Artikelen bij COM(2016)521 - Uitvoering van Verordening (EG) nr. 428/2009 aangaande de controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 24.8.2016

COM(2016) 521 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de uitvoering van Verordening (EG) nr. 428/2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de uitvoering van Verordening (EG) nr. 428/2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik


1. Inleiding

Artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 428/2009 bepaalt dat de Commissie jaarlijks aan het Europees Parlement een verslag voorlegt over de activiteiten, onderzoeken en raadplegingen van de coördinatiegroep tweeërlei gebruik. Daarnaast erkent de Commissie in haar mededeling (COM(2014) 244) dat de publicatie van rapporten en niet-gevoelige controlegegevens van cruciaal belang kan zijn om de transparantie te vergroten en de compliance-activiteiten van marktdeelnemers te verbeteren en hun controlecapaciteit te vergroten. Dit verslag, dat is opgesteld door de Commissie en de coördinatiegroep tweeërlei gebruik met inbreng van de lidstaten 1 , verstrekt informatie over de uitvoering van de verordening in 2015 en bevat geaggregeerde gegevens over uitvoercontrole voor 2014.

2. Ontwikkeling van het beleids- en regelgevingskader

2.1.    Herziening van het uitvoercontrolebeleid

Naast de goedkeuring van de mededeling (COM(2014) 244) van 24 april 2014 heeft de Commissie een effectbeoordeling gestart om de kosten en baten van de verschillende evaluatieopties in kaart te brengen en de meest geschikte regelgevings- en niet-regelgevingsmaatregelen te identificeren ( http://ec.europa.eu/smart-regulation/impact/planned_ia/docs/2013_trade_015_duxc_en.pdf ). De Commissie stelde een externe consultant 2 aan om van december 2014 tot en met oktober 2015 een project uit te voeren waarin gegevens werden verzameld ter ondersteuning van de effectbeoordeling via de ontwikkeling van een methodologie voor het verzamelen en analyseren van gegevens en informatie over de industrie voor producten voor tweeërlei gebruik en de economische en sociale gevolgen van de controles, de gerelateerde problemen en de daarmee overeenstemmende herzieningen. Tegelijkertijd heeft de Commissie van 15 juli tot en met 15 oktober 2015 een online publieke raadpleging uitgevoerd om gegevens te verzamelen van belanghebbenden en het publiek over de doelstellingen van de herziening en de opties en hun mogelijke gevolgen op het uitvoercontrolebeleid van de EU. De resultaten van de raadpleging zijn samengevat op http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2015/november/tradoc_154003.pdf


Bovendien heeft de Commissie gerichte raadplegingen en uitwisselingen georganiseerd met de belangrijkste belanghebbenden. De Commissie raadpleegde de Werkgroep tweeërlei gebruik van de Raad, en gaf een toelichting op de stand van zaken omtrent het op gegevensverzameling gerichte project en de lopende effectbeoordeling. De herziening van het uitvoercontrolebeleid is ook meermaals besproken in het Europees Parlement, bijvoorbeeld bij een gemengde commissie mensenrechten-internationale handel (DROI-INTA) op 23 april 2015, die gericht was op de impact van toegangsdetectie- en bewakingssystemen op de mensenrechten in derde landen, en bij een workshop op 15 juni 2015 over uitvoercontroles op producten voor tweeërlei gebruik, georganiseerd door de commissie INTA en de subcommissie veiligheid en defensie (SEDE). Controle op de uitvoer was ook het onderwerp van een aantal parlementaire vragen in de commissie INTA evenals in de plenaire vergadering van 5 oktober 2015. Ten slotte werd op 7 december 2015 een forum voor uitvoercontrole georganiseerd, samen met het Luxemburgse voorzitterschap van de EU, om van gedachten te wisselen met belanghebbenden uit de sector en het maatschappelijk middenveld. Het verslag van het forum is beschikbaar op: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2015/december/tradoc_154041.pdf  

