Artikelen bij COM(2015)314 - Impliciete verplichtingen die mogelijk gevolgen hebben voor de overheidsbegrotingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


1. Achtergrond    

2. Overzicht van de gegevensverzameling door Eurostat in het kader van Richtlijn 2011/85/EU van de Raad    

2.1.    Verslaglegging uit hoofde van artikel 14, lid 3, van Richtlijn 2011/85/EU van de Raad    

2.2.    Tijdigheid    

2.3.    Beschrijving van de indicatoren    

2.3.1.    Overheidsgaranties    

2.3.2.    Buiten de balans vallende publiek-private partnerschappen    

2.3.3.    Oninbare leningen van de overheid    

2.3.4.    Verplichtingen van door de overheid beheerde entiteiten die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid (overheidsbedrijven)    

3. Resultaten van de eerste gegevensverzameling van Eurostat over voorwaardelijke verplichtingen    

3.1.    Volledigheid en toepassingsgebied van de gegevens    

3.1.1.    Overheidsgaranties    

3.1.2.    Buiten de balans vallende publiek-private partnerschappen    

3.1.3.    Oninbare leningen    

3.1.4.    Verplichtingen van door de overheid beheerde entiteiten die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid    

3.2.    Vergelijkbaarheid van de gegevens    

4. Andere gegevensverzamelingen van Eurostat    

4.1.    Voorwaardelijke verplichtingen van de overheid in de financiële sector    

4.2.    Andere gegevensbronnen van Eurostat    

5. Conclusies    


1. Achtergrond

In artikel 11 van Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie 1 (ESR 2010) is bepaald dat de Commissie uiterlijk 2014 aan het Europees Parlement en de Raad een rapport voorlegt met de bestaande informatie over publiek-private partnerschappen en andere impliciete (waaronder ook voorwaardelijke) verplichtingen die buiten de overheidssfeer zijn aangegaan 2 .

De verplichtingen worden voorwaardelijk genoemd aangezien zij van nature enkel potentiële en geen feitelijke verplichtingen zijn. Het belang van de verzameling van dit soort informatie wordt expliciet erkend in punt 5.11 van de ESR2010: 'Hoewel voorwaardelijke activa en voorwaardelijke passiva niet in de rekeningen worden geregistreerd, zijn ze toch belangrijk voor beleids- en analysedoeleinden. Er dienen daarom inlichtingen daarover te worden verzameld en als aanvullende gegevens te worden gepresenteerd. Hoewel het mogelijk is dat uit voorwaardelijke activa en voorwaardelijke passiva uiteindelijk geen verplichte betalingen voortvloeien, kan een hoog niveau van voorwaardelijke activa en voorwaardelijke passiva duiden op een ongewenst hoog risico voor de eenheden die ze aanbieden.' Daarnaast moet worden benadrukt dat de voorwaardelijke verplichtingen geen deel uitmaken van de overheidsschuld zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten 3 .

In dit verslag wordt een overzicht gegeven van de gegevens waarover Eurostat beschikt. Het is voornamelijk gericht op de gegevens over voorwaardelijke verplichtingen die door Eurostat zijn verzameld in het kader van de versterking van de economische governance van de EU die in 2011 heeft plaatsgevonden (het 'sixpack'), met name in het kader van Richtlijn 2011/85/EU van de Raad van 8 november 2011 tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten 4 . In artikel 14, lid 3, van deze richtlijn zijn nieuwe statistische vereisten voor de lidstaten vastgelegd:

"Voor alle subsectoren van de overheid publiceren de lidstaten relevante informatie over voorwaardelijke verplichtingen met mogelijk grote gevolgen voor de overheidsbegrotingen, zoals onder meer overheidsgaranties, oninbare leningen en uit de exploitatie van overheidsbedrijven voortvloeiende verplichtingen, met vermelding van de omvang ervan. Tevens publiceren de lidstaten informatie over overheidsparticipaties in kapitaal van particuliere en overheidsbedrijven, voor zover het om economisch significante bedragen gaat."

