Artikelen bij COM(2014)610 - Jaarverslag 2013 over financiële pretoetredingssteun (IPA, PHARE, CARDS, het pretoetredingsinstrument voor Turkije en de Overgangsfaciliteit)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 30.9.2014

COM(2014) 610 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Jaarverslag 2013 over financiële pretoetredingssteun (IPA, PHARE, CARDS, het pretoetredingsinstrument voor Turkije en de Overgangsfaciliteit)

{SWD(2014) 287 final}


1. Inleiding

Het uitbreidingsbeleid heeft als algemene doelstelling de uitvoering van artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, dat alle Europese landen die de grondwaarden van de EU respecteren en deze waarden willen uitdragen, uitzicht biedt op lidmaatschap van de Europese Unie. De huidige uitbreidingsagenda heeft betrekking op de Westelijke Balkan, Turkije en IJsland. In 2013 boekten de uitbreidingslanden verdere vooruitgang op hun weg naar de Europese Unie. Er waren een aantal positieve ontwikkelingen in de kandidaat-lidstaten 1 en de potentiële kandidaat-lidstaten 2 , met inbegrip van vooruitgang op het gebied van EU-gerelateerde hervormingen. De onderhandelingen met IJsland zijn in mei 2013 op verzoek van de IJslandse regering onderbroken en worden aan IJslandse kant pas weer hervat wanneer de regering besluit door te gaan richting EU-lidmaatschap.

De beleidsdoelstellingen van de Commissie op het gebied van de uitbreiding worden door het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) 3 ondersteund. Dit instrument zorgt ervoor dat de EU-normen en het 'acquis communautaire' sneller worden overgenomen door de uitbreidingslanden en biedt financiële en technische ondersteuning. IPA-financiering zorgt voor capaciteitsopbouw in de landen gedurende het toetredingsproces en bijgevolg voor geleidelijke positieve ontwikkelingen in de regio.

IPA vervangt de eerdere instrumenten voor pretoetredingssteun: PHARE, ISPA, SAPARD, het pretoetredingsinstrument voor Turkije en CARDS, het financieringsinstrument voor de Westelijke Balkan . Sinds 2007 hebben de uitbreidingslanden uitsluitend langs deze weg EU-financiering en ondersteuning ontvangen.

IPA bestaat uit vijf afdelingen:

oI - Omschakeling en institutionele opbouw

oII - Grensoverschrijdende samenwerking

oIII - Regionale ontwikkeling

oIV - Ontwikkeling van het menselijk potentieel

oV - Plattelandsontwikkeling

De afdelingen I en II vallen onder de verantwoordelijkheid van het directoraat-generaal Uitbreiding (DG ELARG) en staan open voor alle begunstigde landen. De overige afdelingen, waarmee de begunstigden worden voorbereid op de tenuitvoerlegging van de structuurfondsen na hun toetreding tot de EU, zijn alleen toegankelijk voor kandidaat-lidstaten en worden respectievelijk beheerd door het directoraat-generaal Regionaal beleid (DG REGIO), het directoraat-generaal Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie (DG EMPL) en het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling (DG AGRI).

De IPA-pretoetredingssteun bedroeg ca. 11,5 miljard EUR voor de periode 20072013, daarvan was ca. 1,8 miljard EUR toegewezen voor het jaar 2013. De tenuitvoerlegging van IPA liep door in 2013 en de laatste programma's onder IPA zijn eind 2013 goedgekeurd.

Het jaarverslag 2013 is een gelegenheid om terug te kijken op de succesverhalen en de uit IPA getrokken lering die de toekomstige steun onder het nieuwe IPA-II voor 2014-2020 kan helpen vormgeven.

Dit verslag schetst kort de politieke en economische context waarin de door de EU gefinancierde activiteiten plaatsvonden, zoals beoordeeld in het uitbreidingspakket 4 . Het heeft betrekking op de vooruitgang die is geboekt op het vlak van strategische planning en geeft een overzicht van de uitvoering van programma's en projecten en de steeds doeltreffender wordende donorcoördinatie. Op basis van de analyses van de voorbije ervaringen en verscheidene evaluaties worden aanbevelingen opgesteld om de impact van de IPA-middelen vanaf 2014 te vergroten. In overeenstemming met de EU-uitbreidingsstrategie 2013-2014 wordt de nadruk gelegd op 'eerst de basis'.

Vanaf 2014 vervangt het nieuwe pretoetredingsinstrument (IPA II) 5 zijn voorganger. De indicatieve toewijzingen voor de periode 2014–2020 belopen 11,7 miljard EUR. Op basis van de lessen die zijn getrokken uit de planning en uitvoering in de vorige financieringsperiode, met inbegrip van twee tussentijdse en meta-evaluaties van IPA, zal de pretoetredingssteun nauwer worden gekoppeld aan de prioriteiten van het uitbreidingsbeleid en worden gebaseerd op een meer resultaatgerichte en strategische benadering die gericht is op cruciale hervormingen in de uitbreidingslanden.


2. Belangrijkste punten uit de uitvoering van het programma voor 2013


a) Bilaterale samenwerking


Kroatië 

Kroatië is op 1 juli 2013 lid van de EU- geworden. De toetreding van Kroatië is een voorbeeld van de transformerende kracht en het stabiliserende effect van het uitbreidingsproces. Na de ondertekening van het Toetredingsverdrag op 9 december 2011 heeft Kroatië in de loop van 2013 verdere maatregelen ten uitvoer gelegd om zijn capaciteit te vergroten en te voldoen aan de voorwaarden voor lidmaatschap van de EU.

Het nationale programma voor afdeling I dat in 2012 is goedgekeurd, bestrijkt twee begrotingsjaren, namelijk de toewijzing voor het IPA van 2012 (Steun voor omschakeling en institutionele opbouw) en de toewijzing van zes maanden voor 2013. Het totale bedrag van de nationale programma’s voor 2012 en 2013 was 46,8 miljoen EUR.

De uitvoering van het programma in het kader van afdeling III werd in 2013 voortgezet. Na de toetreding zijn de programma's herzien in het kader van het cohesiebeleid dat wordt medegefinancierd door de Europese structuur- en investeringsfondsen, maar zijn de prioriteiten dezelfde gebleven.

