Artikelen bij COM(2016)449 - Uitvoering van Verordening 453/2008 inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 8.7.2016

COM(2016) 449 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap

1. Inleiding

Statistieken van vacatures bieden informatie over het aantal banen dat op een bepaald moment beschikbaar is. Zij geven het deel van de vraagzijde op de arbeidsmarkt weer dat aan de aanbodzijde onbeantwoord blijft en verschaffen op die manier belangrijke informatie over de omvang en de structuur van verkeerd afgestemde vraag- en aanbodsituaties op de arbeidsmarkt.

Bij Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap 1 (hierna 'de verordening' genoemd) werd het kader vastgesteld voor de productie, toezending en beoordeling van kwartaalstatistieken over vacatures.

De Commissie moet uit hoofde van artikel 10 van de verordening uiterlijk op 24 juni 2010, en daarna om de drie jaar, bij het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de uitvoering van de verordening. In dit verslag moet de kwaliteit van de door de lidstaten verstrekte statistieken alsmede de kwaliteit van de Europese aggregaten worden beoordeeld en moet worden aangegeven welke gebieden vatbaar zijn voor verbetering.

Dit is het derde verslag dat de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad presenteert 2 . Het is gebaseerd op de ervaringen in verband met de driemaandelijkse toezending van gegevens en de door de lidstaten in hun jaarlijkse kwaliteitsverslagen verstrekte documentatie.

In hoofdstuk 2 van het verslag wordt de in de afgelopen drie jaren geboekte voortgang bij de uitvoering van de verordening nader toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt de kwaliteit van de statistieken van vacatures beoordeeld, terwijl hoofdstuk 4 is gericht op de Europese aggregaten. Tenslotte worden in hoofdstuk 5 conclusies geformuleerd en methoden voorgesteld om in de toekomst nog beter aan de verwachtingen van gebruikers te voldoen.

2. Uitvoering

2.1.Rechtskader

Om het bij de verordening vastgestelde algemene kader verder te uit te werken, heeft de Commissie twee uitvoeringsverordeningen vastgesteld:

- in Verordening (EG) nr. 1062/2008 van de Commissie 3 zijn de vanaf het eerste kwartaal van 2014 toe te passen correctieprocedures voor seizoensinvloeden en de structuur, inhoud en verzendingsdata van de jaarlijkse door de lidstaten aan de Commissie te verstrekken kwaliteitsverslagen vastgesteld;

- in Verordening (EG) nr. 19/2009 van de Commissie 4 , waarin de term 'vacature' wordt gedefinieerd, zijn de uiterste verzendingsdata en de termijnen die door de eerste verzending van gegevens moeten worden gedekt, vastgesteld. Tenslotte is in de bijlage bij deze rechtshandeling een lijst opgenomen van de landen die haalbaarheidsstudies uitvoeren en de onderwerpen die door deze studies worden bestreken.

Uit hoofde van de bovenstaande wetgeving zijn alle lidstaten vanaf het eerste kwartaal van 2010 vereist om tijdreeksen in te dienen voor het aantal vacatures en het aantal bezette arbeidsplaatsen. Dit moeten zij binnen 70 dagen na het einde van het kwartaal doen. Daarnaast moeten de lidstaten waarvan het aantal werknemers meer dan 3 % van het totaalcijfer voor de EU bedraagt, hun gegevens binnen 45 dagen na het einde van het kwartaal indienen.

De lidstaten moeten het aantal vacatures en bezette arbeidsplaatsen voor alle bedrijfsonderdelen en voor elke sectie van de NACE Rev. 2-classificatie van economische activiteiten 5 verstrekken. In de verordening is echter bepaald dat lidstaten die problemen hebben met het verstrekken van gegevens over kleine ondernemingen (die worden gedefinieerd als bedrijfsonderdelen met minder dan tien werknemers) en NACE-secties O tot en met S 6 (waar de hoofdactiviteiten het openbare bestuur, gezondheidsdiensten en onderwijs zijn), haalbaarheidsstudies moeten verrichten.

Denemarken, Spanje, Frankrijk, Italië, Malta en Oostenrijk hebben haalbaarheidsstudies uitgevoerd. Spanje en Oostenrijk hebben in aansluiting op de resultaten van deze studies meteen maatregelen genomen om de gehele economie te bestrijken. Denemarken heeft een begin gemaakt met de verzameling van gegevens voor kleine ondernemingen, maar heeft de dekking van de statistieken van vacatures niet uitgebreid tot de NACE-secties O tot en met S (hierna aangeduid als 'de publieke sector'). Malta heeft de dekking van de statistieken van vacatures uitgebreid naar de publieke sector, maar niet naar kleine ondernemingen. In Frankrijk en Italië worden noch kleine ondernemingen noch de publieke sector bestreken.