De in het kader van de bovengenoemde richtlijn verzamelde gegevens zijn de belangrijkste bron van informatie met betrekking tot voorwaardelijke verplichtingen van de overheden in de lidstaten. Bovendien bestaan er andere Eurostat gegevensverzamelingen (d.w.z. aanvullende tabel betreffende de financiële crisis, vragenlijst met betrekking tot de BTP enz.) die beperkte en/of vertrouwelijke informatie verstrekken over bepaalde soorten voorwaardelijke verplichtingen. Daarnaast wordt in dit verslag het toepassingsgebied van de uit deze bronnen beschikbare informatie gepresenteerd.

2. Overzicht van de gegevensverzameling door Eurostat in het kader van Richtlijn 2011/85/EU van de Raad

2.1.Verslaglegging uit hoofde van artikel 14, lid 3, van Richtlijn 2011/85/EU van de Raad

Teneinde de lidstaten bij te staan bij de tenuitvoerlegging van de nieuwe statistische eisen van de richtlijn heeft Eurostat een taskforce samengesteld in samenwerking met de lidstaten en DG ECFIN 5 . Het eindverslag van de taskforce bevat onder meer een reeks templates en begeleidende aantekeningen over de methodologie, het toepassingsgebied van verplichte informatie, de frequentie en de tijdigheid voor de bekendmaking van gegevens over voorwaardelijke verplichtingen door de lidstaten en Eurostat.

Hierin is gespecificeerd dat Eurostat geselecteerde indicatoren betreffende voorwaardelijke verplichtingen zou verzamelen en publiceren, d.w.z. overheidsgaranties, buiten de balans vallende publiek-private partnerschappen, verplichtingen van door de overheid beheerde entiteiten die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid (overheidsbedrijven) en oninbare leningen (overheidsactiva). De lidstaten moeten dezelfde indicatoren publiceren op nationaal niveau en in aanvulling daarop, de gegevens over de overheidsparticipatie in het kapitaal van bedrijven.

De benodigde veranderingen in de verzamelingssystemen van Eurostat zijn vastgelegd bij wijze van een aanvulling op de vragenlijst in het kader van de buitensporigtekortprocedure (BTP), uit hoofde van artikel 8, lid 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad. De templates en uitvoeringsrichtsnoeren zijn vastgesteld in het besluit van Eurostat van 22 juli 2013 betreffende het supplement inzake voorwaardelijke verbintenissen en mogelijke verplichtingen in verband met de vragenlijst met betrekking tot de BTP 6 . In dit besluit is ook bepaald dat de gegevens over de verplichtingen van door de overheid beheerde entiteiten die zijn ingedeeld als niet behorend tot de overheid (overheidsbedrijven), door Eurostat worden opgesteld op basis van de reeds verzamelde informatie door middel van de in 2011 ingevoerde vragenlijst over door de overheid beheerde eenheden die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid 7 .

Alle indicatoren worden gerapporteerd aan Eurostat in miljoenen van de nationale valuta op het niveau van de individuele subsectoren van de overheid. De metagegevens ter verduidelijking van volledigheid, definities, tijdigheid, gebruik van ramingen of tijdigheid van de gegevens moeten samen met de gegevens bij Eurostat worden ingediend.

2.2.Tijdigheid

De nationale statistische instanties moeten de gegevens over voorwaardelijke verplichtingen jaarlijks bij Eurostat indienen vóór 31 december van het volgende jaar (t + 12 maanden), vergezeld van de vragenlijst over door de overheid beheerde eenheden die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid. De eerste toezending van gegevens vond plaats in december 2014 en had betrekking op het jaar 2013, terwijl de gegevens voor 2010-2012 op vrijwillige basis werden gerapporteerd. In het geval van garanties zijn de gegevens voor de voorgaande jaren verplicht. Het voornemen is om geleidelijk tijdreeksen op te bouwen en uiteindelijk vier voorgaande jaren te bestrijken voor alle indicatoren uit de regelmatige verslaglegging.

