Artikelen bij COM(2015)125 - Standpunt Raad met oog op de vaststelling van een Verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Brussel, 10.3.2015 COM(2015) 125 final

2012/0084 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van

de Europese Unie

over het

standpunt van de Raad met het oog op de vaststelling van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009

betreffende de Europese statistiek

(Voor de EER en Zwitserland relevante tekst)

2012/0084 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van

de Europese Unie

over het

standpunt van de Raad met het oog op de vaststelling van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009

betreffende de Europese statistiek

(Voor de EER en Zwitserland relevante tekst)

1. Achtergrond

Datum waarop het voorstel is ingediend bij het Europees Parlement 17 april 2012 en de Raad

(document COM(2012) 167 final - 2012/0084 COD):

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comite:    n.v. t.

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing:    21 november 2013

Indiening van het gewijzigd voorstel:    n.v. t.

Vaststelling van het standpunt van de Raad:    5 maart 2015

2. Doel van het voorstel van de COMMISSIE

In het voorstel wordt opgeroepen tot een herziening van het huidige juridische basiskader voor de Europese statistiek door het aan te passen aan de behoeften van en uitdagingen voor het beleid als gevolg van de recente ontwikkelingen in de wereldeconomie voor de Europese statistiek. Het belangrijkste doel is de governance in het Europese statistische systeem verder te versterken, om de grote geloofwaardigheid ervan te behouden en op passende wijze tegemoet te komen aan de gegevensbehoeften die het gevolg zijn van de versterkte coordinate van het economisch beleid in de Europese Unie. De vier specifieke doelstellingen die bijdragen tot dit doel zijn: het versterken van de professionele onafhankelijkheid van de nationale statistische instanties; het verduidelijken van de coordinerende rol van de nationale instituten voor de statistiek (NSI's) in de nationale statistische systemen; het vaststellen van "vertrouwensverbintenissen voor de statistiek" en het verbeteren van de toegang tot en het gebruik van administratieve gegevens voor statistische doeleinden.

De onvoorwaardelijke professionele onafhankelijkheid van de nationale statistische instanties is met name een sleutelvoorwaarde voor het behoud van de geloofwaardigheid van de Europese statistiek en de centrale rol die deze speelt bij de ondersteuning van economisch bestuur en, in het algemeen, van op feiten gebaseerde beleidsvorming. Dit voorstel verwijst expliciet naar de hoofden van de NSI's, omdat de onafhankelijkheid van deze personen bij de uitoefening van hun taak een voorwaarde is voor de onafhankelijkheid van de desbetreffende instellingen. Daarom moeten de hoofden van de NSI's de vrijheid hebben om te beslissen over processen, statistische methoden, normen en procedures en over de inhoud en het tijdstip van statistische berichten en publicaties voor alle Europese statistieken. Zij mogen geen aanwijzingen vragen aan nationale overheden of andere instellingen en zij moeten worden beschermd tegen het ontvangen van dergelijke aanwijzingen. Bovendien moeten de hoofden van de NSI's aanzienlijke autonomie krijgen in de besluitvorming over het interne beheer van het bureau voor de statistiek en moet het hun worden toegestaan zich publiekelijk uit te spreken over de begroting die het NSI ter beschikking heeft om statistische taken uit te voeren. Bovendien moeten er transparante voorschriften komen voor de benoeming, de overplaatsing en het ontslag van hoofden van de NSI's, die uitsluitend gebaseerd mogen zijn op professionele criteria.

Zoals de Commissie in haar mededeling 'Naar een robuust kwaliteitsbeheer voor de Europese statistiek' (COM(2011) 211 final) voorschreef, omvat het voorstel ook de vaststelling van "vertrouwensverbintenissen voor de statistiek", dat wil zeggen verklaringen over de naleving van de Praktijkcode Europese statistieken, en met name het principe van de onafhankelijkheid van de NSI's. Volgens het voorstel moeten de verbintenissen worden ondertekend door de regeringen van alle lidstaten en mede-ondertekend door de Commissie. Elke vertrouwensverbintenis moet landenspecifiek zijn en verbeteringsmaatregelen bevatten. De daadwerkelijke uitvoering van deze acties zal worden gemonitord door Eurostat als onderdeel van de al bestaande periodieke beoordeling van de naleving van de Praktijkcode Europese statistieken door de lidstaten.