2.2.Ontwikkelingen sinds het vorige verslag

Sinds de indiening van het tweede verslag bij het Europees Parlement en de Raad in 2013, heeft de Commissie de mogelijkheid onderzocht om de bestaande wetgeving te herzien met het oog op de verbetering van de dekking van de statistieken van vacatures. De lidstaten hebben de verzameling en verzending van gegevens over statistieken van vacatures verder ontwikkeld en Eurostat is begonnen met de publicatie van een driemaandelijks persbericht over statistieken van vacatures. Deze aspecten worden nader behandeld in de volgende punten.

2.2.1.Evaluatie van de wetgeving

De Commissie heeft onderzocht of er in het licht van de haalbaarheidsstudies een nieuw wetgevingsvoorstel zou kunnen worden overwogen dat de dekking van de gegevens over vacatures zou uitbreiden voor landen die de openbare sector en/of kleine bedrijven niet opnemen. Er werd geconcludeerd dat een dergelijke herziening moet plaatsvinden in de bredere context van de herziening van de EU-wetgeving inzake ondernemingsstatistieken (het project voor de toekomstige kaderverordening voor de integratie van bedrijfsstatistieken — FRIBS).

2.2.2.Voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens

Krachtens artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1062/2008 van de Commissie moesten de lidstaten beginnen met de indiening van voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens nadat er op grond van de verordening gegevens zijn ingediend die 16 termijnen bestrijken. Aangezien het eerste kwartaal 2010Q1 was, was het verplicht om vanaf juni 2014 voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens in te dienen, toen de gegevens voor het referentiekwartaal 2014Q1 werden ingediend. Het is verplicht om, ten minste voor individuele of geaggregeerde NACE-secties B-E, F, G-I, J, K, L, M-N, O-Q, R-S, voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens te verstrekken over vacatures en bezette posten. Lidstaten die geen seizoensgebondenheid in hun reeksen ontdekten, werd gevraagd om dezelfde reeks tweemaal te sturen, terwijl Eurostat het ontbreken van de seizoensgebondenheid in die gevallen controleerde.

Alle lidstaten, met uitzondering van België, Finland en Zweden, dienen nu voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens in voor zowel vacatures als bezette arbeidsplaatsen. Zweden dient voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens in voor vacatures, maar niet voor bezette arbeidsplaatsen. België en Finland hebben geen voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens ingediend, aangezien wijzigingen in hun nationale methodologieën voor statistieken van vacatures hebben geleid tot een breuk in de tijdreeks. België kan vanaf juni 2016 voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens indienen (referentiekwartaal 2016Q1) en Finland vanaf juni 2017 (referentiekwartaal 2017Q1). Zweden heeft maatregelen getroffen om de ontbrekende voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens in juni 2016 in te dienen.

Wat de EVA-landen betreft, hebben IJsland, Noorwegen en Zwitserland geen voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens ingediend, terwijl Liechtenstein is vrijgesteld van de verordening. Eurostat heeft contact met het statistische bureau van de EVA.

2.2.3.Persbericht

In juni 2014 begon Eurostat met de publicatie van een driemaandelijks persbericht over de vacaturegraad. In deze nieuwe publicatie is een belangrijkere plaats ingeruimd voor de statistieken van vacatures en de publicatie is positief ontvangen door gebruikers. Sommige daarvan, met inbegrip van de Europese Centrale Bank, hebben aangegeven dat zij van oordeel zijn dat de vier lidstaten (Denemarken, Frankrijk, Italië en Malta) die de economie nog niet in haar geheel bestrijken, dit wel zouden moeten doen. Zij verzochten ook om het aantal vacatures en de vacaturegraad bekend te maken voor elke lidstaat, de eurozone en de Europese Unie.

De situatie is verbeterd ten aanzien van beperkingen inzake de bekendmaking van aantallen vacatures. Ierland stond de bekendmaking van deze cijfers toe vanaf het referentiekwartaal 2014Q4. Frankrijk en Italië geven deze cijfers echter nog altijd niet vrij vanwege de gedeeltelijke dekking van de economie, hetgeen de bekendmaking van Europese aggregaten belemmert.

3. Kwaliteit

De kwaliteit wordt beoordeeld aan de hand van de zes hoofddimensies die in Verordening (EG) nr. 1062/2008 van de Commissie zijn vastgelegd, namelijk: relevantie, nauwkeurigheid, actualiteit/stiptheid, coherentie, vergelijkbaarheid en toegankelijkheid/duidelijkheid.

