreden als handelaar of makelaar in afvalstoffen, houden een chronologisch register bij van de hoeveelheid, aard, oorsprong en, voor zover van toepassing, bestemming, inzamelingsfrequentie, wijze van vervoer en geplande methode van verwerking van de afvalstoffen en stellen die informatie ter beschikking van de bevoegde instanties.

a) voor gevaarlijke afvalstoffen wordt die informatie uiterlijk op 31 december van elk jaar beschikbaar gesteld;

b) voor niet-gevaarlijke afvalstoffen wordt die informatie op verzoek van de bevoegde instantie beschikbaar gesteld.";

b) het volgende lid 4 wordt toegevoegd:

"4. De lidstaten zetten een elektronisch register of gecoördineerde registers op om gegevens over gevaarlijke afvalstoffen en, in voorkomend geval, andere afvalstromen te registreren, die het gehele geografische grondgebied van de betrokken lidstaat bestrijken. De lidstaten maken gebruik van de gegevens over afval die worden ingediend door de industriële exploitanten in overeenstemming met het Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 166/2006**.

De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen teneinde minimumvoorwaarden voor de exploitatie van dergelijke registers vast te stellen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 39, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.";

** Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad (PB L 33 van 4.2.2006, blz. 1).

19) artikel 36, lid 1, komt als volgt te luiden:

"1. De lidstaten nemen alle noodzakelijke maatregelen om het achterlaten, dumpen en ongecontroleerd beheren van afvalstoffen, met inbegrip van zwerfafval, te verbieden.";

20) artikel 37 komt als volgt te luiden:

"Artikel 37 - Verslaglegging

1. De lidstaten zenden elk jaar uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op het jaar waarop de gegevens betrekking hebben, langs elektronische weg hun gegevens betreffende de toepassing van artikel 9, lid 3, en artikel 11, lid 2, onder a), b) en c), toe aan de Commissie. De gegevens worden toegezonden in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met lid 6 is vastgesteld. Het eerste verslag bestrijkt de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019.

2. Wanneer afval wordt verzonden om in een andere lidstaat te worden voorbereid voor hergebruik, te worden gerecycleerd of anderszins voor nuttige toepassingen van materiaal te worden gebruikt, mag het alleen worden meegeteld voor de doelstellingen van de lidstaat waar het werd ingezameld ten behoeve van de in lid 1 bedoelde verslagen.

3. Afval dat voor de voorbereiding voor hergebruik of recycling uit de Unie wordt uitgevoerd, wordt alleen voor het bereiken van de in artikel 11, lid 2, bedoelde doelstellingen meegerekend als de exporteur, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1013/2006, kan aantonen dat de verwerking buiten de Unie heeft plaatsgevonden onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de vereisten van de desbetreffende milieuwetgeving van de Unie.

4. Met het oog op de verificatie van de naleving van artikel 11, lid 2, onder b), wordt de hoeveelheid afval die is gebruikt voor opvulactiviteiten afzonderlijk gerapporteerd van de hoeveelheid afval die is voorbereid voor hergebruik, gerecycleerd of andere handelingen ten behoeve van nuttige toepassing heeft ondergaan. De opwerking van afval tot materialen die bestemd zijn om voor opvulactiviteiten te worden gebruikt, wordt als opvulling gerapporteerd.

5. De door de lidstaat overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens gaan vergezeld van een kwaliteitscontroleverslag en worden geverifieerd door een onafhankelijke derde.

6. De Commissie kan de nodige uitvoeringshandelingen vaststellen tot bepaling van eenvormige voorwaarden voor de verificatie van de naleving van de doelstellingen als bedoeld in artikel 9, lid 3, en artikel 11, lid 2, onder a), b) en c), de vorm van de verslaglegging voor de gegevens betreffende die doelstellingen, en minimumvoorwaarden voor de verificatie door derden. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 39, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.";

21) artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 komt de tweede alinea als volgt te luiden:

"De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 38 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde nader te bepalen hoe de in bijlage II, R1 bedoelde formule voor verbrandingsinstallaties moet worden toegepast. Er kan rekening worden gehouden met plaatselijke klimaatomstandigheden, zoals de koudegraad en de behoefte aan verwarming, voor zover deze de hoeveelheid energie die in technische zin in de vorm van elektriciteit, verwarming, koeling of stoomproductie kan worden verbruikt of geproduceerd, beïnvloeden. De plaatselijke omstandigheden van de ultraperifere gebieden, zoals onderkend in artikel 299, lid 2, vierde alinea, van het Verdrag, en van de gebieden die in artikel 25 van de Toetredingsakte van 1985 zijn vermeld, kunnen ook in aanmerking worden genomen.";

b) lid 2 komt als volgt te luiden:

"2. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 38 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde de bijlagen I tot en met V aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang.";

c) de volgende leden 3 en 4 worden toegevoegd:

"3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 38 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde de bijlagen I en II te wijzigen. 4. De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen voor de herziening van bijlage VI. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 39, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.";

22) het volgende artikel 38 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 38 - bis Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De bevoegdheden om de in artikel 5, lid 2, artikel 6, lid 2, artikel 7, lid 1, artikel 27, leden 1 en 4, en artikel 38, leden 1, 2 en 3, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, worden aan de Commissie verleend voor een onbepaalde periode vanaf [datum van inwerkingtreding van deze herziening].

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 2, artikel 6, lid 2, artikel 7, lid 1, artikel 27, leden 1 en 4, en artikel 38, leden 1, 2 en 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een latere daarin genoemde datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5. Een overeenkomstig artikel 5, lid 2, artikel 6, lid 2, artikel 7, lid 1, artikel 27, leden 1 en 4, en artikel 38, leden 1, 2 en 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking als het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of wanneer zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van deze termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met twee maanden verlengd.";

23) artikel 39 komt als volgt te luiden:

"Artikel 39 - Comitéprocedure

1. Voor de toepassing van artikel 9, lid 3, artikel 11, lid 3, artikel 24, lid 2, artikel 29, lid 4, artikel 33, lid 2, artikel 35, lid 4, artikel 37, lid 4, en artikel 38, lid 4, wordt de Commissie bijgestaan door het Comité voor de aanpassing van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad***.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

***    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).";

24) de bijlagen VI, VII en VIII worden toegevoegd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2 - Wijziging van Richtlijn 94/62/EG

Richtlijn 94/62/EG wordt als volgt gewijzigd:

1) artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a) in punt 1 wordt de volgende tekst geschrapt:

"De Commissie bestudeert indien passend, de voorbeelden ter illustratie van de definitie van verpakking in bijlage I en herziet deze waar nodig. De volgende artikelen worden prioritair behandeld: cd- en videodoosjes, bloempotten, buizen en rollen die met buigbaar materiaal omwikkeld zijn, papier waarop zelfklevende etiketten zitten, en inpakpapier. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 21, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.";

b) punt 2 komt als volgt te luiden:

"2. 'verpakkingsafval': alle verpakking of verpakkingsmateriaal waarop de definitie van afvalstoffen in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van toepassing is*;";

* Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).

c) de punten 3 tot en met 10 worden geschrapt;

d) het volgende punt 13 wordt toegevoegd:

"13. de definities van 'afvalstof', 'stedelijk afval', 'gevaarlijke afvalstof', 'preventie', 'voorbereiding voor hergebruik', 'hergebruik', 'nuttige toepassing', 'recycling', 'verwijdering', 'afvalbeheer', 'afvalstoffenproducent' en 'afvalstoffenhouder' van artikel 3 van Richtlijn 2008/98/EG zijn van toepassing.";

2) het volgende artikel 3 bis wordt ingevoegd:

Artikel 3 - bis Wijziging van bijlage I

"De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 21 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde de lijst van voorbeelden ter illustratie in bijlage I te wijzigen.";

3) artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a) de titel wordt vervangen door 'Voorbereiding voor hergebruik, recycling en nuttige toepassing';

b) aan lid 1 worden de volgende punten f) tot en met k) toegevoegd:

"f) tegen het einde van 2020 zal ten minste 60 gewichtsprocent van alle verpakkingsafval worden voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;

g) tegen het einde van 2020 zullen de volgende minimumstreefwaarden voor de voorbereiding voor hergebruik en recycling worden behaald met betrekking tot de volgende specifieke in verpakkingsafval aanwezige materialen:

i) 45 % van het kunststof;

ii) 50 % van het hout;

iii) 70 % van de ferrometalen;

iv) 70 % van het aluminium;

v) 70 % van het glas;

vi) 85 % van het papier en karton;

h) tegen het einde van 2025 zal ten minste 70 gewichtsprocent van alle verpakkingsafval worden voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;

i) tegen het einde van 2025 zullen de volgende minimumstreefwaarden voor de voorbereiding voor hergebruik en recycling worden behaald met betrekking tot de volgende specifieke in verpakkingsafval aanwezige materialen:

i) 60 % van het kunststof;

ii) 65 % van het hout;

iii) 80 % van de ferrometalen;

iv) 80 % van het aluminium;

v) 80 % van het glas;

vi) 90 % van het papier en karton;

j) tegen het einde van 2030 zal ten minste 80 gewichtsprocent van alle verpakkingsafval worden voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;

k) tegen het einde van 2030 zullen de volgende minimumstreefwaarden voor de voorbereiding voor hergebruik en recycling worden behaald met betrekking tot de volgende specifieke in verpakkingsafval aanwezige materialen:

i) 80 % van het hout;

ii) 90 % van de ferrometalen;

iii) 90 % van het aluminium;

iv) 90 % van het glas.";

d) het volgende punt 1 bis wordt ingevoegd:

"1 bis. Om te berekenen of de in artikel 6, lid 1, onder a) tot en met k), bedoelde doelstellingen zijn bereikt, wordt onder het gewicht van het afval dat wordt voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd verstaan: het gewicht van het afval dat is ingebracht in een eindproces van hergebruik of recycling, min het gewicht van het materiaal dat in de loop van dat proces is afgedankt in verband met de aanwezigheid van onzuiverheden en dat moet worden verwijderd of andere handelingen ten behoeve van nuttige toepassing moet ondergaan.

Wanneer het afgedankte materiaal echter 2 % of minder uitmaakt van het gewicht van het afval dat in dat proces is ingebracht, wordt onder het gewicht van het afval dat wordt voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd verstaan: het gewicht van het afval dat is ingebracht in een eindproces van voorbereiding voor hergebruik of recycling. 

d) het volgende lid 1 ter wordt ingevoegd:

"1 ter. Indien de verpakking uit verschillende materialen bestaat, moet elk materiaal afzonderlijk in aanmerking worden genomen voor de berekening van de doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1, onder f) tot en met k).";

e) de leden 3, 5, 8 en 9 worden geschrapt;

f) het volgende lid 12 wordt toegevoegd:

"12. De lidstaten nemen passende maatregelen die stimuleren om verpakkingen zodanig te ontwerpen dat de milieueffecten ervan en de afvalproductie zowel bij de vervaardiging als bij het latere gebruik van de producten worden verminderd, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen geen verstoringen van de interne markt veroorzaken en de naleving van deze richtlijn door andere lidstaten niet belemmeren.

Dergelijke maatregelen omvatten onder andere maatregelen die aanmoedigen tot het ontwikkelen, vervaardigen en in de handel brengen van verpakkingen die geschikt zijn voor meervoudig gebruik, technisch duurzaam zijn en, zodra afval geworden, geschikt zijn voor een passende en veilige nuttige toepassing en milieuverantwoorde verwijdering. Bij de maatregelen wordt tevens rekening gehouden met de effecten gedurende de volledige levensduur van verpakkingen.";

4) het volgende artikel 6 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 6 - bis Systeem voor vroegtijdige waarschuwingen

1. De Commissie publiceert, met de steun van het Europees Milieuagentschap, de volgende verslagen:

(a) in 2017 een verslag over de verwezenlijking van de doelstellingen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder f) en g);

(b) in 2022 een verslag over de verwezenlijking van de doelstellingen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder h) en i);

(c) in 2027 een verslag over de verwezenlijking van de doelstellingen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder j) en k).