2.3.Beschrijving van de indicatoren

In deze afdeling worden de overeengekomen concepten en definities voor de publicatie van gegevens over voorwaardelijke verplichtingen beschreven en de toepassing ervan door de lidstaten in de aan Eurostat verstrekte gegevens wordt in afdeling 3 beschreven.

2.3.1.Overheidsgaranties

Eurostat verzamelt gegevens over het openstaande bedrag van de garanties die door de overheid zijn verleend. Alleen garanties die worden verstrekt aan eenheden die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid, worden bestreken door de verslaglegging. Een uitsplitsing naar subsectoren is beschikbaar (m.u.v. socialezekerheidsfondsen). De informatie wordt uitgedrukt in het totale bestand van garanties, met uitzondering van de schuld die reeds is overgenomen door de overheid, zoals opgegeven in de ESR2010-rekeningen. De gegevens worden gerapporteerd in nominale waarden.

De gegevens bestrijken zowel eenmalige garanties als standaardgaranties. Eenmalige garanties zijn individueel en borgen zijn niet in staat een betrouwbare schatting van het claimrisico te maken. Eenmalige garanties zijn gekoppeld aan schuldinstrumenten (bv. leningen, obligaties). Een aanvullende uitsplitsing is beschikbaar voor eenmalige garanties die zijn verleend aan overheidsbedrijven of financiële instellingen. Standaardgaranties zijn garanties die in grote aantallen en op vrijwel identieke wijze worden afgegeven, meestal voor vrij kleine bedragen. Het risico dat een bepaalde lening niet wordt afgelost, kan niet exact worden ingeschat, maar het is wel mogelijk te ramen hoeveel leningen uit een grotere groep niet zullen worden afgelost. Voorbeelden zijn hypotheekgaranties, studieleninggaranties enz.

2.3.2.Buiten de balans vallende publiek-private partnerschappen

Met buiten de balans van de overheid vallende publiek-private partnerschappen 8 wordt bedoeld dat de activa niet worden beschouwd als economisch eigendom van de overheid en dat de bruto-investeringen in vaste activa niet worden geregistreerd als uitgaven van de overheid op het moment dat ze worden gedaan.

Eurostat verzamelt gegevens over de totale uitstaande verplichtingen die buiten de balans zijn geboekt. Deze moeten worden uitgedrukt in de aangepaste kapitaalwaarde, d.w.z. de aanvankelijke contractuele kapitaalwaarde die in de loop van de tijd geleidelijk wordt verminderd met het bedrag van de 'waardevermindering', berekend op basis van ramingen en feitelijke gegevens. De aangepaste kapitaalwaarde weerspiegelt de actuele waarde van de activa op het moment van de verslaglegging. Het bedrag vertegenwoordigt een raming van de bruto-investeringen in vaste activa en het effect van de schuld indien de overheid de activa zou moeten overnemen gedurende de looptijd van het contract. Gegevens worden verzameld voor de overheid, uitgesplitst naar alle subsectoren en gerapporteerd in nominale waarden.

2.3.3.Oninbare leningen van de overheid

Informatie wordt verzameld aan de hand van de standen van oninbare leningen (overheidsactiva) die worden verstrekt door de overheid. Een lening wordt als oninbaar beschouwd wanneer er gedurende ten minste 90 dagen na de vervaldatum geen rente is betaald noch op de hoofdsom is afbetaald, of wanneer rente die al ten minste 90 dagen verschuldigd is, op grond van een overeenkomst is gekapitaliseerd, geherfinancierd of uitgesteld, of wanneer betalingen weliswaar minder dan 90 dagen over tijd zijn, maar er andere goede redenen zijn (zoals wanneer het faillissement van een debiteur is aangevraagd) om te betwijfelen of de betalingen volledig zullen plaatsvinden. De gegevens worden gerapporteerd in nominale waarden. Het geconsolideerde cijfer voor de overheid en details per subsector worden beschikbaar gemaakt.

