Artikelen bij JOIN(2015)22 - EU en de ASEAN: een partnerschap met een strategische doelstelling

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE

RAAD

De EU en de ASEAN: een partnerschap met een strategische doelstelling
1. Inleiding

De versterking van haar betrekkingen met de Associatie van Zuidoost-Aziatische staten (ASEAN) is voor de EU van strategisch belang1. Een krachtdadige, eensgezinde en zelfbewuste ASEAN die haar eigen integratieproces voortzet, is bevorderlijk voor de regionale stabiliteit, welvaart en veiligheid en schept nieuwe kansen voor samenwerking bij de aanpak van regionale en mondiale vraagstukken. In de ASEAN-staten gaan hoge economische groeicijfers gepaard met een dynamische bevolkingsgroei. Samengenomen zouden de ASEAN-staten de zevende economie ter wereld vormen en tegen 2050 zal de ASEAN uitgroeien tot de op drie na grootste economie ter wereld. Naar verwachting zal de jonge middenklasse van de ASEAN tegen 2030 65% van de totale bevolking van de ASEAN vertegenwoordigen, ten opzichte van 24% in 2010. De ASEAN is ook nauw betrokken bij de inspanningen om een robuustere regionale veiligheidsorde in de ruimere regio Azië-Stille Oceaan op te bouwen. Een eensgezinde en zelfbewuste ASEAN is essentieel om ervoor te zorgen dat de regionale vraagstukken met een op regels gebaseerde benadering worden aangepakt; de burgers van de regio, maar ook die van de Europese Unie zijn hierbij rechtstreeks gebaat.

Het welslagen van de ASEAN is dus voor de EU van groot belang.

De betrekkingen tussen de EU en de ASEAN hebben een nieuwe impuls gekregen en beide partijen zijn erbij gebaat deze dynamiek gaande te houden. Veel lidstaten van de ASEAN hebben de hoop uitgesproken op een grotere betrokkenheid van de EU en hebben kenbaar gemaakt dat zij een formeel 'strategisch partnerschap' wensen uit te bouwen. Voor de EU zijn er zwaarwegende economische, sectorale en politieke belangen om haar samenwerking met deze cruciale speler in een strategisch belangrijke regio te versterken.

De ASEAN is doende tegen eind 2015 de economische ASEAN-gemeenschap op te richten en haar visie voor de periode na 2015 uit te stippelen, waarin zij ook zal duidelijk maken hoe zij haar betrekkingen met de EU en de andere dialoogpartners ziet. Derhalve is het nu het geschikte moment om een visie te ontvouwen op de toekomstige betrekkingen tussen de EU en de ASEAN.

Zowel de EU als de ASEAN streven naar integratie, maar er zijn aanzienlijke onderlinge verschillen op het vlak van het gemiddelde economische ontwikkelingsniveau, de aard van hun politieke stelsels en hun institutionele capaciteit. De ASEAN zal het hoofd moeten bieden aan de problemen die onder andere samenhangen met haar volledig intergouvernementele besluitvormingsproces dat op consensus is gebaseerd, de financiering van de ASEAN-begroting (slechts 16 miljoen USD per jaar, met gelijke bijdragen van elke ASEAN-lidstaat) en het feit dat het ASEAN-secretariaat moet worden versterkt. Tegelijkertijd streven de EU en de ASEAN naar gemeenschapsopbouw, duurzame ontwikkeling en een op regels gebaseerde integratie als de beste methode om hun burgers (samen meer dan 1,1 miljard mensen) veiligheid en welvaart te bieden. Voor de ontwikkeling en uitvoering van de visie en agenda voor de periode na 2015 zou de Europa 2020-strategie als voorbeeld kunnen dienen.

Investeren in de betrekkingen tussen de EU en de ASEAN zal de EU aanzienlijke voordelen opleveren, zowel op economisch als politiek vlak. De ASEAN waardeert dan weer de rol die de EU kan vervullen in een regio die onderhevig is aan een groeiende strategische concurrentie. Meer dan welke andere dialoogpartner kan de EU als een vertrouwde partner de ASEAN helpen om haar integratiedoelstellingen te bereiken zonder hierbij een specifiek model op te dringen.

Voor de EU zijn intensievere betrekkingen met de ASEAN essentieel met het oog op de ontwikkeling van een meer complete Azië-strategie. In de afgelopen jaren heeft de EU volgende stappen gezet:

- toetreding tot het Verdrag van vriendschap en samenwerking in Zuidoost-Azië;

- intensivering en heroriëntering van de samenwerking, waarbij een meer ambitieus en politiek partnerschap tot stand is gebracht, zoals is uiteengezet in het actieplan van Brunei (2013-2017)2, dat het kader vormt voor alle vormen van samenwerking tussen de EU en de ASEAN, met inbegrip van de talrijke activiteiten van de EU-lidstaten;

- deelname aan meer bezoeken op hoog niveau; en

- lancering van nieuwe initiatieven voor een tastbare betrokkenheid op de terreinen waarop bij voorrang moet worden gewerkt.

De ASEAN heeft de betrokkenheid van de EU opgemerkt en daarvoor haar waardering uitgesproken; er moet nu vaart worden gezet achter de samenwerking en uitvoering worden gegeven aan het gezamenlijk besluit van de ministers van Buitenlandse Zaken van de ASEAN en de EU van juli 2014 om 'de relatie om te vormen tot een strategische relatie'. Voor de opwaardering van de betrekkingen tussen de EU en de ASEAN zal worden voortgebouwd op de reeds bestaande rijke en gevarieerde bilaterale banden tussen de EU en individuele ASEAN-lidstaten; deze benaderingen moeten worden beschouwd als elkaar versterkende processen.
2. Connectiviteit: de kerndoelstelling van de regionale integratie

Connectiviteit is het centrale, samenbundelende project dat momenteel de kern vormt van de ASEAN. De kerndoelstellingen werden vastgesteld in het masterplan inzake connectiviteit binnen de ASEAN van 2010, met als algemene doelstelling ondernemingen, mensen en instellingen nader tot elkaar te brengen door het wegnemen van belemmeringen3. In het masterplan wordt de aandacht erop gevestigd dat naast harde infrastructuur ook een ondersteunend regelgevingskader en een gedeelde identiteit cruciaal zijn om ASEAN-lidstaten met elkaar en de rest van de wereld moeten te verbinden. De EU - zelf ook een voorbeeld van regionale integratie - is eveneens gebaseerd op het connectiviteitsbeginsel (ook al wordt hiervoor een andere term gebruikt). Beter dan met welke andere partner ook kan de ASEAN met de EU ervaringen uitwisselen over de totstandkoming van een geïntegreerd vervoerssysteem op het niveau van een geheel continent, de oprichting van een interne markt en het bij elkaar brengen van mensen.