2.2.    Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 428/2009

Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad is tijdens de verslagperiode eenmaal gewijzigd. Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2420 3 van de Commissie van 12 oktober 2015 is de controlelijst van de EU in bijlage I bij de verordening geactualiseerd en zijn de wijzigingen opgenomen die zijn overeengekomen in het kader van de multilaterale regelingen voor uitvoercontrole in 2014. De controlelijst van de EU van 2015 bevat derhalve meer dan 100 amendementen, waarvan de meeste afkomstig zijn van het Wassenaar Arrangement en het Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie en -onderdelen (MTCR). Deze wijzigingen betreffen met name de controle van werktuigmachines, vliegtuigelektronica en opvouwbare vleugels voor vliegtuigen, uitrusting voor ruimtevaartuigen en civiele onbemande luchtvaartuigen evenals het schrappen van de controlelijst van bepaalde gecodeerde informatiebeveiligingsproducten. De bijlagen II en IV bij de verordening werden ook geactualiseerd overeenkomstig de wijzigingen in bijlage I. De nieuwe bijgewerkte en geconsolideerde controlelijst van de EU is sinds 25 december 2015 van kracht en hierdoor is niet alleen de EU beter in staat om aan haar internationale verplichtingen te voldoen met betrekking tot de uitvoercontrole, maar hebben ook de exporteurs meer speelruimte met betrekking tot producten waarvan de controleparameters versoepeld zijn 4 .

2.3.    Nationale uitvoeringsmaatregelen

De verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat, maar in de verordening wordt voorzien dat de lidstaten maatregelen moeten nemen met het oog op de uitvoering van een aantal bepalingen en dat de informatie over die maatregelen in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend moet worden gemaakt. In het Publicatieblad van vrijdag 13 februari 2015 5 werd een informatienota gepubliceerd met een overzicht van de maatregelen die door de lidstaten zijn vastgesteld, waaronder de uitbreiding van controles op de tussenhandel en doorvoer, de uitbreiding van controles tot producten die niet op de lijst staan om redenen van openbare veiligheid of uit mensenrechtenoverwegingen, de invoering van nationale algemene uitvoervergunningen, de toepassing van controles voor de overbrenging van producten binnen de EU die niet op de lijst staan, de handhaving van controles en informatie met betrekking tot de nationale instanties voor de uitvoercontrole.

3. Activiteiten van de coördinatiegroep tweeërlei gebruik

Op grond van artikel 23 van de verordening is een coördinatiegroep tweeërlei gebruik met deskundigen van de Commissie en uit de lidstaten ingesteld om elk vraagstuk in verband met de toepassing van uitvoercontroles te onderzoeken teneinde de praktische consistentie en de doeltreffendheid ervan binnen de gehele EU te verbeteren.

3.1.    Raadplegingen over aangelegenheden betreffende de uitvoering

Tijdens de verslagperiode heeft de coördinatiegroep tweeërlei gebruik als platform gefungeerd voor raadplegingen over een aantal actuele kwesties betreffende de uitvoering van de verordening. De coördinatiegroep tweeërlei gebruik heeft zeven keer vergaderd en specifieke controleaangelegenheden besproken zoals de interpretatie van de clausule 'speciaal ontworpen onderdeel', de eis van T5-certificaten voor uitgevoerde producten bij het douanekantoor van uitgang, het beheer van frequentieomzetters, de toepassing van de definitie 'exporteur' op 'wederverkopers', de toepassing van de controle op de doorvoer onder de verordening producten voor tweeërlei gebruik en de controle op het onderzoek voor tweeërlei gebruik.

De coördinatiegroep tweeërlei gebruik heeft een technische informatie-uitwisseling over de tenuitvoerlegging van nationale maatregelen uitgevoerd en een bijgewerkte informatienota over nationale maatregelen voorbereid voor publicatie in het Publicatieblad (zie hierboven).

De coördinatiegroep tweeërlei gebruik heeft de methoden en de aanpak voor gegevensuitwisseling onderzocht en een groot aantal vergunningsgegevens (gegevens voor 2014) verzameld ter verbetering van de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en van publieke transparantie over uitvoercontroles van de EU van producten voor tweeërlei gebruik. De coördinatiegroep tweeërlei gebruik heeft ook meegewerkt aan het op gegevensverzameling gerichte project uitgevoerd door het Internationaal Instituut voor Vredesonderzoek van Stockholm (SIPRI) en Ecorys ter ondersteuning van de effectbeoordeling voor de herziening van het uitvoercontrolebeleid.