2. De in lid 1 bedoelde verslagen omvatten het volgende:

(a) een raming van de mate van verwezenlijking van de doelstellingen door elke lidstaat;

(b) een beoordeling van de verwachte termijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen door elke lidstaat; en

(c) een lijst van lidstaten die het risico lopen die doelstellingen niet binnen de respectieve termijnen te verwezenlijken, vergezeld van passende aanbevelingen.

Waar nodig kan in de verslagen worden ingegaan op de uitvoering van aanvullende vereisten naast die van lid 1.

3. Binnen zes maanden na de datum van publicatie van het verslag van de Commissie dienen de lidstaten die het risico lopen die doelstellingen niet te verwezenlijken, bij de Commissie een conformiteitsplan in met een beschrijving van de maatregelen die zij van plan zijn te nemen om de doelstellingen te bereiken. In het conformiteitsplan wordt rekening gehouden met de aanbevelingen van de Commissie als bedoeld in lid 2, onder c), de maatregelen in bijlage VIII bij Richtlijn 2008/98/EG of andere passende maatregelen. Hierin wordt het verwachte tijdstip van de naleving aangegeven.";

5) artikel 11, lid 3, komt als volgt te luiden:

"3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 21 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde te bepalen onder welke voorwaarden de in lid 1 genoemde concentraties niet van toepassing moeten zijn op gerecycleerd materiaal en producten die zijn opgenomen in een gesloten en gecontroleerde keten, en welke verpakkingssoorten vrijgesteld zijn van de in lid 1, derde streepje, bedoelde eis.";

6) Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a) de titel wordt vervangen door 'Informatiesystemen en verslaglegging';

b) lid 3 wordt geschrapt.

c) de volgende leden 3 a) tot en met 3 d) worden ingevoegd:

"3 a. De lidstaten zenden elk jaar uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op het jaar waarvoor de gegevens worden verzameld, langs elektronische weg hun gegevens betreffende de toepassing van artikel 6, lid 1, onder a) tot en met k), toe aan de Commissie. Het eerste verslag bestrijkt de periode van 1 januari [jaar van inwerkingtreding van deze wijzigingshandeling + 1 jaar] tot en met 31 december [jaar van inwerkingtreding van deze wijzigingshandeling + 1 jaar].

3 b. Wanneer afval wordt verzonden om in een andere lidstaat te worden voorbereid voor hergebruik, te worden gerecycleerd of anderszins voor nuttige toepassingen van materiaal te worden gebruikt, mag het alleen worden meegeteld voor de doelstellingen van de lidstaat waar het werd ingezameld ten behoeve van de in lid 1 bedoelde verslagen.

3 c. Verpakkingsafval dat voor de voorbereiding voor hergebruik of recycling uit de Unie wordt uitgevoerd, wordt alleen voor het bereiken van de in artikel 6, lid 1, onder a) tot en met k), bedoelde doelstellingen meegerekend als de exporteur, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1013/2006, kan aantonen dat de verwerking buiten de Unie heeft plaatsgevonden onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de vereisten van de desbetreffende milieuwetgeving van de Unie.

3 d) De Commissie kan de nodige uitvoeringshandelingen vaststellen tot bepaling van eenvormige voorwaarden voor de verificatie van de naleving van de doelstellingen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a) tot en met k), de vorm van de verslaglegging voor de gegevens betreffende die doelstellingen, en eenvormige voorwaarden voor de verificatie door derden. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.";

d) lid 5 wordt geschrapt;

7) artikel 17 wordt geschrapt;

8) artikel 19 komt als volgt te luiden:

"1. De Commissie stelt de nodige uitvoeringshandelingen vast voor de aanpassing van het identificatiesysteem als bedoeld in artikel 8, lid 2, en artikel 10, tweede alinea, zesde streepje, aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.