De tenuitvoerlegging van de financiële steun van de EU in 2012/2013 bood verder hulp voor het voltooien van hervormingen en capaciteitsopbouw op essentiële gebieden voor het lidmaatschap, met name op het gebied van het justitiële stelsel en de grondrechten en justitie, vrijheid en veiligheid, alsook door de inspanningen voort te zetten om Kroatië klaar te stomen voor het beheer en de tenuitvoerlegging van de posttoetredingsmiddelen.

Het meerjarig operationeel programma voor de ontwikkeling van het menselijk potentieel in het kader van afdeling IV van het IPA voor de periode 2007-2013 was bedoeld om Kroatië te ondersteunen bij zijn beleidsontwikkeling alsmede bij de uitvoering en het beheer van het cohesiebeleid van de Unie, met name met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds. Overeenkomstig het indicatieve meerjarenplan richt het zich op het aanpakken van de werkloosheid door middel van gerichte acties ter bevordering van sociale inclusie zodat werknemers sneller aan de slag kunnen. Sinds 2011 is er toenemende beleidsfocus op de bevordering van het aanpassingsvermogen van ondernemingen en werknemers. Een nieuw prioritair zwaartepunt ligt sinds 2012 op maatschappelijke organisaties en de bevordering van de sociale dialoog.


Montenegro

Er is vooruitgang geboekt met de toetredingsonderhandelingen met Montenegro. In juni 2013 heeft dit land uitgebreide actieplannen goedgekeurd voor de hoofdstukken 23 en 24. In december 2013 zijn vijf hoofdstukken geopend, waaronder het belangrijke hoofdstuk rechtsstaat, dat verband houdt met de hoofdstukken 23 en 24, zodat het totaal op 7 geopende hoofdstukken komt waarvan er 2 voorlopig zijn afsloten. De screeningsvergaderingen met Montenegro zijn in juni 2013 afgerond.

De programmering en uitvoering van de pretoetredingssteun Montenegro vonden in 2013 plaatst in de context van de lopende toetredingsonderhandelingen.

De oorspronkelijke begrotingstoewijzing voor 2013 was eind 2012 al geprogrammeerd. Ook de operationele programma's voor 2012-2013 uit hoofde van afdeling III (22,24 miljoen EUR) en afdeling IV (5,58 miljoen EUR) zijn eind 2012 goedgekeurd. In de loop van 2013 zijn evenwel extra middelen aan Montenegro toegewezen. Deze zijn in de tweede helft van 2013 geprogrammeerd als wijzigingen bij deel I en deel II van de nationale programma's voor 2012-2013.

In de loop van 2013 heeft Montenegro aanzienlijke inspanningen geleverd voor de overdracht van beheer 6 voor gedecentraliseerde uitvoering van IPA-financiering. Er zijn audits uitgevoerd met betrekking tot de afdelingen I en II van IPA, in parallel met die voor de afdelingen III en IV.

De voorbereidingen voor IPA II zijn met de Montenegrijnse autoriteiten gestart en zijn in de tweede helft van 2013 geïntensiveerd. Daarbij lag de focus op de invoering van een sectorale benadering en de start van de voorbereidingen voor het strategiedocument van Montenegro. Het land droeg, tegelijk met de andere begunstigden, bij aan het strategiedocument voor IPA II voor één of meerdere landen en, net als de andere landen van de Westelijke Balkan, aan de voltooiing van het strategiedocument 2020 voor Zuidoost-Europa.


Servië

Het besluit van de Europese Raad van juni 2013 om toetredingsonderhandelingen met Servië aan te gaan was een vervolg op de historische overeenkomst tussen Servië en Kosovo die in april 2013 was bereikt in het kader van de door de EU gefaciliteerde dialoog. Vervolgens hechtte de Raad in december 2013 zijn goedkeuring aan het kader voor toetredingsonderhandelingen en stelde de datum vast voor de eerste intergouvernementele conferentie (IGC) die in januari 2014 plaatsvond.

Het IPA-jaarprogramma is in december 2013 goedgekeurd en de actieve voorbereidingen voor IPA II (ontwerp indicatief landenstrategiedocument) en het gedecentraliseerd uitvoeringssysteem (DIS) (overdracht van beheer van IPA-afdelingen I en II) hebben het hele jaar plaatsgevonden. Vervolgens werd het besluit in maart 2014 genomen.

In 2013 is 89 miljoen EUR vastgelegd in de nationale programma's van het IPA van afdeling I en 1,7 miljoen EUR van afdeling II (CBC). Een verdere 4,4 miljoen EUR is in andere begrotingen vastgelegd (onder andere 1,97 miljoen EUR van het maatschappelijk middenveld en 1 miljoen EUR van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR), wat het totaal op ongeveer 95 miljoen EUR brengt.

De eigen inbreng en verantwoordelijkheid van de nationale organen bij het IPA-programmeringsproces bleef verbeteren, met name met betrekking tot donorcoördinatie. Bij ontwikkeling van de sectorale benadering in 2013 kon worden geprofiteerd van lessen uit het verleden..


Voormalige Joegoslavische republiek Macedonië

De Commissie gaf in oktober 2013 voor het vijfde jaar op rij de aanbeveling de toetredingsonderhandelingen met de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië te openen. De Raad heeft nog geen besluit genomen over het voorstel van de Commissie. Met de toetredingsdialoog op hoog niveau, die in maart 2012 van start ging, wordt gewerkt aan de belangrijkste hervormingen in verband met de toetreding tot de EU, zonder daarbij de standaardpretoetredingsprocedures uit het oog te verliezen. Aangezien de aanpassing aan het EU-acquis reeds is in grote mate is gedaan, ligt de nadruk op de uitvoering van bestaande strategieën en wetgeving, en op de verbetering van de daarbij horende administratieve capaciteit.

Het beheer van de IPA-middelen via het gedecentraliseerd uitvoeringssysteem bleef in 2013 moeilijk voor de nationale overheden door personeelstekort en ontoereikende managementcapaciteit in belangrijke instellingen. Dankzij de gezamenlijke inspanningen van de nationale overheden en de Commissie werd het verlies aan middelen van afdeling I verlaagd tot 3,3 miljoen EUR, terwijl het mogelijk 15 miljoen EUR had kunnen bedragen.