De coördinatiegroep tweeërlei gebruik heeft toezicht gehouden op een gezamenlijke (met de douane) technische subgroep die de mogelijkheid onderzocht voor convergentie van de douaneprogramma's voor geautoriseerde marktdeelnemers (AEO's) met interne nalevingsprogramma’s voor uitvoercontrole (ICP's). De coördinatiegroep tweeërlei gebruik onderschreef de conclusies van de technische subgroep, met name wat betreft de ontwikkeling van gemeenschappelijke richtsnoeren inzake de ICP-normen voor de hele EU en de verbetering van de samenwerking tussen de douane en de instanties voor de uitvoercontrole.


De coördinatiegroep tweeërlei gebruik heeft toezicht gehouden op de deskundigengroep inzake bewakingstechnologie ("STEG"), met deskundigen uit de lidstaten en de Commissie om kwesties te bespreken die verband houden met het controleren van technologie voor cybertoezicht en om informatie uit te wisselen over relevante ontwikkelingen. De STEG heeft de ontwikkelingen met betrekking tot de uitvoering en de technische parameters van de controles onderzocht en van gedachten gewisseld over de nationale, de Europese en de multilaterale aanpak van controles en over hun potentiële impact op de rechten van de mens en de veiligheid van de EU en haar burgers. De STEG heeft ook sessies gehouden met belanghebbenden uit de industrie, de academische wereld en andere maatschappelijke organisaties.


3.2.    Technische ondersteuning bij de voorbereiding van een actualisering van de controlelijst van de EU

De coördinatiegroep tweeërlei gebruik heeft technisch overleg gepleegd ter ondersteuning van een gedelegeerde verordening van de Commissie die de EU-controlelijst actualiseert. Nationale deskundigen hebben hun technische deskundigheid en kennis gedeeld met de bevoegde autoriteiten en tijdens een speciale bijeenkomst van de coördinatiegroep tweeërlei gebruik op de belangrijkste wijzigingen van de controlelijst gewezen.

3.3.    EU-richtsnoeren voor de uitvoercontrole van producten voor tweeërlei gebruik

De coördinatiegroep tweeërlei gebruik startte met het voorbereidingstraject voor EU-richtsnoeren ter ondersteuning van gestructureerde uitwisseling van informatie en overleg tussen de lidstaten met betrekking tot de toepassing van bijlage I, deel 2, categorie 5, noot 3, bij Verordening (EG) nr. 428/2009 – de 'Cryptografienoot' – en met betrekking tot de definitie van 'exporteur' in situaties waarbij een wederverkoper betrokken is.


3.4.    Uitwisseling van informatie tussen bevoegde instanties

De coördinatiegroep tweeërlei gebruik bleef de ontwikkeling steunen van het e-systeem voor producten voor tweeërlei gebruik (Dual-use e-System, hierna 'DUeS'), een beveiligd en versleuteld elektronisch systeem dat door de Commissie wordt beheerd om een doeltreffende uitwisseling van informatie tussen de instanties voor uitvoercontrole en de Commissie mogelijk te maken. De coördinatiegroep tweeërlei gebruik heeft nieuwe functies aan het DUeS toegevoegd en verbeteringen aangebracht, in het bijzonder ter ondersteuning van de verbeterde uitwisseling van informatie met betrekking tot, onder andere, weigeringen op basis van de artikelen 2 en 2 bis van Verordening (EU) nr. 833/2014 6 (EU-sancties tegen de Russische Federatie), en de immateriële overdracht van technologie. Daarnaast werd in december 2015 een nieuwe veiligere functie voor gebruikerstoegang en -beheer geïntroduceerd. Belangrijk is dat in oktober 2015 in het DUeS een nieuwe sectie werd toegevoegd ter ondersteuning van de uitwisseling van informatie over weigeringen krachtens Verordening (EG) nr. 1236/2005 7 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die zouden kunnen worden gebruikt voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (de verordening voor de bestrijding van foltering), en in overeenstemming met de aanpak van de Commissie ter verbetering van de synergie tussen de verschillende veiligheidsgerelateerde instrumenten voor uitvoercontrole.