2. De Commissie stelt de nodige uitvoeringshandelingen vast voor de vaststelling van de standaardtabellen als bedoeld in artikel 12, lid 3, onder d). Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.";

 9) artikel 20 komt als volgt te luiden:

"Artikel 20 - Specifieke maatregelen

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 21 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om eventuele problemen bij de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn op te vangen, met name voor verpakkingsmateriaal dat inert is en in zeer kleine hoeveelheden (i.e. ongeveer 0,1 gewichtsprocent) op de markt van de Unie is gebracht, met name verpakking voor medische apparatuur en farmaceutische producten, kleine verpakkingen en luxeverpakkingen.";

10) Artikel 21 komt als volgt te luiden:

"Artikel 21 - Comitéprocedure

1. Voor de toepassing van artikel 12, lid 3, onder b), en artikel 19, lid 1, wordt de Commissie bijgestaan door het Comité voor de aanpassing van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, dat is opgericht bij artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EG. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad **.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

** Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).";

11) Er wordt een nieuw artikel 21 bis toegevoegd:

"Artikel 21 - bis Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De bevoegdheid om de in artikel 1, lid 1, artikel 11, lid 3, artikel 19, lid 2, en artikel 20, lid 1, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt met ingang van [de datum van inwerkingtreding van deze herziening] voor onbepaalde tijd aan de Commissie verleend.

3. De in artikel 1, lid 1, artikel 11, lid 3, artikel 19, lid 2, en artikel 20, lid 1, bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan door het Europees Parlement of de Raad op elk moment worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een latere daarin genoemde datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5. Een overeenkomstig artikel 1, lid 1, artikel 11, lid 3, artikel 19, lid 2, en artikel 20, lid 1, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking als het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of wanneer zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van deze termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met twee maanden verlengd."

Artikel 3 - Wijziging van Richtlijn 1999/31/EG

Richtlijn 1999/31/EG wordt als volgt gewijzigd:

 1) Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a) punt a) wordt vervangen door:

"a) de definities van 'afvalstof', 'stedelijk afval', 'gevaarlijke afvalstof', 'nuttige toepassing', 'recycling', 'verwijdering', 'afvalstoffenproducent' en 'afvalstoffenhouder' van artikel 3 van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad* zijn van toepassing;

* Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).";

b) het volgende punt a bis) wordt ingevoegd:

a bis) 'restafval': afval dat ontstaat bij een nuttige toepassing, onder andere bij een recyclingbehandeling, en waarvoor geen verdere nuttige toepassing is en dat als gevolg daarvan moeten worden verwijderd;";

c) de punten b), c) en n)  worden geschrapt;

d) punt d) wordt vervangen door:

"d) "niet-gevaarlijke afvalstoffen: afvalstoffen die niet onder de definitie van gevaarlijke afvalstoffen van Richtlijn 2008/98/EG vallen;

e) punt m) komt als volgt te luiden:

"m) 'biologisch afbreekbare afvalstoffen': hout, voedsel- en tuinafval, papier en karton en andere afvalstoffen die anaëroob of aëroob kunnen worden afgebroken;";

2) Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

  a) de volgende leden 2 bis, 2 ter en 2 quater worden ingevoegd:

"2 bis De lidstaten aanvaarden vanaf 1 januari 2025 de volgende afvalstoffen niet op stortplaatsen voor niet-gevaarlijke afvalstoffen: recycleerbaar afval, met inbegrip van kunststoffen, metaal, glas, papier en karton, en ander biologisch afbreekbaar afval.

2 ter De lidstaten aanvaarden vanaf 1 januari 2025 in een bepaald jaar een hoeveelheid stedelijk afval op stortplaatsen voor niet-gevaarlijke afvalstoffen die niet meer bedraagt dan 25 % van de totale in het voorgaande jaar geproduceerde hoeveelheid stedelijk afval.

2 quater De lidstaten spannen zich in om vanaf 1 januari 2030 uitsluitend restafval op stortplaatsen voor niet-gevaarlijke afvalstoffen te aanvaarden, met als gevolg dat de totale hoeveelheid afval die op dergelijke stortplaatsen terechtkomt niet meer bedraagt dan 5 % van de totale in het voorgaande jaar geproduceerde hoeveelheid stedelijk afval. De Commissie evalueert deze doelstelling in 2025 en dient zo nodig een wetgevingsvoorstel voor een wettelijk bindende doelstelling voor stortreductie tegen 2030 in.