3.1.Relevantie

De verzameling van gegevens over statistieken van vacatures is zeer relevant, omdat het de enige statistieken zijn die de onbeantwoorde vraag naar arbeid meten.

Driemaandelijkse gegevens over vacatures worden zowel door de Commissie (het directoraat-generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie en het directoraat-generaal Economische en Financiële zaken) en de Europese Centrale Bank gebruikt voor hun toezicht op kortetermijnontwikkelingen van de conjunctuur en de arbeidsmarkt. De vacaturegraad is een van de voornaamste Europese economische indicatoren (VEEI’s) 7 die de voornaamste bron van informatie zijn voor de analyse van en toezicht op de cyclische economische ontwikkelingen op korte termijn binnen de Europese Unie, de eurozone en de lidstaten.

Ook worden gegevens over statistieken van vacatures gebruikt voor op indicatoren gebaseerde structurele analyses die binnen het kader van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei 8 worden uitgevoerd. Een op de statistieken van vacatures gebaseerde indicator is opgenomen in het gemeenschappelijk evaluatiekader, dat als scorebord fungeert bij het volgen van de voortgang van de werkgelegenheidsgerelateerde aspecten van de Europa 2020-strategie. De op de statistieken van vacatures gebaseerde indicator is ook opgenomen in de monitor van de werkgelegenheidsprestatie, een selectie van belangrijke uitdagingen op de arbeidsmarkt die zijn gebaseerd op variabelen van het gemeenschappelijk evaluatiekader.

De statistieken van vacatures zouden nog veel relevanter zijn indien de huidige leemten in de dekking van de NACE-secties O tot en met S zouden worden opgevuld.

3.2.Nauwkeurigheid

Als indicatie voor de nauwkeurigheid berekenen de lidstaten de variatiecoëfficiënt in het aantal vacatures (niet voor seizoensinvloeden aangepast) met inachtneming van de kenmerken van de nationale steekproefopzet. De variatiecoëfficiënt drukt de standaardafwijking uit als percentage van de geraamde hoeveelheid. Dit biedt een maat voor de variabiliteit van het geschatte aantal vacatures. Volgens de informatie in de kwaliteitsverslagen voor het referentiejaar 2014 zijn de variatiecoëfficiënten voor het totale aantal vacatures minder dan tien procent in de meeste lidstaten, met uitzondering van België, Bulgarije, Cyprus, Finland, Frankrijk, Letland en Spanje (voor ten minste één van de vier uitgevoerde driemaandelijkse enquêtes) 9 .

De steekproefgrootte en het responspercentage beïnvloeden de nauwkeurigheid van schattingen aanzienlijk. Volgens de kwaliteitsverslagen varieerde de steekproefgrootte van ongeveer 1 300 ondernemingen in Malta en 3 000 in Cyprus tot ongeveer 75 000 in Duitsland (in de in het vierde kwartaal uitgevoerde enquête) en 100 000 in Polen. Het responspercentage varieerde van 17 % in Duitsland (voor de enquête in het vierde kwartaal) en 42 % in Kroatië — de enige twee landen met een percentage lager dan 50 % (voor ten minste een kwartaal) — tot 99 % in Roemenië.

Herziene schattingen zijn van bijzonder groot belang voor gebruikers en vormen een belangrijk aspect van de nauwkeurigheid van de statistieken. Bij de twee publicaties van de vacaturegraad doen zich verschillende situaties voor.

De flash-schattingen van de geaggregeerde vacaturegraad voor de eurozone en de EU-28, die na T+50 dagen worden gepubliceerd, kunnen tot T+78 worden herzien, wanneer de uiteindelijke schattingen bekend worden gemaakt. Hoewel de flash-gegevens geen betrekking hebben op alle landen, gingen de herzieningen niet verder dan 0,1 procentpunt voor de aggregaten van de eurozone en de EU-28. Bovendien kunnen de op T+78 bekendgemaakte schattingen voor de eurozone en de EU-28 worden herzien ten tijde van de volgende bekendmaking. In de praktijk bleek het onnodig om de schattingen met meer dan 0,1 procentpunt te herzien, behalve in één persbericht 10 , waarin Duitsland een aanzienlijke herziening van haar gegevens doorvoerde. De vacaturegraad van Duitsland werd herzien omdat er een nieuwe extrapolatiemethode werd gebruikt.