3.5.    Transparantie en dialoog met de industrie en wetenschappelijke instellingen

De coördinatiegroep tweeërlei gebruik heeft op 7 december 2015 in Brussel een forum voor de industrie georganiseerd met brancheorganisaties, bedrijven die te maken hebben met tweeërlei gebruik en maatschappelijke organisaties om de evaluatieopties en de bevindingen van de online publieke raadpleging in het kader van de herziening van het uitvoercontrolebeleid ( http://ec.europa.eu/trade/import-and-export-rules/export-from-eu/dual-use-controls/index_en.htm ) te bespreken.

Daarnaast heeft de coördinatiegroep tweeërlei gebruik documentatie voorbereid om exporteurs te ondersteunen bij de uitvoering van de verordeningen. Met name worden, in het kader van informatieverstrekking, in een uitvoerige wijzigingsmededeling de bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2420 aangebrachte wijzigingen aan de tekst van de controlelijst van de EU samengevat ( http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2015/october/tradoc_153892.pdf ).

3.6.    Toezicht op en handhaving van de uitvoercontrole

De Commissie bevordert doeltreffend toezicht op en handhaving van uitvoercontroles in de EU door uiteenlopende ondersteunende activiteiten. In 2015 heeft de Commissie een aangepaste versie van de 'correlatietabel' uitgegeven waarin douanecodes aan classificaties voor producten voor tweeërlei gebruik worden gekoppeld en uitvoercontrolemaatregelen verder worden geïntegreerd in de online database van douanetarieven van de EU (Taric) ( http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2016/february/tradoc_154240.pdf ).

3.7.    Pool van deskundigen

In 2015 heeft de pool van deskundigen, die wordt geleid door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) en door lidstaten beschikbaar gestelde deskundigen, ondersteuning geboden aan instanties voor uitvoercontrole in de EU die om advies verzochten in verband met concrete zaken op het gebied van vergunningen. In totaal werden gedurende de verslagperiode zeven adviezen verstrekt aan zes bevoegde instanties van lidstaten.

3.8.    Capaciteitsopbouw

De coördinatiegroep tweeërlei gebruik heeft de voorbereiding ondersteund van een proefproject voor een simulatieoefening inzake uitvoercontrole (SimEX 2015) voor ambtenaren die zich bezighouden met vergunning- en douaneformaliteiten, dat gezamenlijk werd georganiseerd door DG TAXUD en het JRC en plaatsvond van 17 tot 19 maart 2015. Van zijn kant is het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Commissie in samenwerking met het Amerikaanse ministerie van Energie doorgegaan met de reeks technische seminars voor autoriteiten die vergunningen verlenen. Het achtste seminar werd gehouden op 22 en 23 april 2015 in Ispra (Italië), en bijgewoond door meer dan 100 ambtenaren die vergunningen afgeven en technische deskundigen van de EU-instanties voor uitvoercontrole.

Met betrekking tot derde landen werd het 'EU P2P Outreach programma' over producten voor tweeërlei gebruik in partnerlanden voortgezet in 2015, zodat de expertise in 34 landen beschikbaar werd gesteld en de uitvoercontrole wereldwijd kon worden versterkt naargelang de behoeften en prioriteiten van de betrokken landen.


4. Uitvoercontroles in de EU — Belangrijke gegevens

Het is moeilijk om betrouwbare gegevens over de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik te verkrijgen, omdat er voor die categorie producten geen corresponderende economische sector is gedefinieerd. De Commissie en de lidstaten verzamelen echter gegevens waarmee ramingen van de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik mogelijk zijn op basis van enerzijds de douanegoederen zoals die aan de hand van de correlatietabel (die ook goederen voor tweeërlei gebruik omvat) zijn geïdentificeerd en anderzijds van specifieke gegevens over vergunningen, zoals die door de bevoegde instanties zijn verzameld. De ramingen van de uitvoer voor 2014 worden hieronder gepresenteerd. In dit verband dient te worden opgemerkt dat de ramingen zoals die hierna worden gepresenteerd geen betrekking hebben op diensten en de immateriële overbrenging van technologie die zijn verbonden aan de handel in producten voor tweeërlei gebruik.