2 quinquies De lidstaten aanvaarden niet dat stedelijk afval op stortplaatsen voor inerte afvalstoffen wordt gestort.

De Commissie beoordeelt de haalbaarheid van de invoering van beperkingen op het storten van andere soorten afval dan restafval op stortplaatsen voor inerte afvalstoffen en brengt in 2018 een verslag uit waarin zij haar conclusies presenteert en dient zo nodig een wetgevingsvoorstel in.";

3) het volgende artikel 5 bis wordt ingevoegd:

Artikel 5 - bis Systeem voor vroegtijdige waarschuwingen

1. De Commissie publiceert, met de steun van het Europees Milieuagentschap, de volgende verslagen:

a) in 2022 een verslag over de verwezenlijking van de doelstellingen als bedoeld in artikel 5, lid 2 bis, onder a), en lid 2 ter, onder a);

b) in 2027 een verslag over de verwezenlijking van de doelstellingen als bedoeld in artikel 5, lid 2 bis, onder b), en lid 2 ter, onder b).

2. De in lid 1 bedoelde verslagen omvatten het volgende:

a) een raming van de mate van verwezenlijking van de doelstellingen door elke lidstaat;

b) een beoordeling van de verwachte termijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen door elke lidstaat; en

c) een lijst van lidstaten die het risico lopen die doelstellingen niet binnen de respectieve termijnen te verwezenlijken, vergezeld van passende aanbevelingen.

Waar nodig kan in de verslagen worden ingegaan op de uitvoering van aanvullende vereisten naast die van lid 1.

3. Binnen zes maanden na de datum van publicatie van het verslag van de Commissie dienen de lidstaten die het risico lopen die doelstellingen niet te verwezenlijken, bij de Commissie een conformiteitsplan in met een beschrijving van de maatregelen die een lidstaat van plan is te nemen om de doelstellingen te bereiken. In het conformiteitsplan wordt rekening gehouden met de aanbevelingen van de Commissie als bedoeld in lid 2 quater de maatregelen in bijlage VIII bij Richtlijn 2008/98/EG of andere passende maatregelen. Hierin wordt het verwachte tijdstip van de naleving aangegeven.";

4) artikel 11, lid 2, tweede alinea, wordt geschrapt;

5) artikel 12, onder c), wordt als volgt gewijzigd:

"c). de kwaliteitscontrole van de in het kader van de controle- en toezichtprocedures uitgevoerde analyses en/of van de in artikel 11, lid 1, onder b), bedoelde analyses wordt verricht door bevoegde laboratoria die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn geaccrediteerd.";

6) Artikel 15 komt als volgt te luiden:

"Artikel 15 - Verslaglegging

1. De lidstaten zenden elk jaar uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op het jaar waarvoor de gegevens worden verzameld, langs elektronische weg hun gegevens betreffende de uitvoering van de doelstellingen en verplichtingen als bedoeld in artikel 5, leden 2, 2 bis en 2 ter, toe aan de Commissie. De gegevens worden toegezonden in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met lid 3 is vastgesteld. Het eerste verslag bestrijkt de periode van 1 januari [jaar van inwerkingtreding van deze wijzigingshandeling + 1 jaar] tot en met 31 december [jaar van inwerkingtreding van deze wijzigingshandeling + 1 jaar].

2. De lidstaten dienen de gegevens betreffende de uitvoering van de doelstellingen als bedoeld in artikel 5, lid 2, tot 1 januari 2025 in.

3. De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen tot bepaling van eenvormige voorwaarden voor de verificatie van de naleving van de doelstellingen als bedoeld in artikel 5, lid 2, 2 bis en 2 ter, de vorm van de verslaglegging over de gegevens betreffende die doelstellingen, en minimumvoorwaarden voor de verificatie door derden. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 17, lid 2, van deze richtlijn bedoelde procedure vastgesteld.

4. De door de lidstaat overeenkomstig de leden 1 en 2 ingediende gegevens gaan vergezeld van een kwaliteitscontroleverslag en worden geverifieerd door een onafhankelijke derde.