In juli 2014 is op de ministeriële bijeenkomst EU-ASEAN in Brussel bevestigd dat beide partijen een wederzijds belang hebben om samen te werken op het vlak van connectiviteit. Talrijke sectorale initiatieven die in deze mededeling aan de orde komen, hebben tot doel de samenwerking op het vlak van connectiviteit centraal te plaatsen in de betrekkingen tussen de EU en de ASEAN.

Het benedenstroomgebied van de Mekong (Cambodja, de Democratische Volksrepubliek Laos, Myanmar en Vietnam) ontwikkelt zich snel, maar de landen in deze regio behoren tot de armste lidstaten van de ASEAN en hebben ook de slechtste verbindingen. Het huidige bruto nationaal inkomen (bni) per inwoner van de rijkste ASEAN-lidstaat ligt 26 keer hoger dan dat van de armste (in de EU is deze verhouding kleiner dan 1:4)4. Het verkleinen van de ontwikkelingskloof wordt een lakmoesproef voor de connectiviteit binnen de ASEAN en is cruciaal voor het succes van de economische ASEAN-gemeenschap.

De ontwikkelingssamenwerking van de EU sluit goed aan bij het integratie-initiatief van de ASEAN (IAI), dat in eerste instantie beoogt om de landen uit het benedenstroomgebied van de Mekong dichter bij de ontwikkelingsniveaus van de rijkere ASEAN-lidstaten te brengen. De ASEAN zou baat kunnen hebben bij de ervaringen van de EU op het vlak van integratie en cohesie.

Specifieke initiatieven op dit terrein hebben onder meer betrekking op volgende punten:

- de bevordering van een regelmatige en systematische dialoog tussen de EU en de ASEAN op het vlak van connectiviteit - na het geslaagde bezoek van het coördinatiecomité voor connectiviteit van de ASEAN (hierna 'ACCC' genoemd) aan Brussel en Luxemburg in februari 2014 vond in september 2014 een eerste dialoog plaats in Naypyidaw (Myanmar);

- de oprichting van een connectiviteitstaskforce als gesprekspartner voor het ACCC om talrijke EU-activiteiten ter ondersteuning van de connectiviteit binnen de ASEAN te bevorderen;

- de voortzetting van de ondersteuning van de inspanningen van de landen uit het benedenstroomgebied van de Mekong om de ontwikkelingskloof binnen de ASEAN-landen te verkleinen en onderlinge connectiviteit tot stand te brengen. Hiertoe zal de EU haar bilaterale steun aan de landen uit deze regio verdrievoudigen van 607 miljoen EUR (2007-2013) tot 1 705 miljoen EUR (2014-2020);

- de ondersteuning van voor de banken aanvaardbare regionale connectiviteitsprojecten op het vlak van transport, energie en stedelijke infrastructuur5. Met behulp van een faciliteit voor technische bijstand aan de ASEAN (1,1 miljoen EUR, operationeel tegen medio 2015) zullen projecten in kaart worden gebracht en haalbaarheidsstudies worden uitgevoerd;

- het combineren van EU-subsidies met leningen van internationale financiële instellingen, inclusief de Europese Investeringsbank (EIB), om de ontwikkeling van een groene economie in de ASEAN-regio te bevorderen via de Aziatische investeringsfaciliteit (AIF);

- uitwisseling van de ervaring die de EU heeft opgedaan met het geslaagd beheer van stroomgebieden, bv. de strategie voor het Donaugebied;

- het voorstel om een intensieve dialoog met de ministers van Buitenlandse Zaken van het benedenstroomgebied van de Mekong op te zetten om regionale vraagstukken en de lopende EU-bijstand te bespreken; en

- uitwisseling van de ervaring die de EU heeft opgedaan bij de opbouw van interne markt voor goederen en diensten naarmate de ASEAN vooruitgang boekt bij de voltooiing van de economische ASEAN-gemeenschap.

2.1. Meer kansen creëren om handel te drijven, te investeren en te ondernemen

In de afgelopen tien jaar zijn de handels- en investeringsstromen tussen de EU en de ASEAN aanzienlijk toegenomen. Momenteel is de ASEAN in haar geheel de op twee na grootste handelspartner van de EU buiten Europa (na de Verenigde Staten en China) en is de EU de op één na belangrijkste handelspartner van de ASEAN (na China), met bilaterale handel in goederen en diensten ten belope van 238 miljard EUR in 2013. Voorts heeft de EU een solide bedrag aan investeringen ten belope van 156 miljard EUR in de ASEAN-regio opgebouwd. Het vertegenwoordigt het leeuwendeel van de totale buitenlandse directe investeringen in de ASEAN (ongeveer een kwart). De investeringen van de ASEAN-landen in Europa zijn weliswaar van recentere datum, maar zijn ook gestaag toegenomen en bedroegen eind 2013 in totaal meer dan 57 miljard EUR.

Ondanks deze indrukwekkende cijfers is er nog een aanzienlijk groeipotentieel voor de handelsbetrekkingen tussen de EU en de ASEAN. De ASEAN wordt binnenkort een interne markt met meer dan 600 miljoen consumenten en een groeiende middenklasse; dit biedt grote investerings- en uitvoermogelijkheden voor het Europese bedrijfsleven.

De EU heeft actief samengewerkt met de ASEAN-regio en onderhoudt steeds nauwere betrekkingen met de individuele ASEAN-lidstaten. Onderhandelingen over bilaterale vrijhandelsovereenkomsten zijn in 2010 van start gegaan met Singapore, en vervolgens met Maleisië, Vietnam en Thailand. De onderhandelingen over de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore zijn in oktober 2014 afgerond en de onderhandelingen over een ambitieuze en breed opgezette vrijhandelsovereenkomst met Vietnam, die maatgevend zouden kunnen zijn voor de onderhandelingen met andere landen in de regio, zijn bijna voltooid.

In de periode 2014-2020 zal ongeveer de helft van de financiële bijstand die de EU aan de ASEAN verleend (85 miljoen EUR) worden besteed aan de ondersteuning van de connectiviteit binnen de ASEAN door middel van duurzame en inclusieve economische integratie en handel. Hiertoe zal de EU ook een beroep doen op middelen uit de Aziatische Investeringsfaciliteit (AIF) door EU-subsidies te combineren met leningen van de EIB en andere internationale financiële instellingen.

Naast het sluiten van handelsovereenkomsten en het verlenen van financiële bijstand zal de EU ook samenwerken met de ASEAN om slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen. Hierbij wordt de aandacht gericht op het stimuleren van een gunstig ondernemingsklimaat in andere landen, het afschaffen van niet-tarifaire belemmeringen, het harmoniseren van normen, de versterking van de rechtsstaat en de uitvoering van internationale arbeidsnormen. De lopende dialoog over onderzoek en innovatie tussen de EU en de ASEAN zal ook een vooraanstaande rol spelen bij de ondersteuning van de sociaal-economische groei.

Slechts 13 % van de in de EU gevestigde kmo's zijn buiten de EU internationaal actief6. Het creëren van groeimogelijkheden voor Europese kmo's in de ASEAN-landen vergt onder meer een verbetering van het regelgevingskader, toegang tot financiering, intellectuele-eigendomsrechten en markttoegang (met inbegrip van overheidsopdrachten) en de ontwikkeling van corporate governance.