4.1.    EU-handel in producten voor tweeërlei gebruik: categorieën en bestemmingen

De verordening is voornamelijk van toepassing op de uitvoer van circa 1869 producten voor tweeërlei gebruik zoals vermeld in de lijst van bijlage I (de controlelijst van de EU) en de producten zijn onderverdeeld in tien categorieën (figuur 1). Deze producten voor tweeërlei gebruik hebben betrekking op circa 1000 douanecategorieën 8 , waaronder chemicaliën, metalen en niet-metaalhoudende minerale producten, computers, elektronische en optische producten, elektrische apparatuur, machines, voertuigen en transportmateriaal e.d. Doorgaans behoren deze producten tot het high-tech-gedeelte van dit grote, gevarieerde goederensegment.



Figuur 1: Aantal producten voor tweeërlei gebruik aan de hand van de categorieën als vermeld in bijlage I naar aanleiding van de vaststelling van Verordening (EU) 2015/2420 vergeleken met Verordening (EU) nr. 1382/2014.


Op basis van de correlatie tussen de douanecodes en de classificaties voor goederen voor tweeërlei gebruik wordt geschat dat controles van toepassing zijn op producten die vallen onder een 'uitvoerdomein' dat ongeveer 20 % van de totale uitvoer vertegenwoordigt (figuur 2).

Figuur 2: Geraamde waarde van het uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik en de totale uitvoer.

Een groot gedeelte van het uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik heeft betrekking op de uitvoer naar 'E001-landen' die kunnen profiteren van algemene uitvoervergunningen. Dit komt ook tot uiting in de structuur van de uitvoermarkt in de EU wat de relevante goederen betreft en is mede een gevolg van de handelsbevordering op grond van de EUGEA's (figuur 3) 9 .




Figuur 3: Landen van bestemming en subregio's voor het EU-uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik in 2014.




Figuur 4: Landen van bestemming op basis van wereldregio’s en subregio’s, 2014.




Figuur 5: Top 50 van buiten de EU gelegen bestemmingen op basis van waarde in het uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik 2014 10 .

4.2.    Aanvragen, vergunningen, weigeringen

De coördinatiegroep tweeërlei gebruik heeft informatie uitgewisseld en vergunningsgegevens verzameld teneinde een beter inzicht te krijgen in de uitvoercontroles en hun economisch effect. Hierna wordt nader ingegaan op een deel van de gegevens die tijdens de verslagperiode zijn verzameld; daarbij dient echter wel te worden opgemerkt dat niet alle lidstaten alle relevante gegevens verzamelen. Onderstaande informatie is dus een raming van geaggregeerde hoeveelheden en waarden op basis van de gegevens die beschikbaar werden gesteld door de lidstaten.


Figuur 6: Aantal vergunningen en weigeringen in 2010-2014 11 .


Figuur 7: Waarde (mln. EUR) van vergunningen en weigeringen in 2010-2014. 




Figuur 8: Aantal vergunningen per categorie (gegevens voor 2014).



Figuur 9: Waarde (mln. EUR) van vergunningen per type in 2014.

De totale waarde 12 van aanvragen bereikte een waarde van EUR 59 miljard en de gecontroleerde uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik vertegenwoordigt dus meer dan 3,4 % van de totale uitvoer naar bestemmingen buiten de EU. De erkende handel van producten voor tweeërlei gebruik is goed voor EUR 41,5 miljard, d.w.z. 2,4 % van de totale uitvoer naar bestemmingen buiten de EU, waarbij voor een meerderheid van de uitvoer individuele vergunningen waren verleend (ongeveer 25 000 verleende vergunningen in 2014). Slechts een klein deel van de uitvoer werd daadwerkelijk geweigerd: ongeveer 472 weigeringen werden afgegeven in 2014, die goed waren voor ongeveer 11,5 % van de waarde van de gecontroleerde uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik in dat jaar en voor 0,4 % van de totale uitvoer naar bestemmingen buiten de EU 13 .