2.3.4.Verplichtingen van door de overheid beheerde entiteiten die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid (overheidsbedrijven)

Door de overheid beheerde entiteiten zijn eenheden waarvoor de overheid het algemene beleid of programma kan bepalen (ESR2010, punt 20.18) 9 . Deze door de overheid beheerde entiteiten worden in de meeste gevallen ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid vanwege hun gedrag als markteenheid.

Verplichtingen van door de overheid beheerde eenheden die zijn ingedeeld als niet behorend tot de overheid (overheidsbedrijven) worden gedefinieerd als de stand van de schulden aan het eind van het jaar, op basis van de zakelijke rekeningen van vennootschappen. De lidstaten kunnen kiezen welk concept zij gebruiken voor de verslaglegging, concepten uit bedrijfsboekhoudingen (met inbegrip van alle verplichtingen uit de jaarrekening van het bedrijf) of uit nationale rekeningen (met uitzondering van de post overige schulden). Indien beschikbaar kunnen er ook gegevens over verplichtingen voor posten met betrekking tot de Maastrichtschuld worden gerapporteerd.

Gegevens bestrijken door de overheid beheerde eenheden die verplichtingen van meer dan 0,01 % van het bbp rapporteren en volgens ESR2010 worden ingedeeld in de sectoren niet-financiële vennootschappen, financiële instellingen en buitenland. De gegevens worden gerapporteerd voor de afzonderlijke eenheden en niet voor de geconsolideerde jaarrekening van groepen.

De gegevens zijn uitgesplitst naar verplichtingen van de eenheden die zijn betrokken bij financiële activiteiten 10 en verplichtingen van de eenheden die zijn betrokken bij andere activiteiten, waaronder verliesgevende niet-financiële eenheden. Bovendien is de beherende subsector van de overheid ook identificeerbaar op basis van de gegevens.

3. Resultaten van de eerste gegevensverzameling van Eurostat over voorwaardelijke verplichtingen

In december 2014 heeft Eurostat voor het eerst gegevens over voorwaardelijke verplichtingen verzameld. Alle lidstaten hebben de gegevens rond de indieningstermijn ingediend bij Eurostat. Op 10 februari 2015 heeft Eurostat de cijfers in miljoenen van de nationale valuta en als percentage van het bbp 11 in zijn database 12 gepubliceerd, vergezeld van de bijbehorende metagegevens en de landenspecifieke voetnoten 13 . Er werd ook een begeleidend persbericht gepubliceerd 14 . De belangrijkste resultaten worden gepresenteerd in bijlage 1 bij dit verslag.

3.1.Volledigheid en toepassingsgebied van de gegevens

Alle lidstaten hebben het ingevulde supplement inzake voorwaardelijke verbintenissen en mogelijke verplichtingen ingediend en geantwoord op de vragenlijst over door de overheid beheerde entiteiten die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid. De volledigheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de indicator en de lidstaten.

3.1.1.Overheidsgaranties

Alle lidstaten hebben cijfers verstrekt over de totale overheidsgaranties voor de overheid voor de jaren 2010-2013. Voor Frankrijk, Kroatië en Slovenië omvat dit aggregaat niet de subsector lokale overheden waarvoor geen gegevens beschikbaar zijn. Voor Denemarken zijn de gegevens voor lokale overheden slechts vanaf 2013 beschikbaar.

Wat standaardgaranties betreft, ontbreken de gegevens voor België, Kroatië en Portugal voor alle subsectoren van de overheid. Voor Denemarken, Frankrijk en Polen zijn geen gegevens over standaardgaranties beschikbaar op het niveau van de lokale overheid. Voor Italië omvatten de gegevens voor de lokale overheid zowel de eenmalige als de standaardgaranties, en zijn deze gegevens niet uitgesplitst. Voor Duitsland zijn de gegevens voor het totale bestand van leningen die worden bestreken door standaardgaranties, slechts beschikbaar voor de grootste garantieregeling die wordt georganiseerd door de overheid, terwijl gegevens over de uitstaande leningen die door de twee andere standaardgarantieregelingen worden bestreken, niet beschikbaar zijn. 