Specifieke initiatieven op dit terrein hebben onder meer betrekking op volgende punten:

- de handelsbetrekkingen met de ASEAN op een hoger niveau tillen, onder meer door regelmatig overleg tussen de ministers van economie, inspanningen leveren om een ambitieuze vrijhandelsovereenkomst tussen beide regio's tot stand te brengen waarbij wordt voortgebouwd op de reeds bestaande bilaterale overeenkomsten tussen EU- en ASEAN-lidstaten;

- de groeimogelijkheden voor kmo's verbeteren, onder meer door instrumenten zoals de EU Gateway/Business Avenues-programma's in Zuidoost-Azië, de raad voor het bedrijfsleven van de ASEAN en de EU en het gezamenlijk opzetten van voor de banken aanvaardbare projecten voor de ontwikkeling van een groene economie die moeten worden ondersteund door een combinatie van EU-subsidies en leningen van Europese en internationale financiële instellingen via de AIF;

- samen met de EIB en de ontwikkelingsbanken die in de ASEAN-regio actief zijn, onderzoeken hoe kmo's beter toegang kunnen krijgen tot financiering voor de internationalisering van hun activiteiten;

- de dialoog en samenwerking tussen de EU en de ASEAN versterken op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen op grond van internationale normen, om het handelsverkeer te bevorderen en de bestaande handelsbelemmeringen als gevolg van sanitaire en fytosanitaire maatregelen weg te nemen;

- grensinstanties stimuleren meer samen te werken om douanefraude te bestrijden en tegelijkertijd legitiem handelsverkeer, transparantie en non-discriminatie tussen marktdeelnemers bevorderen, inclusief door middel van technische bijstand (bv. het proefproject van de ASEAN voor het geautomatiseerd systeem voor douanevervoer) in het kader van het ARISE-programma van de EU;

- een dialoog met de ASEAN aangaan om het wederzijds begrip van elkaars regelgevingskaders en industriebeleid te vergroten. De chemische sector zou bijvoorbeeld gebaat zijn bij uitwisseling van optimale werkmethoden bij de implementatie van mondiale normen zoals het mondiaal geharmoniseerde classificatie- en etiketteringssysteem van de Verenigde Naties (GHS). Daarnaast moet worden onderzocht op welke gebieden de belangen samenlopen;

- bevorderen van samenwerking tussen bedrijven en bedrijfsclusters, toegang tot financiering en regionale capaciteitsopbouw inzake standaardisatie op basis van internationaal erkende normen en WTO-beginselen;

- een dialoog aangaan over intellectuele eigendom, corporate governance en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap, consumentenbescherming, justitiële samenwerking (in het bijzonder op het vlak van internationaal handelsrecht) en een verbeterde toepassing van internationale arbeidsnormen;

- sectorale dialogen bevorderen op gebieden van wederzijds belang, zoals onder meer:

- regionale en internationale normen in de automobielindustrie en gezondheidszorg en geneeskunde;

- satellietnavigatie, aardobservatie, Copernicus en ruimtevaart met het oog op de totstandkoming van een samenwerkingsstrategie op lange termijn die wordt ondersteund met onderzoekssubsidies uit het Horizon 2020-programma op deze terreinen;

- de defensiegerelateerde industrie, ter ondersteuning van de internationalisering van de Europese defensie-industrie, onder meer met door de EU en de ASEAN georganiseerde contactevenementen7; en

- informatie- en communicatietechnologieën, met aandacht voor ict-toepassingen ten behoeve van de burgers, harmonisatie en beheer van het spectrum, zoek- en reddingsdiensten, beheer van de groei van mobiele communicatie, digitale televisie-uitzendingen.

2.2. Transport

De burgerluchtvaart is essentieel voor een behoorlijke connectiviteit binnen de ASEAN en tussen de EU en de ASEAN. De helft van mondiale groei van het luchtverkeer in de loop van de komende 20 jaar zal betrekking hebben op vluchten naar, van of binnen de regio Azië-Stille Oceaan, die tegen 2030 een mondiaal marktaandeel van bijna 40 % zal vertegenwoordigen. Verwacht wordt dat het luchtverkeer tussen de EU en de ASEAN in de loop van de komende 20 jaar met 65 % zal toenemen, deels als gevolg van meer toerisme.

In de mededeling van de Commissie van 2012 over het externe luchtvaartbeleid van de EU8 werd gewezen op het belang van de gemeenschappelijke markt voor de burgerluchtvaart van de ASEAN, die mogelijkheden schept voor nauwere samenwerking tussen de EU en de ASEAN en die door marktliberalisering te combineren met marktregulering een maatstaf voor de ASEAN zou kunnen vormen. In de voorbije drie decennia heeft de EU een soortgelijk proces doorlopen, dat heeft geresulteerd in de huidige volledig geïntegreerde gemeenschappelijke luchtvaartmarkt van de EU.

De EU verstrekt technische bijstand om binnen de ASEAN de institutionele capaciteit te ontwikkelen om een veilige, beveiligde en duurzame gemeenschappelijke luchtvaartmarkt tot stand te brengen in het kader van het AATIP, dat in nauwe samenwerking met het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) wordt uitgevoerd.

Met de vooruitgang die de ASEAN boekt bij de totstandkoming van een interne luchtvaartmarkt, wordt ook de weg geëffend voor nauwere samenwerking tussen de EU en de ASEAN. De luchtvaarttop tussen beide regio's die in februari 2014 plaatsvond en de daarop volgende werkzaamheden van een specifieke EU-ASEAN werkgroep rond luchtvaart zijn in dit verband van essentieel belang geweest.

Specifieke initiatieven op dit terrein hebben onder meer betrekking op volgende punten:

- versterking van de luchtvaartdialoog, onder meer om formele onderhandelingen op te starten over een luchtvaartovereenkomst tussen beide regio's; en

- ondersteuning van de ontwikkeling van verbeterde stedelijke vervoerssystemen die worden medegefinancierd door de EIB, de ontwikkelingsbanken van de EU-lidstaten en/of de AIF.

2.3. Onderzoek, innovatie en contacten van mens tot mens

Nauwere contacten van mens tot mens vormen een essentieel onderdeel van een diepgaander partnerschap tussen de EU en de ASEAN. Hierbij gaat het zowel over dialoog en samenwerking op het vlak van onderzoek en innovatie als uitwisselingen van studenten uit het hoger onderwijs en onderzoekers. De sterke deelname van de ASEAN aan het zevende kaderprogramma van de EU voor onderzoek en technologische ontwikkeling (2007-2013) heeft geresulteerd in 103 projecten, met EU-bijdragen van in totaal 20 miljoen EUR.