Met de afronding van de programmering en herziening van alle programma's in het kader van de verschillende IPA-afdelingen in 2012 stond het jaar 2013 in het teken van de voorbereiding van het indicatieve strategiedocument voor IPA II voor 2014-2020.


Albanië

In 2013 heeft de Commissie aanbevolen Albanië de status van kandidaat-lidstaat te verlenen, met dien verstande dat het land zich moet blijven inzetten voor de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie. Vervolgens werd in juni 2014 de status van kandidaat-lidstaat verleend.

In de loop van 2013 speelde de financiële steun van de EU een strategische rol in Albanië, waarbij ongeveer 96 miljoen EUR werd besteed voor de afdelingen I en II, met het oog op een betere bestuurscapaciteit van een aantal instellingen en de bevordering van sociale, milieu- en economische ontwikkeling.

Door de nadruk van de uitbreidingsstrategie op de beleidsgebieden 'rechterlijke macht en fundamentele rechten' (hoofdstuk 23) en 'recht, vrijheid en veiligheid' (hoofdstuk 24) heeft de Albanese regering zich ook meer ingezet om de rechtsstaat in het land te verbeteren door middel van concrete acties. Uit de positieve uitvoering van projecten op het gebied van rechterlijke macht en strijd tegen georganiseerde misdaad blijkt dat het land zeker resultaten kan behalen met het verbeteren van de doeltreffendheid van het rechtssysteem en het vergroten van de operationele capaciteit van de rechtshandhavingsinstanties voor zover deze inspanningen worden ondersteund door een duidelijke politieke intentie om vooruitgang te boeken met de hervormingsagenda.

Infrastructuurprojecten kampen echter met uitvoeringsproblemen, met name door een gebrek aan coördinatie tussen de betrokken ministeries en tussen de nationale en de lokale instellingen en door onvoldoende nationale middelen voor handhaving en operationele kosten, hetgeen gevolgen heeft voor de duurzaamheid van het project op de lange termijn.

Albanië heeft de voorbereiding voor gedecentraliseerd beheer van IPA-financiering uit hoofde van afdeling 1 afgerond. Daarom wordt een deel van het nationale programma van het IPA voor 2013 in deze nieuwe beheersvorm uitgevoerd. De regering moet stabiliteit bieden met betrekking tot de posities van ambtenaren die zijn opgeleid voor het beheer van IPA-financiering en hun vaardigheden blijven verbeteren; anders zou de uitvoering van de IPA-projecten voor 2013 kunnen leiden onder een gebrek aan expertise met betrekking tot de regels en procedures inzake overheidsopdrachten voor EU-financiering. Het jaar 2013 stond in het teken van de voorbereiding van het indicatieve strategiedocument voor IPA II voor 2014-2020.


Bosnië en Herzegovina

Met betrekking tot Bosnië en Herzegovina kwam de Commissie tot de conclusie dat het land stagneert in het Europese integratieproces, met name omdat het geen resultaten kan voorleggen op twee cruciale punten: de tenuitvoerlegging van het vonnis van het Europees Hof voor de rechten van de mens in de zaak Sejdić-Finci 7 en de totstandbrenging van een doeltreffend en efficiënt coördinatiemechanisme waardoor het land met één stem kan spreken en tot een juiste wisselwerking met de EU kan komen.

De Commissie beschrijft in haar voortgangsverslag over 2013 8 dat het steeds moeilijker te verantwoorden valt dat een land pretoetredingssteun krijgt als de politieke vertegenwoordigers ervan niet bereid zijn tot een consensus te komen die nodig is om het pretoetredingspad te kunnen volgen. De Commissie erkent het risico dat in een dergelijke situatie de pretoetredingssteun niet het verhoopte resultaat oplevert.

Deze impasse in het toetredingsproces had haar weerslag op de programmering en tenuitvoerlegging van IPA-steun. Met name vanwege het gebrek aan een EU-coördinatiemechanisme en de toenemende politisering van de tenuitvoerlegging van het IPA heeft de Commissie in de loop van 2013 besloten verscheidene IPA-projecten op te schorten en uiteindelijk twee projecten in de sector landbouw en plattelandsontwikkeling te annuleren aangezien een doelmatig gebruik van het geld van de belastingbetalers in de EU niet langer kon worden gewaarborgd.

Dientengevolge heeft de Commissie de begroting voor de IPA-toewijzing voor 2013 gekort (van ca. 109 miljoen EUR in het laatste goedgekeurde indicatief financieel meerjarenkader 9 naar 64 miljoen EUR) en ook het bereik ervan beperkt en de bijstand geconcentreerd op projecten die rechtstreeks ten goede komen aan de burgers, met name in de sectoren justitie en binnenlandse zaken en sociale sectoren.

Het gebrek aan een EU-coördinatiemechanisme en sectorale strategieën voor een heel land in de meeste sectoren die voor IPA-steun in aanmerking komen, was ook van invloed op de voorbereiding van het IPA II. De Commissie hield zich aan het principe de voorbereiding niet te beginnen totdat een doeltreffende coördinatie gegarandeerd kan worden. De voorbereidingen voor IPA II zijn in 2013 niet hervat.


Kosovo 

In juni 2013 heeft de Commissie ingestemd met de opening van de onderhandelingen voor een stabilisatie- en associatieovereenkomst (SAO) met Kosovo. Deze onderhandelingen zijn in oktober 2013 officieel van start gegaan.

De tenuitvoerlegging van de EU-steun aan Kosovo overtrof in 2013 de financiële doelstellingen, zowel in termen van contracten als van betalingen. Het jaarprogramma voor 2013 werd in januari 2013 goedgekeurd, met een toewijzing van 65,86 miljoen EUR. Na de eerste overeenkomst betreffende de normalisatie van de betrekkingen tussen Servië en Kosovo op 19 april 2013 is Kosovo een aanvullende toezegging gedaan met middelen die oorspronkelijk waren toegewezen aan andere landen. Een specifiek programma ten belope van 38,5 miljoen EUR werd voorbereid en in december 2013 goedgekeurd.