3.1.2.Buiten de balans vallende publiek-private partnerschappen

Alle landen hebben voor 2013 gegevens over buiten de balans vallende publiek-private partnerschappen ingediend. Veruit de meeste landen hebben ook cijfers verstrekt voor de jaren 2010-2012. De gegevens zijn niet volledig voor Oostenrijk aangezien de centrale overheid niet wordt bestreken, en voor het Verenigd Koninkrijk aangezien de gegevens voor lokale overheden niet beschikbaar zijn. Voor Duitsland zijn de activa van alle projecten in het kader van publiek-private partnerschappen op de balans van de overheid geboekt.

3.1.3.Oninbare leningen

Voor 2013 hebben 23 van de 28 landen informatie verstrekt over oninbare leningen van de overheid. De ontbrekende landen zijn België, Frankrijk, Kroatië, Cyprus en Slowakije.

De gegevens zijn niet volledig voor Spanje, aangezien de subsector lokale overheden ontbreekt, en voor Italië en Finland, waar de oninbare leningen van de lokale overheid en de fondsen voor sociale zekerheid niet zijn gerapporteerd.

Ook heeft een aantal landen vrijwillig gegevens verstrekt over oninbare leningen voor de jaren 2010-2012. Dit zijn: Griekenland, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.

3.1.4.Verplichtingen van door de overheid beheerde entiteiten die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid

Alle landen hebben geantwoord op de vragenlijst over door de overheid beheerde entiteiten, die de basis vormt voor de berekening van de gegevensreeksen voor verplichtingen van door de overheid beheerde entiteiten die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid. Voor de meeste landen hebben de gegevens betrekking op 2013, behalve voor Duitsland, Cyprus en Ierland, waarvoor de gegevens betrekking hebben op het jaar 2012. Een meerderheid van landen heeft volledige gegevens ingediend die alle subsectoren van de overheid bestrijken. Toch zijn de gegevens voor sommige lidstaten niet volledig, aangezien de verplichtingen van financiële instellingen en/of de verplichtingen van door de lokale overheid beheerde entiteiten niet zijn opgenomen.

Met name voor Griekenland en Ierland is de dekking van de gegevens beperkt tot door de overheid beheerde overheidsbedrijven. In het geval van Griekenland en Cyprus zijn er ook een aantal door de overheid beheerde eenheden die niet zijn opgenomen in de gegevens. Voor Polen omvatten de gegevens geen eenheden met minder dan tien werknemers.

Voor België en Cyprus is de dekking van de lokale overheid niet volledig.

Daarnaast heeft een aantal landen (België, Griekenland, Spanje, Cyprus en Luxemburg) helemaal geen of slechts gedeeltelijke gegevens ingediend over door de overheid beheerde financiële instellingen.

3.2.Vergelijkbaarheid van de gegevens

De gegevens over voorwaardelijke verplichtingen zijn vanwege de kenmerken ervan landenspecifiek en houden nauw verband met nationale bijzonderheden met betrekking tot de economische, financiële en juridische structuur van het land. Zoals hierboven beschreven en nader omschreven in de landenspecifieke voetnoten die worden gepubliceerd met de gegevens, is de dekking van de gegevens niet volledig voor alle lidstaten. Daarom moeten de gegevens behoedzaam worden geïnterpreteerd.

In het algemeen is de vergelijkbaarheid van overheidsgaranties, oninbare leningen en buiten de balans vallende publiek-private partnerschappen bevredigend, terwijl de vergelijkbaarheid beperkt is voor de verplichtingen van overheidsbedrijven. Zoals hierboven beschreven, zijn de gegevens voor deze indicator voor sommige lidstaten niet volledig, aangezien de verplichtingen van financiële instellingen en/of de verplichtingen van door de lokale overheid beheerde entiteiten niet zijn opgenomen. Met name duiden de gegevens op aanzienlijke verschillen tussen landen, met inbegrip van de verplichtingen van de financiële instellingen (zoals Duitsland, Ierland, Nederland en Slovenië) en landen die alleen gedeeltelijke gegevens of helemaal geen gegevens hebben verstrekt (België, Griekenland, Spanje, Cyprus en Luxemburg).