Elk jaar hebben ongeveer 250 studenten uit de ASEAN studiebeurzen ontvangen in het kader van het Erasmus Mundus Programma van de EU, dat nu is opgevolgd door Erasmus+. Daarnaast hebben ook de EU-lidstaten talrijke studiebeurzen toegekend. Samen genomen komen jaarlijks meer dan 4 000 studenten uit de ASEAN in Europa studeren met studiebeurzen die door de EU en haar lidstaten zijn gefinancierd.

Specifieke initiatieven op dit terrein hebben onder meer betrekking op volgende punten:

- de samenwerking versterken in het kader van het nieuwe EU-programma voor onderzoek en innovatie, Horizon 20209, op de terreinen die door hoge ambtenaren tijdens de EU-ASEAN dialoog over onderzoek en innovatie in augustus 2014 (en daaropvolgende bijeenkomsten) als prioritair zijn aangemerkt;

- de samenwerking op het vlak van onderwijs uitbreiden, onder meer door de in de EU opgedane ervaringen inzake modernisering en internationalisering van het hoger onderwijs en hervormingen van de onderwijsstelsels te delen (bv. gevolgen voor de kwalificatiekaders, kwaliteitsborging, accreditatie- en evaluatiesystemen, en wederzijdse erkenning van diploma's) via projecten in het kader van Erasmus+ en het EU-programma voor ondersteuning aan hoger onderwijs in de ASEAN-regio (EU-SHARE);

- beurzen over het hoger onderwijs en uitwisselingen in de academische wereld organiseren (als onderdeel van de EU-steun om de connectiviteit in het onderwijs binnen de ASEAN te bevorderen);

- de dialoog en samenwerking voortzetten met betrekking tot migratie- en mobiliteitsvraagstukken zoals legale migratie en visa, onregelmatige migratie en de terugkeer en overname van onregelmatige migranten, mensenhandel, migratie en ontwikkeling, en internationale bescherming (asiel en andere vormen van internationale bescherming);

- samenwerken met de ASEAN-lidstaten op het vlak van duurzaam toerisme op basis van de ervaring die is opgedaan met Thailand, Myanmar en Vietnam; en

- de deelname bevorderen van niet-overheidsactoren en organisaties uit het maatschappelijk middenveld in de regionale integratieprocessen.
3. Een groener partnerschap voor een duurzame toekomst

De ASEAN-regio beschikt over grote voorraden natuurlijke rijkdommen die de grondslag vormen voor een brede waaier van economische activiteiten en bestaansmiddelen. Hoewel de regio slechts 3 % van de totale landoppervlakte van de wereld omvat, heeft zij een uitzonderlijk grote biologische diversiteit en biedt zij een natuurlijke habitat voor meer dan 20 % van de bekende planten- en diersoorten. Als gevolg van de bevolkings- en economische groei is er evenwel een toenemende druk op de natuurlijke rijkdommen van de regio. Waterschaarste, illegale houtkap, herbestemming van bossen, droogleggen van veengebieden en bosbranden leiden tot biodiversiteitsverlies en een sterke toename van broeikasgasemissies, gezondheidsproblemen en economische verliezen. Andere vraagstukken waarmee de regio wordt geconfronteerd, zijn onder meer waterschaarste en ontoereikend afvalbeheer, waardoor de mondiale problemen van zwerfvuil op zee nog verder verergeren.

De ASEAN-regio is het op twee na grootste stroomgebied met tropisch woud ter wereld en het gebied waar broeikasgas-emissies als gevolg van ontbossing en bosdegradatie het snelst toenemen: momenteel 260 miljoen ton CO2 per jaar, op een totale uitstoot van 810 miljoen ton CO2 wereldwijd.

Zuidoost-Azië is een regio die onderhevig is aan natuurrampen, hetgeen gedeeltelijk verband houdt met de klimaatverandering. Dit heeft geleid tot een aanzienlijk verlies van mensenlevens. Zo werden burgers van ASEAN-landen, maar ook EU-burgers, met name getroffen door de tsunami van 2004, de cycloon Nargis in 2008 en de mega-tyfoon Haiyan in 2013. Gedurende jaren verleent de EU al steun aan de ASEAN-landen, met name door het EU-programma DIPECHO, om meer doeltreffende interventies bij noodsituaties en een vroegtijdige waarschuwingscapaciteit te ontwikkelen om door de mens en door de natuur veroorzaakte rampen aan te pakken. Voorts wordt de uitwisseling van ervaringen bij de ontwikkeling van doeltreffende consulaire bijstandsmechanismen bevorderd. De EU is een van de belangrijkste geldschieters van het coördinatiecentrum van de ASEAN voor humanitaire hulp (AHA) en heeft ook haar contacten versterkt met nationale structuren voor crisisrespons, bv. in Myanmar en de Filipijnen. In het kader van de ondersteuning van de ontwikkeling van de ASEAN-overeenkomst inzake rampenbeheer en optreden in noodsituaties (AADMER) in de periode na 2015 en overeenkomstig het Sendai-kader voor rampenrisicovermindering10 zullen de EU en de ASEAN zich in de eerste plaats inspannen om de weerbaarheid van de bevolking te verhogen om de door rampen veroorzaakte problemen te kunnen opvangen en de risico's te kunnen beperken, met name in stedelijke omgevingen.

Gezien hun mondiale verantwoordelijkheden hebben de EU en de ASEAN een gezamenlijk belang bij de totstandkoming van een meer doeltreffende dialoog inzake de klimaatverandering tussen beide regio's. Op het vlak van klimaatverandering hebben de ASEAN en de EU dezelfde doelstellingen: het beperken van de temperatuurstijging tot minder dan 2°C en de totstandkoming van emissiearme en klimaatbestendige economieën en samenlevingen. De EU is bereid om de ASEAN te ondersteunen bij de opname van de klimaatverandering als een van de kernthema's in haar visie voor de periode na 2015, onder meer door specifieke financiering in het kader van het aandachtsgebied klimaatverandering, milieu en rampenbeheersing van haar regionaal programma 2014-2020. De EU zal steun verlenen aan zowel de mitigatie van, de aanpassing aan en de bestendigheid tegen klimaatverandering, alsook de samenwerking op het vlak van rampenbeheersing, waarbij zij ervoor zal zorgen dat de klimaatverandering en de diepere oorzaken ervan op een geïntegreerde wijze kunnen worden aangepakt.

Het EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT) heeft tot doel het bosbeheer te verbeteren, de handel in duurzaam en legaal gekapt hout te bevorderen en te voorzien in een degelijke grondslag voor de versterking van de dialoog en de capaciteitsopbouw in de ASEAN. De EU is betrokken bij de onderhandeling over of de uitvoering van vrijwillige partnerschapsovereenkomsten inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT-VPA) met de meeste ASEAN-landen en verleent steun aan de samenwerking op regionaal niveau11. Daarnaast draagt de EU 3 miljard USD bij aan het klimaatbeleid en de stimulansen van de VN voor het terugdringen van emissies ten gevolge van ontbossing en bosdegradatie (REDD+) en spoort zij ASEAN-leden aan robuuste en ambitieuze REDD+‑strategieën te ontwikkelen.