Met de deelname van Kosovo aan afdeling II (programma's voor grensoverschrijdende samenwerking (CBC) is in 2013 goede vooruitgang geboekt. De financiële overeenkomsten voor 2012 zijn ondertekend voor de drie CBC-programma's (respectievelijk met Albanië, de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië en Montenegro). De eerste oproep tot het indienen van voorstellen met de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië werd gelanceerd.

In de loop van 2013 is het indicatieve strategiedocument voor 2014-2020 voorbereid. Als onderdeel van een inclusief proces zijn de Kosovaarse autoriteiten, het maatschappelijk middenveld en de in Kosovo actieve internationale gemeenschap geraadpleegd en hebben zij bijgedragen aan de ontwerptekst. In mei, juli en november 2013 organiseerden de regering en de EU-vertegenwoordiging bijeenkomsten met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld om hen te raadplegen over de IPA-steun aan het maatschappelijk middenveld voor de periode 2014-2020. Deze bijeenkomsten boden de mogelijkheid tot een brede discussie over de in het strategiedocument op te nemen doelstellingen en acties.


Turkije

De positieve agenda bracht een nieuwe dynamiek in de betrekkingen tussen de EU en Turkije. Het toetredingsproces kwam opnieuw op gang met de opening van een nieuw hoofdstuk (22, regionaal beleid). In december 2013 werd de overnameovereenkomst tussen de EU en Turkije ondertekend, en ging de dialoog over visumliberalisering van start.

Na beschuldigingen van corruptie eind 2013 waarbij een groot aantal hooggeplaatste personen betrokken was, ook leden van de regering en hun familie, reageerde de overheid streng, met tal van overplaatsingen en wetswijzigingen, zodat de EU sindsdien nieuwe gesprekspartners heeft op belangrijke gebieden voor financiële samenwerking, zoals de rechtsstaat.

Ondanks de politieke onlusten bleef de impact op de programmering onder controle en vorderden de werkzaamheden aan het nieuwe strategiedocument voor het meerjarig financieel kader 2014-2020 als gepland en in nauwe samenwerking met het ministerie van Europese zaken en het ministerie van Ontwikkeling. Met betrekking tot het beheer van de lopende financiële steun door de Turkse nationale overheden onder gedecentraliseerd beheer, werd de overdracht van het beheer voor afdeling V (landbouw en plattelandsontwikkeling) voor nog 22 provincies in heel Turkije toegekend, zodat het land nu 42 erkende agentschappen heeft.

De tenuitvoerlegging van de IPA-programma's blijft echter vertraging oplopen, onder meer doordat sommige operationele structuren en eindgebruikers over onvoldoende capaciteit beschikken.


IJsland

De IJslandse regering kondigde op 22 mei 2013 haar besluit aan de toetredingsonderhandelingen op te schorten. Intussen was al aanzienlijke vooruitgang geboekt met die onderhandelingen: 27 hoofdstukken werden geopend en 11 voorlopig gesloten. Bijgevolg deed de Commissie geen nieuwe toewijzingen onder IPA en bouwde zij de lopende IPA-projecten stilaan af. In overleg met de regering werden alle voorbereidingen voor IPA II eveneens stopgezet.


B) Regionale samenwerking


De regionale samenwerking is voortgezet in het kader van regionale fora zoals de Energiegemeenschap, de Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte, de Midden-Europese vrijhandelsovereenkomst en de Regionale Hogeschool voor bestuurskunde.

In overeenstemming met de prioriteiten van de uitbreidingsstrategie werd via financiële steun aan meerdere begunstigden in 2013 de voortgang ondersteund op het vlak van de rechtsstaat, de regionale samenwerking inzake strafrecht, de hervorming van de overheidsdiensten, statistiek en de opbouw van netwerken van maatschappelijke organisaties.

Op het vlak van regionale samenwerking en verzoening werd de hernieuwde inzet voor het Sarajevo-proces bevestigd via de lancering van het regionale programma voor huisvesting (goedgekeurde huisvestingsprojecten ten belope van 60 miljoen euro in 2013, en een totale bijdrage van de EU ten belope van 84 miljoen euro).

Om het economisch herstel in de Westelijke Balkan te ondersteunen werden nieuwe investeringen en steun aan de ontwikkeling van de particuliere sector goedgekeurd binnen het investeringskader voor de Westelijke Balkan, net als projecten inzake concurrentie en ontwikkeling/opleiding van personeel.

De meeste IPA-steun aan de begunstigden werd via nationale programma's verleend; ongeveer 9% van de beschikbare middelen werd toegewezen via de meerbegunstigdenprogramma's als aanvulling op de nationale programma's en ter versterking van de multilaterale betrekkingen in de Westelijke Balkan en Turkije, in gebieden die van cruciaal belang zijn voor de Europese integratie en de stabiliteit in de regio.

Er werd alleen gewerkt via meerbegunstigdenprogramma’s indien er een duidelijke behoefte was aan regionale samenwerking of horizontale actie, bijvoorbeeld voor het aanpakken van grensoverschrijdende problemen of voor het verbeteren van de efficiëntie via een geharmoniseerde aanpak, de benutting van bestaande instrumenten of het faciliteren van netwerken van deskundigen. In de periode 2011-2013 bedroeg de indicatieven toewijzing voor steun aan meerdere begunstigden in totaal 526 miljoen euro voor afdeling I.

In 2013 bleef TAIEX (het instrument voor technische bijstand en uitwisseling van informatie) steun op maat bieden. Er werden bij de begunstigden in totaal 2118 evenementen en opdrachten georganiseerd, het hoogste cijfer ooit. TAIEX (met inbegrip van meerlandenevenementen) steeg met 15 % significant ten opzichte van 2012. Het kwantitatieve succes ging ook gepaard met een duidelijke afstemming van TAIEX op de belangrijkste aspecten van het uitbreidingsbeleid en de bijstandsprioriteiten. Dit blijkt onder meer uit het hoogste aantal evenementen ooit ten gunste van Kroatië, in de aanloop naar en vlak na de toetreding (180 evenementen, een stijging met 34 % ten opzichte van 2012); het hoogste aantal evenementen in de sector justitie en binnenlandse zaken (556 evenementen, 17 % meer dan in 2012) en de steun aan de screening van Montenegro en de follow-up ervan.