Bovendien zijn de gerapporteerde gegevens over de verplichtingen van overheidsbedrijven niet geconsolideerd, wat betekent dat een deel van de schulden van deze eenheden kan uitstaan bij entiteiten in dezelfde groep (de schuld tussen eenheden binnen dezelfde groep is niet af te leiden uit de gerapporteerde gegevens). Voorts betreft de gegevensverzameling alleen de verplichtingen van de entiteiten zonder deze in evenwicht te brengen met de activa. Dit aspect is met name belangrijk voor financiële instellingen, die normaal gezien over aanzienlijke bedragen van zowel verplichtingen als activa beschikken. Bovendien heeft het merendeel van de passiva die door financiële instellingen worden gerapporteerd, voor sommige lidstaten betrekking op deposito’s.

Hierbij moet ook worden vermeld dat de lidstaten bij het verzamelen van de verplichtingen van overheidsbedrijven kunnen kiezen welk concept zij gebruiken voor de verslaglegging: het concept van bedrijfsboekhoudingen of dat van nationale rekeningen. Overeenkomstig de definities van de bedrijfsboekhoudingen hebben de landen alle verplichtingen uit de jaarrekening van de onderneming opgenomen, met inbegrip van verplichtingen die verband houden met de post 'overige schulden'. De meeste landen hebben de verplichtingen aan de hand van deze aanpak gerapporteerd. Enkele andere landen (België, Spanje, Nederland, Portugal en Slowakije) hebben het concept van nationale rekeningen gebruikt (waarbij de post overige schulden is weggelaten) of zij hebben posten met betrekking tot de Maastrichtschuld gerapporteerd, d.w.z. chartaal geld en deposito’s, schuldbewijzen en leningen.

4. Andere gegevensverzamelingen van Eurostat

4.1.Voorwaardelijke verplichtingen van de overheid in de financiële sector

Eurostat verzamelt sinds oktober 2009 regelmatig (twee keer per jaar, in het kader van de BTP-kennisgeving 15 ) informatie over voorwaardelijke verplichtingen van de overheid, via de 'aanvullende tabel betreffende de financiële crisis' 16 . Hierin zijn gegevens opgenomen betreffende de werkelijke en potentiële gevolgen voor het overheidstekort en de overheidsschuld van de steun aan financiële instellingen in de context van de financiële crisis.

De informatie over de voorwaardelijke verplichtingen van de overheid met betrekking tot de financiële sector is op de website van Eurostat gepubliceerd 17 voor elke lidstaat van de EU, met inbegrip van een overzichtstabel met de geaggregeerde gegevens voor de EU en het eurogebied, en bestrijkt de jaren 2007-2014.

4.2.Andere gegevensbronnen van Eurostat

Een aantal gegevens over overheidsgaranties en buiten de balans van de overheid vallende publiek-private partnerschappen zijn ook door Eurostat verzameld in de tabellen bij de BTP-vragenlijst (die niet openbaar zijn) die gedurende meer dan tien jaar met de BTP-kennisgeving zijn ingediend. De verzamelde informatie is niet voor publicatie bestemd, maar voor interne doeleinden van Eurostat met betrekking tot de kwaliteitsborging van de BTP-kennisgeving. Bovendien zijn geaggregeerde gegevens betreffende staatsgaranties eerder verzameld als onderdeel van de jaarlijkse 'vragenlijst betreffende de structuur van de overheidsschuld', die wordt gepubliceerd op de website van Eurostat op T+ 6 maanden na het einde van de referentieperiode 18 .

Ten slotte voorziet het indieningsprogramma voor het ESR2010 in de toezending aan Eurostat van aanvullende tabellen over pensioenverplichtingen. De gegevens in ESR-tabel 29 worden verzameld op T+ 24 maanden na het einde van de referentieperiode en in driejarige intervallen. De eerste verzameling op vrijwillige basis vond eind 2014 plaats, terwijl de eerste verplichte inzameling aan het einde van 2017 plaats zal vinden.