Smog is een probleem waarmee verscheidene ASEAN-landen, zoals Indonesië, Maleisië en Singapore, worden geconfronteerd. Aanhoudende smeulende vuren en branden in veen- en andere gebieden als gevolg van bosontginning, hebben een negatieve invloed op de luchtkwaliteit, de gezondheid van de plaatselijke bevolking en de economie. In sommige gevallen is de vervuiling zo erg dat de lokale autoriteiten de noodtoestand hebben afgekondigd. De broeikasgasemissies die afkomstig zijn van drooggelegde en/of afgebrande veengebieden zijn een belangrijke oorzaak van klimaatverandering en hebben ervoor gezorgd dat de uitstoot van broeikasgassen van de ASEAN-regio zeer hoog is. Het door de EU gefinancierde SEApeat project heeft bijgedragen tot de ontwikkeling en uitvoering van nationale actieplannen voor veengronden. Hierbij gaat het onder meer over activiteiten waarmee alternatieve inkomsten worden gegeneerd en brandpreventiemethoden zoals gecontroleerde afbranding. Voor de periode 2014-2020 wordt voorzien in nieuwe financiering voor het project duurzaam gebruik van veengronden en smogreductie in de ASEAN (20 miljoen EUR) en het project biodiversiteit en het beheer van beschermde gebieden in de ASEAN (10 miljoen EUR).

In de komende jaren is de energiesector cruciaal voor zowel de ondersteuning van de sociaal-economische ontwikkeling en connectiviteit als de naleving van de doelstellingen op het vlak van klimaatverandering en milieu. Uitwisseling van ervaring en beste praktijken en demonstratie van innovatieve oplossingen, inclusief op het gebied van de reductie van de CO2-emissies, energie-efficiëntie en afname van de vraag, alsmede de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen kunnen de grondslag vormen voor een vruchtbare dialoog over energie en klimaatverandering. Onderzoek en innovatie, inclusief de demonstratie en ingebruikname van nieuwe oplossingen voor de bovenvermelde problemen, komen aan de orde in de dialoog over onderzoek en innovatie tussen de EU en de ASEAN.

Het bevorderen van een duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen omvat ook de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij), die aanzienlijke gevolgen heeft voor het milieu, de economie en de veiligheid. Op internationaal niveau blijft de EU zich inzetten voor de strijd tegen IOO-visserij en deze inspanningen zijn essentieel voor het bevorderen van een beter mondiaal zeebeheer. Ook de ASEAN heeft verklaard dat dit voor haar een belangrijke prioriteit is.

Specifieke initiatieven op dit terrein hebben onder meer betrekking op volgende punten:

- versterken van de samenwerking tussen de EU en de ASEAN op het vlak van klimaatverandering en aanknopen van een beleidsdialoog over milieu en duurzame ontwikkeling - overeenkomstig het actieplan van Brunei en op basis van de ervaring van de EU met de aanpak van duurzame ontwikkeling op Europees niveau, de integratie van het klimaatbeleid en de omvorming van Europa tot een in hoge mate energiezuinige en koolstofarme economie;

- versterken van de ondersteuning van de door ASEAN geleverde inspanningen om de klimaatverandering aan te pakken, het milieu te beschermen, een groene en duurzame groei te bevorderen door middel van het EU-programma voor regionale samenwerking (meer dan 60 miljoen EUR van de voor periode 2014-2020 toegewezen middelen ten belope van 170 miljoen EU), het AIF en het SWITCH Asia-programma12;

- ondersteunen van in het bijzonder de inspanningen van de landen uit het benedenstroomgebied van de Mekong die betrekking hebben op het onderlinge verband tussen water, energie en voedselzekerheid, de ontwikkeling van verbeterde duurzame landbouw, voedselzekerheid (inclusief voedselveiligheid), systemen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen door de bevordering van een dialoog met Donauregio;

- versterken van de regionale benaderingen inzake FLEGT en REDD+, onder meer door nieuwe REDD+-emissiereductieprogramma's te ontwikkelen op nationaal niveau of op het niveau van provincies/ districten om de factoren die ontbossing en bosdegradatie in de hand werken, grensoverschrijdend aan te pakken en toegang te verlenen tot op resultaten gebaseerde REDD+-betalingen, waarbij een beroep wordt gedaan op de door de EU gefinancierde EU-REDD-faciliteit;

- bevorderen van praktische samenwerking met betrekking tot aangelegenheden zoals ontbossing, illegale houtkap en de daarmee samenhangende handel, onder meer door de daadwerkelijke toepassing van FLEGT-VPA's, de aanpak van grensoverschrijdende smog, onder meer door het stopzetten van de drooglegging van veengebieden, de ondersteuning van een meer duurzame productie van grondstoffen zoals palmolie, rubber en koffie, het ombuigen van biodiversiteitsverlies, de bestrijding van handel in wilde dieren en zwerfvuil op zee, de bevordering van een behoorlijk beheer van afval en chemische stoffen, de ondersteuning van waterzekerheid (inclusief de grensoverschrijdende aspecten) en een groene stedelijke ontwikkeling;

- versterken van de samenwerking tussen de EU en de ASEAN op het vlak van energie - de dialoog moet in het bijzonder betrekking hebben op energie-efficiëntie en energiebesparing, biobrandstoffen, het investeringskader, hernieuwbare energiebronnen en infrastructuurontwikkeling;

- versterken van de regionale samenwerking tussen de EU en de ASEAN op het vlak van IOO-visserij, naast de bestaande bilaterale dialogen met sommige ASEAN-leden; passende regels uitvoeren op het vlak van monitoring, controle en toezicht; en

- ontwikkelen van de samenwerking tussen de EU en de ASEAN op het vlak van rampenbeheer, in het bijzonder door sterkere operationele banden, uitgebreide opleidingsactiviteiten en deelname aan de oefeningen inzake rampenhulpverlening van het Regionaal Forum van de ASEAN (ARF) en door de aandacht toe te spitsen op de uitvoering van het Sendai-kader voor rampenrisicovermindering.
4. Samenwerking met betrekking tot politieke en veiligheidskwesties

4.1. Veiligheid

In de afgelopen jaren zijn de EU en de ASEAN overeengekomen om een meer compleet partnerschap te ontwikkelen, dat verder gaat dan de traditionele gerichtheid op economische vraagstukken. Dit was naar aanleiding van de besluiten van de ASEAN om een begin te maken met de aanpak van veiligheidsaangelegenheden zoals rampenbeheer, maritieme veiligheid, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorismebestrijding. Evenzo heeft de EU zich duidelijker gemanifesteerd als speler en waarborg op het vlak van veiligheid, onder meer door de bepalingen van het Verdrag van Lissabon die meer geïntegreerde benaderingen van het buitenlands beleid mogelijk maken.