In het evaluatieplan 2013 van DG Uitbreiding is voorzien in een evaluatie van het instrument.


3. Lessen uit eerdere steun


Op basis van het beginsel van empirisch onderbouwde beleidsvorming evalueert de Commissie haar steun voortdurend. Zo kan zij lessen trekken uit eerdere ervaringen en gebruiken voor nieuwe beleidsvorming en uitwerken van bijstand. Twee van de in 2013 voltooide evaluaties waren bijzonder relevant voor de voorbereiding van de toekomstige IPA-steun:

a) uit de thematische evaluatie over de rechtstaat, de gerechtelijke hervorming en de bestrijding van georganiseerde misdaad in de Westelijke Balkan 10 blijkt hoe belangrijk dit onderwerp is en hoe de EU een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het verbeteren van de institutionele en organisatorische basiskaders in de hele regio. Ook de wettelijke en institutionele kaders blijken dankzij EU-steun te zijn ingevoerd.

De herstructurering van het brede institutionele kader was het belangrijkste en meest duurzame resultaat. Er werden meer en beter geschikte wetten goedgekeurd en in sommige gevallen werd de hele filosofie achter het rechtssysteem veranderd in het licht van het beginsel van de scheiding der machten en het belang van een onafhankelijk, efficiënt en goed rechtsstelsel. Toch blijft de grotere efficiëntie van programma's ook afhankelijk van een sterke politieke wil, meer eigen inbreng in de programma's en de lokale administratieve capaciteit. Ook werd gewezen op de noodzaak om hieraan duidelijk voorrang en meer middelen te geven.

Deze conclusies zijn opgenomen in zowel de uitbreidingsstrategie 2013, met een duidelijke nadruk op 'eerst de basis' en in de programmering van IPA II.

b) uit de algemene conclusies van de tweede tussentijdse evaluatie 11 van IPA blijkt dat de levering van outputs over het algemeen goed is, in het bijzonder in die landen die onder gecentraliseerd beheer werken. Het omzetten van output op projectniveau in resultaten en gevolgen verliep niet zo goed als verwacht. De steun is erg efficiënt en wordt het beste uitgevoerd als de motivatie de aanpassing aan de EU-wetgeving is; dit zorgt immers voor een politiek aanvaarde institutionele structuur en motivatie.

Dankzij IPA werden veranderingen vergemakkelijkt, en er werd erkend dat duidelijke politieke besluitvorming nodig is om duurzame resultaten te boeken waarmee het toetredingsproces gestaag vordert. Een cruciale factor voor de eigen verantwoordelijkheid is de snelheid, en de meerjarenprogrammering kan daar nog verbetering in brengen.

Wat efficiëntie betreft, verliep de goedkeuring en uitvoering van IPA grotendeels zoals verwacht en werden de geschikte mechanismen gebruikt. Uit de evaluatie blijkt evenwel dat de projectuitvoering niet flexibel genoeg verloopt en dat meer flexibiliteit nodig is qua projectschaal, met name bij het verstrekken van sneller uitgerolde steun. Het vergt enige tijd om de beheerscapaciteit van de begunstigde te verbeteren nadat het beheer is overgedragen aan de nationale aanbestedende structuren; de eigen verantwoordelijkheid moet dus worden verbeterd.


4. Nadruk op de basis


De lessen die zijn getrokken uit eerdere pretoetredingssteun en uit de algemene ontwikkelingen in het uitbreidingsproces zijn verwerkt in de uitbreidingsstrategie 2013/2014 12 . De uitbreidingslanden staan voor een aantal cruciale problemen op weg naar de toetreding tot de EU: economisch goed bestuur en concurrentie; de rechtsstaat; het functioneren van de instellingen die de democratie waarborgen; de grondrechten; en (wat de Westelijke Balkan betreft) het overwinnen van de problemen uit het verleden. In haar uitbreidingsstrategie 2013-2014 13 , die in oktober 2013 werd gepubliceerd, zette de Commissie uiteen hoe zij deze domeinen wenst aan te pakken, namelijk 'eerst de basis'. De hierna genoemde vijf basisbeginselen hangen nauw samen met de criteria van Kopenhagen en de voorwaarden voor het stabilisatie- en associatieproces.

De rechtsstaat blijft voor de EU een prioriteit: hij vormt de kern van het toetredingsproces en is een van de belangrijkste pijlers van de criteria van Kopenhagen. De Commissie voert de nieuwe aanpak uit van de toetredingsonderhandelingen onder hoofdstuk 23 (rechterlijke macht en fundamentele rechten) en hoofdstuk 24 (recht, vrijheid en veiligheid), geeft voorrang aan de rechtsstaat via doelgerichte dialogen met de uitbreidingslanden en verstrekt de steun voor hervormingen inzake de rechtsstaat via IPA II. Sectorstrategieën zullen worden ontwikkeld met bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van onafhankelijke, efficiënte en professionele rechtsstelsels en voor de ondersteuning van de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie.

De stabiliteit en de goede werking van democratische instellingen maakt ook deel uit van de politieke criteria van Kopenhagen. De uitbreidingslanden moeten voorrang geven aan transparantie, verantwoordingsplicht en efficiëntie van instellingen en overheidsdiensten. In samenwerking met andere internationale organisaties zal de Commissie via IPA steun verlenen aan de electorale en parlementaire hervormingen, de interparlementaire samenwerking blijven ondersteunen, voorrang geven aan de hervorming van het openbaar bestuur gericht op transparantie, depolitisering en een aanwervingsbeleid op basis van verdiensten, en de ontwikkeling ondersteunen van een actief maatschappelijk middenveld via capaciteitsopbouw.

Op het vlak van grondrechten legt de Commissie sterk de nadruk op de vrije meningsuiting en de bescherming van minderheden (met inbegrip van de Roma) en van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen. Zij pakt deze zaken aan in haar regelmatige dialogen met de uitbreidingslanden en in het kader van de toetredingsonderhandelingen. Via IPA II zal de Commissie een langetermijnvisie ontwikkelen op financiële EU-steun voor de vrijheid van meningsuiting, en zal zij de strategische samenwerking versterken met externe belanghebbenden over Roma en lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen, ook via een verhoging van de financiële middelen, daarbij voortbouwend op de goede praktijken.