3.3.Actualiteit en stiptheid

De termijn waarbinnen de gegevens over de gegevens over statistieken van vacatures werden verstrekt, was over het algemeen bevredigend: 27 lidstaten hebben hun gegevens tijdig verstrekt, terwijl de gegevens van Griekenland met enige vertraging (2-3 dagen) werden ingediend. In sommige gevallen werden er bij de indiening van de eerste gegevensreeks echter kwesties omtrent de kwaliteit ontdekt. Dit weerhield Eurostat ervan verdere vooruitgang te boeken bij de tijdige definitieve bekendmaking van de gegevens over statistieken van vacatures.

3.4.Coherentie en vergelijkbaarheid

De coherentie van statistieken van vacatures kan niet rechtstreeks worden geverifieerd aangezien er op Europees niveau geen andere geharmoniseerde gegevensbronnen bestaan die de onbeantwoorde vraag op de arbeidsmarkt meten. Hoewel veel landen de vacatures bijhouden die aan de openbare diensten voor arbeidsvoorziening worden gemeld, kan het gebruik van deze cijfers voor het controleren van de coherentie van de statistieken van vacatures problematisch zijn, aangezien de dekking ervan te gering is en zij op nationale definities zijn gebaseerd.

Het aantal bezette arbeidsplaatsen (een variabele die deel uitmaakt van de noemer voor het berekenen van de vacaturegraad) kan met van andere bronnen afkomstige gegevens worden vergeleken, met name het in de arbeidskrachtenenquête gerapporteerde aantal werkzame personen. Bij vergelijkingen en daaropvolgende beoordelingen van verschillen moet er rekening mee worden gehouden dat er conceptuele verschillen en verschillen die met de enquête verband houden, tussen de bronnen zijn.

Het verschil tussen het in de arbeidskrachtenenquête gerapporteerde aantal werkzame personen en het aantal in de statistieken van vacatures bezette posten schommelt in het algemeen tussen ongeveer – 20 % en 20 %. Er werd een zeer groot negatief verschil (lager dan – 40 %) gemeten voor Luxemburg, dat te verklaren valt door de aanzienlijke invloed van grensoverschrijdend werk, waardoor grote verschillen tussen het begrip van de nationale arbeidsmarkt in de arbeidskrachtenenquête en het nationale begrip ontstaan (d.w.z. het meetellen van posten die door niet-ingezetenen worden vervuld) dat wordt toegepast in de statistieken van vacatures. Er werd een positief verschil van meer dan 30 % geregistreerd voor Hongarije en Roemenië. Volgens het in 2014 door Hongarije verstrekte kwaliteitsverslag kan het verschil worden verklaard door het feit dat de statistieken van vacatures niet van toepassing zijn op bedrijven met minder dan vijf werknemers, terwijl de kleine sectoren (bv. NACE-sectie B) en de overheidssector in het algemeen overschat worden in de arbeidskrachtenenquête. Roemenië heeft toegelicht dat de arbeidskrachtenenquête de strijdkrachten en de informele sector bestrijkt, terwijl de statistieken van vacatures geen mensen omvatten wier arbeidsovereenkomst is opgeschort (bijvoorbeeld wegens zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof, ziekteverlof, onbetaald verlof of afwezigheid om andere redenen).

Wat de vergelijkbaarheid betreft is de referentiedatum waarop gegevens over statistieken van vacatures worden verzameld een belangrijk aspect. In overeenstemming met artikel 2 van Verordening (EG) nr. 19/2009 van de Commissie wordt de voorkeur gegeven aan de verzameling van gegevens op een doorlopende basis of op een aantal data tijdens het kwartaal. Dit is nog niet het geval in de meeste lidstaten. Ze worden daarom aanbevolen om over te gaan tot de verzameling van informatie op verschillende data, om ervoor te zorgen dat de raming volledig representatief is voor het kwartaal als geheel.

Tot slot is de grootste uitdaging met betrekking tot de vergelijkbaarheid dat alle lidstaten de gehele economie in hun vacature-enquêtes opnemen, d.w.z. met inbegrip van kleine ondernemingen en NACE-secties O tot en met S. Vier landen schieten op dit punt tekort, zoals hierboven in de punten 2.2 en 2.3 is uiteengezet.

3.5.Toegankelijkheid en duidelijkheid

Statistieken van vacatures worden verspreid via de gebruikelijke kanalen van Eurostat, namelijk de onlinegegevensbank en de speciale 'Statistics Explained'-pagina's op de website van Eurostat 11 . De website verschaft actuele informatie over de vacaturegraad, zowel op het niveau van Europese aggregaten als van afzonderlijke landen en bevat grafieken over ontwikkelingen in de tijd.

De door de lidstaten ingediende kwaliteitsverslagen hebben Eurostat in staat gesteld om de metagegevens die aan de gebruikers worden verstrekt, bij te werken.