De ASEAN heeft blijk gegeven van creativiteit en vastberadenheid om zichzelf in het centrum van de regionale architectuur te plaatsen, waar zij in contact treedt met regionale en mondiale machten door een reeks concentrische en elkaar overlappende fora zoals ASEAN+3 (waarbij China, Japan en Zuid-Korea betrokken zijn), het ARF, de bijeenkomst van de ministers van defensie van de ASEAN - Plus (ADMM-Plus) en de Oost-Aziatische top (EAS).

De EAS wordt steeds meer het belangrijkste forum voor strategische samenwerking in de regio. De Verenigde Staten, China, Japan, Zuid-Korea, India, Australië, Nieuw-Zeeland en de Russische Federatie zijn reeds lid, de EU evenwel nog niet. Gezien de handels-, investerings- en andere relaties die de EU met de ASEAN onderhoudt, heeft zij een duidelijk belang bij de stabiliteit in de regio en bijgevolg bij de bevordering van een veiligheidsarchitectuur die een beter beheer van de politieke spanningen in de regio mogelijk maakt en waarin de EU een essentiële rol vervult, onder meer door in de toekomst toe te treden tot de EAS.

De ASEAN stelt de mogelijkheden op prijs waarmee de samenwerking met de EU op het vlak van veiligheid kan worden versterkt. Hierbij kan de ervaring die de EU heeft opgedaan bij het opzetten van een veiligheidssamenwerking op regionaal niveau als voorbeeld dienen. Voorts kan de ASEAN dankzij de - actieve, maar niet bedreigende - betrokkenheid van de EU diverse strategische opties en haar centrale rol handhaven naarmate de grootmachten zich krachtiger laten gelden in de regio.

De EU en de ASEAN moeten munt slaan uit de convergentie van hun belangen en van de politieke vraagstukken en de veiligheidskwesties een van de meest dynamische pijlers van hun samenwerking maken, zowel in het kader van de samenwerking tussen de EU en de ASEAN als door een grotere betrokkenheid van de EU in het ARF, momenteel het enige regionale veiligheidsforum waarvan de EU lid is.

In de afgelopen jaren heeft de EU haar betrokkenheid in het ARF vergroot. Sinds 2012 heeft de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter steeds de jaarlijkse ministeriële bijeenkomst van het ARF bijgewoond. Op ambtenarenniveau was de EU actiever dan ooit, waarbij zij heeft opgetreden als medevoorzitter op bijeenkomsten van het ARF en heeft bijgedragen tot de uitvoering van de actieplannen van het ARF. In de afgelopen jaren heeft de EU onder meer de volgende initiatieven ontplooid:

- in 2013/14 samen met Myanmar het voorzitterschap gedeeld van de intersessionele groepsbijeenkomst van het ARF over vertrouwenwekkende maatregelen en preventieve diplomatie en de daarmee gerelateerde dialoog van defensie-ambtenaren;

- samen met Brunei Darussalam steun gegeven aan de allereerste opleiding van het ARF over preventieve diplomatie en bemiddeling in oktober 2014 in Brunei; en

- het allereerste oriënterend seminar van de Europese Veiligheids- en defensieacademie over gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) in maart 2014, met bijzondere aandacht voor de samenwerking op veiligheidsgebied tussen de EU en de ASEAN13.

De ASEAN-partners hebben de toenemende activiteit van de EU op het gebied van veiligheid opgemerkt en hebben hiervoor hun waardering uitgesproken. Zij vragen zich evenwel af of deze inspanningen zullen worden gehandhaafd. Naast het belang dat de EU hecht aan regionale stabiliteit als dusdanig, zal de capaciteit van de EU om de veiligheidssamenwerking te ontwikkelen bepalend zijn voor de wijze waarop de ASEAN-partners het toetredingsverzoek van de EU tot de EAS beoordelen.

Maritieme veiligheid is een cruciale kwestie van gemeenschappelijk belang en een essentieel onderdeel van het streven van de EU naar een beter beheer van de oceanen. Bijna 50 % van het wereldwijde scheepstonnage wordt verscheept via de Zuid-Chinese Zee. Energievoorraden, grondstoffen en goederen die via deze waterwegen worden verscheept, zijn cruciaal voor de meeste economieën, inclusief die van de EU. Derhalve heeft de EU een groot belang bij zowel het behoud van de stabiliteit en de veiligheid in de Zuid-Chinese Zee als de naleving van het internationaal recht, inclusief het VN-verdrag inzake het recht van de zee (UNCLOS). De EU heeft altijd opgeroepen tot vreedzame en op samenwerking gestoelde oplossingen van territoriale conflicten en is een sterke voorstander van de inspanningen die momenteel door de ASEAN en China worden geleverd om overeenstemming te bereiken over een gedragscode met betrekking tot de Zuid-Chinese Zee, waarbij zij een snelle afloop van de onderhandelingen aanmoedigt.

De EU heeft het initiatief genomen om de eerste dialoog op hoog niveau tussen de EU en de ASEAN over maritieme veiligheid in Jakarta in november 2013 te organiseren, waarbij diepgaand overleg werd gevoerd over: piraterij, maritiem toezicht, veiligheid van havens en gezamenlijk beheer van hulpbronnen Een tweede dialoog zal in 2015 plaatsvinden, met bijzondere aandacht voor het verband tussen maritieme veiligheid en de bestrijding van de georganiseerde misdaad.

In het kader van het EU-initiatief betreffende CBRN-kenniscentra (chemische, biologische, radiologische en nucleaire risico's) is een doeltreffend regionaal netwerk uitgebouwd rond het secretariaat in Manilla. Alle tien ASEAN-lidstaten zijn partners van dit initiatief, dat voorziet in een regionaal platform voor de aanpak van CBRN-risico's. Het is een cruciale reactie op de bezorgdheid van zowel de EU als de ASEAN over de veiligheidssituatie. De EU is voorstander van een grotere rol van de ASEAN bij het initiatief. Deze betrokkenheid zou dan bijdragen tot de houdbaarheid op lange termijn en de politieke steun voor het centrum.

Andere terreinen waarop de belangen van de ASEAN en de EU steeds meer in het gedrang komen en waarop beide partijen gebaat zijn bij een nauwere samenwerking, zijn onder meer:

- illegale handel (mensenhandel, drugshandel en handel in wilde dieren);

- cyberveiligheid en cybercriminaliteit (inclusief bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen via het internet);

- non-proliferatie en ontwapening (met inbegrip van het Wapenhandelsverdrag);

- deradicalisering/bestrijding van gewelddadig extremisme;

- kwetsbare situaties waarin minderheden zich bevinden, met implicaties voor de regio;

- bemiddeling; en

- verkiezingswaarneming.

Op elk van deze terreinen bereidt de EU concrete initiatieven voor - in het kader van zowel de EU-ASEAN-samenwerking als het ARF - om de dialoog te verdiepen en na te gaan hoe de capaciteitsopbouw verder kan worden ontwikkeld.