Het voorstel tracht verder de coordinerende rol van de NSI's in de nationale statistische systemen te verduidelijken door expliciet te verwijzen naar instellingen en functies die moeten worden gecoordineerd.

Een andere belangrijke doelstelling van het voorstel is het gebruik van administratieve gegevensbronnen voor de productie van Europese statistieken op te voeren zonder dat de respondenten, de NSI's en de andere nationale autoriteiten extra worden belast. Hiertoe moeten de NSI's, voor zover nodig, worden betrokken bij beslissingen over de opstelling, de ontwikkeling en de beeindiging van administratieve bestanden die kunnen worden gebruikt voor de opstelling van statistische gegevens. De NSI's, andere nationale instanties en Eurostat moeten gratis en tijdig toegang tot administratieve bestanden krijgen, maar alleen binnen hun respectieve bestuurssysteem en alleen voor zover dit noodzakelijk is voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken.

Om de begrotingsplanning voor statistische activiteiten te vereenvoudigen en stabieler te maken, brengt het voorstel bovendien de programmeringsperiode van het Europees statistisch programma in overeenstemming met het meerjarige financiele kader van de Unie.

Ten slotte wordt in de voorgestelde wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 rekening gehouden met de nodige aanpassingen van het Verdrag van Lissabon, wat de gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie betreft.

3. Opmerkingen over het standpunt van de Raad

Het standpunt van de Raad weerspiegelt het politiek akkoord tussen het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2014 en omvat elementen voorgesteld door beide instellingen. De Commissie steunt dit akkoord.

In vergelijking met het voorstel van de Commissie zijn de belangrijkste in dit standpunt opgenomen wijzigingen de volgende:

Specifiek met betrekking tot de NSI's worden wijzigingen aangebracht waardoor de door de

Commissie voorgestelde reikwijdte van de statistische beslissingsbevoegdheid van de hoofden van de NSI’s wordt beperkt, met name tot aangelegenheden binnen hun eigen instelling. Bovendien wordt de bepaling over de professionele onafhankelijkheid van de hoofden van de NSI's uitgebreid tot de 'hoofden van de statistische diensten van andere nationale instanties'.

Specifiek met betrekking tot Eurostat wordt een extra artikel ingevoerd, grotendeels gebaseerd op elementen die reeds in het besluit van de Commissie betreffende Eurostat (2012/504/EU) zijn opgenomen, met betrekking tot de professionele onafhankelijkheid van de directeur-generaal van Eurostat. Dit om overeenstemming te waarborgen met de respectieve bepalingen die van toepassing zijn op de hoofden van de NSI's. Het compromis formaliseert met name een statistische dialoog die jaarlijks een rechtstreekse gedachtewisseling over statistische aangelegenheden mogelijk zal maken tussen de directeur-generaal van Eurostat en de desbetreffende commissie van het Europees Parlement.

De bepaling over de vaststelling van 'vertrouwensverbintenissen voor de statistiek' door de lidstaten wordt afgezwakt maar gekoppeld aan een meer gedetailleerde beschrijving van de toepasselijke monitoring- en verslagleggingsprocedure van de Commissie.

Als reactie op het verzoek van het Europees Parlement om een intensievere kwaliteitscontrole en -handhaving, zijn bepalingen opgenomen die voorzien in de bekendmaking van de bedenkingen van de Commissie omtrent de kwaliteit van de nationale bijdragen aan de Europese statistieken, en bepalingen die eraan herinneren dat de Commissie onderzoek mag verrichten naar vermoedelijke onjuiste weergave van statistische gegevens, mits in dergelijke gevallen boetes van toepassing zijn op grond van sectorale wetgeving.

Ten slotte wordt ook verwezen naar de samenwerking tussen het Europees statistisch systeem en het Europees Stelsel van centrale banken bij het opstellen van Europese statistieken.

4. CONCLUSIE

De Commissie aanvaardt de resultaten van de interinstitutionele onderhandelingen en staat bijgevolg achter het standpunt van de Raad in eerste lezing.

NLNL