De Commissie heeft een nieuwe aanpak voorgesteld om de uitbreidingslanden te helpen bij het voldoen aan de economische criteria van Kopenhagen. De landen worden uitgenodigd hun economisch beleid en hun bestuur te versterken via jaarlijkse nationale economische hervormingsprogramma's, en via tweejaarlijkse concurrentie- en groeiprogramma's. De bedoeling is duidelijker richtsnoeren te geven over de hervormingen die nodig zijn om vooruitgang te boeken met de economische criteria. Via IPA II steunt de Commissie het toetredingsproces door te zorgen voor hervormingen inzake economisch bestuur, concurrentie en groei. De nadruk zal liggen op de sectoren vervoer en energie, die van cruciaal belang zijn voor een beter concurrentievermogen.

Verzoening, goede betrekkingen met de buurlanden en regionale samenwerking zijn essentieel voor de stabiliteit in de Westelijke Balkan. Heel wat bilaterale problemen in de regio zijn nog niet opgelost, zoals kwesties betreffende minderheden en kwesties die nog een gevolg zijn van het uiteenvallen van het voormalige Joegoslavië, zoals de grenslijnen. Interetnische en statusgeschillen blijven de werken van de instellingen hinderen en de hervormingen ondermijnen. De Commissie moedigt verdere inspanningen aan om bilaterale geschillen op te lossen en komaf te maken met de erfenis van het verleden. Onder IPA II zal de Commissie steun blijven verlenen aan regionale initiatieven als de Regionale Samenwerkingsraad, en aan initiatieven om de erfenis van de oorlog te verwerken (het proces van Sarajevo, het netwerk van parketten die oorlogsmisdaden vervolgen, het waarheids- en verzoeningsproces RECOM). Ook op de vlakken onderwijs, wetenschap, cultuur, media, jeugd en sport wordt samenwerking gestimuleerd.


5. Efficiëntere en doeltreffendere steun


a) Een nieuw pretoetredingsinstrument voor 2014-2020

In de loop van 2013 werden de gesprekken en onderhandelingen met het Parlement en de Raad over het voorstel voor IPA II-verordening voortgezet. De onderhandelingen werden gevoerd samen met gesprekken over vier andere externe instrumenten en de gemeenschappelijke uitvoeringsverordening. Het Europees Parlement heeft op 5 december 2013 het politieke akkoord over de zes verordeningen goedgekeurd. De IPA II-verordening 14 , die op 11 maart 2014 werd goedgekeurd, bevat een aantal nieuwigheden:

IPA II bepaalt een nieuw kader voor de verlening van pretoetredingssteun binnen het meerjarig financieel kader 2014-2020. Financiële steun zal beschikbaar zijn voor alle kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten, ongeacht hun status.

Het verband tussen de financiële steun en de beleidsagenda wordt versterkt, net als de verantwoordelijkheidszin van de begunstigden.

Een uitgebreide landenstrategie zal betrekking hebben op alle gebieden waarop bijstand wordt geboden voor de volledige periode van zeven jaar, met in 2017 een tussentijdse evaluatie op de volgende beleidsgebieden: hervormingen inzake de voorbereiding van het lidmaatschap van de Unie en daarmee samenhangende opbouw van instellingen en capaciteit, sociaal-economische en regionale ontwikkeling, werkgelegenheid, sociaal beleid, onderwijs, stimuleren van gendergelijkheid en ontwikkeling van menselijk potentieel, landbouw en plattelandsontwikkeling, regionale en territoriale samenwerking.

Met IPA II verschuift de aanpak naar de financiering van beleidsstrategieën in de plaats van individuele projecten (sectoraanpak), op basis van de relevante nationale sectorstrategieën die door de begunstigden zijn voorbereid. Gaandeweg wordt de overgang gemaakt naar indirect beheer van de fondsen door de begunstigden.

Pretoetredingssteun wordt op een meer systematische manier verstrekt met de nadruk op resultaten en controle van de steun. Er wordt een prestatiebeloning ingevoerd.

Met IPA II wordt de rol van het maatschappelijk middenveld versterkt, zowel in de programma's die via de overheidsorganen worden uitgevoerd, als bij rechtstreeks begunstigden van EU-steun.

Met de geleidelijke overgang naar een sectorale aanpak wordt gestreefd naar betere resultaten, impact en toegevoegde waarde van de steun. Deze beginselen zijn essentieel geworden voor alle nieuwe instrumenten voor het externe optreden voor de periode 2014-2020.

Deze overgang is bijzonder relevant in een tijd waarin budgettaire beperkingen de lidstaten en de internationale financiële instellingen dwingen tot een steeds doeltreffender en duurzamer pretoetredingssteun. Een op strategie gebaseerde aanpak van de programmering op basis van de behoeften en sterke punten van de betrokken landen zal bijdragen tot een doeltreffender en meer resultaatgericht pretoetredingsproces. Bovendien is de sectorale aanpak gebaseerd op nationale strategieën en maximaliseert hij aldus de mogelijkheden voor complementariteit; hierdoor wordt de wisselwerking tussen diverse manieren van steun vergroot en wordt de steun gerationaliseerd door een passende werkverdeling, waarbij de nationale overheden meer verantwoordelijkheid krijgen over de programma's.

Ondertussen werden door de Commissie in 2013 richtsnoeren voor de toepassing van de sectorale aanpak van de pretoetredingssteun voltooid om van toepassing te worden bij de programmering van IPA II. In het kader van de uitvoering van de sectorale aanpak heeft de Commissie ook het gebruik van sectorale begrotingssteun gepland. Zo kan steun worden geboden aan de tenuitvoerlegging van die nationale strategieën die een relevant en aanvaardbaar resultaatkader bevatten, en voor zover aan bepaalde basisvoorwaarden (een strategie, een stabiel macro-economich kader en een passend beheersysteem voor overheidsfinanciën) is voldaan. Daartoe zijn specifieke richtsnoeren opgesteld.