De gegevens over de vacaturegraad voldoen derhalve aan de normen voor toegankelijkheid en duidelijkheid.

4. Europese aggregaten

De geaggregeerde vacaturegraad wordt bekendgemaakt, maar het totale aantal vacatures niet, aangezien kleine ondernemingen en de publieke sector slechts gedeeltelijk worden bestreken. Dit is ook de reden dat Frankrijk en Italië de bekendmaking van het aantal vacatures niet hebben toegestaan.

In een aantal landen uitgevoerde kwaliteitsstudies die de gehele economie dekken, zoals kwaliteitsstudies waarin de vacaturegraad voor kleine ondernemingen wordt vergeleken met die voor grotere ondernemingen, hebben aangetoond dat grotere bedrijven doorgaans een lagere vacaturegraad hebben dan kleine ondernemingen. Dit zou kunnen betekenen dat het aantal vacatures in de EU en de eurozone enigszins onderschat is. Ondanks dit voorbehoud kunnen de Europese aggregaten als bevredigend worden beschouwd.

Correcties voor seizoensinvloeden moeten een duidelijker beeld verschaffen van de werkelijke veranderingen in de gegevens over de EU. Eurostat maakt de voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens voor de Europese aggregaten bekend in de tweede helft van 2016.

In het algemeen werden de Europese aggregaten in geringe mate herzien, zoals vermeld in punt 3.2 over de nauwkeurigheid.

5. Conclusies

Er is de afgelopen drie jaar grote vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de wetgeving betreffende de statistieken van vacatures en bij het opbouwen van solide statistieken op dit gebied. Met name zijn de meeste lidstaten begonnen met de indiening van voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens, die regelmatig door Eurostat worden bekendgemaakt. Eurostat is voornemens om in de tweede helft van 2016 voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens voor de Europese aggregaten bekend te maken.

De gegevens over statistieken van vacatures zijn tijdig verstrekt en de Europese aggregaten zijn volgens plan bekendgemaakt, maar er is in de komende jaren nog ruimte voor vooruitgang wat betreft de actualiteit. In het algemeen zijn er kleine herzieningen aangebracht in de gepubliceerde Europese aggregaten, voor zowel flash-schattingen als definitieve schattingen.

Eurostat is gestart met de publicatie van een driemaandelijks persbericht over de vacaturegraad waarin meer aandacht wordt besteed aan de statistieken van vacatures en dit is goed ontvangen door de gebruikers van statistieken van vacatures.

Onvolledige dekking blijft echter de belangrijkste reden dat de gegevens over statistieken van vacatures niet op grotere schaal worden gebruikt. Het is daarom van essentieel belang dat alle lidstaten de publieke sector en kleine ondernemingen volledig bestrijken in hun driemaandelijkse schattingen. Verbeterd bereik zou ook de bekendmaking van het aantal vacatures voor de Europese aggregaten mogelijk maken.


(1) PB L 145 van 4.6.2008, blz. 234.
(2) Zie voorgaand verslag (COM(2013) 571 final van 6 augustus 2013.
(3) Verordening (EG) nr. 1062/2008 van de Commissie van 28 oktober 2008 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap, wat de correctieprocedures voor seizoensinvloeden en de kwaliteitsverslagen betreft (PB L 285 van 29.10.2008, blz. 3).
(4) Verordening (EG) nr. 19/2009 van de Commissie van 13 januari 2009 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap, wat de definitie van een vacature, de peildata voor de gegevensverzameling, de specificaties voor de indiening van de gegevens en haalbaarheidsstudies betreft (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 3).
(5) Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).
(6) Omvat: openbaar bestuur en defensie (sectie O), onderwijs (sectie P), menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (sectie Q), kunst, amusement en recreatie (sectie R) en overige diensten zoals verenigingen, reparatie van computers en consumentenartikelen, en overige persoonlijke diensten (sectie S).
(7) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over statistieken betreffende de eurozone 'Naar betere methodieken voor statistieken en indicatoren betreffende de eurozone', COM(2002) 661.
(8) Mededeling van de Commissie — "Europa 2020 — Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" (COM(2010) 2020).
(9) Zie de metagegevens over de statistieken van vacatures:
http://ec.europa.eu/eurostat/cache/metadata/en/jvs_esms.htm
(10) Zie het persbericht 54/2016 van Eurostat van 18 maart 2016.
(11) Zie de artikelen op de website van Eurostat: http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Job_vacancy_statistics en http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Job_vacancy_and_unemployment_rates_-_Beveridge_curve