Specifieke initiatieven op dit terrein hebben onder meer betrekking op volgende punten:

- de EU-steun versterken voor regionale oplossingen voor piraterij en andere aspecten van maritieme veiligheid. Naast de bestaande inspanningen in het kader van het programma voor kritieke zeeroutes (MARSIC) zal de EU onderzoeken welke activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw voor maritieme veiligheid (toezicht, veiligheid van havens) kunnen worden opgezet in de ASEAN-regio en in samenwerking met de ASEAN, zoals uiteengezet in de EU-strategie voor maritieme veiligheid en het hieraan gerelateerde actieplan (goedgekeurd in juni 2014)14. De EU is voornemens om van de dialoog op hoog niveau tussen de EU en de ASEAN over maritieme veiligheid een jaarlijkse activiteit te maken;

- de dialoog over rampenhulpverlening versterken en tegelijkertijd zorgen voor een grotere capaciteitsopbouw op zowel het niveau van de ASEAN (AHA-centrum) als op nationaal niveau; de lopende projecten in Myanmar en de Filipijnen uitbreiden tot de andere ASEAN-lidstaten;

- samen met de Filipijnen het voorzitterschap delen van een ARF-workshop voor meer informatieverstrekking over en bevordering van de ARF-samenwerking op het vlak van de beperking van CBRN-risico's die in september 2015 in Manilla wordt georganiseerd;

- een jaarlijks oriënterend GVDB-seminar organiseren met aandacht voor de samenwerking tussen de EU en de ASEAN om de toenemende rol te belichten die de EU vervult bij veiligheidskwesties en in de toekomst een grotere praktische, operationele samenwerking te bevorderen met de ASEAN en haar lidstaten;

- de dialoog en samenwerking versterken over aangelegenheden van gemeenschappelijk belang, zoals de inbeslagname van vermogensbestanddelen bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad, de handel in wilde dieren, de bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen, onder meer in het kader van de wereldwijde alliantie tegen seksuele uitbuiting van kinderen via het internet, en de gezamenlijke aanpak van internationaal opererende daders van kindermisbruik; en

- mensenrechtendialogen ondersteunen op zowel regionaal als bilateraal niveau.

4.2. Mensenrechten

Als onderdeel van de inspanningen om een beter ontwikkeld en meer politiek partnerschap op te bouwen wil de EU ook graag constructief met de ASEAN samenwerken om internationale mensenrechtennormen te bevorderen en te beschermen. In dit kader behoort de afschaffing van de doodstraf in de ASEAN-regio tot de topprioriteiten van de EU. De EU was dus verheugd over de oprichting van de Intergouvernementele Commissie voor de rechten van de mens van de ASEAN (AICHR) in 2009 en de goedkeuring van de mensenrechtenverklaring van de ASEAN in 2012.

Specifieke initiatieven op dit terrein hebben onder meer betrekking op volgende punten:

- het mensenrechtenmechanisme van de ASEAN ondersteunen, door als gastheer op te treden bij bezoeken van de AICHR (zoals het bezoek dat in 2011 plaatsvond; een volgend bezoek is gepland voor de tweede helft van 2015) en de Commissie voor de bevordering en de bescherming van de rechten van vrouwen en kinderen (Commission on the Promotion and Protection of the Rights of Women and Children - ACWC) van de ASEAN, die in 2013 een bezoek aan Europa heeft gebracht, en bezoeken organiseren van de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de mensenrechten (aansluitend op de bezoeken die in mei 2013 en november 2014 plaatsvonden);

- de dialoog en samenwerking met de AICHR (als het overkoepelend mensenrechtenmechanisme in de ASEAN) intensiveren over kwesties zoals de rechten van migranten en slachtoffers van mensenhandel, het bedrijfsleven en mensenrechten/maatschappelijk verantwoord ondernemerschap, foltering, rechten van vrouwen en kinderen, gendergelijkheid en de strijd tegen discriminatie;

- een grotere nadruk leggen op rechten van minderheden en de afschaffing van de doodstraf als essentiële onderwerpen voor de beleidsdialoog met de ASEAN; hierbij gaat het om een transparant en systematisch proces van raadpleging en dialoog met maatschappelijke organisaties en andere betrokken partijen; en

- maatschappelijke organisaties en niet-overheidsactoren ondersteunen in de ASEAN-regio, onder meer met specifieke programma's zoals het Europees instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR).
5. Op weg naar een partnerschap met een strategische doelstelling

De eerste prioriteit is de inhoud te ontwikkelen overeenkomstig de richtsnoeren die zijn uitgestippeld in het actieplan van Brunei en de in deze gezamenlijke mededeling opgenomen voorstellen. Voor de toekomst zijn de ministers van Buitenlandse Zaken van zowel de EU als de ASEAN in juli 2014 overeengekomen om de betrekkingen tussen de EU en de ASEAN om te vormen van een 'natuurlijk' of 'versterkt' partnerschap in een 'strategisch' partnerschap. Leidinggevende ambtenaren is verzocht een stappenplan voor deze doelstelling op te stellen15.

De totstandkoming van een strategisch partnerschap tussen de EU en de ASEAN houdt in dat gekozen wordt voor een benadering die verder gaat dan de huidige, in hoofdzaak bilaterale aanpak en dat gestreefd wordt naar een grotere betrokkenheid ten aanzien van cruciale regionale en mondiale vraagstukken. Er is aanzienlijke ruimte voor een verdieping van de dialoog en afstemming van standpunten met betrekking tot mondiale vraagstukken. Hierbij gaat het onder meer om:

- klimaatverandering;

- rampenrisicovermindering en verhoging van de weerbaarheid;

- doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling voor de periode na 2015, met inbegrip van de uitbanning van armoede;

- pandemieën; en

- terrorismebestrijding, bestrijding van radicalisering en buitenlandse strijders.

Bovendien draaien regionale conflicten zoals het conflict in Oekraïne, de spanningen in de Zuid-Chinese Zee en de Iraanse en Noord-Koreaanse nucleaire kwesties in essentie allemaal om essentiële veiligheidsbeginselen, waarbij het erop neerkomt na te gaan hoe de naleving van het internationaal recht kan worden gegarandeerd. Als overtuigde voorstanders van een op regels gebaseerd en doeltreffend multilateralisme hebben de EU en de ASEAN een rechtstreeks belang om hun samenwerking op het gebied van deze regionale vraagstukken van mondiaal belang uit te breiden. Met de verdieping van de samenwerking tussen de EU en de ASEAN in de verschillende sectoren wordt de idee versterkt om deze samenwerking om te vormen tot een formeel strategisch partnerschap, hetgeen van beide partijen politieke wil en middelen vereist. De EU is bereid haar rol te spelen om een aanzienlijke opwaardering van de betrekkingen tot stand te brengen. Hierbij is de EU vastbesloten om onder andere volgende inspanningen te leveren:

- meewerken aan een gezamenlijke evaluatie van de vooruitzichten op een succesvolle afloop van de onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst tussen beide regio's;

- onderhandelen over een overeenkomst voor de burgerluchtvaart;

- een beleidsdialoog tussen de EU en de ASEAN aanknopen over milieu en duurzame ontwikkeling en de beleidsdialoog over onderzoek en innovatie versterken;

- de dialoog en samenwerking over migratie- en mobiliteitsvraagstukken voortzetten;

- haar financiële steun verhogen voor de regionale samenwerking met de ASEAN en voor de ontwikkelingssamenwerking met de minder ontwikkelde ASEAN-lidstaten (Cambodja, de Democratische Volksrepubliek Laos, Myanmar, Vietnam en de Filipijnen) tot een bedrag van meer dan 2 miljard EUR voor de periode 2014-2020;

- een uitgebreid pakket nieuwe initiatieven uitvoeren op het vlak van niet-traditionele veiligheid (maritieme veiligheid, rampenhulpverlening, grensoverschrijdende misdaad, verscheidene opleidingen over preventieve diplomatie, crisisbeheer, bemiddeling, de rechtsstaat en verkiezingswaarneming); en

- een residerend EU-ambassadeur bij de ASEAN aanstellen.