(1)

 Sommige bevoegde autoriteiten doen ook openbaar verslag van de handel in producten voor tweeërlei gebruik.

(2)

Het Internationaal Instituut voor Vredesonderzoek van Stockholm (SIPRI) heeft het project samen met Ecorys geïmplementeerd.

(3)

PB L 340 van 24.12.2015, blz. 1.

(4)

 Een rectificatie van Verordening 2015/2420 werd gepubliceerd in PB L 60 van 5.3.2016 , blz. 93 ( http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=OJ:JOL_2016_060_R_0012&from=NL ).

(5)

PB C 51 van 13.2.2015, blz. 8.

(6)

 PB L 229 van 31.7.2014, blz. 1. Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren.

(7)

PB L 200 van 30.7.2005, blz. 1. Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad van 27 juni 2005 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die zouden kunnen worden gebruikt voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.

(8)

Het begrip uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik heeft betrekking op dit grote, gevarieerde goederensegment waar producten voor tweeërlei gebruik onder vallen. De handel in producten voor tweeërlei gebruik vindt plaats binnen dit goederensegment, maar is hier niet identiek aan, aangezien voor een omvangrijk gedeelte van deze goederen binnen het uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik geen uitvoercontrole geldt. Uit metingen van het JRC, gebaseerd op de COMEXT-databank van Eurostat, blijkt dat er sprake is van een stabiele raming van het uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik die duidt op een omvang van circa 20 % van de totale EU-uitvoer (inclusief de handel binnen de EU).

(9)

"Boordprovisie en -benodigdheden, alsmede bunkermateriaal extra" worden gedefinieerd als de levering van boordproviand. 'Niet nader bep. extra' omvat niet nader bepaalde landen en gebieden in het kader van het handelsverkeer met buiten de EU gelegen bestemmingen (deze codes worden gewoonlijk gebruikt voor goederen die zijn geleverd voor offshore installaties).

(10)

"Boordprovisie en -benodigdheden, alsmede bunkermateriaal extra" worden gedefinieerd als de levering van boordproviand. 'Niet nader bep. extra' omvat niet nader bepaalde landen en gebieden in het kader van het handelsverkeer met buiten de EU gelegen bestemmingen. (Deze codes worden gewoonlijk gebruikt voor goederen die zijn geleverd voor offshore installaties).    

(11)

 In figuur 6 en figuur 7 omvatten de gegevens voor 'Aanvragen' alle aanvragen voor vergunningen met inbegrip van kennisgevingen op grond van algemene vergunningen, hetgeen een indicatie geeft van 'gecontroleerde uitvoer'. In gevallen waar geen gegevens voor 'Aanvragen' beschikbaar zijn, maken de grafieken gebruik van de gegevens voor 'Vergunningen' als raming voor de gegevens voor 'Aanvragen'. De gegevens voor 'Vergunningen' hebben betrekking op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik die zijn toegestaan op grond van individuele en globale vergunningen. Er moet worden opgemerkt dat het aantal aanvragen niet noodzakelijkerwijs gelijk is aan de optelsom van de vergunningen en de weigeringen, aangezien er sprake kan zijn van ingetrokken aanvragen of van aanvragen die niet in hetzelfde jaar zijn afgerond. 'Weigering' verwijst naar de omvang en de waarde van de geweigerde uitvoer.

(12)

Dit cijfer omvat de waarde van de aanvragen en kennisgevingen op grond van de algemene uitvoervergunningen.

(13)

De waarde van de weigeringen in 2014 (EUR 6,8 miljard) weerspiegelt uitzonderlijke omstandigheden, aangezien de waarde van de weigeringen over het algemeen veel lager ligt, zoals aangegeven in figuur 7.