5. Conclusies

De verzameling van gegevens over voorwaardelijke verplichtingen in het kader van Richtlijn 2011/85/EU van de Raad beoogt de beschikbaarheid van informatie over de impliciete verplichtingen van de overheid te vergroten. Vóór de tenuitvoerlegging van de richtlijn zijn slechts gedeeltelijke en met name niet-openbare gegevens over garanties en buiten de balans vallende publiek-private partnerschappen verzameld door Eurostat. Naar aanleiding van het verslag van de taskforce moeten de lidstaten op een geharmoniseerde en grondige manier relevante informatie publiceren. Uit de resultaten van de eerste gegevensverzameling van Eurostat blijkt dat de lidstaten reeds grote inspanningen hebben geleverd. Voor de meeste landen zijn volledige gegevens beschikbaar voor de meeste indicatoren en is de dekking goed. Sommige landen moeten nog vorderingen maken met de volledigheid van de gegevens en de dekking ervan, teneinde alle eenheden van de overheid te bestrijken. Met name de dekking van de gegevens die worden gerapporteerd als grondslag voor de berekening van het totaal aan verplichtingen van door de overheid beheerde entiteiten die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid, moet worden verbeterd. Momenteel rapporteert een aantal landen niet over de verplichtingen van door de overheid beheerde financiële instellingen en/of de verplichtingen van door de lokale overheid beheerde eenheden. Bovendien kan de beschikbaarheid van de bijbehorende metagegevens verder worden verbeterd om de gebruikers beter te informeren over de nationale kenmerken en beperkingen van de gegevens. Eurostat zal een discussie voeren met de lidstaten over de volgende stappen die moeten worden genomen op dit gebied. Daarbij zal de nadruk liggen op de behoefte aan verbetering van de dekking en de volledigheid van de volgende gegevensverzameling in december 2015. Onderzocht zal worden, of een geharmoniseerde verzameling van de metagegevens mogelijk is.

Niettemin vertegenwoordigt de nieuwe datacollectie reeds in dit stadium een stap voorwaarts in de richting van meer transparantie van de overheidsfinanciën in de Europese Unie, door een vollediger beeld van de financiële positie van de EU-lidstaten door de mogelijke gevolgen voor de overheidsbegrotingen te tonen.

Bijlage 1.Totaal aan voorwaardelijke verplichtingen en oninbare leningen van overheden in EU-lidstaten, 2013 (% van het bbp)

OverheidsgarantiesUitstaande verplichtingen met betrekking tot buiten de balans vallende publiek-private partnerschappenVerplichtingen van door de overheid beheerde entiteiten die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheidOninbare leningen
TotaalWaarvan:
eenmaligstandaardgaranties
Belgiëa13,2913,29:0,1511,41:
Bulgarije0,750,700,040,0012,830,07
Tsjechië1,191,190,000,0015,480,09
Denemarkena9,189,100,070,1327,170,22
Duitslanda18,2218,030,19-126,260,29
Estland1,710,001,710,238,930,00
Ierlanda32,1432,140,002,8264,5111,40
Griekenlanda3,673,610,060,016,820,00
Spanjea18,4118,41:0,2812,460,19
Frankrijka5,533,541,990,0046,90:
Kroatiëa7,257,25:0,1315,90:
Italiëa6,105,410,680,0245,450,00
Cyprusa15,8515,850,004,8510,40:
Letland2,311,850,470,0330,650,13
Litouwena0,820,730,100,007,280,15
Luxemburga7,726,950,770,001,630,00
Hongarije8,037,700,342,1814,720,05
Maltaa15,8815,880,000,0931,160,00
Nederlanda7,226,750,470,39107,150,70
Oostenrijka35,0135,010,000,0436,150,08
Polena6,806,510,290,0025,840,18
Portugala11,9711,97:5,1251,791,50
Roemeniëa2,150,811,340,009,920,00
Sloveniëa17,8217,820,000,0093,302,83
Slowakije0,030,030,001,443,88:
Finlanda24,0823,270,810,0335,960,07
Zweden11,5611,560,000,0034,500,80
Verenigd Koninkrijka9,479,470,001,8960,880,77

a    Zie de Gedetailleerde landenspecifieke voetnoten die beschikbaar zijn op de website van Eurostat; : gegevens niet beschikbaar                - niet van toepassing

(1)

PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1.