7) Artikel 16 komt als volgt te luiden:

"Artikel 16 - Wijziging van de bijlagen

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 17 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen ten behoeve van de benodigde wijzigingen om de bijlagen aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang.";

8) Artikel 17 komt als volgt te luiden:

"Artikel 17 - Comitéprocedure

1. Voor de toepassing van artikel 3, lid 3, artikel 5, leden 2, 2 bis en 2 ter, bijlage I, punt 3.5, en bijlage II, punt 5, wordt de Commissie bijgestaan door het Comité voor de aanpassing van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, dat is opgericht bij artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EG. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad **. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.";

** Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

9) Het volgende artikel 17 bis wordt toegevoegd:

"Artikel 17 - bis Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De bevoegdheid om de in artikel 16 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt de Commissie met ingang van [de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingshandeling] voor onbepaalde tijd verleend.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 16 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een latere daarin genoemde datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5. Een overeenkomstig artikel 16 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met twee maanden verlengd."

Artikel 4 - Wijziging van Richtlijn 2000/53/EG

 In artikel 9 van Richtlijn 2000/53/EG worden het volgende lid 1 bis tot en met 1 quater ingevoegd:

"1 bis De lidstaten passen de werkwijze toe die onder meer betrekking kan hebben op de totstandbrenging van formaten die in overeenstemming met artikel 7, lid 2, derde alinea – laatste alinea -, door de Commissie zijn vastgesteld om verslag uit te brengen over de verificatie van de naleving van de doelstellingen van artikel 7, lid 2, eerste alinea. De gegevens worden uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op het jaar waarop de gegevens betrekking hebben, ingediend bij de Commissie.

1 ter De door de lidstaat overeenkomstig dit artikel ingediende gegevens gaan vergezeld van een kwaliteitscontroleverslag en worden geverifieerd door een onafhankelijke derde.

1 quater De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen teneinde minimumvoorwaarden voor de verificatie door derden vast te stellen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 11 beschreven adviesprocedure."

Artikel 5 - Wijziging van Richtlijn 2006/66/EG

Richtlijn 2006/66/EG wordt als volgt gewijzigd:

1) Artikel 22 wordt geschrapt;

2) Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 komt als volgt te luiden:

"De Commissie brengt uiterlijk eind 2016 verslag uit over de uitvoering van deze richtlijn en het effect ervan op het milieu, alsook op het functioneren van de interne markt.";

b) in lid 2 komt de inleidende zin als volgt te luiden:

"Het verslag van de Commissie bevat een evaluatie van de volgende aspecten van deze richtlijn:"

Artikel 6 - Wijziging van Richtlijn 2012/19/EU

Richtlijn 2012/19/EU wordt als volgt gewijzigd:

 1) Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 5 komt als volgt te luiden:

"5 bis De lidstaten zenden elk jaar uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op het jaar waarvoor de gegevens worden verzameld, langs elektronische weg hun gegevens betreffende de toepassing van artikel 16, lid 4, toe aan de Commissie. De gegevens worden toegezonden in de vorm die door de Commissie in overeenstemming met lid 5, onder d), is vastgesteld. Het eerste verslag bestrijkt de periode van 1 januari [jaar volgend op het jaar van inwerkingtreding van deze wijzigingshandeling] tot en met 31 december [jaar volgend op het jaar van inwerkingtreding van deze wijzigingshandeling].

5 quater De door de lidstaat overeenkomstig lid 5 bis ingediende gegevens gaan vergezeld van een kwaliteitscontroleverslag en worden geverifieerd door een onafhankelijke derde.

5 quinquies De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen teneinde minimumvoorwaarden voor de verificatie door derden vast te stellen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.";

 2) Artikel 21 komt als volgt te luiden:

"Artikel 21 - Comitéprocedure

1. Voor de toepassing van artikel 7 lid 5, artikel 8, lid 5, artikel 11, lid 3, artikel 16, leden 3 en 6, en artikel 23, lid 4, wordt de Commissie bijgestaan door het Comité voor de aanpassing van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, dat is opgericht bij artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EG. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3. Indien het comité geen advies uitbrengt, neemt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet aan en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 7 - Omzetting

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 8 - Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 9 - Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.