Tegelijk bereidde de Commissie in 2013 de IPA II-verordening 15 en de documenten voor de strategische planning (strategiedocumenten) voor, om zo het wettelijke kader voor de programmering en het verstrekken van IPA II-middelen te voltooien. Zij beheerde ook specifieke interne werkgroepen over de verschillende aspecten van de uitvoeringsbepalingen van het nieuwe instrument, zoals de voorbereiding van nieuwe interne richtsnoeren over programmering en sectorale begrotingssteun.


b) Samenwerking met de donorgemeenschap inzake de doeltreffendheid van steun

In 2013 heeft de Commissie verder gewerkt aan betere coördinatie tussen de donoren, onder meer door de doeltreffendheid van de steun en de transparantie zoveel mogelijk te vergroten overeenkomstig de verbintenissen van het vierde forum op hoog niveau over de doeltreffendheid van steun, in Busan in november 2011, waar de Commissie zich schaarde achter het belang van gezamenlijke beginselen zoals eigen verantwoordelijkheid voor prioriteiten en van het boeken van resultaten, transparantie en verantwoordingsplicht. De Commissie heeft zich ertoe verbonden deze beginselen als basis te gebruiken voor de toekenning van IPA II-steun.

In dit verband zette de Commissie in de loop van 2013 verdere stappen om de financiering krachtens IPA af te stemmen op de internationale normen inzake transparantie van hulp, zoals bepaald door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en het internationaal initiatief inzake transparantie van ontwikkelingshulp (IATI). In overeenstemming met de toezeggingen die in Busan werden gedaan, werd relevante informatie over officiële ontwikkelingshulp vanaf september 2013 in een standaardformaat ter beschikking gesteld van het publiek. Door de publicatie van reeksen gegevens met informatie op organisatie- en activiteitenniveau, alsook over lopende en toekomstige uitgaven (deze informatie is ter beschikking via de registry website van IATI) verstrekt de Commissie de autoriteiten van de lidstaten, hun burgers en derde landen tijdige, uitgebreide en toekomstgerichte informatie over de middelen die via de financiële samenwerking beschikbaar worden gesteld. In 2014 wordt verdere vooruitgang verwacht, met als doelstelling vanaf december 2015 volledig te voldoen aan de gezamenlijke normen bepaald in het akkoord van Busan. In 2013 al verbeterde DG Uitbreiding zijn rangschikking inzake transparantie van hulp, van de 43e plaats in 2012 naar de 17e plaats (van de 67 agentschappen die een verslag hebben ingediend).

Deze programmering wordt intern gecoördineerd om de pretoetredingssteun te laten passen binnen de verschillende initiatieven van de Commissie, alsook de EU-lidstaten, de internationale financiële instellingen en de ruimere donorgemeenschap, om donorcoördinatie en doeltreffendheid van hulp te vergroten en om de verwachte resultaten te garanderen. De Commissie zorgde er ook voor dat de coördinatie van steun tussen internationale donoren en lidstaten deel uitmaakt van het wettelijk kader van het nieuwe instrument voor financiële steun. Een specifieke studie over de politieke economie van donorinterventie in de Westelijke Balkan en Turkije ging in 2013 van start.


6. Conclusies


In 2013 zijn belangrijke stappen gezet om de steun voor uitbreidingslanden strategischer te maken en meer gericht op de behoeften, als volwaardig onderdeel van de uitbreidingsstrategie. Belangrijke hoogtepunten in het toetredingsproces, waar de financiële steun aan heeft bijgedragen, waren:

• de toetreding van Kroatië;

• de overeenkomst tussen Servië en Kosovo van april 2013;

• de opening van de onderhandelingen met Servië;

• de lancering van de onderhandelingen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst met Kosovo;

• de opening van een nieuw onderhandelingshoofdstuk na drie jaar, en de ondertekening van de overnameovereenkomst met Turkije;

• de opening van zes onderhandelingshoofdstukken met Montenegro in 2013, waaronder de in verband met de rechtsstaat belangrijke hoofdstukken 23 en 24, op basis van uitgebreide actieplannen;

• een vlot verkiezingsproces en het voorstel van de Commissie om Albanië de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen.

Intussen waren de voorbereiding van de indicatieve strategiedocumenten en de werkzaamheden aan de IPA-verordening en de uitvoeringsverordening belangrijke stappen in het kader van de lancering van het nieuwe instrument in 2014. Toekomstig werk zal worden gebaseerd op de geleerde lessen en op de boodschap van het laatste voortgangsverslag, met aandacht voor 'de basis', die ook tot uiting moet komen in het kader voor financiële samenwerking.


Stand van de tenuitvoerlegging van de financiële steun van het IPA per land op 31 december 2013 van het totaal van de vastgelegde middelen (2007–2013):


De volgende tabellen geven het bedrag aan van alle IPA-toewijzingen tussen 2007 en 2013 (in miljoen EUR) per begunstigde en per afdeling, voor de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaat-lidstaten.


Per 31 december 2013 afdeling I van het IPA, beheerd door DG Uitbreiding (in EUR)

IPA IToegewezenUitgevoerdBetaaldPercentage uitgevoerdPercentage betaald
Albanië512 037 790340 129 252208 188 30466,43 %40,66 %
Bosnië en Herzegovina516 518 116340 463 959235 929 76865,92 %45,68 %
Kroatië254 165 147241 139 563167 873 56894,88 %66,05 %
Voormalige Joegoslavische republiek Macedonië248 191 651134 902 87694 954 19954,35 %38,26 %
IJsland34 837 16310 033 9583 620 57228,80 %10,39 %
Kosovo644 160 000488 139 427364 426 58875,78 %56,57 %
Montenegro165 170 940122 489 195106 817 82874,16 %64,67 %
Servië1 207 777 326851 440 943655 964 42170,50 %54,31 %
Turkije1 578 268 3931 329 654 221900 975 60884,25 %57,09 %
Totaal5 161 126 5253 858 393 3932 738 750 85874,76 %53,06 %


Per 31 december 2013 afdeling II van het IPA, beheerd door DG Uitbreiding (in EUR)