(2)

 Het verslag is opgesteld na de in verordening vastgestelde indieningstermijn teneinde relevante informatie op te nemen over de resultaten van de eerste gegevensverzameling van Eurostat over voorwaardelijke verplichtingen die eind december 2014 heeft plaatsgevonden.

(3)

 PB L 145 van 10.6.2009, blz. 1.

(4)

PB L 306 van 23.11.2011, blz. 41.


(5)

In 2012 vonden er drie taskforcebijeenkomsten plaats: op 29 juni, 5 september en 6 november.

(6)

  http://ec.europa.eu/eurostat/documents/1015035/2041337/ESTAT-decision-Suppl-on-conting-liab-EDP-Q.pdf/0b35165a-ee53-470a-a15a-7beaa98aac8b

(7)

Het CMFB heeft in 2011 een positief advies voor de vragenlijst afgegeven. De gegevens worden op jaarbasis verzameld en de eerste toezending van gegevens vond plaats in december 2012.

(8)

Publiek-private partnerschappen zoals gedefinieerd in ESR2010, punt 20.276 en verder uitgewerkt in het Eurostat Manual on Government Deficit and Debt (Handboek overheidstekort en overheidsschuld van Eurostat), deel VI.4.

(9)

Een reeks indicatoren moet worden overwogen om overheidsbeheer te bepalen (nadere informatie over elk criterium wordt beschreven in ESR 2010, punt 20.309).

(10)

De verplichtingen van de eenheden die zijn betrokken bij financiële activiteiten omvatten de volgende categorieën van de NACE: 64) Financiële dienstverlening, exclusief de centrale bank 65) Verzekeringen 66) Ondersteunende activiteiten in verband met financiële diensten.

(11)

De bbp-cijfers die tijdens de kennisgeving in het kader van de buitensporigtekortprocedure van oktober 2014 zijn verstrekt, worden gebruikt voor de berekening van de indicatoren.

(12)

  http://ec.europa.eu/eurostat/web/government-finance-statistics/data/database

(13)

  http://ec.europa.eu/eurostat/cache/metadata/en/gov_cl_esms.htm en http://ec.europa.eu/eurostat/documents/1015035/6611302/Contingent-Liabilities-Footnotes.pdf

(14)

  http://ec.europa.eu/eurostat/documents/2995521/6616449/2-10022015-AP-EN.pdf/d75df6fe-100b-4ae7-a09e-00400edb183a


(15)

  http://ec.europa.eu/eurostat/web/government-finance-statistics/excessive-deficit-procedure/edp-notification-tables  

(16)

Er wordt een 'aanvullende tabel' verzameld uit hoofde van het Eurostat-besluit van 15 juli 2009 over de statistische verwerking van overheidsinterventies ter ondersteuning van financiële instellingen en financiële markten tijdens de financiële crisis. Voor meer informatie zie 'Aanvullende tabel betreffende de financiële crisis van Eurostat': Achtergrondnota (april 2015)" http://ec.europa.eu/eurostat/documents/1015035/2022710/Background-note-fin-crisis-Apr-2015-final.pdf


(17)

http://ec.europa.eu/eurostat/web/government-finance-statistics/excessive-deficit/supplemtary-tables-financial-crisis  

(18)

Deze gegevensverzameling bestrijkt twee jaar. Zie http://ec.europa.eu/eurostat/data/database , collectie gov_dd_sgd. De gegevens met betrekking tot ESR 2010 zullen in juni 2015 beschikbaar zijn.