Artikelen bij COM(2015)48 - Bescherming tegen extraterritoriale toepassing van rechtsregels uitgevaardigd door een derde land en daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen (herschikking)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

Deze verordening biedt bescherming en verweer tegen de gevolgen van de extraterritoriale toepassing van de in bijlage I opgenomen wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en andere Ö wetgevingsinstrumenten Õ, en tegen de daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen, indien de toepassing daarvan gevolgen heeft voor de belangen van in artikel 11 bedoelde personen die betrokken zijn bij internationale handel en/of verkeer van kapitaal tussen de Ö Unie Õ en derde landen en daarmee verband houdende handelsactiviteiten.

ê 37/2014 art. 1 en bijlage, punt 6, onder 1) (aangepast)

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 12 gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijlage I aan te vullen met wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of andere wetgevingsinstrumenten van derde landen die een extraterritoriale toepassing hebben en schadelijk zijn voor de belangen van de Unie en de belangen van natuurlijke en rechtspersonen die rechten uitoefenen uit hoofde van het Ö VWEU Õ, alsmede om wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of andere wetgevingsinstrumenten te schrappen wanneer die gevolgen niet langer aanwezig zijn.

ê 2271/96 (aangepast)

Artikel 2

Wanneer de economische en/of financiële belangen van een in artikel 11 bedoelde persoon rechtstreeks of onrechtstreeks worden geschaad door de in bijlage I opgenomen wetten of de daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen, stelt die persoon de Commissie daarvan in kennis binnen 30 dagen vanaf de datum waarop de informatie is verkregen. Indien de belangen van een rechtspersoon zijn geschaad, geldt de verplichting Ö om de Commissie in kennis te stellen Õ voor directieleden, managers en andere personen met bestuursverantwoordelijkheden.

Op verzoek van de Commissie verstrekt deze persoon alle door de Commissie verlangde informatie die relevant is voor de toepassing van deze verordening, binnen 30 dagen vanaf de datum van het verzoek.

Alle informatie wordt de Commissie hetzij rechtstreeks hetzij via de bevoegde instanties van de lidstaten verstrekt. Wanneer de informatie rechtstreeks aan de Commissie wordt verstrekt, informeert deze onverwijld de bevoegde instanties van de lidstaat waarin de persoon die de informatie heeft verstrekt, zijn woonplaats of zetel heeft.

Artikel 3

De overeenkomstig artikel 2 verstrekte inlichtingen worden slechts gebruikt voor het doel waarvoor zij werden verstrekt.

Inlichtingen die door hun aard vertrouwelijk zijn of die als vertrouwelijk zijn verstrekt, vallen onder de regels van het ambtsgeheim. De Commissie maakt deze inlichtingen slechts bekend met uitdrukkelijke toestemming van de persoon die ze heeft verstrekt.

De mededeling van dergelijke inlichtingen is toegestaan indien de Commissie daartoe verplicht of gemachtigd is, in het bijzonder in het kader van rechtszaken. Bij die mededeling moet de Commissie rekening houden met het rechtmatige belang van de betrokkene dat zijn zakengeheimen niet openbaar worden gemaakt.

Dit artikel doet geen afbreuk aan het recht van de Commissie algemene gegevens openbaar te maken. Openbaarmaking is niet toegestaan indien dit onverenigbaar is met het oorspronkelijke doel van de betrokken gegevens.

Bij schending van de geheimhoudingsplicht heeft de persoon van wie de gegevens afkomstig zijn, het recht schrapping, niet-inaanmerkingneming of rectificatie van de gegevens te verlangen, naar gelang van het geval.

Artikel 4

Uitspraken van rechters buiten de Ö Unie Õ en besluiten van bestuurlijke autoriteiten buiten de Ö Unie Õ die rechtstreeks of onrechtstreeks uitvoering geven aan de in bijlage I opgenomen wetten of de daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen mogen op generlei wijze worden erkend of uitvoerbaar verklaard.

Artikel 5

Geen van de in artikel 11 bedoelde personen mag, hetzij rechtstreeks, hetzij via een dochteronderneming of tussenpersoon, actief dan wel door opzettelijke nalatigheid, gevolg geven aan eisen of verboden, met inbegrip van verzoeken van buitenlandse rechters, die rechtstreeks of onrechtstreeks gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de in bijlage I opgenomen wetten of de daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen.

Overeenkomstig artikel 7, onder b), en Ö de in artikel Õ 8 Ö bedoelde Õ procedure kan aan een persoon toestemming worden verleend om aan genoemde eisen of verboden Ö volledig of ten dele Õ gevolg te geven indien niet-naleving de belangen van deze persoon of van de Ö Unie Õ ernstig zou schaden. De criteria voor de toepassing van deze bepaling worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 8. Indien er voldoende bewijs is dat niet-naleving ernstige schade zou veroorzaken aan een natuurlijke of rechtspersoon, legt de Commissie onverwijld aan het in artikel 8, lid 1, bedoelde comité een ontwerp voor van krachtens deze verordening te treffen passende maatregelen.