IPA-UITBREIDING-CBC-programma'sToegewezenVastgelegdBetaaldPercentage vastgelegdPercentage betaald
Albanië24 979 73211 099 5267 840 78344,43 %31,39 %
Bosnië en Herzegovina17 719 30210 877 7698 300 35061,39 %46,84 %
Kroatië17 519 30217 519 30210 799 612100,00 %61,64 %
Voormalige Joegoslavische republiek Macedonië19 874 86210 614 4157 352 91853,41 %37,00 %
Kosovo6 600 000346 675194 7335,25 %2,95 %
Montenegro21 243 16213 143 7519 794 42561,87 %46,11 %
Servië21 567 02413 640 53911 192 17063,25 %51,89 %
Turkije6 932 9996 932 9993 907 133100,00 %56,36 %
Totaal136 436 38384 174 97659 382 12461,70 %43,52 %


Per 31 december 2013 afdeling II van het IPA, beheerd door DG Regionaal beleid (in EUR)

IPA CBCVastgelegdBetaald tot 31 december 2013Percentage
Hongarije – Servië50 112 428

34 956 939,1171 %

Roemenië - Servië53 116 75125 287 380,29

53 %

Bulgarije - Servië31 369 936

12 562 968,3945 %

Bulgarije - Voormalige Joegoslavische republiek Macedonië17 903 682

8 461 906,5050 %

Bulgarije -Turkije27 272 100

11 061 791,1945 %

Griekenland - Voormalige Joegoslavische republiek Macedonië

15 054 445

7 933 210,82

53 %

Griekenland - Albanië11 316 585

4 738 738,1456 %

Hongarije - Kroatië-Vastgelegd voor de toetreding=

52 433 025

-Na de toetreding van Kroatië tot de EU =

54 823 266

27 760 361,17


(Inclusief voorschot vanwege de toetreding van Kroatië tot de EU=

1 142 400,00)

60 %

Slovenië - Kroatië-Vastgelegd voor de toetreding=

42 703 502

-Na de toetreding van Kroatië tot de EU =

44 774 910
20 976 325,64

(Inclusief voorschot vanwege de toetreding van Kroatië tot de EU=

1 142 400,00)

60 %

Adriatische Zee207 245 257,0064 615 855,8129,26 %

Stand van de tenuitvoerlegging van de financiële steun van het IPA (afdeling III) op 31 december 2013 (in miljoen EUR) en verdeling van de totale vastgelegde middelen (toewijzingen 2007-2013) per land en per operationeel programma
Land/operationeel programma (OP)VastgelegdBetaald% (met voorschot)
Turkije – OP Milieu682,47219,0032 %
Turkije – OP Vervoer584,72228,2539 %
Turkije – OP Regionaal concurrentievermogen468,77157,3334 %
Totaal Turkije1 735,95604,5835 %
Voormalige Joegoslavische republiek Macedonië – OP Regionale ontwikkeling199,9350,3525 %
Montenegro - OP Regionale ontwikkeling22,240,000 %
Kroatië – OP Regionaal concurrentievermogen187,7814,5721 %
Turkije – OP Vervoer236,9828,6725 %
Kroatië – OP Milieu281,102,3321,05 %
Totaal Kroatië705,8645,576 %
Met betrekking tot Kroatië waren betalingen mogelijk tot eind juni 2013. Overeenkomstig het toetredingsverdrag werden de betalingen opgeschort in afwachting van het gunstige advies van de Europese Commissie over de naleving van de beheers- en controlesystemen voor de drie programma's, dat in april 2014 werd verstrekt.


Stand van de tenuitvoerlegging van de financiële steun van het IPA ( afdeling IV) op 31 december 2013 (in miljoen EUR), uitgevoerd door DG Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

LandenToegewezenVastgelegdBetaaldPercentage vastgelegdPercentage

betaald
Kroatië92,4143,18*44,7445,73 %48,4 %
Voormalige Joegoslavische republiek Macedonië54,4212,8718,0823,65 %33,2 %
Turkije473,85168,56157,1731,75 %33,1 %
Montenegro5,58000 %0 %
Totaal626,26224,61219,9935,86 %35,12 %

* tot juni 2013


Stand van de tenuitvoerlegging van de financiële steun van het IPA ( afdeling V) op 31 december 2013 (in miljoen EUR), uitgevoerd door DG Landbouw en plattelandsontwikkeling*

* De bedragen weerspiegelen besluiten van de Commissie en overschrijvingen naar de autoriteiten van de begunstigde landen.

(1)

Kroatië (tot juni 2013), IJsland, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro, Servië, Turkije.

(2)

Albania, Bosnië en Herzegovina, Kosovo*

* Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/99 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.


(3)

Verordening 1085/2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

(4)

http://ec.europa.eu/enlargement/countries/strategy-and-progress-report/index_en.htm

(5)

Verordening (EU) nr. 231/2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II).

(6)

De financiële samenwerking kan ofwel op gecentraliseerde wijze plaatsvinden, waarbij de EU-delegatie zorgt voor de voorbereiding en lancering van aanbestedingsdossiers, contracten en betalingen, ofwel op gedecentraliseerde wijze, waarbij de beheersverantwoordelijkheid aan de begunstigde landen wordt gedelegeerd. Overdracht van beheer betreft het besluit waarbij de Commissie, in het kader van IPA I, de verantwoordelijkheden overdraagt aan de nationale autoriteiten.

(7)

Overeenkomstig het vonnis moet Bosnië en Herzegovina waarborgen dat alle burgers zich, ongeacht hun etniciteit, verkiesbaar kunnen stellen voor het presidentschap en voor het Huis van Volkeren van het parlement.

(8)

COM(2013)700.

(9)

COM(2012) 581 definitief.

(10)

http://ec.europa.eu/enlargement/pdf/financial_assistance/phare/evaluation/2013_final_main_report_lot_3.pdf

(11)

  http://ec.europa.eu/enlargement/pdf/financial_assistance/phare/evaluation/2013/ipa_interim_meta_evaluation_report.pdf

(12)

COM(2013) 700 definitief.

(13)

COM(2013)700.

(14)

Verordening (EU) nr. 231/2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II).

(15)

Verordening (EU) nr. 231/2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II).