De geslaagde informele bijeenkomst van de leiders van de EU en de ASEAN die in oktober 2014 in Milaan plaatsvond, moet in de toekomst op gezette tijden worden georganiseerd. Op het niveau van de ministers van Buitenlandse Zaken zouden de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter en de ministers van Buitenlandse Zaken van de ASEAN - naast de volwaardige tweejaarlijkse ministeriële bijeenkomst tussen de EU en de ASEAN en post-ministeriële conferentie in de marge van het ARF - elkaar kunnen ontmoeten bij de openingszitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Sectorale bijeenkomsten op ministerieel niveau - zelfs informeel - zouden ook bijdragen om vooruitgang te boeken met de bilaterale agenda voor talrijke aangelegenheden die in deze mededeling aan de orde zijn gekomen. De EU zal de organisatie van dergelijke bijeenkomsten zoveel mogelijk bevorderen, onder meer in de marge van de ministeriële bijeenkomsten in het kader van de bijeenkomst Azië-Europa (ASEM) en de ASEM-top.

Voorts zal de EU ook de parlementaire dimensie van de betrekkingen tussen de EU en de ASEAN blijven bevorderen, onder meer door het ondersteunen van meer gestructureerde uitwisselingen tussen het Europees Parlement en de interparlementaire assemblee van de ASEAN (AIPA), zoals voorgesteld in de resolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2014 over de toekomst van de betrekkingen tussen de EU en de ASEAN16.

In deze gezamenlijke mededeling worden concrete ideeën voorgesteld om de betrekkingen tussen de EU en de ASEAN op te waarderen door te voorzien in een meer coherent kader voor sectorale samenwerking en een grotere politieke doelgerichtheid te bewerkstelligen. Beide partijen zijn erbij gebaat om deze kans te benutten. Dit zal ook de achtergrond vormen voor de evaluatie die de ASEAN van de EAS zal uitvoeren, met inbegrip van de werking en het toekomstige lidmaatschap van de EAS. De EU bevindt zich in een goede uitgangspositie om bij te dragen tot de praktische werkzaamheden van de EAS, waarmee zij de oproep van de ASEAN voor een grotere EU-betrokkenheid ter harte neemt. De omvorming van de huidige samenwerking tot een strategisch partnerschap tussen de EU en de ASEAN moet gepaard gaan met de aanwezigheid van de EU op het forum waar de strategie voor de regio wordt uitgetekend.

De hoge vertegenwoordiger en de Commissie roepen de Raad en het Europees Parlement op om de in deze gezamenlijke mededeling toegelichte ideeën goed te keuren en samen te werken om een modern partnerschap tussen de EU en de ASEAN met een strategische doelstelling tot stand te brengen.

1 Volgende landen zijn ASEAN-lidstaten: Brunei Darussalam, Cambodja, Indonesië, de Democratische Volksrepubliek Laos, Maleisië, Myanmar, de Filipijnen, Singapore, Thailand en Vietnam.

2 Het actieplan van Bandar Seri Begawan ter intensivering van het versterkte partnerschap tussen de EU en de ASEAN (2013-2017), http://eeas.europa.eu/asean/docs/plan_of_action_en.pdf.

3 http://www.asean.org/resources/publications/asean-publications/item/master-plan-on-asean-connectivity-2.

4 Gegevens Wereldbank (2013).

5 Tot de specifieke EU-programma's die met het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking van de EU worden gefinancierd, behoren onder meer het project voor de integratie van luchtvervoer binnen de ASEAN (ASEAN Air Transport Integration Project - AATIP), het programma voor de monitoring van de statistieken en de integratie tussen de EU en de ASEAN (COMPASS), het programma voor EU-steun aan het hoger onderwijs in de ASEAN-regio (EU-SHARE), het programma voor grensbeheer en migratie tussen de EU en de ASEAN en het initiatief voor een versterkte regionale EU-ASEAN dialoog (E-READI).

6 Volgens Eurochambres is slechts 13 % van de in de EU gevestigde kmo's internationaal actief buiten de EU en slechts 9,7 % van de kmo's uit de industriesector exporteert goederen naar landen buiten de EU. Verwacht wordt dat 90 % van de mondiale groei in de komende vijf jaar buiten Europa zal worden gegenereerd.

7 Zie mededelingen van de Commissie COM(2013) 542 en COM(2014) 387. Contactevenementen kunnen worden georganiseerd in het kader van COSME, het EU-programma voor het concurrentievermogen van bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen.

8 COM(2012) 556 definitief.

9Naast Horizon 2020 kan ook op volgende instrumenten een beroep worden gedaan: de reeds genoemde dialoog over onderzoek en innovatie tussen de EU en de ASEAN, alsook het aangekondigde actieplan van de ASEAN met betrekking tot wetenschap, technologie en innovatie (APASTI, 2015-2020).

10 http://www.wcdrr.org/uploads/Sendai_Framework_for_Disaster_Risk_Reduction_2015-2030.pdf

11Een vrijwillige partnerschapovereenkomst (VPA) is een juridisch bindende handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en een houtproducerend land buiten de EU. Een VPA moet ervoor zorgen dat hout en houtproducten die naar de EU worden uitgevoerd, afkomstig zijn uit legale bronnen. In 2014 is een VPA tussen de EU en Indonesië gesloten. Er zijn onderhandelingen over een VPA aan de gang met Laos, Maleisië, Thailand en Vietnam. De onderhandelingen met Cambodja en Myanmar worden momenteel voorbereid. Met de Filipijnen wordt een FLEGT-dialoog gevoerd.

12 http://www.switch-asia.eu/

13 Een tweede seminar zal plaatsvinden in de tweede helft van 2015.

14 http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-11205-2014-INIT/nl/pdf

15 Voor de verklaring van de covoorzitters, zie: http://eeas.europa.eu/statements/docs/2014/140723_03_en.pdf.

16 http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+TA+P7-TA-2014-0022+0+DOC+XML+V0//NL


NL NL