ò nieuw

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 12 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter vaststelling van de criteria voor de toepassing van de tweede alinea van dit artikel.

ê 2271/96 (aangepast)

Artikel 6

Elke in artikel 11 bedoelde persoon die een van de in artikel 1 bedoelde activiteiten uitoefent, heeft recht op verhaal van de schade, met inbegrip van de proceskosten, die hij heeft geleden ingevolge de toepassing van de in bijlage I opgenomen wetten of de daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen.

De schade kan worden verhaald op de natuurlijke of rechtspersoon of enig ander lichaam dat de schade heeft veroorzaakt dan wel op iedere andere persoon die in diens naam of als tussenpersoon optreedt.

Verordening (EU) No 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad is van toepassing op de krachtens dit artikel ingestelde vorderingen en gedane uitspraken. Schade kan worden verhaald op grond van de bepalingen van de afdelingen 2, 3, 4, 6 en 7 van hoofdstuk II van die verordening, alsmede overeenkomstig artikel 67 van die verordening, door instelling van een rechtsvordering voor een rechter in een lidstaat waarin die persoon of dat lichaam of een persoon die in diens naam of als tussenpersoon optreedt, activa bezit.

Onverminderd andere beschikbare middelen en overeenkomstig het toepasselijke recht kan het verhaal de vorm aannemen van beslag op en verkoop van activa die deze personen, lichamen of namens hen of als tussenpersoon optredende personen binnen de Ö Unie Õ bezitten, met inbegrip van aandelen in een in de Ö Unie Õ opgerichte rechtspersoon.

Artikel 7

Voor de toepassing van deze verordening:

a) stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad onverwijld en volledig in kennis van de gevolgen van de in artikel 1 bedoelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en andere Ö wetgevingsinstrumenten Õ en de daaruit voortvloeiende handelingen, aan de hand van de op grond van deze verordening verkregen informatie en stelt zij hierover regelmatig een openbaar verslag op;

b) verleent de Commissie toestemming Ö onder de in artikel 5 bedoelde voorwaarden Õ en houdt zij bij het vaststellen van de termijnen waarbinnen het comité advies dient uit te brengen, volledig rekening met de termijnen waaraan de personen aan wie toestemming wordt verleend, zich dienen te houden;

c) publiceert de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Ö Unie Õ een kennisgeving betreffende de rechterlijke uitspraken en de besluiten waarop de artikelen 4 en 6 van toepassing zijn;

d) maakt de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Ö Unie Õ de namen en adressen van de in artikel 2 Ö , derde alinea, Õ bedoelde bevoegde instanties van de lidstaten bekend.

ê 37/2014 art. 1 en bijlage, punt 6, onder 3)

Artikel 8

1. Voor de toepassing van artikel 7, onder b), wordt de Commissie bijgestaan door het Comité extraterritoriale wetgeving. Uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in lid 2 van dit artikel bedoelde onderzoeksprocedure. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

ê 2271/96 (aangepast)

Artikel 9

De lidstaten stellen de sancties vast die bij overtredingen van relevante bepalingen van deze verordening van toepassing zijn. Deze sancties moeten doeltreffend en evenredig zijn, alsmede een preventieve werking hebben.

Artikel 10

De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die zij uit hoofde van deze verordening hebben genomen, alsmede van alle andere relevante informatie in verband met deze verordening.

Artikel 11

1. Deze verordening is van toepassing op:

a) natuurlijke personen die ingezetenen van de Ö Unie Õ en onderdaan van een lidstaat zijn;

b) rechtspersonen die zijn opgericht in de Ö Unie Õ;

c) in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4055/86 van de Raad bedoelde natuurlijke of rechtspersonen;

d) andere natuurlijke personen die ingezetenen van de Ö Unie Õ zijn, tenzij die personen zich bevinden in het land waarvan zij onderdaan zijn;

e) andere natuurlijke personen in de Ö Unie Õ met inbegrip van haar territoriale wateren en haar luchtruim en op vaartuigen en in luchtvaartuigen die onder de rechtsmacht of controle van een lidstaat vallen, en die beroepshalve optreden.

Ö 2. Voor de toepassing van lid 1 wordt onder „ingezetenen van de Unie” verstaan eenieder die wettig in de Unie is gevestigd voor een periode van ten minste zes maanden gedurende een periode van twaalf maanden die onmiddellijk voorafgaat aan de datum waarop krachtens deze verordening een verplichting ontstaat of een recht wordt uitgeoefend. Õ

ê 37/2014 art. 1 en bijlage, punt 6, onder 4)

ð nieuw

Artikel 12

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De in artikel 1 ð en in artikel 5 ï bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 20 februari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 1 ð en in artikel 5 ï bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in het besluit worden vermeld. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5. Een overeenkomstig artikel 1 ð en artikel 5 ï vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met vier maanden verlengd.

ê

Artikel 13

Verordening (EG) nr. 2271/96 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

ê 2271/96 (aangepast)

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking op de Ö twintigste Õ dag Ö na die Õ van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Ö Unie Õ.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.